Brief regering : Beleidsnota Drinkwater 2021-2026
27 625 Waterbeleid
Nr. 530 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2021
Op 23 april 2021 heeft het kabinet de Beleidsnota Drinkwater 2021–2026 vastgesteld.
Volgens de Drinkwaterwet moet elke 6 jaar een «beleidsnota inzake de openbare drinkwatervoorziening»
worden opgesteld. Voorliggende beleidsnota is de tweede in die reeks. Met deze brief
bied ik u de nieuwe Beleidsnota Drinkwater aan1.
Deze beleidsnota benoemt de ambitie van het kabinet voor de drinkwatervoorziening,
beschrijft de opgaven voor de komende jaren en bevat de hoofdkeuzes voor het drinkwaterbeleid.
Een nadere uitwerking volgt in de implementatie en uitvoeringsagenda, die ik samen
met de regionale overheden en de drinkwaterbedrijven opstel. De in 2020 herziene Europese
Drinkwaterrichtlijn vormt daarbij een belangrijk kader.
Opgaven
De hoofddoelstelling van het drinkwaterbeleid is voorzien in voldoende drinkwater
van goede kwaliteit, voor iedereen in Europees en Caribisch Nederland, voor nu en
in de toekomst. De beleidsnota onderscheidt een aantal uitdagingen voor het realiseren
van deze ambitie. De beschikbaarheid van schoon en voldoende drinkwater wordt vaak
ervaren als vanzelfsprekend, maar is sterk afhankelijk van de robuustheid van het
Nederlandse watersysteem. De vraag naar drinkwater neemt toe en tegelijkertijd neemt
de natuurlijke beschikbaarheid van drinkwaterbronnen af. Op jaarbasis beschikken we
in Nederland over voldoende water, maar regionaal en seizoen afhankelijk kunnen er
watertekorten ontstaan. Dit stelt extra eisen aan de robuustheid van het watersysteem
en aan de (toekomstige) drinkwatervoorziening.
Daarbij staat de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater onder toenemende druk. Zowel
bekende als opkomende stoffen worden aangetroffen op de winningslocaties. Deze komen
vrij in de industrie, landbouw en rioolwaterzuiveringen. Ook het toenemend gebruik
van bodem en ondergrond, met onder meer bodemenergiesystemen en warmteopslag, vergt
aandacht. Klimaatverandering met hogere temperaturen, verzilting en langere perioden
van droogte vergroot de risico’s voor de drinkwatervoorziening.
Tussen productie en levering zijn er risico’s als gevolg van omstandigheden die de
groei van micro-organismen, zoals legionella, bevorderen en als gevolg van de aanwezigheid
van loden leidingen (resterende loden distributie- en aansluitleidingen en nog niet
gesaneerde loden leidingen in huizen/gebouwen met een bouwjaar voor 1960). Over de
aanpak van loden leidingen is uw Kamer geïnformeerd via de brief «Acties lood in drinkwater
van 2 juli 2020 (Kamerstuk 27 625, nr. 506).
In Caribisch Nederland is de beschikbaarheid en de betaalbaarheid van drinkwater een
opgave.
Hoofdkeuzes voor het drinkwaterbeleid
Ik continueer het beleid dat zich richt op de preventie- en bronaanpak, de risicobenadering
van bron tot tap en het maken van zorgvuldige afwegingen tussen het drinkwaterbelang
en andere belangen in de fysieke leefomgeving. Op basis van de ervaringen in de afgelopen
jaren, de evaluatie van de Beleidsnota Drinkwater 2014 (Kamerstuk 27 625, nr. 314) en voorziene ontwikkelingen zet ik met deze tweede Beleidsnota Drinkwater meer in
op:
Voldoende drinkwaterbronnen
Het robuuster maken van het watersysteem is van groot belang voor een klimaatbestendige
drinkwatervoorziening. Dat betekent het zuinig omgaan met en het beter vasthouden
van zoet water. Daarbij is het belangrijk om voldoende ruimte te reserveren voor de
(toekomstige) drinkwatervoorziening en hier tijdig besluiten over te nemen. Het kader
waarbinnen het beleid rond waterbeschikbaarheid wordt vormgegeven is het Deltaprogramma
Zoetwater
Ook is het nodig om bestaande en toekomstige drinkwaterbronnen ruimtelijk te beschermen
en de inzet van alternatieve bronnen te verkennen. Met het zekerstellen van voldoende
bronnen voor drinkwater en dit in het kader te plaatsen van een robuust watersysteem
en rekening te houden met de nieuwe klimaatscenario’s van het Deltaprogramma Zoet
water, geef ik invulling aan motie met Kamerstuk 35 140, nr. 11 met het verzoek om de samenhang van beide trajecten in deze beleidsnota te verankeren.
Bewust en zuinig drinkwatergebruik
De vraag naar drinkwater neemt toe door zowel de groei van de bevolking in Nederland,
de economische groei en een groeiend drinkwaterverbruik per hoofd van de bevolking.
Dat zet de toekomstige drinkwatervoorziening onder druk. Daarom richt het drinkwaterbeleid
zich niet alleen op het zorgen voor voldoende drinkwaterbronnen, maar ook op meer
bewust en zuinig gebruik van drinkwater. Een versterkt drinkwaterbewustzijn bij huishoudens
en zakelijke gebruikers voorkomt verspilling van drinkwater en vermindert energieverbruik.
Hierbij wordt ingezet op het juiste water voor het juiste gebruik en het circulair
maken van waterstromen. Dit moet tevens laagwaardig gebruik van drinkwater tegengaan.
Onder laagwaardig gebruik verstaan we toepassingen waarvoor drinkwaterkwaliteit niet
strikt noodzakelijk is en waarvoor doelmatige alternatieven voorhanden zijn.
Ik laat een verkenning uitvoeren naar een effectieve instrumentenmix voor waterbesparing
voor zowel huishoudens als bedrijven. Onderdeel hiervan is het onderzoek naar de opties
met de voor- en nadelen van beprijzing van leidingwater. In de verkenning onderzoek
ik ook de beprijzing voor grootverbruikers. Dit in samenhang met andere (financiële)
instrumenten en de herziening van het belastingstelsel van de waterschappen. Voor
de inzet van fiscale instrumenten is het Ministerie van Financiën primair verantwoordelijk,
daarom betrek ik mijn collega bij de verkenning.
Goede kwaliteit drinkwaterbronnen
Hoewel de drinkwaterkwaliteit in Nederland zeer goed is, staan de drinkwaterbronnen
in toenemende mate onder druk en stagneert de beoogde waterkwaliteitsverbetering.
Dit geldt zowel voor oppervlaktewater- als grondwaterbronnen. Oorzaken zijn onder
meer emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen, verzilting en opkomende
stoffen. Ook klimaatverandering en nieuwe ontwikkelingen, waaronder de toegenomen
activiteit in de ondergrond zoals warmte-koudeopslag en geothermie, hebben effect
op de kwaliteit van drinkwaterbronnen. Door de toenemende druk is structurele aandacht
voor de kwaliteit en bescherming van drinkwaterbronnen van belang. Het waterkwaliteitsbeleid
geeft prioriteit aan het aanpakken van verontreinigingen daar waar ze ontstaan. Belangrijke
kaders zijn de Kaderrichtlijn Water, de (herziene) Drinkwaterrichtlijn en de Structuurvisie
Ondergrond.
Drinkwaterbereiding, -kwaliteit en -levering blijvend op orde
Drinkwater moet voor iedereen schoon, veilig, toegankelijk en betaalbaar zijn. In
Nederland zijn de bereiding van drinkwater en de kwaliteitseisen van het drinkwater
geregeld via de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit, de Drinkwaterregeling, de Regeling
materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening en de Regeling legionellapreventie
in drinkwater en warm tapwater. Hierbij moet ten minste worden voldaan aan de vereisten
van de Drinkwaterrichtlijn. Deze wettelijke kaders borgen de toegang tot drinkwater,
de doelmatigheid van de drinkwatervoorziening, de kwaliteitseisen voor drinkwater,
de kwaliteit van materialen die in contact zijn met drinkwater, monitoring en rapportage
en stellen eisen aan toezicht en handhaving.
Het drinkwaterbeleid richt zich op het zorgen voor een drinkwatervoorziening die blijvend
op orde is en toegankelijk is voor iedereen, het beheersen van risico’s, en het adequaat
omgaan met actuele of opkomende bedreigingen zoals te hoge concentraties poly- en
perfluoralkylstoffen (PFAS), microbiële ziekteverwekkers, waaronder legionella, en lood in
leidingwater. Daarnaast is voor het borgen van de levering een veilige, beheersbare
en beschermde ligging van de infrastructuur en het voorkomen van kwaliteitsverlies
tijdens transport van belang.
Beveiligde en weerbare drinkwatervoorziening
De drinkwatervoorziening behoort tot de top-vitale infrastructuur in Nederland. De
continuïteit van de drinkwatervoorziening kan negatief beïnvloed worden door onder
meer cybercrime, terrorisme of natuurrampen. Daarom is een beveiligde en weerbare
drinkwatersector van vitaal belang. Om dit te realiseren werken het Rijk, provincies,
gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven samen aan het identificeren van dreigingen,
het beheersen van risico's en het aanpakken van kwetsbaarheden.
Gezamenlijke implementatie- en uitvoeringsagenda
Het Rijk is systeemverantwoordelijk voor de drinkwatervoorziening. Voor een toekomstbestendige
drinkwatervoorziening is samenwerking tussen provincies, waterschappen, gemeenten,
drinkwaterbedrijven en het Rijk essentieel. Het oplossen van knelpunten voor de (toekomstige)
drinkwatervoorziening vraagt in de komende jaren om het maken van een aantal politiek-bestuurlijke
keuzes. Besluitvorming hierover wil ik zorgvuldig voorbereiden met medeoverheden,
de drinkwatersector en andere belanghebbenden. Hiertoe introduceert de Beleidsnota
Drinkwater een gezamenlijke implementatie- en uitvoeringsagenda.
De implementatie- en uitvoeringsagenda is een levend document dat jaarlijks wordt
geactualiseerd en politiek-bestuurlijke keuzes rond de drinkwatervoorziening agendeert.
Samen met medeoverheden, drinkwaterbedrijven en andere belanghebbenden werk ik te
maken keuzes nader uit om besluitvorming te onderbouwen. De implementatie- en uitvoeringsagenda
is ook bedoeld om samen de voortgang van activiteiten en maatregelen die zich richten
op de duurzame veiligstelling van de drinkwatervoorziening te monitoren.
Ik bespreek de beleidskeuzes en de voortgang in de Stuurgroep Water.
Tot slot
Deze nota is in nauw overleg met provincies, gemeenten, waterschappen en de drinkwaterbedrijven
opgesteld, ook maatschappelijke organisaties zijn betrokken. Er is steun voor de hoofdlijnen
van het drinkwaterbeleid en het ambitieniveau, zoals deze in de beleidsnota uiteen
zijn gezet. Samen met het IPO, de Unie van Waterschappen, de Vewin en de VNG werken
we dit nader uit in de implementatie en uitvoeringsagenda drinkwater. Ik zal uw Kamer
later dit jaar informeren over deze nadere uitwerking van de implementatie- en uitvoeringsagenda.
Over de financierbaarheid van de investeringsopgave van de drinkwatersector en de
doorwerking van de EFSA opinie voor PFAS in drinkwater en vis ontvangt uw Kamer separaat
nadere informatie.
Met de Beleidsnota drinkwater 2021–2026 en de implementatie- en uitvoeringsagenda
zorgen we er gezamenlijk voor dat goed en voldoende drinkwater voor iedereen vanzelfsprekend
blijft.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat