Brief regering : Beleidsreactie op het advies van de Raad voor Cultuur "Onderweg naar overmorgen"
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 416 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2021
Op 16 november heeft de Raad voor Cultuur het advies «Onderweg naar overmorgen»1 aan mij aangeboden. In dit advies wijst de raad mij op een aantal transitieopgaven
waar de sector volgens hem voor staat en doet mij enkele aanbevelingen om de sector
te helpen die transities te versnellen. Voor het grootste deel van het advies heb
ik in mijn brief van 16 december 20202 al aangekondigd hoe ik de uitvoering ter hand wil nemen. Op paragraaf 2.1 van het
advies reageer ik met deze brief.
De coronacrisis heeft de culturele en creatieve sector hard getroffen. Inmiddels zijn
de gevolgen van de beperkende maatregelen om het coronavirus tegen te gaan al meer
dan een jaar zichtbaar en voelbaar bij makers en instellingen, publiek en cultuurbeoefenaars
(of amateurkunstenaars). De verliezen in de sector zijn groot, niet alleen financieel,
maar ook artistiek. Daarom steunt de overheid de sector op verschillende manieren.
In het afgelopen jaar zijn diverse steunpakketten opgesteld om instellingen, ondernemingen
en makers in de culturele en creatieve sector te ondersteunen bij de uitdagingen van
deze tijd zodat zij hun activiteiten kunnen blijven uitvoeren en het publiek kunnen
blijven bereiken. Om perspectief te bieden voor de komende maanden wordt daarnaast
in het Fieldlab Evenementen geëxperimenteerd met het veilig laten plaatsvinden van
evenementen, gegeven de coronamaatregelen. Ook vinden in de maand april diverse pilots
met toegangstesten plaats, waaronder in de culturele sector.
Daarnaast vind ik het belangrijk om verder vooruit te kijken. Ik wil niet alleen de
broodnodige financiële ondersteuning bieden, maar ook onderzoeken hoe de weerbaarheid
en wendbaarheid van de sector vergroot kan worden. Met het voortduren van de crisis
is pijnlijk zichtbaar geworden hoe kwetsbaar deze weerbaarheid en wendbaarheid zijn.
Aan de andere kant zie ik, ingegeven door de crisis, in de sector ook versneld innovaties
ontstaan, bijvoorbeeld op het gebied van ruimtegebruik, het online presenteren van
voorstellingen en nieuwe vormen van aanbod voor publiek op afstand. Het is van belang
die innovatieve kracht van de sector te ondersteunen en de sector in staat te stellen
zich zelf heruit te vinden en te blijven ontwikkelen.
Om die reden heb ik de Raad voor Cultuur met mijn brief van 26 juni 20203 gevraagd mij te adviseren over de wijze waarop de instellingen en makers in de culturele
en creatieve sector hier het beste bij ondersteund kunnen worden. In zijn briefadvies
van 14 september 20204 heeft de raad mij al enkele voorstellen gedaan voor te initiëren interdisciplinaire
fieldlabs. Vooruitlopend op het uiteindelijke advies van de raad heb ik hiervoor in
mijn brief van 16 november5 over de uitwerking van de maatregelen in het tweede specifieke pakket voor de culturele
en creatieve sector € 5 miljoen gereserveerd.
Op 16 november heeft de Raad voor Cultuur mij het advies «Onderweg naar overmorgen»
aangeboden. In paragraaf 2.1 van dit advies adviseert de raad over de besteding van
deze € 5 miljoen. De raad schetst de contouren voor drie labs op het gebied van digitalisering,
ruimtelijk ontwerp en productdifferentiatie. Ik neem dit advies van de raad over en
zie als doel van deze experimenten het ontwikkelen van toepasbare kennis en werkvormen
die voor de culturele en creatieve sector bruikbaar en uitvoerbaar zijn en die de
sector helpen om ook op de langere termijn meer wendbaar en weerbaar te worden.
In de afgelopen periode is gebleken dat er in de praktijk veel verwarring bestaat
tussen de door de Raad voor Cultuur geadviseerde fieldlabs en het Fieldlab Evenementen.
Om deze verwarring in de toekomst te voorkomen wil ik vanaf nu spreken over Innovatielabs
voor de culturele en creatieve sector. De methodiek van het op een systematische manier
in de praktijk experimenteren met nieuwe oplossingen voor dringende problemen blijft
daarbij voor mij onverminderd belangrijk.
De Raad voor Cultuur adviseert ook om een Taskforce stedelijke cultuurregio in te
stellen. Deze is bedoeld om succesvolle samenwerkingen in en met de sector in stedelijke
cultuurregio’s zichtbaar te maken, zodat ze in andere regio’s of op landelijke schaal
verder kunnen worden uitgerold en versterkt. Voor deze taskforce geldt dat noch bij
mij, noch bij de stedelijke regio’s de behoefte bestaat aan het opzetten van een extra
overleggremium, naast de bestaande overlegstructuur. Wel is behoefte aan de in het
advies van de raad beschreven kennisdeling tussen regio’s. Ook hecht ik aan geografische
spreiding van de innovatielabs.
Ik heb de Rijkscultuurfondsen, die ik hiervoor zowel inhoudelijk als instrumenteel
toegerust acht, verzocht om het advies van de raad namens mij uit te voeren en de
hiervoor beschikbare € 5 miljoen te verdelen. Ik heb het Stimuleringsfonds Creatieve
Industrie daarbij gevraagd om als penvoerder op te treden. Voor een goede uitvoering
van het raadsadvies is het bovendien belangrijk dat kennis en ervaring aanwezig is
van de methodiek en dat de ervaringen van het Fieldlab Evenementen worden betrokken.
Om die reden heb ik het Stimuleringsfonds verzocht om een plan voor de uitvoering
op te stellen samen met ClickNL, het topconsortium kennis en innovatie voor de Creatieve
Industrie.
De Raad voor Cultuur stelt dat deze labs een antwoord zijn op de behoefte aan experimenteerruimte
in de sector. Ik ben het daarmee eens. Het uitvoeringsplan van de fondsen dient gebaseerd
te zijn op het advies van de Raad voor Cultuur en de doelstellingen van de innovatielabs
en de kennisdeling tussen regio’s te waarborgen. De Innovatielabs voor de culturele
en creatieve sector zullen worden geëvalueerd en succesvolle uitkomsten kunnen voorbeeldstellend
zijn voor andere delen van de sector.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap