Brief regering : Onderhandeling van belastingverdragen
25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid
Nr. 273 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2021
Tijdens het AO Belastingontwijking van 11 februari jongstleden (Kamerstuk 25 087, nr. 269) heb ik toegezegd om uw Kamer een brief te sturen over de stand van zaken van de
onderhandeling van belastingverdragen en daarbij specifiek in te gaan op de verdragsrelatie
met ontwikkelingslanden. Door middel van deze brief geef ik hieraan opvolging.
1 Aanleiding en context
Nederland sluit belastingverdragen om obstakels (dubbele belasting) voor personen
en bedrijven die grensoverschrijdend actief zijn weg te nemen, waarbij belastingontwijking
en -ontduiking worden voorkomen. Een belastingverdrag regelt welk land belasting mag
heffen en wijst daartoe het heffingsrecht over bepaalde inkomsten of over winst toe
aan één land of verdeelt het heffingsrecht tussen twee landen. Nederland heeft gezien
de open economie en de relatief kleine thuismarkt groot belang bij een uitgebreid
verdragennetwerk.
De informatievoorziening aan uw Kamer over de belastingverdragen concentreert zich
nu met name voorafgaand aan en na afloop van onderhandelingen. De notitie fiscaal
verdragsbeleid 2020 («NFV 2020»)1 geeft inzicht in de politiek-beleidsmatige onderhandelingsinzet. Door middel van
een kort jaarlijks nieuwsbericht wordt het onderhandelplan voor het komende jaar bekend
gemaakt.2 Achteraf, na het uitonderhandelen en ondertekenen wordt een nieuw of gewijzigd belastingverdrag
ter goedkeuring aan uw kamer voorgelegd. Verder beantwoord ik met enige regelmaat
vragen vanuit uw Kamer over de belastingverdragen.
Ondanks het voorgaande is het verloop van de actuele verdragsonderhandelingen voor
uw Kamer onvoldoende transparant. Daarom vind ik het wenselijk om uw Kamer periodiek
te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de verdragsonderhandelingen.
In dat kader zal ik uw Kamer jaarlijks in het eerste kwartaal een brief sturen waarin
ik inga op de volgende onderwerpen:
(i) de in het afgelopen jaar gevoerde onderhandelingen en de in het afgelopen jaar ondertekende
belastingverdragen;
(ii) het onderhandelplan voor het komende jaar;
(iii) overzicht en status van actieve onderhandelingen.
Volledigheidshalve merk ik op dat ik in het belang van de onderlinge relatie en een
vertrouwelijk onderhandelingsproces in deze brief niet in detail kan ingaan op de
concrete onderhandelinzet en het precieze verloop van de onderhandelingen. Als uw
Kamer nader geïnformeerd wenst te worden over één van de lopende verdragsonderhandelingen,
ben ik graag bereid daarover een vertrouwelijke technische briefing te laten geven
door mijn ambtenaren.
2 Onderhandelingen 2020
Door de coronacrisis was het in 2020 lastiger om te onderhandelen. Nederland heeft
deze onderhandelluwte met name benut om een aantal verdragen waarover op ambtelijk
niveau (op details na) overeenstemming was bereikt verder te brengen richting ondertekening
en goedkeuring door uw Kamer. Dit heeft geresulteerd in ondertekening van nieuwe belastingverdragen
met Bulgarije, Chili, Kosovo, Liechtenstein en een wijziging van de belastingverdragen
met Polen en Duitsland. Met Colombia en Cyprus is ambtelijk akkoord bereikt en wordt
nu toegewerkt naar ondertekening.
Verder was begin 2020 aanvankelijk ambtelijke overeenstemming bereikt over een wijziging
van het belastingverdrag met Rusland. Later heeft Rusland Nederland benaderd om hogere
bronbelastingen overeen te komen. Ik kom hier nader op terug in onderdeel 4.3 van
deze brief.
3 Onderhandelplan 2021
In beginsel staat Nederland open voor een belastingverdrag met ieder andere staat.
Wel dwingen capaciteitsbeperkingen tot prioritering. Het ministerie stelt daarom ieder
jaar een plan voor de verdragsonderhandelingen op, waarna een nieuwsbericht hierover
wordt gepubliceerd.3
Het verloop van de geplande onderhandelingen is uiteraard mede afhankelijk van de
capaciteit van andere landen, de samenloop van verschillende onderhandelingen en de
ontwikkeling van de COVID-19-pandemie. Daarnaast kan het voorkomen dat gedurende het
jaar een verzoek binnenkomt van een land dat niet in het onderhandelplan voorkomt
waarmee onderhandelingen worden aangegaan.
4 Status actieve onderhandelingen
4.1. Overzicht4
De onderstaande tabel biedt uw Kamer een overzicht van actieve onderhandelingen en
de status daarvan.5
Ondertekende verdragen
Liechtenstein
Ondertekend op 3 juni 2020
Bulgarije
Ondertekend op 14 september 2020
Kosovo
Ondertekend op 29 juli 2020
Polen
Ondertekend op 29 oktober 2020
Duitsland
Ondertekend op 24 maart 2021
Chili
Ondertekend op 25 januari 2021
Afrondende fase
Cyprus
Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2021
Colombia
Ambtelijk akkoord, richten op ondertekening in 2021
Spanje
Afrondende fase onderhandelingen, richten op ondertekening in 2021
Thailand
Afrondende fase onderhandelingen, richten op ondertekening in 2021
In onderhandeling
Aruba
Andorra
Geen bestaand verdrag
Bangladesh
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
België
Brazilië
Curaçao
Marokko
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Mozambique
Geen bestaand verdrag
Oeganda
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Portugal
Rusland
Senegal
Geen bestaand verdrag
Sri Lanka
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Nederland wil onderhandelingen (her)starten
Bahrein
Barbados
Ecuador
Geen bestaand verdrag
Moldavië
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Sint Maarten
Verenigde Arabische Emiraten
Filipijnen
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Kenia
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Kirgizië
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Vietnam
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Zimbabwe
Zie 23-ontwikelingslandenproject hieronder
Hieronder licht ik de geplande onderhandelingen met België en Rusland en met een drietal
laagbelastende landen (Bahrein, Barbados en Verenigde Arabische Emiraten) nader toe.
Aansluitend ga ik kort in op overige landen die zijn opgenomen in het onderhandelplan.
Tot slot ga ik in onderdeel 5 meer detail in op de onderhandelingen en het verdragsbeleid
met betrekking tot ontwikkelingslanden.
4.2 België
De onderhandelingen met België zijn vergevorderd. Een belangrijk onderdeel dat nog
moet worden uitgewerkt is de verdeling van heffingsrechten over pensioen. Verder wenst
Nederland een structurele regeling voor thuiswerkdagen te bespreken. Nederland wil
de onderhandelingen over het belastingverdrag met België graag spoedig voortzetten
en afronden. Ik heb contact met de Belgische Minister van Financiën, de heer Van Peteghem,
om de onderhandelingen weer voort te zetten.
4.3 Rusland
Na het bereiken van ambtelijke overeenstemming begin 2020 heeft Rusland Nederland
benaderd om hogere bronbelastingen overeen te komen. Rusland zou daarbij slechts bereid
zijn om verdragsvoordelen onder strenge voorwaarden toe te kennen aan beursgenoteerde
bedrijven. Hiermee wordt onvoldoende rekening gehouden met de belangen van het reële
Nederlandse bedrijfsleven. Ik heb vernomen dat Rusland het belastingverdrag wil op
zeggen indien er geen akkoord kan worden bereikt en dat de procedure voor opzegging
in een vergevorderd stadium is. Het is mogelijk dat deze procedure op zeer korte termijn
wordt afgerond. Dit heeft Rusland in eigen hand.
Nederland heeft vooralsnog geen formele kennisgeving van de beëindiging van het belastingverdrag
tussen Nederland en Rusland ontvangen. De Nederlandse inzet blijft erop gericht om
de gesprekken voort te zetten met als doel alsnog tot overeenstemming te komen.
4.4 Bronbelastingen / laagbelastende landen
Sinds 1 januari 2021 heft Nederland een bronbelasting op rente- en royaltybetalingen
naar gelieerde lichamen in een laagbelastend of niet-coöperatief land. Nederland stelt
jaarlijks een lijst op van deze landen.6 Ten aanzien van landen die op voorgenoemde lijst voor 2021 staan én waarmee Nederland
een belastingverdrag heeft, wordt de bronbelasting voor het eerste geheven vanaf 2024.
De huidige verdragen beperken Nederland bij het heffen van de bronbelasting. Daarom
neemt Nederland het initiatief om de bestaande belastingverdragen met deze landen
te heronderhandelen. De Nederlandse inzet conform de NFV 2020 is om het verdrag zodanig
aan te passen dat de bronbelasting op rente-en royaltybetalingen en de aangekondigde
aanvullende bronbelasting op dividenden kan worden geëffectueerd. Desalniettemin kan
het gepast zijn om bij reële (zakelijke) situaties minder of geen bronstaatheffing
na te streven, ook bij laagbelastende landen. In dit kader zet Nederland in 2021 in
op het starten van heronderhandelingen met Bahrein, Barbados, en de Verenigde Arabische
Emiraten.
4.5 Overige onderhandelingen
Aruba, Curaçao, Sint Maarten
In het kader van de coronacrisis biedt Nederland liquiditeitssteun aan Aruba, Curaçao
en Sint Maarten in combinatie met een pakket aan maatregelen dat gericht is op het
realiseren van structurele hervormingen.7 Onderdeel daarvan is het aanpassen van de belastingregelingen8 met deze landen in lijn met de minimumstandaard van het BEPS (Base Erosion and Profit
Shifting) project.
Brazilië
Brazilië is geen deelnemer bij het Multilaterale Instrument («MLI»). In het kader
van de lopende onderhandelingen zal het verdrag op het vlak van antimisbruik bilateraal
aangepast moeten worden.
Portugal
Onder het bestaande verdrag kan Nederland beperkt heffen over hier gefacilieerd opgebouwde
pensioenen. Nederland streeft ernaar (bij voorkeur volledige) bronheffing over pensioenen
overeen te komen.
Ecuador
Nederland heeft nog geen verdrag met Ecuador. Na geslaagde verkenningsgesprekken eind
2020 is Ecuador opgenomen aan het onderhandelplan voor 2021.
5 Ontwikkelingslanden
5.1 Algemeen: verdragsbeleid en 23-ontwikkelingslandenproject
Nederland houdt in het verdragsbeleid rekening met de bijzondere positie van ontwikkelingslanden.
Conform de NFV 2020 is Nederland in de verdragsonderhandelingen met ontwikkelingslanden
bereid meer heffingsrechten voor de bronstaat overeen te komen dan met andere landen.
Daarbij ben ik bereid hogere bronheffingen te accepteren dan een ontwikkelingsland
in zijn belastingverdragen met met Nederland vergelijkbare landen is overeengekomen,
wanneer dat ontwikkelingsland aantoont een nieuwe beleidslijn op dat punt te hebben.
Een ander voorbeeld is dat Nederland in relatie tot de armste ontwikkelingslanden
bereid is een bronstaatheffing voor betalingen voor technische diensten overeen te
komen, met als voorwaarde dat de technische diensten moeten zijn verricht in het ontwikkelingsland.
Verder hecht ik aan het opnemen van antimisbruikbepalingen in belastingverdragen met
ontwikkelingslanden zodat het ontwikkelingsland niet ten onrechte in zijn heffingsbevoegdheid
wordt beperkt. Naar aanleiding van een onderzoek van het IBFD, heeft Nederland in
het najaar van 2013 23 ontwikkelingslanden benaderd om antimisbruikbepalingen op te
nemen in de belastingverdragen met deze landen.9 Ook via het MLI heeft Nederland zich ingezet om antimisbruikbepalingen door te laten
werken in de belastingverdragen.
Van de 23 ontwikkelingslanden die Nederland in het kader van dit project heeft benaderd,
is op dit moment met 19 landen een belastingverdrag in werking. Met vier landen, namelijk
Kenia, Kirgizië, Malawi en Mongolië is geen verdrag in werking. Met deze vier landen
bestaat op dit moment dus geen risico op verdragsmisbruik. Deze landen maakten desalniettemin
deel uit van het zogeheten «23-ontwikkelingslandenproject», omdat in 2013 wel met
deze landen werd onderhandeld of de verwachting bestond dat op afzienbare termijn
zou worden onderhandeld.
Van de negentien landen waarmee Nederland op dit moment een verdrag heeft dat in werking
is, is met twaalf landen overeenstemming over opname van antimisbruikbepalingen in
het betreffende verdrag (bilateraal dan wel via het MLI).10 Daarnaast is met Kenia en Malawi een verdrag ondertekend dat nog niet in werking
is getreden. Ook in deze verdragen is een antimisbruikbepaling opgenomen. Op de status
van de ratificatieprocedure van de verdragen met Kenia en Malawi ga ik in de hieronder
in paragraaf 5.2 verder in.
De ontwikkelingslanden waarmee het nog niet is gelukt om bilateraal of via het MLI
overeenstemming te bereiken over de opname van een antimisbruikbepaling in het verdrag,
heeft Nederland recentelijk benaderd om hiervoor opnieuw aandacht te vragen. Daarbij
staat Nederland ervoor open om niet alleen over antimisbruikbepalingen maar over het
gehele verdrag te onderhandelen, als dat de voorkeur heeft van het betreffende ontwikkelingsland.
Dit heeft tot nu toe geleid tot een onderhandelingsronde met Oeganda afgelopen maart.
Daarbij is enige voortgang geboekt, maar heeft het helaas niet tot afronding kunnen
komen door onvoldoende capaciteit aan Oegandese zijde. Gelet op het belang om zo spoedig
mogelijk antimisbruikmaatregelen aan dit verdrag toe te voegen, zet Nederland in op
een volgende onderhandelingsronde voor de zomer.
Bangladesh, Moldavië en Sri Lanka hebben al aangegeven graag met Nederland (verder)
te onderhandelen. Op verzoek van Bangladesh en Sri Lanka wordt daarbij het gehele
verdrag heronderhandeld. Met deze landen staat een volgende onderhandelingsronde gepland
voor dit jaar. Met Moldavië worden nu afspraken gemaakt over een onderhandelingsronde.
Het is op dit moment nog onduidelijk of ook Mozambique en Senegal nog dit jaar verder
willen en kunnen onderhandelen. Als deze onderhandelingen dit jaar worden voortgezet
doet Nederland dat op basis van de NFV 2021, waarbij ook relevant is dat Mozambique
en Senegal bij de groep minst ontwikkelde landen horen.
Begin 2019 heeft een eerste onderhandelingsronde met Marokko plaatsgevonden. Het streven
is om binnen afzienbare tijd een tweede onderhandelingsronde plaats te laten vinden.
Het is onzeker of dat dit jaar nog gaat lukken.
5.2 Status ratificatieprocedure belastingverdragen Kenia en Malawi
Naar ik begrijp is het ratificatieproces in Kenia vastgelopen. Ik heb begrepen dat
in Kenia niet de juiste nationale ratificatieprocedure zou zijn gevolgd. Daarnaast
heb ik vernomen dat Kenia momenteel ook de inhoud van het verdrag wil heroverwegen.
Nederland heeft Kenia daarom begin dit jaar benaderd en aan Kenia voorgesteld om onderhandelingen
op te starten over een nieuw verdrag en het ondertekende verdrag niet te ratificeren.
Nadat ik bevestiging heb ontvangen van Kenia over dit voorstel, zal ik uw Kamer informeren
en het wetsvoorstel tot goedkeuring van het belastingverdrag uit 2015 intrekken.
Met betrekking tot Malawi heeft Nederland in 2018 de goedkeuringsprocedure afgerond.
Mijn ambtsvoorganger heeft via diplomatieke kanalen vernomen dat Malawi de ratificatie
van het onderhavige belastingverdrag wil afronden. Nederland heeft Malawi eind vorig
jaar opnieuw gevraagd naar de status van de ratificatieprocedure van het verdrag.
5.3 Status 23-ontwikkelingslandenproject
Uw Kamer treft onderstaand een overzicht aan van de actuele stand van zaken met betrekking
tot het 23-ontwikkelingslandenproject.
Verdrag in werking
Land
Overeenstemming opname antimisbruikbepalingen (bilateraal of via MLI)
Toelichting
Bangladesh
Onderhandelingsronde staat gepland voor het tweede kwartaal van 2021.
Egypte
X
Ethiopië
X
Filipijnen
Nederland heeft in februari 2021 opnieuw aandacht gevraagd voor de opname van antimisbruikbepalingen
in het verdrag.
Georgië
X
Ghana
X
India
X
Indonesië
X
Marokko
X
Moldavië
Nederland heeft in februari 2021 opnieuw aandacht gevraagd voor de opname van antimisbruikbepalingen
in het verdrag. Moldavië heeft hier positief op gereageerd. Er wordt een onderhandelingsronde
gepland.
Nigeria
X
Oeganda
In maart 2021 is met Oeganda onderhandeld over het verdrag. Er is niet enkel gesproken
over het opnemen van antimisbruikbepalingen, maar ook over het aanpassen van andere
onderdelen van het verdrag. Nederland wil op korte termijn verder onderhandelen.
Oekraïne
X
In maart 2018 is een wijzigingsprotocol bij het verdrag met Oekraïne ondertekend.
Het wijzigingsprotocol bevat antimisbruikbepalingen om belastingontwijking en – ontduiking
tegen te gaan. De ratificatieprocedure van het wijzigingsprotocol is in Oekraïne nog
niet voltooid.
Oezbekistan
X
Pakistan
X
Sri Lanka
Onderhandelingsronde staat gepland voor het vierde kwartaal van 2021.
Vietnam
Nederland heeft in maart 2021 opnieuw aandacht gevraagd voor de opname van antimisbruikbepalingen
in het verdrag.
Zambia
X
Zimbabwe
Nederland heeft in februari 2021 opnieuw aandacht gevraagd voor de opname van antimisbruikbepalingen
in het verdrag.
Geen verdrag in werking
Land
Overeenstemming opname antimisbruikbepalingen (bilateraal of via MLI)
Toelichting
Kenia
X
Kirgizië
Met Kirgizië hebben onderhandelingen plaatsgevonden. Die hebben nog niet geleid tot
een ondertekend verdrag. Nederland zal Kirgizië aanbieden verder te onderhandelen
met als uitgangspunt dat een eventueel te sluiten verdrag dient te voldoen aan de
minimumstandaard van het BEPS-project.
Malawi
X
Mongolië
Met Mongolië is geen verdrag gesloten en lopen geen onderhandelingen.
6 Tot slot
Met deze brief heb ik meer inzicht gegeven in de lopende verdragsonderhandelingen.
In het eerste kwartaal van volgend jaar zal ik opnieuw een brief aan uw Kamer sturen.
Als daartoe aanleiding is, zal ik uw Kamer uiteraard tussentijds informeren.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën