Brief regering : Toezeggingen gedaan tijdens debatten inzake energielabel
30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid
Nr. 753 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 april 2021
Eind 2020 en begin 2021 hebben er meerdere debatten met uw Kamer plaatsgevonden over
het energielabel en zijn er verscheidene vragen gesteld. Met deze verzamelbrief geef
ik invulling aan de gedane toezeggingen en meerdere moties.
Aantallen adviseurs en fysiek examineren
Op 22 september 2020 (Handelingen II 2020/21, nr. 4, item 10) heeft uw Kamer de motie van Kamerlid Van Eijs (D66) aangenomen, waarin is verzocht
toe te zien op voldoende vakbekwame energieadviseurs.1 Met mijn brief van 2 februari jl. heb ik uw Kamer geïnformeerd over het uitbreiden
van de overgangsregeling voor vakbekwaamheid en over hoe ik maximaal heb ingezet op
online thuisexaminering toen het niet langer mogelijk was om de examens fysiek af
te nemen.2 In deze brief heb ik ook toegezegd aanvullend te verkennen of, en onder welke condities
en voorwaarden, fysiek examineren toch mogelijk gemaakt kon worden. Per eind februari
werd duidelijk dat de examens voor energieadviseurs doorgang mogen vinden op besloten
plaatsen. Hierdoor konden de fysieke examens op besloten plaatsen weer worden hervat
per 1 maart dit jaar.
Dit heeft geresulteerd in een toename van bijna 400 adviseurs sinds 1 januari 2021.
Daarmee zijn er per 1 april 2021 in totaal 900 energieadviseurs beschikbaar. Met het
huidige aantal aanmeldingen voor zowel de online als de fysieke examens kunnen dat
begin mei circa 1.000 adviseurs zijn. Mede op basis van de recent geconstateerde toenemende
interesse tot opleiding van energieadviseur en de groei van aanmeldingen voor met
name de fysieke examens is de verwachting dat het aantal vakbekwame energieadviseurs
de komende periode toe zal blijven nemen.
Met deze ontwikkelingen heb ik uitvoering gegeven aan de motie van het lid Van Eijs
en ook de toezegging, over hoeveel fysieke examens er eerder kunnen plaatsvinden en
de inzichten daarbij, aan de heer Van Otterloo (50PLUS) uit het Vragenuur van 2 februari
2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 5, item 2).
Vraag en aanbod energieadviseurs
Ik heb signalen gekregen dat het tijdelijk niet handhaven van het niet vermelden van
de energieprestatie-indicator van een geldig energielabel in de advertentie wanneer
er geen geldig energielabel is afgegeven, voldoende ruimte biedt.3 Totdat het evenwicht in vraag en aanbod wordt bereikt zullen we echter moeten spreken
over een krapte aan energieadviseurs. Op basis van de grote hoeveelheid registraties
van het vereenvoudigd energielabel (VEL) en de Energie-Index (EI) in de laatste maanden
van 2020 is de inschatting gemaakt dat zeker in het eerste kwartaal van 2021 de vraag
onder «normaal niveau» zou liggen. Het is moeilijk te voorspellen vanaf welk moment
de vraag weer op normaal niveau zal komen. Daarom is voor een goede evaluatie van
de balans in vraag en aanbod gekeken naar de doorlooptijden van energieprestatieberekeningen.
Uit de evaluatie onder certificaathouders (ofwel de gecertificeerde organisatie waarvoor
de adviseur werkt) blijkt dat circa driekwart van de labels en BENG-berekeningen binnen
de gewenste doorlooptijd of maximaal twee weken later wordt geleverd. Specifiek voor
particulieren heeft Woninglabel.nl een gemiddelde doorlooptijd van aanvraag tot oplevering
van het energielabel gemeten van 14 dagen in februari. In deze resultaten zijn geen
grote regionale verschillen waar te nemen.
Wachttijden van enkele maanden zijn dus uitschieters en niet representatief voor de
gehele markt. Daarbij zien we helaas wel terug dat vraag en aanbod elkaar nog niet
altijd goed weet te vinden. Hier zijn reeds verbeteringen in doorgevoerd met betrekking
tot de zoekfunctionaliteiten en datakwaliteit op www.epadviseur.centraalregistertechniek.nl Op dit moment wordt er hard aan gewerkt om naast de certificaathouders ook zelfstandigen
onder koepelorganisaties vindbaar te maken en de zoekmogelijkheden uit te breiden
waarbij onderscheid wordt aangebracht in partijen die wel of niet particuliere opdrachten
aannemen en het postcodegebied waarin zij werkzaam zijn. Aanvullend ligt er ook een
taak bij de energieadviseurs om bekendheid en betere vindbaarheid te generen. Daarnaast
is het voor particulieren aan te raden om vroegtijdig een adviseur te benaderen bij
de verkoop van een woning en om ook te zoeken en vergelijken op platforms als www.woninglabel.nl. Hieraan zal bredere bekendheid worden gegeven.
Ik heb er vertrouwen in dat deze markt zich de komende tijd verder zal ontwikkelen,
dat het aantal adviseurs toe zal nemen en daarmee de uitschieters in prijzen en doorlooptijden
af zullen nemen.
Handhaving op de energielabelplicht
Op 10 maart jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 60, Stemmingen) werd de motie van Kamerleden
Koerhuis (VVD) en Terpstra (CDA) aangenomen over de energielabelplicht.4 Deze motie verzoekt de regering de boete voor het niet aanvragen van een energielabel
voor de verkoop van een huis op te schorten tot 1 juli 2021. Ik deel dat we moeten
voorkomen dat burgers ten onrechte een boete krijgen. Daarom voer ik de motie zo uit
dat er bij niet verwijtbaar handelen geen boete zal worden opgelegd. Dit is de toets
op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) artikel 5:41 die de Inspectie Leefomgeving
en Transport (ILT) doet op zienswijzen, wat betekent dat er geen boete zal worden
opgelegd als de overtreding niet te wijten is aan de overtreder.
In het overgrote deel van de gevallen is het voor de gebouweigenaar momenteel mogelijk
om tijdig voor het moment van verhuur, verkoop of oplevering een energielabel te laten
registreren. In de uitzonderlijke gevallen waarbij dit echter niet haalbaar blijkt
te zijn en bijvoorbeeld enkel een opdracht voor een energielabel wordt overlegd bij
de transactie, zal de ILT hier dus rekening mee houden in de handhaving.
Kwaliteitsborging
Gebouweigenaren, huurders en kopers moeten kunnen vertrouwen op de kwaliteit van het
energielabel. In de uitzending van het televisieprogramma Radar van 29 maart jl. was
te zien hoe voor één woning drie op onderdelen afwijkende labels werden geregistreerd.
Dit vind ik zorgelijk, ik ga de sector hier dan ook nauwlettend op volgen. Tevens
heb ik op basis van de uitzending al een aantal acties ondernomen. Als eerste zal
door de certificerende instelling de woning worden bezocht om een controle audit uit
te voeren en de betreffende dossiers te beoordelen. Als tweede zal het gesprek gevoerd
worden met InstallQ, verantwoordelijk voor het kwaliteitsborgingssysteem, en de certificerende
instellingen om te kijken hoe in deze eerste periode van de nieuwe systematiek eventuele
fouten tijdig aan het licht kunnen komen en hersteld kunnen worden. Zodat de kwaliteit
en de betrouwbaarheid van het nieuwe energielabel goed geborgd is.
Prijs van het energielabel
Eerder is met uw Kamer op basis van onderzoek (SIRA, 2019) de geschatte gemiddelde
prijs van het nieuwe energielabel gecommuniceerd van 190 euro voor eengezinswoningen
en 100 euro voor appartementen. De uiteindelijke prijs hangt af van verschillende
factoren, waaronder het type woning, beschikbare documenten over de woning en de tijd
die een energieadviseur nodig heeft om alle kenmerken van de woning op te nemen. Woninglabel.nl
heeft in februari een landelijk gemiddelde prijs van 256 euro gemeten. De monitoringsstudie
die ik aan uw Kamer heb toegezegd in de brief van 12 oktober 2020 is ook gestart en
in de tweede helft van 2021 zal ik u informeren over de eindconclusies.5
In de tussentijd blijft mijn departement in gesprek met onder meer de branche van
energieadviseurs om alle ontwikkelingen nauwlettend te volgen en te bespreken hoe
hiermee om te gaan.
Ook de marktconsultatie, om het nieuwe energielabel ook digitaal aan te kunnen vragen,
loopt. Er zijn acht inschrijvingen ontvangen en deze worden op dit moment beoordeeld.
Over de uitkomsten, de mogelijkheden en randvoorwaarden, en de kosten van een dergelijke
digitale manier van aanvragen zal ik uw Kamer zo snel als mogelijk informeren.6
Het energielabel voor huurders
In het wetgevingsoverleg van 9 november 2020 (Kamerstuk 35 570 VII, nr. 72) heb ik aan mevrouw Beckerman (SP) toegezegd om samen met de Huurcommissie en RVO
te onderzoeken hoe de huurder beter kan worden ondersteund en sneller duidelijkheid
kan krijgen bij een klacht of een vraag over het energielabel en de Tweede Kamer daarover
te informeren. Eerste stap hiervoor is het beschikbaar hebben van het afschrift van
het energielabel voor huurders. Dit stelt huurders in staat om inzicht te krijgen
in de aanwezige isolatie en installaties die hebben geleid tot het afgegeven energielabel.
Parallel worden er gesprekken gevoerd met de Huurcommissie over de mogelijkheid van
een procedure waarbij het voor de huurder gemakkelijker wordt om bij gerede twijfel
de juistheid van het energielabel aan te kaarten indien dit effect heeft op de huurprijs.
In opvolging van de site www.energielabelvoorwoningen.nl is het voor woningeigenaren mogelijk om het energielabel te raadplegen via MijnOverheid.
Momenteel wordt verkend of het energielabel ook voor huurders beschikbaar kan worden
gesteld via www.mijn.overheid.n l en of de functionaliteit hiervoor gebouwd kan worden. Op www.mijn.overheid.nl is het energielabel voor woningeigenaren via de navigatie naar «wonen» in het linker
menu en vervolgens onder «kadastrale gegevens» te vinden. Daar kan het afschrift (de
pdf) van het energielabel worden gedownload.
Tot slot ben ik mij bewust van het feit dat er nog een omissie zat in de beantwoording
van de schriftelijke vragen van de Tweede Kamer over de begroting van BZK voor 2021.
Voor een goede beantwoording van de vragen omtrent de labelstappen in de afgelopen
vijf jaar zijn de labels tot en met december 2020 in ogenschouw genomen en heeft een
analyse over de beschikbare cijfers plaatsgevonden. De antwoorden op de vragen (250
t/m 253 en 256) doe ik u in de bijlage toe komen.7
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
BIJLAGE SCHRIFTELIJKE VRAGEN OVER DE BEGROTINGSSTATEN BZK
In de schriftelijke antwoorden op vragen van de Tweede Kamer over de begroting van
BZK voor 2021 heb ik bij een aantal vragen (250 t/m 253 en 256) toegezegd om op de
inhoudelijke beantwoording op een later moment terug te komen.8
Vraag 250: Hoeveel huishoudens hebben de afgelopen vijf jaar een stap in energielabel gezet?
Vraag 251: Hoeveel woningen hebben die jaren de sprong naar label B of A gemaakt?
Vraag 252: Hoeveel huurwoningen hebben de afgelopen vijf jaar een stap in energielabel gezet?
Vraag 253: Hoeveel huurwoningen hebben die jaren de sprong naar label B of A gemaakt?
Antwoord op vraag 250 t/m 253
In de afgelopen vijf jaar, dat wil zeggen gedurende de periode van januari 2016 tot
en met december 2020, heeft bij circa 945 duizend woningen een of meerdere stappen
in het energielabel plaatsgevonden. Hierbij ging het in 790 duizend gevallen om huurwoningen
van rechtspersonen, waaronder 720 duizend corporatiewoningen. Circa 530 duizend woningen
maakten in deze periode een stap naar een A- of een B-label. Hiervan waren 460 duizend
huurwoningen van rechtspersonen, waaronder 415 duizend corporatiewoningen.
Deze cijfers geven echter geen totaalbeeld. Veel van de werkelijke verbeteringen in
met name koopwoningen zijn namelijk niet zichtbaar in deze cijfers, omdat een energielabel
alleen verplicht is bij verkoop en woningeigenaren niet na elke maatregel hun label
zullen aanpassen. Een beter beeld van het totaal aantal maatregelen in de koopsector is te vinden in de jaarlijkse Monitor energiebesparing gebouwde omgeving
van RVO.
Vraag 256: Kan een overzicht worden gegeven van labelsprongen die nodig zijn om een typische
jaren ’30 woning te verduurzamen? Welke kosten gaan daar mee gemoeid? Welke subsidieregelingen
kunnen hier hoeveel aan bijdragen? Is bekend hoeveel huishoudens uit deze groep van
deze regelingen gebruik hebben gemaakt de afgelopen vijf jaar? Kunnen deze vragen
worden beantwoord voor een typische jaren ’70 /’90/na 2000-woning? Kunnen deze vragen
worden beantwoord voor verschillende typen corporatiewoningen?
Antwoord op vraag 256
Er vindt op dit moment nog onderzoek plaats naar de eindgebruikerskosten van verschillende
warmtealternatieven. Daarbij worden voor verschillende woningtypes, energielabels
en verbruikprofielen de kosten voor verduurzaming in beeld gebracht. Ik verwacht dit
onderzoek voor de zomer aan uw Kamer te kunnen aanbieden.
Daarnaast werd gevraagd naar de regelingen die kunnen bijdragen aan deze verduurzaming
en hoeveel daar in de afgelopen vijf jaar gebruik van is gemaakt. In totaal betreft
het vijf verschillende regelingen, waarvan gebruik kan worden gemaakt om verduurzamingsmaatregelen
te treffen.9 In de afgelopen vijf jaar is hier in totaal circa 1 miljard euro ingestoken voor
circa 430.000 huishoudens in koop- en huurwoningen. Daarnaast is er de Regeling Reductie
Energieverbruik (RRE), dat is een subsidie voor gemeenten om projecten op te zetten
om huiseigenaren en verhuurders te stimuleren energiebesparende maatregelen te treffen.
Het gaat hierbij om 180 miljoen euro voor circa 1,8 miljoen huishoudens.
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.