Brief regering : Stand van zaken Experiment gesloten coffeeshopketen
24 077 Drugbeleid
Nr. 472
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR MEDISCHE ZORG EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2021
Met deze brief informeren wij uw Kamer over de stand van zaken en planning rondom
het Experiment gesloten coffeeshopketen. Hiermee geven we vervolg aan de brief die
uw Kamer 27 november 2020 heeft ontvangen (Kamerstuk 24 077, nr. 467).
Selectie telers
Bibob-onderzoek
Op 3 december 2020 vond de loting bij de notaris plaats waaraan 42 lotnummers hebben
meegedaan. In het experiment is er plek voor maximaal 10 telers. De nummers 11 en
volgende zijn op een wachtlijst geplaatst. De eerste tien ingelote aanvragers zijn
onderworpen aan een Bibob-onderzoek. Eén aanvrager is afgevallen waardoor de aanvrager
met lotnummer 11 zich thans in Bibob-procedure bevindt.
De Bibob-adviezen worden na ontvangst zorgvuldig beoordeeld. Mede op basis van de
adviezen wordt er besloten om een teler aan of af te wijzen. Ook kunnen er voorschriften
aan de aanwijzing worden verbonden om bepaalde risico’s in te perken. Indien het Bibob-onderzoek
aanleiding geeft om negatief te besluiten op een aanvraag van een ingelote aanvrager,
kan voor de eerstvolgende aanvrager op de wachtlijst een Bibob-onderzoek worden aangevraagd.
Plafondgemeenten
Een aantal burgemeesters heeft in het advies over openbare orde en veiligheid aangegeven
positief te zijn over de vestiging van de betreffende aanvrager, maar aangegeven een
maximum te stellen aan het aantal telers dat zich in een gemeente wil vestigen. Telers
die zich in een zogenaamde «plafondgemeente» willen vestigen en geconfronteerd werden
met dit plafond, hebben de kans gekregen om op zoek te gaan naar een alternatieve
locatie. Aan de burgemeesters van de van de alternatieve vestigingsgemeente is gevraagd
om een advies op openbare orde en veiligheid af te geven. Deze worden uiterlijk in
april verwacht.
Aanwijzing eerste telers
Zodra we positieve Bibob-adviezen ontvangen en eventuele voorschriften gereed zijn,
kan een teler worden aangewezen. Wij streven ernaar de eerste telers in april van
dit jaar aan te wijzen. We verwachten niet alle tien de telers gelijktijdig te kunnen
aanwijzen. Dit is mede afhankelijk van het moment waarop de Bibob-adviezen gereed
zijn en het in de selectieprocedure opnemen van aanvragers uit de wachtrij, na eventuele
afwijzingen van aanvragen van ingelote telers.
Verder verloop van het proces
In november jl. hebben we uw Kamer geïnformeerd dat gestreefd wordt naar een voorbereidingstijd
van zes maanden in het meest positieve scenario en dat de daadwerkelijke benodigde
voorbereidingstijd afhankelijk is van omstandigheden van de tien teeltbedrijven die
worden ingeloot (Kamerstuk 24 077, nr. 467). Uit de teeltplannen en gesprekken met de ingelote telers blijkt dat telers een
langere voorbereidingstijd nodig hebben. Na aanwijzing van de telers wordt een voorlopig
startmoment bepaald. Dat is het moment waarop naar verwachting de kwaliteit en diversiteit
van de door de aangewezen telers geteelde hennep en/of hasjiesj voldoende zal zijn
en kan worden voldaan aan alle voorwaarden die belangrijk zijn voor een gesloten coffeeshopketen.
In aanloop naar het voorlopige startmoment wordt op deze voorwaarden gemeten. Wanneer
vast staat dat er inderdaad sprake is van voldoende aanbod en wordt voldaan aan gestelde
eisen voor de geslotenheid, wordt de startdatum van de experimenteerfase definitief
vastgesteld. De experimenteerfase wordt voorafgegaan door een korte overgangsfase,
waarbinnen coffeeshops in de deelnemende gemeenten, naast de gedoogde verkoop, mogen
starten met verkoop van hennep en/of hasjiesj afkomstig van aangewezen telers. Vanaf
de datum voor de start experimenteerfase is uitsluitend verkoop van de hennep en hasjiesj
van aangewezen telers toegestaan. Uw Kamer wordt hierover geïnformeerd.
Voorbereidende werkzaamheden
Toezicht en handhaving
De toezichthouders (Inspectie Justitie en Veiligheid, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
en de 10 burgemeesters) bereiden zich voor op hun taken tijdens de voorbereidende
fase en de experimenteerfase.
Track and Trace
Tijdens het experiment maken telers en coffeeshophouders gebruik van een Track and Trace systeem. In dit systeem worden handelingen geregistreerd tijdens de teelt, verwerking
en verkoop van hennep en hasjiesj. Dit systeem ondersteunt het toezicht op de gesloten
keten. Het gebruik van dit Track and Trace systeem is verplicht voor telers en coffeeshophouders die deelnemen aan het experiment.
De functionaliteit voor de telers en inspectie op teelt is inmiddels opgeleverd en
staat klaar voor gebruik. De verdere ontwikkeling van het systeem loopt op schema.
Onderzoek
Om de effecten van het experiment te meten vindt er onafhankelijk onderzoek plaats.
Om onderzoekstechnische redenen en vanwege de geldende coronamaatregelen t.a.v. coffeeshops
is het niet opportuun om de 0-meting dit voorjaar uit te voeren. De 0-meting wordt
daarom – voorafgaand aan de experimenteerfase – na de zomer van 2021 uitgevoerd.
Preventiebeleid tijdens het experiment
Bij de parlementaire behandeling van het voorstel van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen
(Kamerstuk 34 997) hebben verschillende politieke partijen aandacht gevraagd voor preventie (Handelingen
II 2018/19, nr. 42, items 5 en 8). Ook de Adviescommissie Experiment Gesloten Coffeeshopketen heeft onder meer het
belang benoemd van preventieve aandacht voor de gezondheidsschade die zowel cannabisgebruik
als het roken van tabak kan veroorzaken. Uw kamer is per brief (29 oktober 2019) toegezegd
dat wij u zouden informeren over de wijze waarop preventie wordt vormgegeven binnen
het experiment. Tussentijds hebben wij uw Kamer regelmatig geïnformeerd over de stand
van zaken. In deze brief voldoen wij aan die toezegging.
Gedurende het experiment wordt er op verschillende wijzen aandacht besteed aan preventie.
In de regelgeving zijn eisen opgenomen die een preventieve werking beogen, zowel gericht
op de vergunde telers als op de deelnemende coffeeshops. Op ons verzoek heeft het
Trimbos-instituut een plan van aanpak opgesteld (Kamerstuk 34 997, nr. 35)), waarbij in kaart is gebracht wat de belangrijkste (kwetsbare) groepen voor (problematisch)
cannabisgebruik zijn, welke partijen een rol spelen bij die preventieaanpak en welke
instrumenten en/of interventies daarbij kunnen worden ingezet. Daarnaast is medio
2020 een werkgroep preventie gevormd met vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten,
ambtenaren van de ministeries van VWS en JenV en expertise van het Trimbos-instituut.
Gezamenlijk is, op basis van het door het Trimbos-instituut opgestelde rapport, een
keuze gemaakt voor de verdere vormgeving van een aantal preventieve instrumenten.
Deze is in het bestuurlijk overleg met de burgemeesters van de deelnemende gemeenten
en de ministers bekrachtigd.
In het kort gaat het om de ontwikkeling van een Preventie- en Handhavingsplan Drugs,
de samenstelling van een «Wat werkt dossier drugs», de start met de opschaling van
en bekendheid met landelijke interventies, en het opstellen van een communicatieplan
over het experiment ter informatie van verschillende intermediairs. Het Trimbos-instituut
zal speciale webpagina’s ontwerpen om alle ontwikkelde informatie gemakkelijk vindbaar
te maken, ook voor gemeenten die niet aan het experiment meedoen. Voor een nadere
toelichting op deze activiteiten verwijzen wij u graag naar de bijlage1.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.