Brief regering : Voortgang Omgevingswet
33 118 Omgevingsrecht
Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2021
Met deze brief informeer ik u over de meest recente ontwikkelingen rondom de implementatie
van de Omgevingswet. Gemeenten, provincies, waterschappen en rijkspartijen werken
sinds 2015 samen aan het implementeren van de wet. Uw Kamer is de afgelopen jaren
regelmatig geïnformeerd over de voortgang van de wetgeving, de ontwikkeling van het
Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de implementatie. Elke maand stuur ik u de
voortgangscijfers van de aansluiting op het digitale stelsel van de Omgevingswet.
In februari heb ik u met een brief op de hoogte gesteld van het kritieke pad naar
inwerkingtreding.1 Met het mijlpalenoverzicht «Roadmap route 2022» houden we samen zicht op de planning
en realisatie van de streefmijlpalen die gelden voor de verschillende betrokkenen.
In april wordt, samen met bestuurlijke partners, gewogen of er tijdelijke aanvullende
maatregelen nodig zijn om op onderdelen van het digitale stelsel een alternatieve
route aan te bieden. Eind april zal ik u informeren over de maatregelen die ik hiervoor,
met de bestuurlijke partners, nodig acht.
Ik heb u op 12 maart 2021 geïnformeerd over de deelonderzoeken die zijn uitgevoerd
ten behoeve van het Integraal Financieel Beeld van de stelselherziening Omgevingswet.2 Naast alle deelonderzoeken heb ik ook het Integraal Financieel Beeld toegezonden.
Eind april stuur ik u de bestuurlijke waardering van dit integrale financiële beeld.
Om vinger aan de pols te houden ten aanzien van de voortgang van de implementatie
van de Omgevingswet, wordt ieder half jaar de monitor invoering Omgevingswet uitgevoerd.
Op dit moment is de dataverzameling in volle gang. Ik verwacht de resultaten van de
monitor eind april met u te kunnen delen.
Het ontwerp van het koninklijk besluit over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet
is aan het parlement voorgelegd (voorhangprocedure). De Tweede Kamer heeft deze procedure
in februari afgerond. Het ontwerp is nog in behandeling bij de Eerste Kamer.
Het kabinet wacht met de voordracht van het koninklijk besluit aan de Koning totdat
de Eerste Kamer heeft ingestemd met het moment van inwerkingtreding en de behandeling
is afgerond. Op die manier is er tijd en ruimte voor een zorgvuldige parlementaire
behandeling.
In deze voortgangsbrief informeer ik u over de volgende onderwerpen. Na de verkiezingen
is de samenstelling van de Tweede Kamer veranderd. Daarom schets ik in bijlage 1 bij
deze brief eerst wat meer achtergrond bij de Omgevingswet3. In het vervolg van deze brief geef ik een toelichting op de jaarlijkse Voortgangsrapportage
van de Crisis- en herstelwet, waarmee onder andere al met een voorloper van het nieuwe
omgevingsplan gewerkt kan worden. De voortgangsrapportage stuur ik hierbij, zoals
ik de afgelopen jaren ook heb gedaan. Vervolgens behandel ik de gerealiseerde voortgang
van de wetgeving, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en het aansluiten op het
DSO. Tenslotte ga ik in op de monitoring van de toegankelijkheid van het DSO en de
invulling van de motie-Von Martels/De Groot over lichthinder.
1. Voortgangsrapportage Crisis- en herstelwet 2018–2020 Chw-projecten
De Crisis- en herstelwet (Chw) is ingesteld om vooruitlopend op de Omgevingswet met
nieuwe of aangepaste procedures te werken aan de versnelling van projecten. Bij deze
brief ontvangt u de Voortgangsrapportage Crisis- en herstelwet 2018–20204. Uit het rapport blijkt dat al iets meer dan de helft van de gemeenten en provincies
met behulp van de Chw ervaringen opdoet, die van pas kunnen komen bij de voorbereiding
op de invoering van het stelsel van de Omgevingswet. Dat komt het meest naar voren
in het experiment «bestemmingsplan met verbrede reikwijdte». Dat experiment verbreedt
het reguliere bestemmingsplan zodat het in diverse opzichten lijkt op het omgevingsplan
in de Omgevingswet. In totaal zijn al 193 van dergelijke experimenten aangewezen.
2. Wetgeving
De wet- en regelgeving is inhoudelijk afgerond en voor de uitvoeringspraktijk kenbaar.
Dit is van belang voor de invoering van het nieuwe stelsel. Hieronder worden de belangrijkste
ontwikkelingen van de afgelopen periode weergegeven.
Wet
Het voorstel voor de wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere
wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht (Kamerstuk
35 256) is met een ruime meerderheid door het parlement aangenomen.5 Deze wetswijziging was de laatste aanvulling die op wetsniveau nodig is om de Omgevingswet
in werking te kunnen laten treden.
AMvB’s
Een belangrijke stap is de afronding van de aanvullingsbesluiten. Eerder had de Afdeling
advisering van de Raad van State adviezen met een positief dictum uitgebracht over
de ontwerpen. De adviezen en de bijbehorende nader rapporten heb ik u afgelopen maand
toegezonden.6 De Aanvullingsbesluiten geluid, grondeigendom, natuur en bodem zijn in het Staatsblad
gepubliceerd.7 Daarmee zijn alle AMvB’s van de stelselherziening omgevingsrecht gereed die noodzakelijk
zijn voor de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel.
Regelingen
Vorig jaar is de invoeringsregeling in de Staatscourant gepubliceerd.8 Vervolgens zijn de aanvullingsregelingen inhoudelijk afgerond. De aanvullingsregeling
geluid is als eerste van de aanvullingsregelingen vastgesteld en in de Staatscourant
gepubliceerd op 26 maart 2021. De komende periode zal dat met de overige aanvullingsregelingen
gebeuren. Deze regelingen worden vormgegeven volgens de nieuwe digitale publicatiestandaard
Standaard officiële overheidspublicaties (STOP)-Toepassingsprofiel omgevingsdocumenten
(TPOD) AMvB-MR. Dit leidt tot een nieuwe stijl van wijzigen, waarbij de veranderingen
zijn weergegeven als revisies op onderdelen van de Omgevingsregeling. Dit maakt de
regelgeving beter toegankelijk voor de gebruiker.9
Geconsolideerde versies
Voor de uitvoeringspraktijk zijn er op de website van het interbestuurlijke programma
Aan de Slag met Omgevingswet geconsolideerde versies beschikbaar.10 De versies laten zien hoe de Omgevingswet, de vier AMvB’s op grond van de Omgevingswet11 en de Omgevingsregeling eruitzien, met inbegrip van de invoerings- en aanvullingsregelgeving.
Deze versies zijn van belang voor iedereen die zich op de nieuwe regelgeving voorbereidt.
Deze versies zullen de komende tijd actueel gehouden worden met andere wijzigingen
die relevant zijn voor het stelsel van de Omgevingswet.
Daarnaast zijn op deze website per artikel van de Omgevingswet verwijzingen opgenomen
naar stukken uit de parlementaire geschiedenis, zoals de memorie van toelichting,
nota’s van wijziging en amendementen van zowel de Omgevingswet, de Invoeringswet als
alle Aanvullingswetten.12 Hiermee is uitvoering gegeven aan toezegging T02899.
3. Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)
Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) bestaat uit lokale vergunnings-, plan- en
zaaksystemen van gemeenten, provincies en waterschappen (decentrale voorzieningen)
en de landelijke voorziening. De landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV) bevat
onder meer het Omgevingsloket en de standaarden om lokale systemen en landelijke voorziening
met elkaar te «koppelen». Een werkend digitaal stelsel vraagt om meer dan alleen een
werkende landelijke voorziening. Nodig is dat de ketens werken die decentrale voorzieningen
van het bevoegd gezag verbinden aan de centrale landelijke voorziening van het DSO.
Zo wordt het mogelijk dat een ingediende aanvraag voor een vergunning het bevoegd
gezag bereikt en eventueel doorgezet kan worden naar andere overheden als die bij
die aanvraag betrokken dienen te worden.
Landelijke voorziening van het DSO (DSO-LV)
Gedurende dit jaar worden de laatste onderdelen van de landelijke voorziening – die
noodzakelijk zijn voor de inwerkingtreding – opgeleverd. Ook wordt het systeem klaargemaakt
voor grootschalig gebruik en worden de eerste onderdelen van de landelijke voorziening
in gebruik genomen door overheden. De oefenomgeving (pre-productie) van de DSO-LV
omvat de centrale componenten voor het ondersteunen van vergunningverlening en toepasbare
regels (vragenbomen). Het systeem ondersteunt de ontsluiting van omgevingsbesluiten
via het DSO-LV (planketen): omgevingsverordeningen, waterschapsverordeningen, omgevingsplannen,
AMvB’s en ministeriële regeling. De implementatie in de landelijke voorziening van
de toepassingsprofielen voor de reactieve interventie, de instructie, de kennisgeving
afwijkvergunning, het programma en natura2000 volgt in de loopt van dit jaar.
De productieplanning van DSO-LV, die inzicht geeft in de onderdelen van het DSO-LV
die gereed zijn voor officieel gebruik, is als nieuw onderdeel toegevoegd aan de integrale
roadmap Route2022. In het eerste kwartaal is een deel van de samenwerkfunctionaliteit
van DSO-LV in gebruik genomen. Hiermee kunnen aangesloten overheden en eventuele ketenpartners
digitaal samenwerken bij de afhandeling van vergunningaanvragen. In de tweede helft
van april gaat de functionaliteit voor het tonen van ontwerp omgevingsverordening
in productie.
Werkende ketens en tijdelijke alternatieve maatregelen
In mijn brief13 over de uitwerking van de roadmap Route2022 van 26 februari jl. schetste ik aan de
hand van de minimale criteria het kritieke pad in aanloop naar de beoogde inwerkingtredingsdatum
van 1 januari 2022 om werkende ketens ingericht te krijgen. Ik schetste hier ook de
samenhang tussen onderdelen in die keten. Na oplevering van een onderdeel van DSO-LV
en soms zelf al vooruitlopend hierop, gaat een leverancier aan de slag om hier software
voor te ontwikkelen. Vervolgens wordt het bevoegd gezag aangesloten met deze software.
Dit is een iteratief proces waarbij de softwareleverancier bijvoorbeeld kan ontdekken
dat een bepaalde functionaliteit van het DSO-LV in combinatie met de eigen software
en lokale instrumenten nog niet goed werkt. Dat vraagt dan om aanpassing aan een of
meerdere kanten. Ook kan blijken dat de ontwikkelde software niet goed werkt bij het
aangesloten bevoegd gezag. Het oplossen van dit soort knelpunten in de keten is daarmee
een gezamenlijke opgave.
In opvolging van het advies van Bureau ICT Toetsing (BIT)14 bezie ik samen met de bestuurlijke partners momenteel de noodzaak om de kritieke
pad planning te voorzien van tijdelijke alternatieve maatregelen die decentraal of
centraal ingezet kunnen worden. We willen er immers zeker van zijn dat bij inwerkingtreding
burgers en bedrijven aanvragen kunnen indienen en melding kunnen doen en de noodzakelijke
ruimtelijke ontwikkeling – zoals woningbouw – in Nederland ongehinderd door kan gaan.
Deze maatregelen treden uiteraard niet in de plaats van het DSO («hoofdroute») maar
bieden tijdelijke alternatieve mogelijkheden voor de bevoegde gezagen die nog niet
in staat zijn van het DSO gebruik te maken. Ik zal u eind april informeren over de
aard van dergelijke alternatieve maatregelen en de vraag of het nodig is deze beschikbaar
te maken.
4. Aansluiten
Op tijd aansluiten op het DSO is van belang om te kunnen oefenen en de productieomgeving
te vullen met alle relevante content. Daarom wordt binnen het programma bijgehouden
of partijen er tijdig in slagen de noodzakelijke aansluitingen te realiseren. Via
de website van het interbestuurlijke programma Aan de Slag met Omgevingswet is de
actuele aansluitstatus op het DSO per bevoegd gezag te zien. Daarnaast informeer ik
u maandelijks15 over de voortgang van het aansluiten van de verschillende overheden op de diverse
onderdelen van het DSO-LV.
Welke aansluitingen zijn nodig?
Aansluiten betekent dat overheden verbinding leggen tussen lokale systemen en DSO-LV.
Het gaat om de volgende onderdelen:
– De digikoppeling met de Standaard aanvragen en melden (STAM) is de koppeling op basis
waarvan overheden hun zaak- of vergunningensystemen kunnen aansluiten op de landelijke
voorziening.
– Overheden sluiten hun systeem aan om toepasbare regels aan te leveren. Het leveren
van toepasbare regels is verplicht voor indieningsvereisten (voor het onderdeel Aanvragen
in het Omgevingsloket). Het berichtenverkeer verloopt via digi-koppeling met de Standaard
toepasbare regels (STTR).
– Overheden sluiten hun plansysteem aan om Omgevingsdocumenten te publiceren en juridische
regels beschikbaar te stellen in het Omgevingsloket. Bijvoorbeeld een omgevingsplan
of een omgevingsverordening. Ze sluiten aan op de Landelijke voorziening bekend maken
en beschikbaar stellen (LVBB), met gebruik van de Standaard officiële publicaties
met toepassingsprofielen voor omgevingsdocumenten (STOP/TPOD).
Als bijlage 3 bij deze brief is de maandelijkse aansluitmonitor gevoegd16. Deze aansluitmonitor geeft de voortgang weer van het aanmelden voor aansluiten,
het realiseren van de aansluiting en het daadwerkelijk gebruiken van de aansluitingen.
De cijfers in de bijlage hebben betrekking op de situatie van eind maart.
Aansluiting vergunningen en meldingen
Bij 56% van de bevoegd gezagen is een koppeling gerealiseerd op basis van de STAM-standaard
tussen de eigen ICT-systemen voor vergunningverlening en de landelijke voorziening
van het DSO. Nog eens 38% is aangemeld voor aansluiten. Daarmee is 94% van de bevoegd
gezagen aangesloten of aangemeld. Het aantal organisaties dat nog niet is aangemeld
voor deze koppeling bestaat uit 25 gemeenten en 1 provincie. Alle rijkspartijen, waterschappen
en Omgevingsdiensten zijn aangemeld voor deze koppeling.
Met de laatste 26 organisaties, die nog niet zijn aangemeld voor een aansluiting,
is intensief contact om te bezien wat hen van aansluiten afhoudt (bijvoorbeeld een
herindeling of een startend samenwerkingsverband) en wat er nodig is om een datum
in te plannen. Uitgangspunt is dat alle partijen tijdig een werkende koppeling realiseren
zodat er voldoende tijd is om te testen en te oefenen. Ook is voldoende tijd nodig
voor het testen van samenwerken: bijvoorbeeld voor het afhandelen van meervoudige
vergunningsaanvragen.
Aansluiting voor toepasbare regels
Voor de STTR-koppeling heeft 77% van de bevoegde gezagen zich aangemeld en is 46%
aangesloten. Deze koppeling is nodig voor het aanleveren van toepasbare regels aan
het DSO, zodat burgers en bedrijven vragenbomen kunnen doorlopen in het digitaal loket
om te achterhalen welke regels er gelden. Op dit moment wordt geïnventariseerd welke
bevoegde gezagen vragenbomen zullen gaan gebruiken, zodat precies in beeld komt wie
wel of niet zal aansluiten.
Aansluiting wijziging omgevingswetbesluiten
Intussen heeft 80% van de bevoegd gezagen zich aangemeld om aan te sluiten op het
DSO-LV voor het kunnen publiceren van omgevingswetbesluiten op basis van de STOP-standaard.
In totaal 57% is ook daadwerkelijk aangesloten. De provincies zijn allemaal aangemeld,
en 11 van de 12 zijn inmiddels aangesloten.
5. Oefenen
Oefenen is bij een transitie als deze van groot belang. Oefenen met vergunningsystemen
is al geruime tijd mogelijk, evenals het oefenen met systemen met toepasbare regels.
Ook het oefenen met plansoftware is van start gegaan.
Uiteindelijk zullen burgers vooral tevreden zijn als ze goed en snel worden geholpen.
Daarvoor is nodig dat de samenwerking tussen vergunningverlenende overheden soepel
verloopt en de behandeltermijnen gehaald worden. Ik stel vast dat in het land veel
overheden bezig zijn om, ook voorbij de techniek, te oefenen met deze samenwerking.
Vanuit het interbestuurlijke programma Aan de Slag met Omgevingswet wordt het oefenen
op verschillende manieren ondersteund. In werkplaatsen implementatie helpen inhoudelijke
en technische experts de bevoegde gezagen bij het regionale implementatieproces in
de keten. Ook bestaan er oefencasussen, demo’s en demoscripts waarmee bevoegde gezagen
zelf aan de slag gaan. Daarnaast is er begeleiding door de regionale implementatiecoaches
(RIO’s) en gerichte ondersteuning door experts.
6. Overige onderwerpen
Aan de Eerste Kamer is toegezegd de toegankelijkheid van het digitale stelsel te monitoren.
In bijlage 4 wordt uiteengezet hoe ik concreet invulling ga geven aan het monitoren
van de digitale inclusie van het DSO17. Die monitoring behelst het hele stelsel, dus ook het deel dat onder verantwoordelijkheid
van lokale overheden met inhoud wordt gevuld. Hiermee geef ik uitvoering aan toezegging
T02881.
De Tweede Kamer heeft op 27 november 2020 de motie van het lid Van Otterloo aangenomen.18 Uw Kamer verzoekt de regering om bij de uitrol van de Omgevingswet structureel aandacht
te hebben voor de positie van minder digivaardigen.
Zoals in deze brief en in voorgaande mondelinge en schriftelijke overleggen aangegeven
heeft digitale inclusie en de positie van minder digivaardigen nadrukkelijk mijn aandacht
bij de ontwikkeling van het DSO. We doen onder meer doorlopend onderzoek bij de ontwikkeling
van het DSO, om steeds weer verbeteringen door te voeren. Ook voor mensen die minder
vaardig zijn in het gebruiken van websites, apps en ICT-systemen moet onder de Omgevingswet
sprake zijn van begrijpelijke, toegankelijke en gebruiksvriendelijke digitale dienstverlening.
Aanvullend daarop ben ik van plan om bij gebruikersonderzoek ook jaarlijks specifiek
aandacht te besteden aan deze doelgroep.
Uw Kamer heeft middels de motie van de leden Von Martels en De Groot19 verzocht om een leidraad over lichthinder. Ik heb zoals verzocht deze motie uitgevoerd
door samen met gemeenten en provincies deze leidraad in te vullen. De leidraad is
geplaatst op de website van Aan de Slag met de Omgevingswet is, zodat deze goed vindbaar
is voor belangstellenden.20 Meer uitgebreide informatie over de leidraad is opgenomen in bijlage 521.
7. Afrondend
Met deze brief beschrijf ik hoe ik samen met de bestuurlijke partners toewerk naar
een robuuste en verantwoorde inwerkingtreding op 1 januari 2022.
In de afgelopen periode ontving u al de rapporten over de financiële onderzoeken over
de Omgevingswet.22 Ik verwacht u in april de bestuurlijke waardering ten aanzien van deze onderzoeken
te kunnen sturen. Daarnaast zal ik u informeren over de uitkomsten van de verkenning
naar de tijdelijke alternatieve maatregelen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties