Brief regering : Verlenging coulancemaatregelen in verband met COVID-19 maatregelen en reactie op de motie van het lid Postma c.s. over oplossingen om touringcarbedrijven door de crisis heen te helpen en de gewijzigde motie van het lid Öztürk over in gesprek gaan met verzekerings- en leasemaatschappijen over uitstel van maandelijkse betalingen voor taxichauffeurs
35 570 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 106
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2021
Sinds het begin van de Coronacrisis zijn diverse coulancemaatregelen voor IenW sectoren
getroffen om de effecten van COVID-19 op de vitale processen zo klein mogelijk te
houden. In december 2020 is een aantal coulancemaatregelen verlengd door de aanscherping
van de maatregelen op 14 december. Als gevolg van de verlenging van de lockdown, is
het wederom nodig om een aantal coulancemaatregelen te verlengen. Mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat, licht ik een aantal maatregelen toe. Tevens worden
met deze brief de motie van lid Postma c.s. (Kamerstuk 23 645, nr. 731) over financiële oplossingen voor de touringcarsector afgedaan.
Verlenging coulancemaatregelen
Chauffeurskaart taxi
Met een aanwijzing richting ILT is voorkomen dat (aspirant)taxichauffeurs moeten stoppen
met taxivervoer, omdat zij hun chauffeurskaart niet kunnen verlengen of kunnen aanvragen
na het verlopen van het leer-werktraject. Dit omdat zij buiten hun schuld om door
de lockdown niet (alle) documenten kunnen overleggen die nodig zijn om hiervoor in
aanmerking te komen. Vanwege de lockdown zijn er enige tijd geen examens afgenomen
waardoor de processen van de Leerwerktraject- opleiders (LWT) niet altijd goed aansluiten
op de examentermijnen van het CBR. Omdat het tijd kost om deze processen goed op elkaar
aan te sluiten, heb ik deze aanwijzing met terugwerkende kracht verlengd van 3 naar
6 maanden.
Aanstellingspassen verkeersregelaars en certificaten REVI
Om te voorkomen dat een duizendtal verkeersregelaars buiten hun schuld opnieuw examen
moeten doen, doordat werkgevers terughoudend zijn met het verlengen van de aanstellingen
in verband met minder opdrachten, wordt de periode waarbinnen de aanstellingspas verlengd
kan worden, verlengd tot 1 juni 2021.
Coulance tot 1 juni 2021 is ook van toepassing op de geldigheid van de certificaten
die in het kader van de Richtlijn Eerste Veiligheidsmaatregelen bij Verkeersincidenten
(REVI) aan o.a. medewerkers van bergingsbedrijven worden verstrekt.
Coulanceregeling spijtoptanten bestuursrechtelijke maatregelen CBR
Ik heb ingestemd met een voorstel van het CBR voor een coulancemaatregel die geldt
vanaf 10 maart 2021. De maatregel geldt voor een specifieke groep bestuurders die
een bestuursrechtelijke maatregel zoals een (lichte) educatieve maatregel alcohol
of een educatieve maatregel gedrag opgelegd hebben gekregen, waarbij de kosten bij
de bestuurder liggen. In principe hebben bestuurders die deze maatregel opgelegd hebben
gekregen geen problemen door COVID-19, zij houden hun rijbewijs als ze meewerken en
betalen.
Er is echter een groep die in eerste instantie niet heeft betaald of niet heeft meegewerkt.
Van deze groep is het rijbewijs ongeldig verklaard. Deze groep heeft het recht om
binnen 3 jaar alsnog als spijtoptant, na betaling, deel te nemen aan de educatieve
maatregel. Na deelname kunnen zij opnieuw een rijbewijs aanvragen bij de gemeente.
Door COVID-19 is er een groep spijtoptanten die wel meewerkt en betaald heeft, maar
die de maatregel nog niet heeft kunnen volgen, omdat door de lockdown geen cursussen
alcohol of gedrag werden gegeven en de tijd die nodig is om de achterstand weg te
werken. De coulancemaatregel houdt in dat het CBR de ongeldigverklaring van het rijbewijs
vanwege het eerder niet meewerken intrekt. Daardoor kan de betrokkene een nieuw rijbewijs
aanvragen op eigen kosten bij de gemeente.
De doelgroep voor deze coulanceregeling bestaat uit de klanten van het CBR die zich
hebben aangemeld als spijtoptant (door een verzoek nieuwe deelname te doen en naar
aanleiding daarvan de uitvoeringskosten te betalen) tot de cursussen weer opstarten
met een benodigde uitloop van vier weken. Hieraan is wel de voorwaarde verbonden dat
zij zo snel als mogelijk is de educatieve maatregel alsnog ondergaan. Werken zij hier
niet aan mee, dan wordt hun rijbewijs alsnog ongeldig verklaard.
Bekwaamheidseisen en trainingscertificaten zeevarenden
Met de ILT is eerder door middel van een COVID-19 Contingency Plan de afspraak gemaakt
om (verlopen) scheeps- en persoons-certificaten voorlopig te verlengen.
Vanwege de «lockdown» is de einddatum van dit plan verschoven naar 1 juni 2021.
Handhaving op geldigheid van documenten in de binnenvaart
In verband met de COVID-19 pandemie heeft de ILT op mijn verzoek per 31 maart 2020
tijdelijk niet gehandhaafd op verlopen certificaten zolang de betreffende certificaten
op 15 maart 2020 nog geldig waren en de veiligheid en veilige vaart niet in het gedrang
komen. Inmiddels is het sinds enige tijd weer mogelijk het huidige certificaat regulier
te verlengen. Daarom is besloten per 1 augustus 2021 een einde te maken aan de hierboven
genoemde tijdelijke maatregel. Vanaf dat moment treedt de ILT in alle gevallen handhavend
op bij verlopen certificaten.
Motie lid Postma c.s. (Kamerstuk 23 645, nr. 731)
Hierbij informeer ik u tevens naar aanleiding van de motie van het lid Postma die
is ingediend tijdens het Notaoverleg Openbaar vervoer en taxi van 4 november 2020
(Kamerstuk 23 645, nr. 744). De motie verzocht om samen met de touringcarbedrijven te kijken wat er gedaan kan
worden om hen door de crisis te helpen. Er heeft recent overleg plaatsgevonden over
financiële oplossingen voor de touringcarsector met de sectorpartijen, EZK en IenW,
waarin de zorgen en knelpunten besproken zijn. De touringcarbedrijven hebben voorheen
meermaals aangegeven niet voldoende gebruik te kunnen maken van de bestaande regelingen.
Zo was het plafond van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en het standaard vaste
lasten percentage (SBI code) te laag. Met het aanvullende steunpakket van 21 januari
jl. is het kabinet tegemoetgekomen aan de meeste verzoeken van de sector door het
verhogen van het subsidiepercentage van de TVL- en de NOW-regeling en door het verhogen
van het maximale subsidiebedrag van de TVL-regeling naar € 330.000. Vanaf Q2 2021
gaat de sector profijt hebben van deze aanpassing. Hiermee is de motie van het lid
Postma c.s. afgedaan (Kamerstuk 23 645, nr. 731).
Motie lid Öztürk (Kamerstuk 23 645, nr. 741)
Een andere motie waarover ik u wil informeren is die van het lid Öztürk. Deze motie
verzocht de regering in gesprek te gaan met verzekerings- en leasemaatschappijen om
uitstel van maandelijkse betalingen voor taxichauffeurs te bespreken. Op basis van
de informatie die ik uit deze gesprekken met leasemaatschappijen en verzekeraars heb
ontvangen is mijn beeld dat er door zowel leasemaatschappijen als de verzekeraars
de nodige coulance wordt betracht sinds het begin van de coronapandemie. Het Verbond
van Verzekeraars heeft kort na de uitbraak een raamwerk voor ondernemers in nood ontwikkeld,
dat bindend is voor de leden van het Verbond van Verzekeraars. Afhankelijk van de
ernst van de acute (liquiditeits)problemen biedt het raamwerk maatregelen en een handelingsperspectief.
Dit varieert van het aanpassen van de dekking van de verzekering, het aanpassen van
de premietermijn naar bijvoorbeeld half jaar, kwartaal of maand, of het met 30 dagen
extra verlengen van de betalingstermijn.
Daarnaast kon in veel gevallen de premie worden verlaagd of opgeschort in geval de
voertuigen door de ondernemer tijdelijk werden geschorst. Ook de leasemaatschappijen
zijn de taxiondernemers op verschillende manieren tegemoet gekomen door het aanbieden
van aangepaste leaseconstructies tegen gereduceerde tarieven en inleverregelingen
met korting voor ondernemers die willen stoppen. Hoewel er sprake is van een aantal
(vrijwillig) gestopte chauffeurs/ondernemers lijkt er vooralsnog geen sprake van massale
en gedwongen inbeslagname van taxivoertuigen.
Hiermee is de motie van het lid Öztürk afgedaan (Kamerstuk 23 645, nr. 741).
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat