Brief regering : Taskforce 'Onze hulpverleners veilig'
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 657 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2021
Agressie en geweld tegen hulpverleners komen te vaak voor in onze samenleving. Het
                  afgelopen jaar zijn agressie en geweld tegen politiemensen en tegen andere mensen
                  met een publieke taak met meer dan vijftien procent toegenomen. Dat is mij een doorn
                  in het oog.
               
Daarom heb ik een Taskforce ingericht om geweld tegen politie en hulpverleners met
                  een publieke taak tegen te gaan. Het verheugt mij u te kunnen melden dat de Taskforce
                  Onze hulpverleners veilig aan de slag is. Doel van de Taskforce is te komen tot een gedragsverandering in de
                  maatschappij zodat hulpverleners hun werk veilig kunnen doen. Verderop schets ik de
                  drie actielijnen waarop de Taskforce zich gaat inzetten. Ik realiseer mij met de Taskforce
                  dat dit een lange adem vraagt.
               
Samenstelling van de Taskforce
Ik heb de burgemeester van Delft, mevrouw Van Bijsterveldt, bereid gevonden het voorzitterschap
                  van de Taskforce op zich te nemen. De Taskforce bestaat verder uit mevrouw Lieben,
                  brandweercommandant en algemeen directeur van de Veiligheidsregio Haaglanden; de heer
                  Paauw, politiechef van de politie Amsterdam; de heer Verhoeven, burgemeester van Gouda
                  namens de VNG voor de boa’s Openbare Ruimte; mevrouw Wösten, plaatsvervangend hoofdofficier
                  bij het parket Rotterdam; de heer Adang, hoogleraar veiligheid en collectief gedrag
                  en lector aan de Politieacademie, alsmede twee ambtenaren van mijn ministerie. Daarbij
                  heb ik de leden bereid gevonden zich voor ten minste twee jaar, dat wil zeggen tot
                  najaar 2022, aan de Taskforce te committeren.
               
Actielijnen en speerpunten
De Taskforce gaat aan de slag om agressie en geweld tegen hulpverleners terug te dringen,
                  met de in de Taskforce vertegenwoordigde organisaties en met andere partijen. De Taskforce
                  heeft – op basis van een literatuurstudie, de lessen die in 2017 uit het BZK-programma
                  Veilige Publieke Taak (VPT) zijn getrokken, een aantal bijeenkomsten met experts en
                  stakeholders en bijeenkomsten van de Taskforce zelf – drie actielijnen met een aantal
                  onderliggende speerpunten geïdentificeerd.
               
Communicatie met burgers om de norm te versterken
Om een gedragsverandering in de samenleving te bewerkstelligen, moeten we communiceren
                  over het belangrijke werk dat hulpverleners voor de samenleving doen en duidelijk
                  maken dat agressie en geweld niet acceptabel zijn. We willen daarnaast benadrukken
                  dat de burger zelf ook een belangrijke bijdrage kan leveren om agressie en geweld
                  tegen te gaan en hiervoor een handelingsperspectief bieden.
               
Daarbij is zowel brede communicatie nodig als doelgroepgerichte communicatie. Een
                  belangrijke doelgroep is de jeugd, zowel in de leeftijd van de basisschool als van
                  het voortgezet onderwijs. Daarbij zet de Taskforce in op een langjarig programma.
                  Zo is de Taskforce in gesprek met de Stichting Tegen Zinloos Geweld over mogelijkheden
                  om gezamenlijk op te trekken in de richting van de jeugd in de hogere klassen van
                  de basisschool. Ook gaat de Taskforce in gesprek met «Alleen jij bepaalt wie je bent»
                  over mogelijkheden om in hun aanpak voor tieners aandacht te besteden aan de norm
                  dat geweld tegen hulpverleners niet oké is.
               
Veilig werkgeverschap
Naast de burger is ook een belangrijke taak weggelegd voor de werkgever, zoals ook
                  al in het programma VPT is geconstateerd. De werkgever kan met opleidingen en trainingen
                  zorgen dat hulpverleners weten hoe te handelen in een situatie van dreigend geweld,
                  hoe de-escalerend op te treden en hoe de gevolgen van geweld te minimaliseren. Ook
                  is het belangrijk dat de werkgever zowel richting de werknemer als richting de dader
                  duidelijk maakt dat agressie en geweld niet bij het werk horen en zeker niet normaal
                  zijn. De werkgever kan de hulpverlener voorts steunen bij het doen van aangifte en
                  het starten van een civiele procedure. Wanneer een hulpverlener met geweld wordt geconfronteerd
                  is het belangrijk dat deze goede nazorg krijgt. Uit de gesprekken met hulpverleners
                  bleek daarbij dat ook de naasten van de hulpverlener aandacht verdienen. De vertegenwoordigers
                  vanuit de beroepsgroepen in de Taskforce zullen zich ervoor inzetten om hier stappen
                  in te maken. Bij deze inzet zullen ook de vakbonden direct betrokken worden. Zij kunnen
                  hier vanuit hun kennis, ervaring en contacten een belangrijke bijdrage aan leveren.
               
Agressie voorkomen en vervolgen
Om geweld te voorkomen gaat de Taskforce zich ook richten op omstanders en mensen
                  in de directe omgeving van potentiële daders. Daarbij is het belangrijk dat deze omstanders
                  een handelingsperspectief aangereikt krijgen. Hiervoor is eerst nader onderzoek nodig.
                  Ook zal onderzocht worden welke mogelijkheden er – naast communicatie – zijn om de
                  groep potentiële daders te verkleinen. Voor zowel het herstel van de slachtoffers
                  als het voorkomen van recidive door de daders lijkt het ook kansrijk om te bezien
                  of er meer mogelijkheden zijn om beiden met elkaar in contact te brengen. Tenslotte
                  heb ik met de Taskforce geconstateerd dat te veel hulpverleners teleurgesteld zijn
                  over de afhandeling van een melding of aangifte. De Taskforce gaat met alle betrokkenen
                  actief op zoek naar verbetermogelijkheden, ook omdat dat bijdraagt aan het herstel.
               
Literatuurstudie WODC
Om agressie en geweld tegen hulpverleners goed te kunnen aanpakken en ten behoeve
                  van het werk van deze Taskforce, heb ik het WODC gevraagd een inventarisatie te doen
                  van de beschikbare literatuur over agressie en geweld tegen onder andere hulpverleners.
                  Deze studie is nu gereed.1 De literatuurstudie is gebruikt om te komen tot de speerpunten om agressie en geweld
                  tegen hulpverleners tegen te gaan.
               
Meldings- en aangiftebereidheid
Ik heb uw Kamer tijdens het nota overleg Politie op 15 oktober 2020 (Kamerstuk 29 628, nr. 987) toegezegd een brief te sturen over de meldings- en aangiftebereidheid onder werknemers
                  en werkgevers met een publieke functie. Melden van agressie en geweld bij de werkgever
                  is belangrijk zodat de werkgever zijn verantwoordelijkheid kan nemen, in de richting
                  van de werknemer maar ook in de richting van de dader. Aangifte doen is een laatste
                  mogelijkheid om recht te halen en genoegdoening te krijgen.
               
Om inzicht te krijgen in de stand van zaken bij andere beroepsgroepen met een publieke
                  taak (denk aan andere beroepsgroepen onder verantwoordelijkheid van mijn ministerie
                  en beroepsgroepen zoals het openbaar bestuur, het openbaar vervoer, de zorg) en journalisten,
                  heb ik een inventarisatie bij andere departementen gedaan naar de stand van zaken
                  van de meldings- en aangiftebereidheid.
               
Navraag leert dat binnen alle bevraagde sectoren agressie en geweld richting personeel
                  voorkomen. Het gaat veelal om verbale agressie, bedreiging en intimidatie. Hoewel
                  er bij de beleidsdepartementen en beroepsgroepen aandacht is voor het onderwerp en
                  de meeste werkgevers melding en aangifte faciliteren en stimuleren, laat de inventarisatie
                  ook zien dat incidenten niet overal standaard worden gemeld of indien van toepassing
                  aangifte wordt gedaan. De redenen die in de inventarisatie zijn aangedragen om een
                  incident niet te melden of aan te geven komen in grote mate overeen. Genoemd worden
                  onder andere de overtuiging dat agressie en geweld bij het werk horen, onbekendheid
                  met de mogelijkheden om melding of aangifte te doen, onduidelijkheid over wat aangiftewaardig
                  is en een gebrek aan vertrouwen in de opbrengst. Kortom, er is over de gehele breedte
                  ruimte voor verbetering. Er worden echter ook al diverse initiatieven ontplooid door
                  de verantwoordelijke departementen, door beroepsgroepen en door individuele werkgevers
                  om de meldings-en aangiftebereidheid te vergroten. De Taskforce Onze hulpverleners veilig zal aandacht besteden aan meldings- en aangiftebereidheid bij de politie, de brandweer
                  en bij boa’s werkzaam in de openbare ruimte (Domein I).
               
Tot slot
Ik ben ervan overtuigd dat de Taskforce met de hierboven genoemde actielijnen een
                  serieuze bijdrage kan leveren aan het terugdringen van geweld tegen hulpverleners,
                  al realiseer ik mij terdege dat dit een kwestie is van lange adem.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid