Brief regering : Rapport wettelijke evaluatie Kadaster
25 268 Zelfstandige bestuursorganen
Nr. 198
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2021
Krachtens artikel 39 van de Kaderwet ZBO’s ontvangen de beide Kamers der Staten-Generaal
elke vijf jaar een verslag ten behoeve van de beoordeling van de doelmatigheid en
doeltreffendheid van een zelfstandig bestuursorgaan. Hiertoe stuur ik u bijgaande
evaluatie van het Kadaster die uitgevoerd is in 2020/20211. Dit is de vijfde evaluatie na de verzelfstandiging in 1994.
Ik heb de evaluatie laten uitvoeren door ABDTOPConsult. De centrale vraagstelling
van de evaluatie was te komen tot een integrale beoordeling over het (overall) functioneren
van het Kadaster. Deze beoordeling omvat de volgende elementen:
• De ontwikkeling van de doeltreffendheid
• De ontwikkeling van de doelmatigheid (onderzoek uitgevoerd door IPSE, separaat rapport
bijgevoegd)2
• De ontwikkeling van de governance
• Aanbevelingen uit de voorgaande wettelijke evaluatie 2010–2015, en aanbevelingen voor
de toekomst.
Bij het evalueren van de ontwikkelingen binnen doelmatigheid, doeltreffendheid en
governance is in de evaluatie ook aandacht besteed aan een aantal inhoudelijke thema’s
in verband met toekomstige ontwikkelingen op (beleidsmatig) vlak: het stroomlijnen
van de governance rondom basisregistraties, meerjarige financiering, nieuwe ontwikkelingen
die hun licht vooruitwerpen als gevolg van digitalisering en de komst van de Omgevingswet3.
Conclusies
Hieronder geef ik in het kort de belangrijkste conclusies weer, geciteerd uit het
rapport.
Algemene beeld
Op basis van deze evaluatie komt ABDTOPConsult tot de conclusie dat het Kadaster goed
presteert. Uit zowel het oordeel van ABDTOPConsult als dat van de gebruikers en opdrachtgevers
blijkt dat de kwaliteit van de werkzaamheden goed is. Op onderdelen is de kwaliteit
van de dienstverlening en de doelmatigheid verbeterd en Kadaster speelt goed in op
technologische en digitale ontwikkelingen. Belangrijke vernieuwingen in de bedrijfsvoering
zijn doorgevoerd. In de wijze van besturen, beheersen en toezichthouden zijn belangrijke
verbeteringen doorgevoerd. Tegelijkertijd zijn er op elk van deze facetten aangrijpingspunten
voor verdere verbetering en vernieuwing. Dit betreffen echter geen majeure punten.
Ontwikkelingen in doeltreffendheid
Het gebruik van gegevens voor de rechtszekerheid en geo-informatie is de afgelopen
vijf jaar toegenomen en het niveau van beschikbaarheid is hoog. De gebruikers beoordelen
de producten en diensten van het Kadaster als ruim voldoende tot goed. Vergeleken
met de resultaten van de wettelijke evaluatie van 2015 is vrijwel overal sprake van
een verbetering.
Ontwikkelingen in doelmatigheid
De productiviteit van het Kadaster is tussen 2015 en 2019 toegenomen met ongeveer
13 procent. De gemiddelde kostprijs is dan ook met eenzelfde percentage gedaald. De
productiviteitsstijging gaat gepaard met gelijkblijvende of iets toegenomen kwaliteit
van dienstverlening. De productiviteitsgroei is vooral aangejaagd door de groei van
de productie, die weer het gevolg is van een combinatie van conjuncturele, structurele
en incidentele ontwikkelingen. Ook innovatie speelt een rol in de productiviteitsstijging.
Ontwikkelingen in de governance
Het gehele stelsel van besturen, beheersen, toezicht houden en verantwoorden binnen
en rondom het Kadaster is adequaat ingericht en functioneert goed. Voor de toekomst
geeft ABDTOPConsult aandachtspunten mee ten aanzien van de reductie van de besturingscomplexiteit
zonder de rolzuiverheid aan te tasten en de doorlooptijd bij het afronden van besturings-
en toezicht arrangementen/documenten.
Overgang van het Ministerie van IenM naar het Ministerie van BZK in 2017
De overgang van de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het Kadaster van het Ministerie
van IenM naar BZK is nagenoeg probleemloos verlopen.
Meerjarige financiering
Het aan uw Kamer aangeboden rapport van de Algemene Rekenkamer (ARK) vraagt in het
verantwoordingsonderzoek 2019 (Kamerstuk 35 470 VII, nr. 2) aandacht voor kostendekkendheid en kruissubsidiering.
Inmiddels zijn in 2019 tussen BZK en het Kadaster afspraken gemaakt om de komende
jaren stapsgewijs te komen tot een kostendekkende exploitatie van de taken die het
Kadaster uitvoert in het kader van de Nationale Geo-informatie-infrastructuur (NGII).
Voorheen gold dat niet voor alle onderdelen uit de NGII-portefeuille. In samenhang
beschouwd met de afspraken over het gebruik en de verantwoording, de onttrekking,
de aanvulling en de relatie tussen het normvermogen en het tariefbeleid is een transparant
geheel van afspraken tot stand gebracht en gezien de omvang van de investeringen voor
innovatie is het naar de mening van ABDTOPConsult goed geregeld.
Ik herken en deel bovenstaande conclusies van ABDTOPConsult, evenals de mogelijkheden
voor verdere verbetering en doorontwikkeling. Deze worden hieronder beschreven bij
de aanbevelingen.
Opvolging voorgaande evaluatie
ABDTOPConsult is nagegaan hoe de aanbevelingen uit de voorgaande evaluatie uit 2015
zijn opgevolgd. Op alle punten is actie ondernomen en invulling gegeven aan de aanbeveling.
Een aantal punten komt terug in de aanbevelingen van de huidige evaluatie en worden
in dat kader nog verder opgepakt.
Aanbevelingen
In haar rapport doet ABDTOPConsult, op basis van de bevindingen en conclusies, de
volgende aanbevelingen.
1. Verbeter de verantwoording over en de transparantie van de financiële gegevens en
breng het budgetgefinancierde deel op hetzelfde niveau van transparantie en kwaliteit
als het tariefgefinancierde deel. Voor de invulling hiervan doet ABDTOPConsult onder
andere de suggestie om meer inzicht te geven aan gebruikers en aan de opdrachtgevers
van het budgetgefinancierde deel in de kostenopbouw.
2. Analyseer de productiviteitsontwikkeling over een langere periode, zodat de effecten
van een krimpend productievolume kunnen worden meegewogen en een decompositie van
de productiviteitsgroei naar de verschillende onderliggende factoren kan worden gemaakt.
3. De vraag naar de kennis en expertise van het Kadaster buiten de traditionele taken
neemt toe. Het Kadaster hanteert een afwegingskader, waarin de eisen die de Wet Markt
en Overheid stelt zijn geïncorporeerd. Voor zowel het ontwikkelen van een visie op
meervoudig opdrachtgeverschap als ook de verantwoordelijkheden van de eigenaarsrol
is het wenselijk dat het ministerie ook een afwegingskader formuleert. Hierbij zijn
synergie tussen opdrachten en efficiënter gebruik van reeds beschikbare data en kennis
en inzet van middelen gebaat.
4. ABDTOPConsult beveelt aan de complexiteit van de governance te reduceren door onder
andere de vertegenwoordiging van stakeholders binnen de NGII-governance, zoals de
gebruikers en klantgroepen, op organisatieniveau te organiseren in plaats van rolniveau.
Een evenwichtige vertegenwoordiging van groot- en kleingebruikers evenals privaat
en publiek is hierbij noodzakelijk.
5. De meerwaarde van de beleidsmatige verantwoordelijkheid voor verschillende basisregistraties
binnen één departement, in combinatie met het dossier Digitale Overheid, wordt naar
het oordeel van betrokkenen onvoldoende benut. Evenmin wordt vanuit het opdrachtgeversperspectief
de synergie tussen opdrachten en het efficiënter gebruik van beschikbare data en kennis
over de grenzen van de afzonderlijke opdrachtgevers heen gestimuleerd/bewaakt. Een
actiever coördinerend opdrachtgeverschap zou hier een rol moeten spelen.
6. De (tijdige) afronding van de toezichtvisie, de beleidsvisie, een met de opdrachtgever
gedeelde visie op positivering, een gemeenschappelijk beeld van het vervolg van het
project «1–1-kaart», het structureel financieren van BRO, de tijdige besluitvorming
over financiering van innovaties (ontwikkelfunctie) vragen om het sturen op een gemeenschappelijke
agenda.
7. Geef prioriteit aan snellere en slimme juridische borging van nieuwe activiteiten
van het Kadaster enerzijds en groot onderhoud aan de Kadasterwet anderzijds. Dit ter
voorkoming van fiscale risico’s en risico’s ten aanzien van de Wet markt en overheid.
Gezien de ambities van het Kadaster als datagerichte organisatie neemt de noodzaak
tot groot onderhoud aan de Kadasterwet qua bouw en inhoud sterk toe.
Ik deel de conclusies en aanbevelingen uit het rapport. De aanbevelingen liggen deels
op het terrein en verantwoordelijkheid van het Kadaster en deels liggen die bij het
Ministerie van BZK (in haar rol als beleidsmatig opdrachtgever en toezichthouder).
Ik zal met het Kadaster overleg gaan voeren over de wijze waarop invulling aan de
aanbevelingen zal worden gegeven. Daarbij zullen ook daar waar nodig en mogelijk de
uitkomsten van een aantal trajecten die ook in het politieke debat lopen en de uitvoering
in algemene zin kunnen gaan raken, worden meegenomen. Ten aanzien van het onder aanbeveling
7 genoemde onderhoud van de Kadasterwet bezie ik in samenspraak met het Kadaster waar
aanpassing van de wetgeving noodzakelijk is voor de goede uitvoering van de taken
van het Kadaster.
Het invulling geven aan de aanbevelingen zal bijdragen aan een verdere verbetering
van de taakuitvoering en het maatschappelijke belang van het Kadaster.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties