Brief regering : Geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 23 maart 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2301
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de Raad Algemene Zaken van 23 maart
2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 23 MAART 2021
Op dinsdag 23 maart 2021 vindt een Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. De Raad bereidt
de Europese Raad van 25 en 26 maart voor. Daarnaast zal de Raad spreken over het Europees
Semester en zal de voorzitter de stand van zaken van de Conferentie over de toekomst
van Europa toelichten. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen
aan deze vergadering. Het is nog niet bekend of de RAZ fysiek bijeenkomt of dat de
leden informeel per videoverbinding vergaderen.
Voorbereiding Europese Raad van 25 en 26 maart
Naar verwachting zal de Europese Raad inzake COVID-19 onder meer spreken over COVID-status-bewijzen,
reizen binnen de EU, de productie, levering en uitrol van vaccins en de EU-bijdrage
aan een wereldwijde solidaire verdeling van vaccins. Naar verwachting komt het pakket
dat de Commissie aankondigde voor 17 maart a.s. ook aan de orde. Dit bevat in ieder
geval een voorstel voor een COVID-status-bewijs1 dat op termijn reizen kan gaan faciliteren. De appreciatie van dat voorstel zal met
uw Kamer worden gedeeld, mede met oog op de motie van het lid Segers.2 Ten aanzien van deze COVID-status-bewijzen hecht het kabinet, zoals reeds aangegeven
in de brief van Minister de Jonge3 van 8 maart jl., aan een zorgvuldige behandeling vanwege de medische, juridische
en ethische aspecten. Tegelijkertijd is het van belang dat de gezamenlijke, Europese
ontwikkeling snel wordt ingezet, om te voorkomen dat lidstaten die hierop vooruitlopen
al certificaten ontwikkelen die later niet interoperabel blijken te zijn met mogelijke
Europese digitale certificaten. Toepassing van dit instrument in het kader van reizen
kan het kabinet pas steunen wanneer er meer inzicht is over het effect van vaccineren
en het doorgemaakt hebben van COVID-19 op de transmissie van het virus. Daarbij mag
het instrument niet discrimineren. Met betrekking tot reizen binnen de EU steunt het
kabinet de ontwikkeling van een gezamenlijke aanpak om de reisrestricties uit te faseren.
Van belang is dat dit pas geïmplementeerd kan worden wanneer de epidemiologische situatie
dit toelaat en reizen veiliger kan. Ten aanzien van de wereldwijde solidaire verdeling
van vaccins staat het kabinet een substantiële bijdrage van de EU voor. Het is van
belang dat bij EU-inspanningen nauw wordt samengewerkt met het multilaterale initiatief
COVAX.
Met de agendering van de Interne Markt, Industriebeleid en digitalisering wordt opvolging
gegeven aan de conclusies van de Europese Raad (ER) van 1-2 oktober 20204. Het kabinet verwelkomt deze agendering en het verder richting geven aan het economisch
herstel door te werken aan versterking van het concurrentievermogen, een weerbare
open economie en de digitale en groene transities. De uitkomsten van de ER van 25-26 maart
zullen bijdragen aan de voor 27 april a.s. aangekondigde actualisering van de Europese
Industriestrategie. In het kader van deze industriestrategie zet het kabinet zich
in voor het versterken van de interne markt. Dit moet vorm krijgen door het continu
wegnemen van concrete barrières via maatwerkoplossingen, betere implementatie en handhaving
van interne markt regels en het leren van lessen uit de crisis. Ook pleit het kabinet
voor een modern en onafhankelijk mededingingsbeleid, het behoud van een sterk staatssteunkader,
door onder meer een exit-strategie te bepleiten voor de staatssteunmaatregelen ten
tijde van de COVID-pandemie, en het waarborgen van een gelijk speelveld. Sinds de
ER van 1-2 oktober is een aantal belangrijke (wetgevings)voorstellen op het gebied
van digitalisering uitgebracht, waaronder de Data Governance Act, Digital Services Act, Digital Markets Act5
en het Digital Decade voorstel van 9 maart jl.6, welke basis zullen zijn voor discussie. Het kabinet ziet digitalisering als een
centrale pijler in de EU in de aanpak van maatschappelijke opgaven (zoals verduurzaming,
gezondheidszorg en mobiliteit) en onderstreept de kansen van digitalisering om de
economie en het concurrentievermogen in Europa te versterken. Hierbij moet ook rekening
worden gehouden met de risico’s en uitdagingen van digitalisering. Een evenwichtige
en integrale visie is van belang met aandacht voor economie, interne markt, innovatie,
digitale rechtsstatelijkheid, (cyber)veiligheid, fundamentele waarden, opsporingsbelangen,
een digitale overheid en investeringen in human capital.
In december 2020 besloot de Europese Raad dat zij uiterlijk in maart 2021 op de EU-Turkije
relatie zou terugkomen. De Raad insisteerde erop dat de Turkse de-escalatie zich zou
voortzetten opdat rechtstreekse besprekingen tussen Griekenland en Turkije snel weer
van start zouden kunnen. Inmiddels heeft de Hoge Vertegenwoordiger de recente positieve
stappen van Turkije, zoals het terugtrekken van boor- en exploratieschepen, verwelkomd.
Hierbij heeft hij ook de noodzaak om deze veranderingen te consolideren onderstreept.
De Hoge Vertegenwoordiger benadrukte het belang van een voortdurende constructieve
rol van Turkije in de regio en dat Turkije zich inzet ten aanzien van hervormingen
van de rechtsstaat en mensenrechten. Het kabinet blijft bezorgd over de rechtsstaat
en mensenrechten in Turkije en zal hier tijdens deze ER wederom aandacht voor vragen.
De conclusies van de Europese Raad van 10 en 11 december 2020 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1638), inclusief met betrekking tot aanvullende sancties, zijn nog van toepassing.
De Europese Raad zal ook over Rusland spreken. Zoals reeds gemeld aan uw Kamer, stond
de relatie met Rusland ook geagendeerd tijdens de RBZ van 22 februari jl.7 In reactie op de veroordeling van Alexei Navalny en het gewelddadige optreden tegen
demonstraten zijn op 2 maart jl. gerichte sancties aangenomen tegen vier betrokken
personen, nadat de Raad hierover op 22 februari een akkoord had bereikt. Het kabinet
blijft zeer bezorgd over het assertieve internationale optreden van Rusland en de
grote druk op fundamentele vrijheden in het land. Daarom benadrukt het kabinet dat
de EU druk op Rusland uit moet blijven oefenen. Tegelijkertijd zal de deur voor samenwerking
open moet blijven op onderwerpen van belang voor de EU, zoals wapenbeheersing en klimaat.
Uw Kamer zal in de geannoteerde agenda voor de ER nader worden geïnformeerd over de
kabinetsinzet met betrekking tot de ER bespreking over Rusland.
Op donderdag 25 en vrijdag 26 maart 2021 vinden zowel Europese Raad als een Eurotop
plaats. Tijdens de Eurogroep van 15 maart wordt de Eurotop voorbereid. De Kamer wordt
over de invulling van de agenda van de Eurotop en de Nederlandse inzet daarbij verder
geïnformeerd in de Geannoteerde Agenda van de aankomende Europese Raad.
Europees Semester
In de RAZ wordt gesproken over een syntheseverslag van het Voorzitterschap. Dit verslag
geeft een weergave van de bijdragen uit verschillende Raadsformaties aan het Europees
Semester 2021.8 Daarnaast geeft het Portugese Voorzitterschap een presentatie over een geactualiseerde
routekaart voor het Europees Semester 2021.9 Deze routekaart zet de bespreking van het Europees Semester in de relevante vakraden
uiteen. Zoals bekend is gemaakt in de kabinetsreactie op het herfstpakket van het
Europees Semester10, is het Semesterproces dit jaar aangepast om zoveel mogelijk synergie te bereiken
met het RRF-proces. Ten slotte zal de RAZ de aanbevelingen over de eurozone uit de
Eurogroep/Ecofinraad doorgeleiden naar de Europese Raad ter bekrachtiging.11
Conferentie over de Toekomst van Europa (informatiepunt)
Naar verwachting zal het Portugese voorzitterschap de Raad informeren over de stand
van zaken omtrent de Conferentie nu op 10 maart jl. de Gezamenlijke Verklaring12 is ondertekend door de Raad, het Europees Parlement en de Commissie. De aankondiging
en appreciatie van het kabinet van deze Gezamenlijke Verklaring heeft uw Kamer op
2 maart jl. ontvangen.13 De Gezamenlijke Verklaring tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese
Commissie stelt het mandaat, de inhoud en vorm van de Conferentie op hoofdlijnen vast.
Mogelijk informeert het Portugese voorzitterschap de Raad over nadere details over
de modaliteiten van de Conferentie.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.