Brief regering : Geannoteerde agenda informele videoconferentie EU-milieuministers 18 maart 2021
21 501-08 Milieuraad
Nr. 820
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 februari 2021
Hierbij doen wij u de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie van EU-milieuministers
van 18 maart 2021 toekomen, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Daarnaast wordt u geïnformeerd over de Nederlandse inbreng in het kader van de publieke
consultatie over de nul-vervuilingsambitie. Deze inbreng is als bijlage bijgevoegd1.
De inhoud van deze geannoteerde agenda geeft de meest recente stand van zaken weer.
Mocht de agenda op belangrijke punten veranderen, dan zullen wij u hierover in de
beantwoording van het schriftelijk overleg van 4 maart a.s. informeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ’t Wout
GEANNOTEERDE AGENDA
Op de agenda van de informele videoconferentie staan een beleidsdebat over de Batterijenverordening,
gedachtewisselingen over het Europees Semester en de EU Klimaatadaptatiestrategie
en AOB punten over het 8e Milieuactieprogramma, de Europese Klimaatwet en de Duurzame Chemicaliënstrategie.
Batterijenverordening
De Commissie heeft op 10 december 2020 het voorstel voor een verordening met betrekking
tot batterijen uitgebracht. Het Portugese voorzitterschap heeft het voorstel geagendeerd
voor een eerste beleidsdebat. Uw Kamer is volgens de gebruikelijke procedure geïnformeerd
over het voorstel en het kabinetstandpunt2.
Inzet Nederland
Het kabinet verwelkomt het voorstel en zal in de discussie tijdens de informele videoconferentie
uitdragen dat het voorstel een positieve bijdrage levert aan de transitie naar een
circulaire economie en het reduceren van CO2-emissies. Daarbij zal Nederland vooral de voorgestelde eisen voor een duurzamere
productie van batterijen met een langere levensduur, een lagere CO2-voetafdruk en met toepassing van meer recyclaat benadrukken, evenals de toegang tot
batterijdata van elektrische voertuigbatterijen. Ook zal het kabinet zich positief
uitspreken over de voorstellen voor verbeterde prestaties op het gebied van inzameling
en recycling-efficiëntie, zodat grondstoffen uit batterijen optimaal teruggewonnen
worden. Wel zal het kabinet pleiten voor een betere meetmethode voor de inzameling
en voor een meer ambitieuze aanpak met betrekking tot de inzameling van batterijen
in lichte voertuigen zoals e-bikes. Deze batterijen worden in sterk toenemende mate
op de markt gebracht en kunnen bij afdanking in het restafval leiden tot afvalbranden.
Ten aanzien van de rechtsgrondslag zal het kabinet bepleiten om het voorstel naast
de interne markt grondslag ook op de milieugrondslag te baseren. Met name waar het
gaat om het afvalbeheer van batterijen biedt de keuze voor een pure interne markt
grondslag beperktere mogelijkheden om waar wenselijk op nationaal niveau aanvullende
of verdergaande maatregelen te treffen om het milieu te beschermen. Bijvoorbeeld bij
het stellen van inzameldoelen voor batterijen of bij de invulling van uitgebreide
producentenverantwoordelijkheid (UPV). Wat betreft dit laatste aspect zal het kabinet
tevens inzetten op een optimale aansluiting bij de kaders voor UPV uit de Kaderrichtlijn
afvalstoffen en de nationale implementatie hiervan.
Indicatie krachtenveld
Lidstaten hebben het voorstel over het algemeen positief ontvangen. Wel geeft een
aantal lidstaten aan kritisch te zijn over de interne markt grondslag in plaats van
een dubbele grondslag van interne markt en milieu, omdat hiermee beredeneerd wordt
dat het milieu van ondergeschikt belang is. Ten aanzien van het instrument van een
verordening geeft een aantal lidstaten aan zorgen te hebben dat dit belemmerend zou
kunnen zijn voor de invulling van nationale regelingen voor UPV op zodanige wijze
dat deze aansluiten bij het nationale stelsel.
Europees Semester: Resilience and Recovery Facility (RRF) & groene transitie
Tijdens dit agendaonderdeel vindt een gedachtewisseling plaats over hoe de nationale
herstelplannen (Recovery and Resilience Plans, RRP’s) kunnen bijdragen aan het bereiken van de duurzaamheidsdoelen in het kader
van de groene transitie. Daarnaast zal ook een debat plaatsvinden over de toekomst
van het Europees Semester, in de context van de Recovery and Resilience Facility (RRF) en de groene transitie.
Inzet Nederland
Zoals beschreven in de kamerbrief van 12 januari jl.3 is de RRF opgericht om met investeringen en hervormingen het economisch herstel en
weerbaarheid in lidstaten te bevorderen en tegelijkertijd de digitale en groene transities
te ondersteunen. De RRF is daarmee een middel om structurele hervormingen te stimuleren.
Het doorvoeren van structurele hervormingen die in lijn zijn met de landspecifieke
aanbevelingen uit het Europees Semester was een belangrijke voorwaarde voor het kabinet
om in te kunnen stemmen met de oprichting van de RRF. Een volgend kabinet zal voor
Nederland het herstelplan indienen.4
Het kabinet acht het van belang dat de RRP’s bijdragen aan de groene en digitale transities.
Het kabinet steunt dan ook de bindende percentages voor bestedingen aan klimaat (37%)
en digitaal (20%) binnen de RRP’s. Daarnaast steunt het kabinet de toevoeging van
het do no significant harm-principe, om ervoor te zorgen dat de RRF-middelen geen afbreuk doen aan de Europese
klimaat- en duurzaamheidsdoelen. In de uitwerking van de RRP’s zal de Commissie er
goed op moeten toezien dat lidstaten de do no significant harm-toets en de klimaattracking methodologie goed hebben uitgevoerd.
Wat betreft de toekomst van het Europees Semester en de rol van de duurzame ontwikkelingsdoelen
(SDG’s) vindt het kabinet het van belang dat de focus van het Europees Semester als
coördinatie-instrument voor economisch en arbeidsmarktbeleid behouden blijft. Voor
de integratie van de SDG’s in het Europees Semester verkiest het kabinet dan ook een
aanpak waar een duidelijke scheiding wordt aangebracht tussen enerzijds aanbevelingen
op het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden
(MEOP) en anderzijds monitoring op andere beleidsterreinen, zoals de SDG’s.
Indicatie krachtenveld
In de discussie over de vergroening van het Europees Semester in de Milieuraad van
5 maart 2020, gaven lidstaten aan de vergroening van het Europees Semester te steunen.
De Europese economie zal een noodzakelijke transitie moeten ondergaan tot een klimaatneutrale,
circulaire en schone economie. Daarnaast is er een mogelijk toenemende relevantie
van klimaat- en milieurisico’s voor de macro-economische en budgettaire stabiliteit
van de lidstaten en de EU als geheel. Daarbij werd het belang van sociale en duurzame
stabiliteit voor economische stabiliteit benadrukt. Tevens werd benadrukt dat de focus
van het Europees Semester op macro-economisch beleid behouden moet blijven. Aandacht
werd gevraagd voor het voorkomen van dubbele monitoring op de SDG’s en voor de administratieve
lasten die hieruit zouden kunnen voortkomen.
Klimaatadaptatiestrategie
Het Portugese Voorzitterschap is voornemens om de in de Europese Green Deal aangekondigde
EU Klimaatadaptatiestrategie, waarvan de publicatie momenteel is voorzien op 24 februari
2021, op hoofdlijnen te bespreken tijdens de informele videoconferentie van 18 maart.
De nieuwe strategie zal opgebouwd zijn uit een viertal doelstellingen:
1. Kennisontwikkeling (vooral met betrekking tot mogelijke maatregelen);
2. Meer systematische aandacht voor klimaatadaptatie op andere beleidsterreinen;
3. Een versnelling van de uitvoering van klimaatadaptatiemaatregelen; en
4. Het spelen van een actievere rol door de EU op het internationale speelveld, zowel
multilateraal als bilateraal.
Inzet Nederland
Nederland is voorstander van een gedegen klimaatadaptatiebeleid waarbij de aandacht
(vanuit historisch perspectief) vooral is gericht op bescherming tegen water, vanuit
het oogpunt van zowel zeespiegelstijging als overstroming van rivieren. Samenhangend
daarmee staat ook waterschaarste (droogte) steeds hoger op de agenda in Nederland.
Daarnaast neemt ook het belang van de aanpak van hittestress toe en richt Nederland
zich steeds meer op de toepassing van op de natuur gebaseerde oplossingen. Hoewel
veel maatregelen nationaal moeten worden genomen is internationale samenwerking en
kennisdeling, ook gericht op weerbaarheid, onontbeerlijk. Nederland zal bijdragen
aan een ambitieuze EU-klimaatadaptatiestrategie, waarbij we voortbouwen op de resultaten
die met de Climate Adaptation Summit (CAS2021) in gang zijn gezet om actie op klimaatadaptatie
te versnellen. Wanneer het voorstel voor de EU-klimaatadaptatiestrategie is gepubliceerd,
zal uw Kamer volgens de gebruikelijke procedure middels een BNC-fiche worden geïnformeerd
over het voorstel en de Nederlandse inzet.
Indicatie krachtenveld
Het merendeel van de lidstaten is voorstander van het voeren van klimaatadaptatiebeleid.
Een aantal lidstaten gaat qua ambitie gelijk op met Nederland en kijkt niet alleen
naar de middellange termijn, maar werkt ook aan beleid op de lange termijn (na 2050).
Het is voor Nederland zaak om met gelijkgestemde lidstaten te zorgen voor een voldoende
effectief Europees en mondiaal klimaatadaptatiebeleid.
Diversen
= 8e MAP
Het Portugese Voorzitterschap zal informatie verstrekken over de stand van zaken ten
aanzien van het voorstel voor een besluit voor een 8e Milieuactieprogramma (MAP), dat op 14 oktober 2020 is gepresenteerd. Het 8e MAP vormt, gezien de in 2019 uitgekomen Europese Green Deal en de bijhorende kaders
voor het milieu- en klimaatbeleid, ditmaal geen beleidsmatige routekaart. Het voorstel
legt in plaats daarvan een focus op de effectieve implementatie en monitoring van
de zes prioritaire doelstellingen die relateren aan de Europese Green Deal.
Inzet Nederland
Het is positief dat het voorstel aansluit bij verschillende klimaat- en milieustrategieën
die de Commissie het afgelopen jaar heeft gepubliceerd. In de onderhandelingen heeft
het kabinet ingezet op een duidelijke link tussen de Europese Green Deal en het MAP
en benadrukt dat het uitblijven van beleidsacties in het huidige MAP geen precedentwerking
moet hebben voor komende MAP’s. Ook heeft het kabinet aandacht gevraagd voor de publieke
consultatie t.b.v. de kernindicatoren die ten grondslag komen te liggen aan het monitoringsraamwerk
en de randvoorwaarden, zoals effectieve integratie van het 8e MAP in het Europees Semester en het gebruik van digitale en datatechnologieën.
Daarnaast acht het kabinet het van belang dat er bij de vaststelling van het MAP,
gezien de looptijd van negen jaar, voldoende ruimte wordt gegeven voor de doorontwikkeling
van de beleidsdoelstellingen indien nodig. Zoals omschreven in het BNC-fiche 8e MAP, is het voor het kabinet van belang dat een volgende Commissie voldoende aandacht
geeft aan de concrete uitvoering van de via dit MAP vastgelegde doelstellingen, ook
nu het MAP niet inzet op concrete beleidsacties. Bij het aantreden van een volgende
Commissie zal hier dan ook op moeten worden toegezien.
Indicatie krachtenveld
Het merendeel van de lidstaten, incl. Nederland, is positief over het 8e MAP binnen de grenzen die de huidige vorm biedt. Momenteel wordt nog gesproken over
een manier waarop voldoende ruimte kan worden gegeven voor de doorontwikkeling van
de beleidsdoelstellingen uit het 8e MAP indien nodig. Dit is voor het overgrote deel van de lidstaten, waaronder Nederland,
van essentieel belang.
= Europese Klimaatwet
De verwachting is dat het Portugese Voorzitterschap een terugkoppeling zal geven over
de stand van zaken rond de trilogen met het Europees Parlement en de Commissie over
de EU-Klimaatwet. Het Voorzitterschap is voornemens om de onderhandelingen met het
Europees Parlement gedurende dit semester af te ronden, waarna de EU-Klimaatwet in
werking kan treden.
= Strategie voor duurzame chemische stoffen
Op 14 oktober 2020 publiceerde de Commissie de Duurzame Chemicaliën-strategie, die
onderdeel is van de Europese Green Deal. Het Portugese Voorzitterschap zal hierover
tijdens de informele videoconferentie van 18 maart informatie verstrekken.
Inzet Nederland
Zoals eerder gedeeld met uw Kamer5 steunt Nederland de strategie en is graag bereid de Commissie bij te staan bij het
verder uitwerken ervan. Het kabinet zal zich inzetten voor conclusies die het ambitieniveau
en een voortvarende implementatie van de strategie steunen. Daarnaast zal het kabinet
specifiek aandacht vragen voor het integraal uitfaseren van emissies van zeer zorgwekkende
stoffen. Het kabinet bespreekt in informeel verband met andere vooruitstrevende lidstaten
hoe deze ondersteuning op een effectieve en efficiënte manier vorm kan worden gegeven.
Indicatie krachtenveld
Tijdens de Milieuraad van 17 december 2020 gaven de lidstaten brede steun aan deze
strategie en achtten ze het algemene ambitieniveau van de strategie passend. De lidstaten
toonden belangstelling om verder te werken aan toekomstige voorstellen die deel uitmaken
van de strategie en gaven aan nauw betrokken te willen blijven bij de uitvoering ervan.
Publieke consultatie nul-vervuilingsambitie
In november 2020 startte de Commissie een publieke consultatie over het in de Green
Deal aangekondigde actieplan om de vervuiling van lucht, water en bodem tot nul terug
te brengen. De Nederlandse inbreng voor de consultatie is als bijlage bijgevoegd.
Europees beleid is een belangrijke bouwsteen in ons streven de chemische verontreiniging
van lucht, bodem en water te voorkomen. Daarom ondersteunt Nederland de nul-vervuilingsambitie, waar preventie een belangrijke rol in speelt. Nederland vraagt verder
om een effectieve invulling en een goede samenhang tussen de verschillende beleidstrajecten.
Haalbaarheid en uitvoerbaarheid moeten hierbij in het oog worden gehouden. De consultatie
zal als input dienen voor het actieplan dat de Commissie in het tweede kwartaal van
2021 zal publiceren.
Indieners
-
Indiener
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Medeindiener
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.