Brief regering : Antwoorden op vragen, gesteld tijdens de wetsbehandeling van 10 februari 2021, over wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen
35 603 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen
Nr. 42
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2021
Op 10 februari jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 55, debat over versterking van gebouwen
                  in de provincie Groningen) heb ik met uw Kamer gesproken over de wijziging van de
                  Tijdelijk wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie
                  Groningen (Kamerstuk 35 603). Met deze brief ga ik in op het verzoek schriftelijk terug te komen op de mogelijke
                  dekking van de kosten van duurzaam herstel. Tijdens de wetsbehandeling bleek er te
                  weinig tijd om alle vragen behandelen. Ik heb daarbij toegezegd de nog openstaande
                  vragen over de reikwijdte van de wet en de zorgplicht, de algemene maatregelen van
                  bestuur en een aantal overige vragen schriftelijk te beantwoorden en die voor 24 februari
                  aan uw Kamer te sturen. Dat doe ik ook middels deze brief. De Minister van Binnenlandse
                  Zaken en Koninkrijksrelaties reageert middels een separate brief op toezeggingen die
                  vallen onder haar portefeuille. Gezamenlijk versturen wij ook een separate brief met
                  de appreciatie van de amendementen.
               
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
                  B. van ’t Wout
Duurzaam herstel
Met uw Kamer heb ik 10 februari jl. in de eerst termijn van de plenaire behandeling
                  van de wijziging van de Tijdelijke wet Groningen gesproken over duurzaam schadeherstel.
                  Ik heb toegezegd hier schriftelijk op terug te komen.
               
Het IMG heeft op grond van de Tijdelijke wet Groningen als taak om schade door bodembeweging
                  als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (hierna:
                  schade door bodembeweging) te vergoeden met toepassing van het civiele aansprakelijkheids-
                  en schadevergoedingsrecht. Het recht op vergoeding van schade omvat op grond van artikel
                  184 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek in situaties waarin er sprake is van een
                  ernstige en onmiddellijke dreiging ook de «kosten van iedere redelijke maatregel ter
                  voorkoming of beperking van schade». Uit jurisprudentie volgt dat het daarbij om redelijke kosten moet gaan. Het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden (uitspraak van 16 juli 2019,
                  ECLI:NL:GHARL:2019:5849) heeft geoordeeld dat ook het voorkomen van overlast, gelegen
                  in een herhaalde confrontatie met schade en de afhandeling daarvan, in dat kader kan
                  bijdragen aan de conclusie dat het redelijk is een maatregel te treffen. Dit betekent
                  dat het IMG bij het vaststellen van een vergoeding van schade rekening kan houden
                  met de reële kans dat de bewoner die zijn schade heeft hersteld bij een volgende beving
                  opnieuw met nieuwe schade wordt geconfronteerd.
               
Daarmee heeft het IMG op grond van de reeds in de Tijdelijke wet Groningen vastgelegde
                  taak al de mogelijkheid te kiezen voor duurzaam herstel door een redelijke maatregel
                  ter voorkoming van schade, in plaats van die schade slechts te herstellen of daar
                  een vergoeding voor te geven. Een voorbeeld is het vervangen van een zwakke muur waar
                  bij elke nieuwe beving een scheur in ontstaat door een steviger muur die bestand is
                  tegen dergelijke bevingen. Dergelijke maatregelen vallen binnen het civiele aansprakelijkheids-
                  en schadevergoedingsrecht, en vallen daarmee binnen de taak van het IMG en zijn op
                  grond van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen dus ook middels een door mij
                  op te leggen heffing te verhalen op de NAM.
               
In haar recente brief aan de Minister van BZK en mij d.d. 29 januari 2021, die in
                     afschrift aan vaste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat is gestuurd,
                     verwijst het IMG naar duurzaam herstel. Het IMG vraagt naast deze reeds bestaande
                     mogelijkheid een aanvullende bevoegdheid om in bijzondere gevallen «»een in redelijkheid
                     te bepalen tegemoetkoming in geld of in natura toe te kennen voor iedere redelijke
                     maatregel die nodig is om te bewerkstelligen dat de schade waarvoor vergoeding wordt
                     gerekend, duurzaam kan worden hersteld»». Dit verzoek is geland in het amendement
                     van het lid Agnes Mulder (CDA) met Kamerstuk 35 603, nr. 26. Het zou uiteraard aan het IMG zijn om te bepalen welke redelijke maatregelen dit
                     zijn, anders dan de redelijke maatregelen die wél binnen de reeds bestaande taak vallen.
                     Aangezien deze bevoegdheid ook blijkens de gekozen formulering («naast de schade, bedoeld in artikel 184 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek») boven het
                     civiele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht en de bestaande wettelijke taak
                     van het IMG uit zou gaan, kan ik de daarmee gepaard gaande kosten op grond van de
                     Tijdelijke wet Groningen niet verhalen op de NAM. De onderliggende reden is dat dit
                     schade betreft die een andere oorzaak kan hebben dan schade door bodembeweging. Hierbij
                     kan worden gedacht aan funderingsschade door bijvoorbeeld wateroverlast, droogstand
                     of bodeminklinking of schade door (zelf aangebrachte) aanpassingen in de constructie
                     in een woning. Funderingsschade door bijvoorbeeld droogte is niet uniek voor Groningen,
                     maar komt in heel Nederland voor.
                  
Het kan in sommige gevallen zijn dat funderingsschade wel is ontstaan als gevolg van
                     bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld of de opslag in Norg. Het IMG
                     kan deze schade in dat geval op grond van de Tijdelijke wet Groningen, reeds vergoeden.
                     Deze bijbehorende kosten kunnen ook worden verhaald op NAM.
                  
Het IMG stelt dat gebleken is dat de eisen die artikel 6:184 BW nu stelt, met een
                  koppeling aan de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de exploitant en een garantie
                  dat nieuwe schade wordt beperkt of voorkomen, te vaak onvoldoende grondslag is voor
                  duurzaam herstel. Het aanpakken daarvan ten behoeve van het duurzaam herstellen van
                  schade door bodembeweging kan verder gaan dan wat redelijk is ter voorkoming of beperking
                  van schade door bodembeweging (artikel 6:184 BW), waarmee het juridisch niet te verhalen
                  is op NAM. De Landsadvocaat deelt deze analyse. Dit neemt niet weg dat ook NAM voordeel
                  kan hebben van het duurzaam herstellen van de schade. De kans op herhaalde schademeldingen
                  op hetzelfde adres is dan immers kleiner. Zoals reeds toegezegd in het debat zal ik
                  het bovenstaande betrekken in de gesprekken die ik met NAM voer. Separaat stuur ik
                  uw Kamer de appreciatie op alle ingediende amendementen.
               
Reikwijdte wet en zorgplicht
Wat is de rol van het IMG in de versterkingsoperatie en hoe verhoudt dit zich tot
                        de lokale bestuurders. Wat gebeurt er als er een verschil van mening is tussen lokale
                        bestuurders en het IMG? Hoe gaan we daar dan mee om?
Fractie: D66
Het IMG heeft op grond van de wet geen rol in de uitvoering van de versterkingsoperatie.
                  Wel kan het IMG bij het opnemen van schade aan gebouwen feiten of omstandigheden tegenkomen
                  die een indicatie geven dat een gebouw mogelijk ook versterking behoeft. Dit kan voortkomen
                  uit bijvoorbeeld de behandeling van acuut onveilige situaties of wanneer sprake is
                  van constructieve schade. Het IMG meldt dit bij de NCG.
               
Ten algemene geldt voor een zbo als IMG dat het in gesprek is met de partijen waar
                  het mee in aanraking komt bij de uitvoering van de taken. Het IMG heeft periodiek
                  overleg met o.a. de regionale overheden en maatschappelijke organisaties over de schadeafhandeling.
                  Het IMG is echter onafhankelijk. Dit betekent dat het uiteindelijk aan het IMG is
                  om te beslissen of en hoe de inbreng van de eerder genoemde partijen wordt meegewogen
                  bij besluitvorming.
               
Waarom is de wet beperkt tot een aantal gemeenten?
Fractie: SP en ChristenUnie
Deze gemeenten beslaan het gehele gebied waar versterking aan de orde is. Bij de jaarlijkse
                     risicoanalyse wordt gekeken welke gebouwen mogelijk niet aan de veiligheidsnorm voldoen.
                     Deze gebouwen worden opgenomen in de versterkingsoperatie, waarbij uit voorzorg een
                     onzekerheidsmarge wordt gehanteerd. De seismische dreiging wordt in de jaarlijkse
                     risicoanalyse bepaald voor het hele gebied tot en met vijf kilometer buiten het Groningenveld.
                  
Boven op de onzekerheidsmarge kunnen de gemeenten en het NCG gebouwen die niet uit
                     de risicoanalyse naar voren komen toch meenemen als er technische redenen zijn om
                     te twijfelen aan de uitkomst van de risicoanalyse. Er is geen aanleiding te veronderstellen
                     dat er buiten de in de wet genoemde gemeenten gebouwen zijn die versterkt moeten worden.
                     De seismische dreiging buiten het aangewezen gebied is dermate laag dat een gebouw
                     volgens de NPR geen beoordeling behoeft. Voor schade geldt deze afbakening niet. Het
                     is niet uit te sluiten dat door aardbevingen ten gevolge van de gaswinning in Groningen
                     ook in andere gemeenten schade aan gebouwen optreedt, daarom is het gebied waarbinnen
                     IMG opereert niet tot een aantal gemeenten beperkt.
                  
Het is noodzakelijk om de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen
                  en Oldambt aan te wijzen in deze wet omdat dit wetsvoorstel de genoemde gemeenten
                  nieuwe verantwoordelijkheden en taken geeft.
               
Worden de foutmarges van de modellen onderzocht die worden gebruikt om te bepalen
                        welke woningen onder de versterkingsoperatie vallen?
Fractie: CDA
Het model dat vanaf dit jaar wordt gebruikt om mede de scope van de versterkingsoperatie
                     te bepalen is de Seismische Dreiging en Risicoanalyse (SDRA) van TNO. Bij de toepassing
                     van dit model wordt een foutmarge gehanteerd.
                  
Jaarlijks wordt een keuze (en daarmee actualisatie) van de deelmodellen die worden
                  gebruikt voor de publieke SDRA Groningen gemaakt. Het Staatstoezicht op de Mijnen
                  adviseert mij over de bruikbaarheid en kwaliteit van door TNO jaarlijks voorgestelde
                  aanpassingen en modelversies. Daarnaast is een proces ingericht voor de verdere ontwikkeling
                  van deze modellen op de langere termijn. Ook het wetenschappelijk panel van het Kennisprogramma
                  Effecten Mijnbouw met internationale wetenschappers adviseert mij jaarlijks over de
                  doorontwikkeling van modellen.
               
Waarom kent de wet geen einddatum?
Fractie: PVV
In de Tijdelijke wet Groningen is niet voorzien in een einddatum omdat op dit moment
                  niet duidelijk is wanneer de bijzondere maatregelen waarin de wet voorziet, overbodig
                  worden. Bij de periodieke evaluatie van de wet wordt steeds bezien of de als tijdelijk
                  bedoelde maatregelen waarin de wet voorziet, noodzakelijk blijven.
               
Hoe verschillen de procedures voor bezwaar en beroep tussen schade en versterken?
                        Waarom is hier voor gekozen?
Fractie: ChristenUnie
Indien de eigenaar het niet eens is met een besluit kan de eigenaar in beide gevallen
                     eerst in bezwaar bij respectievelijk het IMG en de NCG.
                  
Vervolgens kan de eigenaar tegen een besluit omtrent de schadeafhandeling een beroep
                     indienen bij de rechtbank, eventueel gevolgd door een hoger beroep bij de Afdeling
                     bestuursrechtspraak van Raad van State. Bij versterken is dit proces ingekort; er
                     staat rechtstreeks beroep open, in enige instantie, bij de Afdeling bestuursrechtspraak
                     van de Raad van State. Dat bevordert de snelheid van het versterkingsproces en geeft
                     alle belanghebbenden snel duidelijkheid over de versterking van een gebouw. Dit is
                     juist voor versterken belangrijk, omdat de uitvoering van de versterking van onveilige
                     gebouwen snel van start kan gaan. Daarnaast zijn bij versterking niet alleen de individuele
                     belangen van de eigenaar gemoeid. Ook voor buren en omwonenden kan het belangrijk
                     zijn om snel duidelijkheid te krijgen over de wijze waarop de woning, wordt versterkt.
                  
Staat de zorgplicht in de wet? Waarom wordt de zorgplicht uit Mijnbouwwet geschrapt?
Fractie: SP
De zorgplicht is in het onderhavige wetsvoorstel opgenomen, zie artikel 13ba.
Hierin staat dat de beide ministers elk voor de aan hen toebedeelde taken, alle maatregelen
                     nemen die redelijkerwijs van hen gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg
                     van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad. Met het koninklijk
                     besluit van 16 oktober 2019 is deze zorgplicht een gezamenlijke verantwoordelijkheid
                     van de Minister van EZK en de Minister van BZK. In de Tijdelijke wet Groningen is
                     deze zorgplicht van de Minister ingevuld. Het artikel uit de Mijnbouwwet is hiermee
                     overbodig geworden. Met het wetsvoorstel vervalt artikel 52g, derde lid, van de Mijnbouwwet
                     dat gaat over de zorgplicht voor de veiligheid. Aan de zorgplicht van NAM zoals het
                     in de Mijnbouwwet (artikel 52g, 1e, 2e en 4e lid) staat beschreven verandert dit wetsvoorstel niets.
                  
Algemene maatregel van bestuur
Een aantal onderdelen van de wet wordt geregeld bij algemene maatregel van bestuur
                        (AMvB). Kunt u aangeven welk deel van de AMvB terugkomt in de Kamer en hoeveel ruimte
                        er dan is om bij te sturen? Waarom wacht u met het uitwerken van de AMvB?
Fracties: CDA en ChristenUnie
Een deel van de wet wordt nader uitgewerkt bij AMvB of ministeriële regeling om zo
                  flexibeler op actuele omstandigheden te kunnen inspelen. De AMvB die momenteel al
                  in voorbereiding is, ziet onder meer op de beoordelingsmethoden van gebouwen en op
                  de aanspraak die de eigenaar kan maken op budget voor betalingen aan aannemers en
                  leveranciers die zijn gebouw versterken, als de eigenaar ervoor kiest om versterking
                  geheel of gedeeltelijk in eigen beheer uit te voeren. Het wetsvoorstel kan zonder
                  deze AMvB niet in werking treden. Zodra uw Kamer het wetsvoorstel heeft aangenomen,
                  kan ik de AMvB voor advies voorleggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State.
               
Voor deze AMvB is geen voorhangbepaling opgenomen in het wetsvoorstel. In een wet
                  wordt alleen in bijzondere omstandigheden voorzien in een voorhang- of nahangbepaling1. In dit geval zie ik geen omstandigheden die ertoe leiden dat een voorhang- of nahangbepaling
                  moet worden opgenomen. De AMvB bevat een nadere uitwerking die grotendeels gebaseerd
                  is op de huidige uitvoeringspraktijk in Groningen. Daarnaast slaat een aantal van
                  de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 neer in deze AMvB. De AMvB heeft eind
                  vorig jaar reeds ter consultatie voorgelegen, waarop twee reacties kwamen. Deze zijn
                  meegenomen. Omdat het wetsvoorstel en de AMvB snel in werking moeten treden, vervolg
                  ik na aanvaarding van het wetsvoorstel graag snel de route naar de Raad van State.
               
Naast deze AMvB hecht ik eraan om nadere regels inzake de samenwerking tussen de NCG
                  en het IMG vast te leggen. Voor een nadere reactie hierop verwijs ik u naar de brief
                  met de appreciaties van de amendementen, waaronder amendement VVD-32 en PvdA-34 waarin
                  ook wordt gesproken over nadere regelgeving.
               
Overig
Kunt u aangeven hoe wordt voorzien in de versterking van de infrastructuur?
Fractie: 50plus
Beheerders van infrastructuur die versterkt moet worden, ontvangen van mij hiervoor
                  een vergoeding. Tot 1 januari 2021 liep deze vergoeding via de NAM, en ik ben voornemens
                  op zeer korte termijn met terugwerkende kracht vanaf die datum deze verantwoordelijkheid
                  over te nemen, waardoor NAM definitief op afstand staat. Ik zal uw Kamer daarover
                  binnenkort informeren. Overigens valt op te merken dat veel infrastructurele werken
                  reeds zijn onderzocht op veiligheid. Zo zijn de zeedijken in Groningen en de Eemshaven
                  reeds versterkt. Op dit moment lopen er geen aanvragen voor infrastructurele projecten.
               
Gaat u alle kosten van alle werkzaamheden in Groningen verhalen op de NAM?
Fractie: PvdA
Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid om aan de NAM een heffing op te leggen
                  voor alle kosten die gemaakt worden ten behoeve van de (voorbereiding van de) versterking
                  van gebouwen in Groningen zodat zij voldoen aan de veiligheidsnorm. De Tijdelijke
                  wet Groningen (artikel 15) biedt de mogelijkheid om een heffing op te leggen voor
                  alle kosten van de schadeafhandeling die door het IMG zijn gemaakt, voor de afhandeling
                  van schade door bodembeweging als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld en
                  de gasopslag bij Norg. Tot deze kosten behoren ook de proceskosten.
               
Kunt u toezeggen dat de bestuursrechter op een billijke en inhoudelijke wijze naar
                        de zaken van bewoners kijkt?
Fractie: PvdA
In algemene zin geldt dat de bestuursrechter zich bij de beoordeling van een beroep,
                  anders dan de burgerlijk rechter, niet lijdelijk maar actief opstelt. Ter bescherming
                  van de burger vult de bestuursrechter ambtshalve rechtsgronden aan. Bovendien kan
                  hij ambtshalve feiten aanvullen. De bestuursrechter kijkt op basis van de beroepsgronden
                  zowel naar het proces van besluitvorming als naar de inhoud van het besluit, waaronder
                  de redelijkheid en billijkheid. Het wetsvoorstel biedt ruimte voor maatwerk en daarmee
                  heeft de bestuursrechter voldoende ruimte om een dergelijke afweging te maken.
               
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat