Brief regering : Reactie op verzoek commissie over berichten over het (tegen de regels in) met voorrang vaccineren van personeel in zorginstellingen
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 997
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2021
Op 17 februari heb ik uw verzoek ontvangen nog deze week een schriftelijke reactie
aan de Kamer te doen toekomen op de berichten over ruim vaccineren van personeel in
zorginstellingen. U heeft mij gevraagd daarbij ook in te gaan op een aantal specifieke
vragen. Hierbij ontvangt u mijn reactie.
Eind december en begin januari zijn duidelijke afspraken1 gemaakt door het RIVM met experts van koepels over de groep zorgmedewerkers die met
voorrang uitgenodigd kan worden. In de werkwijze is afgesproken dat de werkgever verantwoordelijk
is voor het uitnodigen van de juiste zorgmedewerkers omdat zij als enige er zicht
op hebben welke medewerkers direct contact hebben met cliënten. Met het oog op de
gewenste snelheid, het beperken van administratieve lasten en de privacy van de medewerkers
was het niet uitvoerbaar en niet wenselijk om hier nog een extra controlestap door
een derde partij in te bouwen. Gegeven deze werkwijze is het niet mogelijk dat de
GGD voorafgaand aan het maken van een afspraak controleert of de zorgmedewerker wel
daadwerkelijk direct contact heeft met cliënten.
De afgelopen dagen was er berichtgeving dat een aantal zorgaanbieders in de verpleeghuiszorg
zich niet aan de werkafspraken blijkt te hebben gehouden welke zorgmedewerkers van
hun organisatie ze konden uitnodigen voor de COVID-vaccinatie door de GGD-en. Helaas
zijn daardoor op een aantal plaatsen niet alleen zorgmedewerkers met direct cliëntcontact
geprikt, maar ook ondersteunende medewerkers als administratief personeel, keukenpersoneel,
schoonmakers en vrijwilligers. Soms zijn zelfs bestuurders geprikt. Dit is absoluut
niet de bedoeling, tenzij deze zelf ook directe zorg verlenen.
Mijn indruk is dat veel organisaties zich goed hebben gehouden aan de afspraken over
de uit te nodigen zorgmedewerkers en dat het maar om een klein deel van de organisaties
gaat waar dat niet het geval is. Maar ik heb wel meteen actie ondernomen dit verder
te voorkomen, want vanwege de schaarste aan vaccins is het aantal uit te nodigen medewerkers
precies afgestemd op het aantal beschikbare vaccins. Ruimer vaccineren dan de bedoeling
gaat echt ten koste van het deel van de zorgmedewerkers dat wel in direct contact
met cliënten komt. Dit gaat ook ten koste van de beoogde bescherming van de bewoners.
Ik heb de volgende acties ondernomen:
• Een aantal zorgbestuurders heb ik direct aangesproken op de wijze waarop zij hun medewerkers
hebben uitgenodigd en gevraagd waar dat aan de orde is en nog mogelijk is, te ruime
uitnodigingen terug te draaien. Een aantal zorgbestuurders heeft dit al in gang gezet.
• Ik zal daarnaast deze week als steekproef een aantal zorgbestuurders benaderen om
hen te bevragen op hun uitnodigingsbeleid om hierbij vinger aan de pols te houden.
• Verder spreek ik bestuurders van zorginstellingen nogmaals helder aan zich aan de
gemaakte afspraken te houden en in deze crisissituatie het algemeen belang voorop
te stellen. Ik vraag dat ook aan medewerkers die geen directe zorg aan cliënten verlenen.
• Ook ActiZ als koepel van de verpleeghuizen heb ik hierop aangesproken en gevraagd
de afgesproken lijn nogmaals aan haar leden te communiceren en waar dat nog mogelijk
is te ruime uitnodigingen terug te draaien. ActiZ heeft in de pers laten weten het
kwalijk te vinden als er bewust voor gekozen is af te wijken van de gemaakte afspraken.
ActiZ heeft de gemaakte afspraken steeds uitgedragen en heeft de zorgaanbieders nogmaals
gevraagd om zich aan de afspraken te houden.
• De koepels Zorgthuisnl en VGN heb ik ook gevraagd de afgesproken lijn nogmaals aan
hun leden uit te dragen, in verband met de uitnodiging die de desbetreffende sectoren
de komende periode aan hun zorgmedewerkers gaan versturen.
In het merendeel van de lopende gevallen zal terugdraaien van de uitnodigingen niet
meer mogelijk zijn omdat de betreffende vaccinaties al zijn toegediend. Daar waar
de vaccinatie al heeft plaatsgevonden acht ik het niet wenselijk om ervoor te zorgen
dat de tweede prik niet wordt gegeven. Dit zal namelijk leiden tot verspilling van
vaccins omdat met alleen een eerste prik de vaccinatie niet is voltooid. Indien de
tweede prik niet tijdig wordt gegeven zullen mensen later opnieuw een eerste prik
moeten krijgen, wat uiteindelijk extra vaccin zal kosten.
Naast de vragen over de vaccinatie van zorgmedewerkers stelt u ook een aantal andere
specifieke vragen. Ik ga daarop hieronder in.
U vroeg hoe dit gedrag van bestuurders zich verhoudt tot de Governancecode Zorg; wie
toezicht houdt op dit moreel verwerpelijk gedrag en welke mogelijkheden voor sanctie
bestaan.
De Governancecode Zorg schrijft voor dat bestuurders waarden en normen hanteren die
passen bij de maatschappelijke positie van de zorgorganisatie. «De waarden moeten
zichtbaar worden in cultuur en gedrag. De maatschappelijke positie van zorgorganisaties
vraagt ook om sensitiviteit voor publieke waarden als rechtmatigheid, rechtvaardigheid
en rechtszekerheid», aldus de code.
Het is in eerste instantie de interne toezichthouder die erop toeziet dat de bestuurder
de code naleeft. Daarnaast kan elke belanghebbende, (dat kan ook de cliëntenraad of
ondernemingsraad zijn) die meent dat de zorgaanbieder de Governancecode Zorg niet
heeft nageleefd dit voorleggen aan de Governancecommissie die is ondergebracht bij
het Scheidsgerecht Gezondheidszorg (als het gaat om een aanbieder die lid is van Actiz,
de Nederlandse GGZ, de NFU, de NVZ of VGN). De Governancecommissie kan naar aanleiding
van de behandeling van een schriftelijk toetsingsverzoek een oordeel geven en aanbevelingen
doen omtrent de naleving door de betrokken zorgorganisatie van een of meer principes
van de Governancecode Zorg in een concreet geval.
Daarnaast is er een rol voor de brancheorganisatie, als de betreffende aanbieder daar
lid van is. Deze kan bij het niet naleven van de code of naar aanleiding van een uitspraak
van de governancecommissie in gesprek gaan met de bestuurder. De uiterste sanctie
op het niet naleven van de code is het opzeggen van het lidmaatschap van de brancheorganisatie.
U vroeg hoeveel mensen zijn gevaccineerd terwijl zij geen direct patiëntcontact hebben.
Dit is niet aan te geven. In de registratie van de GGD wordt namelijk niet bijgehouden
welke werkzaamheden de mensen die gevaccineerd worden uitvoeren. De GGD vaccineert
de mensen die een uitnodigingsbrief hebben ontvangen van hun werkgever.
U vroeg hoeveel mensen zijn gevaccineerd terwijl zij niet aan de beurt waren.
Hierboven heb ik aangegeven dat niet bekend is hoeveel zorgmedewerkers zonder direct
patiëntencontact via de GGD zijn gevaccineerd. Behalve via het GGD-traject zijn ook
bij de vaccinatie van de bewoners van zorginstellingen soms zorgmedewerkers gevaccineerd,
wanneer dit een alternatief was voor het weggooien van vaccin dat bedoeld was voor
bewoners. Er is namelijk afgesproken dat deze zogenoemde spillage kan worden gebruikt
om medewerkers te vaccineren, waarbij voorrang wordt gegeven aan medewerkers die nauw
werken met Covid-patiënten, dus op de cohort afdeling. Het is mij niet bekend hoeveel
zorgmedewerkers er uit de spillage zijn gevaccineerd en of zij behoren tot de afgesproken
groep.
U vroeg waarom er geen enkele controle is op de bestelde vaccins.
Ik ga ervan uit dat deze vraag de vaccins betreft die door instellingen worden besteld
ten behoeve van het vaccineren van bewoners. Bij deze bestellingen voert het RIVM
een controle uit, door het aantal bestelde vaccins af te zetten tegen het aantal cliënten
in de bestellende instelling. In sommige gevallen heeft dit ertoe geleid dat de bestelling
omlaag is bijgesteld. Doordat er zuinig werd geprikt, zijn er vaak ook meer vaccinaties
uit een flacon gehaald dan waarop gerekend was. Daarnaast bleef vaccin over doordat
bewoners niet geprikt konden worden vanwege Covid-uitbraken in instellingen. Op verschillende
momenten en via verschillende wegen is met de instellingen gecommuniceerd dat zij
contact moesten opnemen met het RIVM als ze onverhoopt ongebruikte flacons vaccin
overhielden. Deze flacons werden dan overgedragen aan de GGD. Deze afspraken gelden
overigens nog steeds.
U vroeg wat dit concreet betekent voor de groep 60-plussers, de groep 60-plussers
met medische indicatie en voor de groep kwetsbare mensen onder de 60 jaar.
Elk vaccin kan maar één keer gezet worden en hierdoor leidt het vaccineren van de
verkeerde groep potentieel tot verdringing. In de vaccinatiestrategie is er juist
ook voor gekozen om te starten met vaccinatie van de meest kwetsbare groepen om (ernstige)
ziekte en sterfte door corona te voorkomen en te verminderen. Het blijft dan ook van
het grootste belang dat instellingen zorgvuldig en precies conform instructies bestellen
en dat organisaties alleen de voor vaccinatie al aangewezen geprioriteerde zorgverlenende
medewerkers uitnodigen voor vaccinatie bij de GGD.
Overigens wordt er in de vaccinatiestrategie geen onderscheid gemaakt tussen de groep
60-plussers en de groep 60-plussers met een medische indicatie. De Gezondheidsraad
heeft aangegeven dat leeftijd boven de 60 jaar de dominante risicofactor is.
U vroeg of in de RIVM-cijfers duidelijk kan worden gemaakt hoeveel thuiswonende ouderen
tot nu toe precies zijn gevaccineerd en hoeveel medewerkers in de zorg zijn gevaccineerd
en of het overzicht van de huidige planning (op basis van thans beschikbare vaccins),
verdeeld naar leeftijd, toegevoegd kan worden.
De vaccinatiestrategie en daarmee indicatieve planning is weergegeven in de flowchart.
De planning van de gerealiseerde en verwachte aantal vaccinaties voor de komende weken
wordt op het coronadashboard getoond. Op dit moment is het nog niet mogelijk inzicht
te bieden in de vaccinaties per (leeftijds)groep.
Zodra het mogelijk wordt om onderscheid te maken tussen de verschillende te vaccineren
doelgroepen zullen de cijfers beschikbaar komen op www.coronadashboard.rijksoverheid.nl.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport