Brief regering : Geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Handel van 2 maart 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2294 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Buitenlandse Zaken
Handel van 2 maart 2021.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL (INFORMEEL) VAN 2 MAART 2021
Op 2 maart 2021 zal een informele Raad Buitenlandse Zaken Handel plaatsvinden middels
een videoconferentie. Deze bijeenkomst zal geheel in het teken staan van de mededeling
van de Commissie over de EU Trade Policy Review die op 18 februari 2021 is gepubliceerd.1 Lidstaten zullen tijdens de bijeenkomst met de Commissie van gedachten wisselen over
de handelspolitieke strategie van de EU voor de komende jaren. Deze informele Raad
Buitenlandse Zaken Handel is niet het enige moment waar de Raad zal stilstaan bij
de mededeling. Onder het Portugees Voorzitterschap worden Raadsconclusies over de
mededeling opgesteld. Het streven is om deze tijdens de Raad Buitenlandse Zaken Handel
in mei aan te nemen. In de Raadsconclusies wordt de visie van de Raad op de handelspolitieke
strategie voor de komende jaren uiteengezet.
EU Trade Policy Review
In de mededeling geeft de Commissie aan dat handel één van de meest krachtige instrumenten
van de EU is. De Commissie plaatst de herziening van het handelsbeleid in de context
van een aantal trends en uitdagingen, waaronder globalisering, de opkomst van China,
klimaatverandering, COVID-19 en digitalisering en «verdienstelijking» van de Europese
economie. De Commissie beziet de herziening van het handelsbeleid tevens in het licht
van «open strategische autonomie», waarbij het gaat om het vermogen van de EU om eigen
keuzes te maken en de wereld om zich heen te vormen middels leiderschap en betrokkenheid,
in aansluiting op de strategische belangen en waarden van de Unie.
Één van de kerndoelen van het herziene handelsbeleid is om herstel van de Europese
economie post-COVID-19 te bevorderen en om hervormingen in lijn met de Green Deal
en de Europese digitaliseringsstrategie te ondersteunen. Via het EU-handelsbeleid
wil de Commissie ook verder inzetten op multilaterale afspraken voor een duurzamere
en eerlijkere globalisering. Om deze doelstellingen te behalen, zal de Commissie zich
de komende periode richten op hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het
ondersteunen van de transitie richting een volledig duurzame EU, het bevorderen van
duurzame waardeketens en maatschappelijk verantwoord ondernemen, en nieuwe afspraken
en standaarden op het gebied van digitale handel. Ook zal de Commissie meer nadruk
leggen op het versterken van de regelgevende invloed van de EU en de implementatie
en handhaving van afspraken in handelsakkoorden versterken. Daarbij verwijst de Commissie
in de mededeling ook naar het nieuwe klachtenmechanisme, het Single Entry Point. Tot slot zal de Commissie streven naar een mondiaal gelijker speelveld, bijvoorbeeld
door het maken van scherpere internationale afspraken ten aanzien van subsidies.
Op hoofdlijnen voldoet de mededeling van de Commissie aan de kabinetsprioriteiten
voor de EU Trade Policy Review. Uw Kamer is geïnformeerd over deze kabinetsinzet (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2197). Ook het Frans-Nederlandse non-paper over handel, duurzaamheid en sociaaleconomische
ontwikkeling (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1541) en het Nederlandse non-paper over handel en gender (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2238) maken deel uit van die inzet. Nederland heeft met deze inzet vorig jaar als eerste
lidstaat haar prioriteiten gedeeld met de Commissie en de Raad. Zo is het voor het
kabinet essentieel dat de voordelen van het open en op regels gebaseerde internationaal
handelsstelsel behouden blijven en een onnodige ontvlechting van waardeketens voorkomen
wordt. Het Europees handelsbeleid moet bijdragen aan een mondiaal gelijker speelveld,
de kansen voor het Europees bedrijfsleven vergroten, eenzijdige afhankelijkheden tegengaan
en een duurzaam economisch herstel bevorderen. Ook zet Nederland in op een gendersensitief
handelsbeleid.
Het kabinet verwelkomt het feit dat diverse elementen uit de Nederlandse inzet terugkomen
in de mededeling, zoals de rol die EU-handelsbeleid en de marktmacht van de EU spelen
als instrument ter ondersteuning van de geopolitieke doelstellingen van de EU, waaronder
op het gebied van de Green Deal. Ook zet de Commissie in op effectieve implementatie
en handhaving van afspraken in handelsakkoorden en op het sterker verankeren van duurzaamheid
(met name ten aanzien van milieu- en arbeidsnormen) in zowel de bilaterale als de
multilaterale handelsagenda. Op het gebied van digitale handel wil de Commissie tot
ambitieuze afspraken en standaarden komen. Nederland steunt dit. Het kabinet heeft
ook aandachtspunten voor de opvolging van de nieuwe handelspolitieke strategie. Zo
had het kabinet op het gebied van handel en gender graag meer ambitie gezien in de
mededeling. Zoals gebruikelijk zal uw Kamer uitgebreider worden geïnformeerd over
de kabinetspositie ten aanzien van de inhoud van de mededeling via een BNC-fiche.
De kabinetsprioriteiten voor de EU Trade Policy Review zullen ook de basis vormen voor de Nederlandse inbreng tijdens de discussie in de
aankomende informele Raad Buitenlandse Zaken Handel. Nederland zal daarbij in het
bijzonder aandacht vragen voor de rol van duurzame ontwikkeling in EU-handelsbeleid
en daarbij tevens ingaan op het nieuwe klachtenmechanisme van de Commissie. Ook zal
Nederland verwijzen naar het belang van een ambitieuze EU-inzet op handel en gender.
Uiteraard blijft Nederland onverminderd inzetten op hervorming van de WTO, waarbij
duurzaamheid en bevordering van een mondiaal gelijk speelveld hoog op de agenda moeten
staan.
In dit licht is het kabinet verheugd met de recente benoeming van Dr. Ngozi Okonjo-Iweala
tot Directeur-Generaal van de WTO. Dr. Okonjo-Iweala zal naar verwachting op 1 maart
aanstaande starten in haar nieuwe functie. Het kabinet verwacht dat de benoeming van
de nieuwe directeur-generaal een belangrijke impuls kan geven aan het werk van de
WTO.
Overig
Stand van zaken openstaande toezeggingen:
Toezegging productiestandaarden binnen de WTO, Begrotingsbehandeling BHOS 2 december
2020
Tijdens de Begrotingsbehandeling BHOS van 2 december 2020 (Handelingen II 2020/21,
nr. 32, Debat over de Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2021)
heb ik uw Kamer toegezegd te kijken naar de mogelijkheden binnen de Wereldhandelsorganisatie
voor het weren van producten op basis van productiewijze.
De WTO-regels zijn gericht op voorkomen van misbruik van handelsmaatregelen. WTO-leden
mogen nationale milieu- en arbeidsmaatregelen treffen, zolang deze niet discrimineren
tussen derde landen of tussen nationale en buitenlandse producten. Nederland heeft
groot belang bij het voorkomen van arbitrair gebruik van handelsmaatregelen en streeft
naar het behoud van een op regels gebaseerd handelssysteem. Tegelijkertijd zou het
in sommige gevallen gerechtvaardigd kunnen zijn om aan EU en non-EU producten productievoorwaarden
te stellen ten behoeve van bescherming van het milieu als global public good. Dergelijke maatregelen dienen proportioneel te zijn en zo min mogelijk handelsverstorend.
Bovendien dienen te allen tijde de non-discriminatieprincipes te worden gerespecteerd.
Het kabinet zal onderzoek laten doen naar de rol van milieubescherming- en arbeidsrechten
binnen de WTO. Daarbij zal worden betrokken de mate waarin dergelijke milieu- en arbeidsmaatregelen
kunnen rekenen op voldoende steun op mondiaal niveau op basis waarvan gerechtvaardigde
handelsmaatregelen genomen zouden kunnen worden, zonder dat sprake is van discriminatie
tussen landen en producten.
Versterkte samenwerking tussen de WTO en de International Labour Organisation (ILO)
op de samenhang tussen handel en arbeid is daarnaast wenselijk. De Permanente Vertegenwoordiging
van Nederland in Genève laat momenteel onderzoek uitvoeren naar mogelijkheden tot
verdere samenwerking tussen de ILO en de WTO. Nederland kan op basis hiervan in EU-verband
voorstellen ontwikkelen en inbrengen. Handelsbeleid is immers een exclusieve competentie
van de Europese Unie.
Voortgang motie Van Haga/Baudet (Kamerstuk 35 570 XVII, nr. 44) over het tegengaan van verdere oneerlijke concurrentie in de staalsector door de
CO2-invoerheffing
Het kabinet ziet uit naar het voorstel van de Europese Commissie voor een Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Deze publicatie is voorzien voor juni 2021. Het is nog niet bekend welke
vorm een dergelijk mechanisme zal hebben en wat de reikwijdte (product scope) hiervan zal zijn. Daarom kan nog niet gezegd worden of – en op welke manier – een
CBAM effect zal hebben op dergelijke eindproducten. Het kabinet vindt het van belang
dat de Europese Commissie mogelijke stroomafwaartse effecten (downstreameffecten)
van een CBAM onderzoekt. Daarnaast zal het kabinet, zoals toegezegd in de Toelichting
op de Strategische Evaluatie Agenda2, onderzoek laten uitvoeren naar wat onder andere de klimaat- en economische effecten
van een CBAM (kunnen) zijn bij bepaalde technische vormgevingskeuzes.
Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – februari 2021
Deze bijlage bevat informatie omtrent EU-handelsakkoorden die nog niet definitief
in werking zijn getreden en EU-handelsakkoorden waarbij de betrokken partijen al wel
de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage
wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.
A. Multilaterale handelsakkoorden
Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies
Het mandaat om binnen de WTO over visserijsubsidies te onderhandelen is onderdeel
van de Doha Ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA). Doel is om bepaalde vormen van subsidie af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit
en overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde
(IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling
van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Het is WTO-leden niet gelukt om in 2020
de onderhandelingen af te ronden, onder andere vanwege beperkingen door de COVID-19
pandemie. De EU blijft gecommitteerd aan het bereiken van een ambitieuze overeenkomst,
waarvoor de huidige tekst van de voorzitter de basis kan vormen. Streven is om bij
de 12e Ministeriële Conferentie (MC12, nu voorzien voor 2021 op een nog te bepalen
datum) het resultaat te presenteren. Het is belangrijk om nu de vaart in de onderhandelingen
te houden.
B. Plurilaterale handelsakkoorden
Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):
Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord.
Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen
aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over
een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde
diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis
van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes
plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden,
maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is
onduidelijk wanneer deze onderhandelingen worden hervat, ook gezien het veranderde
internationale krachtenveld sinds 2016. Nederland steunt, in lijn met eerdere toezeggingen
ten aanzien van de onderhandelingen over een milieugoederenakkoord (Kamerstuk 21 501, nr. 02, nr. 2097 en de motie met Kamerstuk 21 501-02, nr. 2085)3, de inzet van de Europese Commissie op het gebied van duurzaamheid in het kader van
de WTO, waaronder een initiatief om handel in groene klimaatgoederen en diensten te
bevorderen.
Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):
Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de
EU tot december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van
de Raad uit maart 2013.4 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale
e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving.
Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van
deze ronde op haar website gepubliceerd.5 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen
onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer deze onderhandelingen worden
hervat.
Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce)
In december 2017 hebben 71 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, op de
11eMinisteriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd die als
startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen
over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming,
bescherming van persoonsgegevens en privacy en grensoverschrijdende datastromen. In
januari 2019 hebben 76 leden van de WTO, waaronder de eerdergenoemde leden, in een
gezamenlijk Joint Statement Initiative (JSI) te Davos besloten onderhandelingen te starten over de aan handel gerelateerde
aspecten van e-commerce. Ondertussen is het aantal deelnemers gestegen tot 86.
De onderhandelingen vinden voor de EU plaats op basis van het mandaat voor de Doha
Ontwikkelingsagenda, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019
door de Raad zijn vastgelegd6. Door COVID-19 is een aantal rondes geannuleerd, maar vanaf juni jl. zijn deze weer
aangevangen in hybride vorm. Naast de plenaire vergaderingen hebben op een tiental
onderwerpen bijeenkomsten in kleiner verband middels werkgroepen plaatsgevonden om
de teksten verder te stroomlijnen. In augustus 2020 werd een stocktaking-tekst gepresenteerd. Er is begin 2021 overeenstemming bereikt over een tekst over
spam (ongewenste elektronische post). Consensus wordt ook verwacht over: e-signature (elektronische handtekening) en consumentenbescherming.
C. Bilaterale handelsakkoorden
C.1 Afrika:
In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille
Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn
verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en
één in de Stille Oceaan. Nog niet alle EPA’s zijn volledig in werking; in de tussentijd
heeft de EU (interim-) EPA’s gesloten met afzonderlijke landen (Kameroen, Ivoorkust,
Ghana).
Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):
In deze regio is de EPA alleen getekend door Kameroen. Met dat land vindt overleg
plaats over een mogelijke verdieping van de overeenkomst. De laatste onderhandelingsronde
vond in februari 20197 plaats. Wel vindt nog virtueel overleg plaatst over de implementatie van de afspraken,
o.a. over arbitrage en oorsprongsregels. Onderhandelingen met andere landen in Centraal-Afrika
verlopen moeizaam. Congo komt in aanmerking voor preferenties onder het Algemeen Preferentieel
Stelsel. Sinds 1 januari 2014 komt Gabon daar niet meer voor in aanmerking. De overige
landen van deze regio vallen onder de «minst ontwikkelde landen» en genieten daarom
rechten- en quota-vrije toegang tot de EU-markt onder het zogenoemde «Everything but Arms» schema.
Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):
Eind 2014 is een akkoord over een EPA bereikt met de zestien landen in de Westelijk
Afrikaanse regio (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Van hen hebben dertien landen het akkoord direct getekend. In 2018 hebben
ook Gambia en Mauritanië getekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is
dat de EPA niet getekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing
wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord getekend hebben en minimaal twee derde van
de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In 2016 zijn interim-EPA’s met
Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen8. Beide worden voorlopig toegepast.
Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):
Eind 2014 is een akkoord bereikt met de vijf landen in de Oostelijk Afrikaanse regio
(de East African Community, EAC) over een EPA. Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst.
Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. Op de EAC-Top van
20 mei 2017 is de EU ingegaan op zorgpunten van enkele EAC-leden. Op de EAC-Top van
1 februari 2019 werd afgesproken om binnen vier maanden meer helderheid te krijgen
over deze zorgpunten en de EU bood ook technische assistentie aan, maar voortgang
is sindsdien uitgebleven.
Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):
Sinds 2012 is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een EPA van kracht.
In januari 2019 kwamen partijen overeen om de overeenkomst te verdiepen. Zo hebben
onder meer discussies plaatsgevonden over modernisering van de regels van oorsprong.
In januari 2020 is het EPA-comité bijeengekomen in de Seychellen en is gesproken over
verdere verdieping van het akkoord. Er werd met name voortgang geboekt op technische
handelsbarrières, douane, handelsfacilitatie, voedselveiligheid en landbouw. De tweede
onderhandelingsronde vond virtueel in juli 20209 plaats. Daar werd ook gesproken over diensten en investeringen. De ambitie is te
komen tot een veelomvattend modern akkoord met betrokkenheid van de «civil society» en de parlementen. In november is voor het eerst gesproken over handel en duurzame
ontwikkeling. De volgende, vierde onderhandelingsronde staat gepland voor april en
zal ook over diensten, digitale handel en investeringen gaan.
Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):
In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse
regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland).
Angola heeft formeel haar «accession negotiation letter» ingediend en de toetredingsprocedure is in gang gezet. De SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari
2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika.
De zes andere landen in de SADC-regio (te weten: de Democratische Republiek Congo,
Madagaskar, Malawi, Mauritius, Zambia en Zimbabwe), maken deel uit van andere regionale
groepen waarmee de EU samenwerkt, te weten Centraal Afrika, respectievelijk Oostelijk
en Zuidelijk Afrika.
Een eerste gezamenlijke Raad vond plaats op 19 februari 2019 in Kaapstad, waarbij
een kader werd afgesproken voor geschillenbeslechting. Op 14 juni 2019 verzocht de
EU formeel om consultaties over een vrijwaringsmaatregel voor pluimvee. De consultaties
vonden op 13 september 2019 in Gaborone in Botswana plaats maar leidden niet tot een
oplossing. De Europese Commissie is daarop een geschillenbeslechtingsprocedure gestart.
Zuid Afrika en de EU hebben leden voorgedragen voor het arbitragepanel die uitspraak
zal doen. Parallel aan de eerste Raad, vond de vijfde bijeenkomst plaats van het Comité
voor Handel en Ontwikkeling (TDC) alsmede de tweede bijeenkomst van zowel het Comité
voor handelsfacilitatie en douanesamenwerking als het Comité voor geografische aanduidingen
en handel in wijnen en sterke dranken. In februari 2020 vond de zesde TDC-bijeenkomst
plaats waar gesproken werd over monitoring van het akkoord, betrokkenheid van het
maatschappelijk middenveld en «trade irritants».10 Op 26 februari a.s. vindt de zevende bijeenkomst plaats voor Handel en Ontwikkeling
waar o.a. monitoring en evaluatie op de agenda staat, de landbouw vrijwaringsclausule
en de toetreding van Angola tot SADC-EU EPA.
Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel
van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële
producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel
een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese
Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord,
met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover
is gestart in juni 2013, maar er is nog geen zicht op opening van de onderhandelingen.
Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000.
Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële
producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese
Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord,
met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen
daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014
liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming.
Tijdens de EU-Marokko Associatieraad in juni 2019 is nog gesproken over hervatting
van de onderhandelingen.11
Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008
zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de
Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van
het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De
EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes zijn online beschikbaar.12 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in
Tunis. Het verslag van deze onderhandelingsronde is ook online beschikbaar.13 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.
C.2 Azië:
ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):
In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)14 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat
uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om
de onderhandelingen te vervolgen op het niveau van bilaterale handelsakkoorden met
ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot
een regionaal handelsakkoord te komen. Op 1 december 2020 vond de 23e ASEAN-EU ministeriële ontmoeting (virtueel) plaats, waar ASEAN en de EU hun betrekkingen
verdiepten door een strategisch partnerschap te sluiten. Hier herbevestigden ASEAN
en de EU hun intenties om uiteindelijk tot een regionaal handelsakkoord te komen.
China (EU-China Investment Agreement):
Op 30 december 2020 kondigden de EU en China aan een principeovereenkomst te hebben
bereikt over het EU-China Comprehensive Agreement on Investment (CAI). De Kamer is
hierover geïnformeerd per brief15.
De onderhandelingen over het CAI waren gaande sinds 2013. Het doel is om een kwalitatief
hoogwaardig akkoord te sluiten, waarbij het gaat om het verzekeren van markttoegang
op het gebied van investeringen, het verbeteren van transparantie, duurzaamheidsafspraken
en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme
volgens de nieuwe EU-benadering. Over dat laatste hebben de EU en China tot nu toe
geen overeenstemming kunnen bereiken. De principeovereenkomst bevat een bepaling,
waarmee de verdragspartijen zich verbinden tot het voortzetten van reeds gevorderde
onderhandelingen om tot een overeenkomst over investeringsbescherming en investeringsgeschillenbeslechting
te komen (in een zogenaamde «rendez-vous clausule»).
De conceptteksten van het akkoord zijn publiek gemaakt op 22 januari 202116. De teksten van de annexen zijn nog niet gedeeld. Op basis van de tekst van de principeovereenkomst
lijkt sprake te zijn van een EU-only overeenkomst. Het definitieve, juridisch geschoonde
en vertaalde verdrag, op basis waarvan lidstaten zullen moeten besluiten over ondertekening
van het verdrag, wordt niet eerder dan tegen eind 2021 verwacht. Zoals vermeld in
de beantwoording op Kamervragen over het CAI (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2255) kan het kabinet pas een volledige analyse van het akkoord maken als een definitieve
tekst beschikbaar komt inclusief alle bijlagen17.
Er zijn nog de nodige stappen te gaan voordat de overeenkomst is goedgekeurd en in
werking kan treden. Allereerst moeten de definitieve teksten gereed komen, waarbij
zal moeten blijken of de Europese Commissie inderdaad een EU-only overeenkomst zal voorstellen. Dan zal de Commissie de Raad een voorstel doen voor
een besluit tot ondertekening en eventueel voorlopige toepassing. Daarover moet de
Raad een besluit nemen. Als de Raad besluit tot ondertekening, zal de Commissie na
ondertekening door beide partijen, de Raad een voorstel doen tot sluiting van de overeenkomst.
Dat voorstel wordt ter goedkeuring aan het Europees Parlement voorgelegd.
Los van het CAI, zal op 1 maart 2021 de EU-China overeenkomst over geografische indicaties
van kracht worden.
Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):
In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en
de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie
voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat
van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal
handelsakkoord met de ASEAN- regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats
van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze
ronde op haar website gepubliceerd.18 Op dit moment is geen volgende onderhandelingsronde gepland.
India (India-EU Free Trade Agreement):
De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord.
Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen
om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig
niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. De Commissie
blijft de strategische dialoog met India voortzetten om de onderhandelingen in de
toekomst te kunnen heropenen. Bovendien onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheid
voor een separaat investeringsakkoord. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart
van de onderhandelingen.
Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA):
De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een voorzitterschapsnotitie voor de start
van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie
vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Van 15 tot 26 juni 2020
vond de tiende onderhandelingsronde via videoconferentie plaats. Het verslag van de
laatste digitale ronde is te vinden op de website van de Europese Commissie.19 Tijdens deze ronde hebben de EU en Indonesië onder andere voortgang geboekt op het
gebied van regels van oorsprong en technische handelsbelemmeringen. Op andere onderwerpen,
zoals handel in goederen en handel en duurzame ontwikkeling is weinig voortgang geboekt.
Ook is nog geen markttoegangsaanbod op het gebied van overheidsopdrachten uitgewisseld.
Een volgende digitale onderhandelingsronde is gepland in de week van 22 februari 2021.
Irak (Partnership and Cooperation Agreement):
Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten
de ratificatie nog niet heeft afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord
sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.
Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):
In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing
van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In
2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten.
In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding
en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en
investeringen. Er is voorlopig geen eerste onderhandelingsronde gepland.
Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):
In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing
door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie
(samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken
over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met
de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen
van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De
Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Op 29 oktober 2018 (Kamerstuk
35 062, nr. 3) is de memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede
Kamer en Eerste Kamer gestuurd. De Tweede Kamer heeft dit tijdens de plenaire behandeling
op 7 februari 2019 aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 5 maart 2019 (Handelingen II
2018/19, nr. 51, item 3) heeft ingestemd. Het akkoord treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd
hebben.
Kirgizië (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (ECPA))
De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren:
een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit
de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie
en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond
van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling
aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van
het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om
de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. De Raad heeft het onderhandelingsmandaat
op 9 oktober 2017 goedgekeurd. Onderhandelingen over het handelsdeel zijn op 28 februari
2018 van start gegaan. Ten aanzien van handel zijn de onderhandelingsteksten gemodelleerd
op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan.20 Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische
douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De zevende en laatste onderhandelingsronde
vond plaats van 6 tot en met 8 juni 2019. Tijdens de EU-Centraal-Azië Ministeriële
bijeenkomst hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. De tekst van
het handelsgedeelte van het akkoord wordt momenteel juridisch opgeschoond en vertaald.
Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):
Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober
2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en
tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. Op dit moment is nog geen zicht
op hervatting van de onderhandelingen.
Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):
In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn
de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord
begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen
te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het
akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming
en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen
plaatsgevonden.21 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.
Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)
De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. De EU en Oezbekistan onderhandelen over
een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november
2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het Enhanced Partnership Cooperation Agreement formeel en marge van de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. De meest recente
en zevende onderhandelingsronde van het handelsgedeelte vond digitaal plaats van 8–12 februari
2021.
Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):
De EU-Singapore akkoorden zijn op 19 oktober 2018 ondertekend. Het gaat om een handelsakkoord
en een investeringsakkoord. De akkoorden vormen een belangrijke kans voor het bedrijfsleven
en zullen tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU
en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore
behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Het handelsakkoord
is op 21 november 2019 in werking getreden. Bij de viering van het 1-jarig bestaan
van het verdrag tekenden de EU en Singapore een samenwerkingsovereenkomst «Administrative arrangement on cluster cooperation», een instrument voor het benutten van de voordelen van EUSFTA door middel van regelmatige
uitwisselingen en business matchmaking voor Singaporese en Europese bedrijven. Het
investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming.
Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen
Nederland en Singapore vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord
en het EU-investeringsakkoord op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het investeringsakkoord
is een gemengd akkoord en kan pas in werking treden nadat het is geratificeerd door
alle EU-lidstaten. In Nederland is de goedkeuring van het investeringsakkoord in voorbereiding.
Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):
De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in
1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in
2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie
in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in
reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties.
Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.
Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):
In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat
uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8
tot en met 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen
stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts
worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht
is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar
aanleiding hiervan stelt de Raad, in de Raadsconclusies van 14 oktober 201922, dat de nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieuze
en alomvattende vrijhandelsovereenkomst te hervatten. Nederland heeft tijdens de RBZ/Handel
in november 2019 gesteld dat de EU zou moeten overwegen opnieuw naar de onderhandelingsinzet
te kijken. Dit is met de Europese Commissie besproken die heeft aangegeven hier positief
tegenover te staan. Het is nog niet bekend of en wanneer de onderhandelingen met Thailand
daadwerkelijk hervat zullen worden.
Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):
Er is sprake van een EU-only handelsakkoord en een gemengd investeringsakkoord. Beide akkoorden zijn op 30 juni
2019 ondertekend door de twee verdragspartijen (EU en Vietnam).
Op 12 februari 2020 heeft het Europees Parlement beide akkoorden goedgekeurd. De Raad
heeft op 30 maart 2020 via een schriftelijke procedure een besluit tot sluiting van
het handelsakkoord genomen. Het handelsakkoord is, nadat het op 8 juni 2020 door de
Vietnamese Nationale Assemblee werd goedgekeurd, per 1 augustus 2020 volledig in werking
getreden. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het door de
nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd.
Na het handelsakkoord met Singapore is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in
de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. Het handelsakkoord is een veelomvattend
en gebalanceerd akkoord. Nu het handelsakkoord in werking is getreden, zijn bijna
alle import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden geleidelijk
afgebouwd. Het akkoord levert Europese exporteurs en investeerders daarmee verbeterde
toegang tot de Vietnamese markt met ruim 90 miljoen consumenten. Bovendien bevat het
akkoord een robuust duurzaamheidshoofdstuk. Het investeringsakkoord lijkt sterk op
het investeringsakkoord van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord
de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.
C.3 Europa:
Andorra, Monaco en San Marino (gezamenlijk Association Agreement):
De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino
is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt
er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in één associatieakkoord.
De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante
verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino,
vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
De onderhandelingen bevinden zich momenteel in de finale fase. Nederland is voorstander
van een zo goed mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese
interne markt door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten.
Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen,
diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten
grondig wordt onderbouwd.
Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA)):
Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA) voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie
en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door
beide partijen ondertekend. Deze CEPA vervangt het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de EU hadden als onderdeel van een associatieakkoord in 2013 reeds de
onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat
Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane-unie van Rusland,
Kazachstan, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met
de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het
DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen
zo veel mogelijk afspraken uit het DCFTA in stand te houden.
Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):
De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft
de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren
van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen
zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte
van een nieuw akkoord vond plaats van 23 tot en met 25 april 2019 in Baku. Hoewel
de onderhandelingen in 2020 vertraging hebben opgelopen, bevinden deze zich in een
vergevorderd stadium.
Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):
De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen
begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van
de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld.
In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden
hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne.
Turkije (Modernised Customs Union):
Sinds 1995 vormen de EU en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016
heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om
de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden
met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen.
De Europese Raad heeft op 1 en 2 oktober 2020 besloten om tot een tweesporen-benadering
ten aanzien van Turkije te komen (zie ook Kamerstuk 21 501-20, nr. 1610). Indien de Turkse constructieve inspanningen om illegale activiteiten ten aanzien
van Griekenland en Cyprus te beëindigen worden voortgezet, dan zal de voorzitter van
de Europese Raad, in samenwerking met de voorzitter van de Europese Commissie en met
de steun van de Hoge Vertegenwoordiger, een voorstel uitwerken om de relatie tussen
de EU en Turkije nieuwe energie te geven. In deze dialoog kunnen de modernisering
van de douane-unie en handelsfacilitatie, de zogeheten people-to-people contacten,
dialogen op hoog niveau en in het bijzonder de voortgezette migratiesamenwerking onder
de EU-Turkije verklaring van 2016 aan bod komen. In de bespreking van dit eerste spoor
kwam uitdrukkelijk aan de orde dat de zorgen van de EU over de ontwikkelingen in Turkije
ten aanzien van de rechtsstaat niet zijn weggenomen en dat deze onderdeel zullen blijven
van de dialoog.
Verenigd Koninkrijk (Trade and Cooperation Agreement (TCA))
Op 24 december jl. heeft de EU met het VK een politiek akkoord bereikt over een handels-
en samenwerkingsovereenkomst. De Kamer heeft een appreciatie van deze overeenkomst
ontvangen op 27 december jl. (Kamerstuk 35 393, nr. 12)23 De overeenkomst wordt sinds 1 januari 2021 voorlopig toegepast, in afwachting van
goedkeuring door het Europees Parlement en sluiting door de Raad.
C.4 Noord- en Midden-Amerika:
Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):
Nederland heeft net als Canada, de EU en de andere EU-lidstaten het EU-handelsakkoord
met Canada (CETA) in 2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement
het akkoord goedgekeurd. De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september
2017 voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten
opgestart. De Nederlandse CETA-goedkeuringswet (Kamerstuk 35 154) is op 5 maart 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de loop van 2019 hebben een
schriftelijke vragenronde, twee technische briefings en een rondetafelgesprek over
CETA plaatsgevonden. De Tweede Kamer heeft vervolgens op 12 en 13 februari jl. (Handelingen
II 2019/21, nrs. 53 en 54, items 2, 5 en 7) over CETA gedebatteerd en voor dit verdrag
gestemd. De Eerste Kamer behandelt momenteel de goedkeuringswet. Er hebben twee schriftelijke
rondes en twee expertbijeenkomsten plaatsgevonden. CETA treedt volledig in werking
na ratificatie door Canada, de EU en de EU-lidstaten.
Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):
In 2008 zijn de onderhandelingen over de CARIFORUM-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures
zijn gestart en de EPA voorlopig wordt toegepast. Nederland heeft het akkoord geratificeerd.
De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd. Aan
implementatie van het akkoord wordt gestaag gewerkt. Op 27 en 28 november 2019 vond
de negende bijeenkomst plaats van het Comité Handel en Ontwikkeling. De volgende bijeenkomst
van de gezamenlijke CARIFORUM-EU Raad was voorzien in de eerste helft van 2020, maar
heeft nog niet plaatsgevonden. Het evaluatie rapport van CARIFORUM werd 21 januari
jl. gepubliceerd en beslaat de periode 2008–201824. Om de voordelen van de EPA beter te benutten beveelt het rapport o.a. aan de transparantie
en de bewustwording te verbeteren, een gunstiger ondernemingsklimaat te bevorderen
en de capaciteit van de overheid te versterken in de CARIFORUM-landen.
Mexico (modernisering EU-Mexico Global Agreement):
Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering
van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 28 april 2020 is er een politiek
akkoord bereikt tussen de Europese Commissie en Mexico. Momenteel vindt de juridische
opschoning van de tekst plaats. Naar verwachting zal de Commissie dit jaar het akkoord
ter besluitvorming voorleggen aan de Raad. Het handels- en investeringsdeel van de
Global Agreement zet in op 97% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name
de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, zoals zuivel, pluimvee,
varkens, eierproducten, aardappelen, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord
zich op het wegnemen van onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels.
Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor
de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen
en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het
maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.
Verenigde Staten:
De EU en de Verenigde Staten zijn in juli 2013 de onderhandelingen over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) gestart. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang er in de
onderhandelingen is geboekt.25 De TTIP-onderhandelingen zijn kort daarna opgeschort. Bij de vaststelling van de
hieronder beschreven twee mandaten heeft de Raad verklaard dat de onderhandelingsrichtlijnen
voor het TTIP beschouwd moeten worden als verouderd en niet meer relevant.
Op 15 april 2019 heeft de Raad twee mandaten verleend aan de Europese Commissie om
met de Verenigde Staten te onderhandelen. Het gaat om (1) een mandaat voor onderhandelingen
over een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging voor industriële goederen, inclusief
visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen over een akkoord met betrekking
tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.26 Inmiddels zijn de onderhandelingen over conformiteitsbeoordelingen gestart.
C.5 Oceanië:
Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):
Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië
is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.27 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van
de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Op 18 juni
2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Er hebben
tot nu toe acht onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De negende onderhandelingsronde
vond plaats van 30 november–11 december 2020 per videoconferentie28.
Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):
Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland
is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.29 Op 21 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland officieel
begonnen. Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie
van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Er hebben
tot nu toe acht onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De negende onderhandelingsronde
vond van 23–30 november 2020 per videoconferentie plaats30.
Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):
De onderhandelingen met de gehele Stille Oceaan regio over een regionale EPA zijn
nog altijd gaande. Voor Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji en Samoa is een interim-EPA van
kracht. Medio 2019 vond de zevende en laatste EU-Pacific EPA Trade Committee bijeenkomst plaats. Samoa, dat eind 2018 de status «minst ontwikkeld land» kwijtraakte,
trad per 1 januari 2019 tot het akkoord toe, de Solomon-eilanden op 7 mei 2020. Inmiddels
is ook de procedure gestart voor de toetreding van Tonga tot deze interim-EPA.
C.6 Zuid-Amerika:
Chili (modernisering associatieakkoord):
Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in
werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om
het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde
waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep
opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd.
Het mandaat is openbaar.31 De laatste en negende onderhandelingsronde vond plaats van 11–12 januari 2021.
Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):
De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador
en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis
van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd.
In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een
meerpartijen-overeenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste
Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia
en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per
maart 2013 en met Colombia per augustus 2013. Vanaf 2014 vonden tussen de EU en Ecuador
onderhandelingen plaats over een protocol van toetreding. De onderhandelingen zijn
op 17 juli 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig
toegepast. Op 14 december 2018 heeft de ministerraad ingestemd met het opstarten van
de stilzwijgende goedkeuringsprocedure inzake het toetredingsprotocol van Ecuador
bij de Handelsovereenkomst. De Kamer heeft op 14 juli 2019 ingestemd met het protocol
van toetreding tot de Handelsovereenkomst; het Koninkrijk der Nederlanden heeft het
toetredingsprotocol vervolgens op 27 juli 2019 (voor het Europese deel van het Koninkrijk)
geratificeerd. Het protocol treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd
hebben.
Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):
In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord
met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.32 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen
2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en
Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes
plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Sinds het aantreden van
de Braziliaanse president Bolsonaro (op 1 januari 2019) benadrukt de Europese Commissie
nog meer dan voorheen het belang van goede afspraken op het gebied van milieu. Op
29 juni 2019 zijn de onderhandelaars tot een politiek akkoord gekomen, waarbij een
aantal voorlopige teksten door de Europese Commissie zijn gepubliceerd.33 De Commissie hecht nu de laatste resterende tarieflijnen af en werkt aan de juridische
opschoning en vertaling van de teksten. De Commissie zal het Sustainability Impact Assessment, waarover ook het maatschappelijk middenveld in 2020 is geraadpleegd, in het voorjaar
van 2021 samen met een eigen positie paper publiceren. Wageningen Universiteit voerde
een studie uit om de mogelijke effecten van het handelsakkoord voor Nederland, in
het bijzonder op agrarische huishoudens, te evalueren. In januari 2021 werd het eindrapport
aan de Tweede Kamer aangeboden (Bijlage bij Kamerstuk 31 985, nr. 68). Het kabinet zal zijn positie bepalen nadat het de hierboven genoemde documenten
in definitieve versie van de Europese Commissie ontvangen heeft.
D. Investeringsakkoorden
Ecuador
Op 29 en 30 april 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken
verliepen in een positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe
Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor
een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse
modeltekst.
Argentinië
Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken
verliepen in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor
een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse
modeltekst.
Burkina Faso
Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina
Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord
te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland
heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso
heeft in december 2019 een eigen inzet gedeeld. Het kabinet bestudeert dit voorstel
momenteel.
Irak
Op 21 november 2019 is een voorstel van Irak binnengekomen om te onderhandelen over
een investeringsakkoord, nadat eerder de Nederlandse modeltekst met de Iraakse autoriteiten
was gedeeld. Het kabinet bestudeert het voorstel momenteel. Er is nog geen datum voor
een eerste gesprek bekend.
Verdrag tot beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden
In 2018 begonnen de onderhandelingen over het beëindigen, middels een plurilateraal
verdrag, van alle intra-EU investeringsakkoorden. De aanleiding voor het beëindigen
van alle investeringsakkoorden tussen EU-lidstaten is te vinden in de uitspraak van
het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 maart 2018 in de zaak C-284/16 (het
Achmea-arrest). In zijn uitspraak oordeelt het Hof dat een arbitrageregeling, zoals
opgenomen in het investeringsakkoord, tussen het Koninkrijk en Slowakije in strijd
is met het Unierecht. De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie raakt
niet enkel het investeringsakkoord tussen het Koninkrijk en Slowakije maar heeft tot
gevolg dat alle bilaterale investeringsakkoorden tussen de EU-lidstaten beëindigd
moeten worden. De onderhandelingen over het beëindigingsverdrag zijn afgerond.
Op 12 december 2019 heeft de Rijksministerraad ingestemd met de ondertekening van
het verdrag. De ondertekening heeft op 5 mei 2020 plaatsgevonden. Conform de gebruikelijke
procedure heeft de regering het beëindigingsverdrag en de toelichtende nota ter advies
voorgelegd aan de Raad van State. Het beëindigingsverdrag is vervolgens op 26 december
jl. stilzwijgend door uw Kamer goedgekeurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.