Brief regering : Geannoteerde agenda van de informele videoconferenties van de leden van de Raad Algemene Zaken van 23 februari 2021 en de leden van de Europese Raad van 25 en 26 februari 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2268
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2021
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de informele videoconferenties van
de leden van de Raad Algemene Zaken van 23 februari 2021 en de leden van de Europese
Raad van 25 en 26 februari 2021.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE INFORMELE VIDEOCONFERENTIES VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE
ZAKEN VAN 23 FEBRUARI EN VAN DE LEDEN VAN DE EUROPESE RAAD VAN 25–26 FEBRUARI 2021
Op dinsdag 23 februari 2021 vindt een informele videoconferentie van de leden van
de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. De Raad bespreekt de agenda van de informele
videoconferenties van de leden van de Europese Raad van 25 en 26 februari. Daarnaast
zal de Raad spreken over de Conferentie over de toekomst van Europa, het Actieplan
voor Europese Democratie en de relatie tussen de EU en het VK. De Minister van Buitenlandse
Zaken is voornemens deel te nemen aan deze vergadering. De Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties is voornemens eveneens deel te nemen aan deze vergadering
voor het agendapunt Actieplan voor Europese Democratie.
Op donderdag 25 en vrijdag 26 februari 2021 vinden informele videoconferenties van
de leden van de Europese Raad (ER) plaats. De Raad zal op 25 februari naar verwachting
spreken over COVID-19-coördinatie en gezondheid en op 26 februari over het Gemeenschappelijk
Veiligheids- en Defensiebeleid en het Zuidelijk Nabuurschap. Naar verwachting zal
na afloop een verklaring worden gedeeld. De Minister-President is voornemens deel
te nemen aan deze vergaderingen.
Informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 23 februari
Bespreking agenda informele videoconferenties van de leden van de Europese Raad van
25 en 26 februari
De inzet van het kabinet vindt u in het tweede deel van dit document.
Conferentie over de Toekomst van Europa (informatiepunt)
Naar verwachting zal het Portugese voorzitterschap de Raad informeren over de stand
van zaken bij de voorbereiding van de gezamenlijke verklaring van de Raad, het Europees
Parlement en de Commissie. Het voorzitterschap zal daarbij ingaan op eventuele vooruitgang
sinds de overeenstemming in Coreper over het gewijzigde Raadsmandaat, waarover uw
Kamer in de brief van 8 februari jl.1 is geïnformeerd.
Het Raadsmandaat geeft de positie van de Raad weer over het doel, de inhoud en de
vormgeving van de Conferentie. De Raad (het roulerend voorzitterschap), het Europees
Parlement en de Commissie onderhandelen nu over het mandaat, de inhoud en vorm van
de Conferentie. Het resultaat daarvan wordt vastgelegd in een gezamenlijke verklaring.
Het kabinet zal het belang blijven benadrukken van goede tussentijdse terugkoppeling
aan en raadpleging van de Raad, mede om uw Kamer tijdig te kunnen informeren, en zal
in het verslag van de informele videoconferentie van de leden van de RAZ de stand
van zaken weergeven.
Het kabinet acht het van belang dat de nationale parlementen actief betrokken zijn
bij de Conferentie. Zodra meer bekend is over de modaliteiten van de Conferentie zal
uw Kamer hierover worden geïnformeerd. Daarbij zal het kabinet – zoals toegezegd in
het algemeen overleg voor de Raad Algemene Zaken van 28 januari 20202 – een voorstel doen om aanvullende afspraken te maken over de wijze waarop het parlement
gedurende de Conferentie informatie wordt verschaft, indien nodig en gewenst.
Actieplan voor Europese Democratie
Op 3 december jl. is het Actieplan voor Europese Democratie3 door de Europese Commissie gepubliceerd. Het actieplan kondigt verschillende initiatieven
aan om de integriteit van verkiezingen te beschermen en democratische participatie
te bevorderen, mediavrijheid en media pluralisme te versterken en desinformatie te
bestrijden. De leden van de Raad zullen van gedachten wisselen over dit actieplan.
Beide Kamers zijn op 29 januari jl. geïnformeerd over het kabinetsstandpunt ten aanzien
van het Actieplan voor Europese Democratie.4 Het kabinet verwelkomt het actieplan, en zal dit op de komende informele videoconferentie
van de leden van de Raad onderstrepen. Het is van belang dat ook op Europees niveau
aandacht is voor de goede werking van de democratie en de bescherming van mediavrijheid.
Dit dient uiteraard te gebeuren met volledig respect voor de nationale competenties
op dit terrein zoals de Commissie zelf terecht opmerkt. Het kabinet hecht hier, zeker
met betrekking tot verkiezingen en politieke partijen, sterk aan. Waar het gaat om
het aanpakken van desinformatie pleit het kabinet al langer voor meer transparantie
van online platformen en een verbetering van de Europese gedragscode tegen desinformatie.5 Het kabinet kijkt dan ook uit naar de aangekondigde plannen van de Europese Commissie
voor verbetering van deze code.
Relatie EU-VK
De Raad zal naar verwachting spreken over de implementatie van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst
(HSO) tussen de EU en het VK waarover op 24 december jl. overeenstemming werd bereikt
tussen de onderhandelaars en die sinds 1 januari jl. voorlopig wordt toegepast. Het
kabinet blijft daarbij inzetten op een volledige implementatie van de afspraken tussen
de EU en het VK zowel in het kader van de HSO als het Terugtrekkingsakkoord. Uw Kamer
ontvangt spoedig een brief met een uiteenzetting van de eerste ervaringen met de nieuwe
relatie tussen de EU en het VK op basis van de HSO en met de maatregelen zoals die
ter voorbereiding waren getroffen.
Om de ratificatieprocedure aan EU-zijde af te ronden dient de Raad het concept-Raadsbesluit
tot sluiting van de HSO ter goedkeuring voor te leggen aan het Europees Parlement.
Bij de behandeling daarvan gaat het Europees Parlement over zijn eigen agenda. In
de HSO hebben de partijen afgesproken de voorlopige toepassing tot en met 28 februari
a.s. te laten duren. Deze voorlopige toepassing kan op grond van de HSO worden verlengd
door de Partnerschapsraad die daar in onderlinge overeenstemming over besluit. De
EU heeft voorgesteld de voorlopige toepassing te verlengen omdat de authentieke taalversies
niet tijdig voor 28 februari a.s. afgerond zullen zijn. Na goedkeuring door het Europees
Parlement kan de Raad het besluit tot sluiting van het akkoord met eenparigheid van
stemmen vaststellen ter afronding van de sluitingsprocedure aan EU-zijde. Wanneer
zowel de EU als het VK de ratificatieprocedure voltooid hebben, kan het akkoord in
werking treden.
Het kabinet heeft in Brussel herhaaldelijk gevraagd om de openbaarmaking van het juridisch
advies van de Juridische Dienst van de Raad over de juridische aard van de HSO. Dit
juridisch advies is reeds met uw Kamer gedeeld ter vertrouwelijke inzage. In lijn
met het verzoek van de Vaste Kamercommissie Europese Zaken tijdens de procedurevergadering
van 9 februari jl. zal het kabinet tijdens de Raad Algemene Zaken in samenspraak met
andere gelijkgezinde lidstaten wederom de openbaarmaking van dit juridisch advies
aankaarten. Openbaarmaking is uiteindelijk aan de Juridische Dienst van de Raad.
Informele videoconferenties van de leden van de Europese Raad van 25–26 februari
COVID-19-coördinatie
De bespreking over COVID-19 zal onder meer in het teken staan van het uitwisselen
van informatie over de epidemiologische situatie, nationale maatregelen van lidstaten
en de coördinatie daarvan, waarbij specifiek zal worden gekeken naar reisrestricties.
Daarnaast zal worden gesproken over de productie en uitrol van vaccins. De Commissie
heeft op 30 januari 2021 bij noodverordening een tijdelijk exportautorisatieregime
voor COVID-19-vaccins ingevoerd. Het doel van de regeling is om de transparantie t.a.v.
de export van vaccins te vergroten en bij te dragen aan tijdige levering van vaccins
binnen de EU. Ook zullen de inspanningen van de Commissie worden besproken om productie
van vaccins te versnellen en onderzoek naar vaccins, inclusief de bescherming tegen
nieuwe varianten van het virus, te bevorderen. De leden van de Europese Raad zullen
naar verwachting oproepen tot voortgang ten aanzien van een gemeenschappelijke aanpak
van vaccinatiecertificaten. Verder zullen zij de solidariteit met derde landen ten
aanzien van de beschikbaarheid van vaccins bespreken.
Het kabinet steunt Europese coördinatie ten aanzien van nationale COVID-19-maatregelen.
Nederland zal informatie verschaffen over de epidemiologische situatie in Nederland
en de genomen nationale maatregelen. Het kabinet acht het van belang de productie
en uitrol van vaccins waar mogelijk te versnellen en onderschrijft het belang van
transparantie over productie- en leveringsproblemen. In dat verband verwelkomt het
kabinet de genoemde inspanningen van de Commissie. Nederland hecht daarnaast aan een
internationale dialoog met landen die vaccins produceren om bovenop de exportvergunningsplicht
bij te dragen aan meer transparantie bij vaccinleveringen. Daarnaast zet Nederland
in op zo kort mogelijk durende beperkingen en op objectieve exportvergunningscriteria
rondom de toe- of afwijzing van vergunning. Hierbij dient ook te worden gewaarborgd
dat levering van vaccins ten behoeve van derde landen via COVAX niet wordt belemmerd.
Ten aanzien van de solidaire wereldwijde verdeling van vaccins zal Nederland de steun
aan het multilaterale initiatief Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) bevestigen en benadrukken dat het ook in het belang van de lidstaten is om
snelle en effectieve toegang tot vaccins in derde landen mogelijk te maken. Daartoe
is EU-coördinatie in steun aan partnerlanden, waaronder via het EU Vaccine Sharing Mechanisme, van belang. Ook moet hierbij echter nauwe samenwerking met COVAX worden gezocht
ten behoeve van een effectieve en solidaire verdeling. Ten aanzien van de gezamenlijke
aanpak van vaccinatiecertificaten geldt dat het kabinet het gebruik van deze certificaten
voor medische doeleinden kan steunen. Ten aanzien van een mogelijk bredere inzet (zoals
voor reizen) zal het kabinet met inachtneming van het advies van de Gezondheidsraad
van 4 februari jl. een standpunt bepalen en in maart met uw Kamer delen.
Gezondheid
Naar verwachting zal de bespreking over gezondheid in het teken staan van de toekomstige
paraatheid van de Unie ten aanzien van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen.
Hierbij zal worden gesproken over het verbeteren van EU-coördinatie in het kader van
preventie, voorbereiding en respons. De Europese Commissie heeft aangegeven voorafgaand
aan de bijeenkomst van de leden van de Europese Raad in dit verband een mededeling
te zullen publiceren. Een appreciatie daarvan zal separaat met uw Kamer worden gedeeld.
Het kabinet steunt de bespreking over het verbeteren van EU-coördinatie op dit vlak,
maar onderstreept daarbij wel de bestaande bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en
de lidstaten, zoals ook uiteengezet in de BNC-fiches over de voorstellen voor een
Europese Gezondheidsunie.6 Daarnaast onderschrijft het kabinet het belang van multilaterale samenwerking in
de voorbereiding op toekomstige pandemieën, waaronder via een versterkte Wereldgezondheidsorganisatie.
Het kabinet staat positief-kritisch tegenover de ontwikkeling van nieuwe initiatieven
daartoe, zoals het door de voorzitter van de Raad voorgestelde nieuwe internationale
pandemieverdrag, maar benadrukt dat deze duidelijke toegevoegde waarde moeten hebben
ten opzichte van bestaande samenwerking en verdragen.
Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB)
De leden van de Europese Raad zullen de lopende EU-initiatieven inzake veiligheid
en defensie bespreken en bezien hoe deze, onder meer via het op te stellen strategisch
kompas van de EU, kunnen worden versterkt. De leden van de Europese Raad zullen ingaan
op zowel het civiele als militaire crisisbeheer van de EU, samenwerking en capaciteitsontwikkeling
(onder meer via PESCO, de Permanente Gestructureerde samenwerking; en EDF, het Europees
Defensiefonds), alsook het versterken van de weerbaarheid van de Unie (onder meer
inzake cyber en hybride dreigingen). Tevens zullen de leden van de Europese Raad het
belang van samenwerking met partners, waaronder de NAVO, bespreken en vooruitblikken
naar een verdere versterking van de trans-Atlantische relatie inzake veiligheid en
defensie. De Secretaris-Generaal van de NAVO zal het begin van de discussie bijwonen.
Het kabinet steunt de agendering van dit thema. Het kabinet ziet de ontwikkeling van
het strategisch kompas van de EU als een belangrijk instrument om de kloof tussen
het ambitieniveau en het handelingsvermogen van de EU stelselmatig te verkleinen,
alsook om de weerbaarheid van de EU in de huidige veiligheidscontext te vergroten.
Daarbij geldt voor het kabinet dat een Europa dat meer verantwoordelijkheid neemt
voor de eigen veiligheid ook de NAVO en de trans-Atlantische relatie versterkt.
Zuidelijk Nabuurschap
Voortbouwend op de conclusies van de Europese Raad van december 2020 zullen de leden
van de Europese Raad verder spreken over de EU-relatie met het Zuidelijk Nabuurschap.
Op 9 februari jl. publiceerden de Europese Commissie en Hoge Vertegenwoordiger Borrell
de gezamenlijke mededeling7 waarmee een hernieuwd en ambitieus kader wordt voorgesteld om op gezamenlijke uitdagingen
en kansen actie te ondernemen. De beoogde agenda is opgezet rondom vijf prioritaire
beleidsterreinen: menselijke ontwikkeling, goed bestuur en de rechtsstaat; weerbaarheid,
welvaart en de digitale transitie; vrede en veiligheid; migratie en mobiliteit; en
de groene transitie. Voor de implementatie van de doelstellingen wordt een «Economisch-
en investeringsplan voor de zuiderburen» van 7 miljard euro voorgesteld als onderdeel
van de inzet onder het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerkingsinstrument
(NDICI).
Het kabinet steunt deze bespreking en is voorstander van versterking van de relatie
met landen van de regio, mits sprake is van gedeelde kernwaarden en Europese kernbelangen
als migratie en veiligheid worden gewaarborgd. Het kabinet verwelkomt de gezamenlijke
mededeling. Een appreciatie daarvan gaat uw Kamer naar verwachting vandaag tegemoet
via de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 februari 2021 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2267).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.