Brief regering : Rapportage Verdrag van Faro: Erfgoed van en met iedereen
32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid
Nr. 410
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 februari 2021
Participatie van burgers bij het behoud, beheer en benutten van cultureel erfgoed
heeft een lange traditie in Nederland. In mijn beleidsbrief Erfgoed telt, de betekenis van erfgoed voor de samenleving (2018)(Kamerstuk 32 820, nr. 248), stelde ik: «In een tijd waarin tegenstellingen lijken toe te nemen, is die verbindende
kracht van erfgoed een niet te onderschatten waarde. Een belangrijke uitdaging is
om alle inwoners bij het erfgoed te betrekken (…)». Het kabinet heeft in deze periode
€ 325 miljoen extra geïnvesteerd in de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving.
Ook uw Kamer benadrukte eerder dat bij de herbestemming van monumenten burgerinitiatief
en de samenwerking tussen alle actoren cruciaal is.
Juist het vergroten van die actieve betrokkenheid van burgers bij erfgoed is het doel
van het Verdrag van Faro,
over de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (2005). In Erfgoed telt kondigde ik aan een onderzoek te starten naar de meerwaarde
van ratificatie voor de samenleving en de erfgoedpraktijk en te verkennen welke beleidsmatige
mogelijkheden er zijn om in Nederland uitvoering te geven aan het Verdrag.
Ik doe u hierbij het rapport van het onderzoek Cultureel erfgoed van en met iedereen toekomen en de tussentijdse bevindingen van het programma Faro: Erfgoed maak je samen dat tot en met 2021 doorloopt1. Tevens informeer ik uw Kamer over een voorstel voor een uitvoeringsagenda als basis
voor de ondertekening van het Verdrag2. Ik vind het van belang dat de uitgangspunten van het Verdrag meer bekendheid en
uitwerking krijgen, zoals het ondersteunen van burgerinitiatieven, het inzetten van
de sociale waarde van erfgoed en als een overbrugging van de kloof tussen gemeenschappen,
erfgoedorganisaties en overheden.
Er zijn dit jaar belangrijke concrete stappen te zetten die toewerken naar een effectieve
invoering van het Verdrag in de nabije toekomst.
Verdrag van Faro
Het Verdrag van Faro van de Raad van Europa is genoemd naar de stad in Portugal waar
de tekst werd aangenomen. In 2005 trad het in werking. Inmiddels hebben 25 landen
in Europa het Verdrag ondertekend dan wel geratificeerd, zoals Noorwegen, Oostenrijk,
Portugal, Finland en recent Zwitserland en Italië. In dit «kaderverdrag» van Faro
zijn de bepalingen eerder richtlijnen voor het ontwikkelen van beleid, dan juridische
verplichtingen. Het Verdrag bevat doelstellingen voor het verbreden en intensiveren
van de rol van cultureel erfgoed in alle aspecten van de samenleving, waarbij het
«gemeenschappelijk erfgoed van Europa» een belangrijke rol kan spelen in het bevorderen
van democratie en tolerantie, aldus het Verdrag.
Het belangrijkste uitgangspunt van het Verdrag is het recht van ieder mens om betrokken
te zijn bij erfgoed en daar een eigen betekenis aan te geven. Het Verdrag stelt dus
niet het cultureel erfgoed centraal, maar de mens. Op die manier is erfgoed verbonden
met het beginsel dat erfgoed van en voor iedereen is, dat het bijdraagt aan actief
burgerschap en een inclusieve maatschappij, en meerwaarde heeft voor ontwikkelingen
in andere sectoren in de maatschappij.
Programma Faro
In de onderzoeken Cultureel Erfgoed van en met iedereen en het programma Faro: Erfgoed maak je samen, die ik in de afgelopen twee jaar heb uitgevoerd, zijn in het erfgoedveld projecten
geanalyseerd die al «werken in de geest van Faro», zoals bijvoorbeeld in het geval
van de Fronik buurtboerderij in Zaandam dat door het initiatief van buurtbewoners
is herbestemd en nu wordt beheerd als monument waar bewoners elkaar op een laagdrempelige
manier kunnen ontmoeten. «De buurt is heel blij dat dit burgerinitiatief in samenwerking
met Zaanstad, Stadsherstel en stichting woonbegeleiding De Heeren van Zorg tot de
monumentale Fronik Boerderij heeft geleid waar ruimte is voor iedereen», aldus de
wethouder actief burgerschap van Zaanstad.
De onderzoeken laten zien dat er in Nederland sprake is van een innovatieve praktijk
in wording die veel kansen biedt voor implementatie van het Verdrag van Faro. In het
erfgoedveld en in sectoren daarbuiten, en bij gemeenten en provincies is het enthousiasme
groot om te werken «in de geest van Faro». Het Verdrag is een katalysator en een steun
in de rug voor een eigentijdse erfgoedzorg en participatiebeleid, waarin nieuwe groepen
worden betrokken bij erfgoed en erfgoedgemeenschappen een belangrijke rol vervullen.
Maar deze praktijk is nog wel in opbouw en heeft stimulans en ondersteuning nodig
op nationaal, regionaal en lokaal niveau.
Aansluiting bij beleid
Ik ben verheugd dat uit het onderzoek blijkt dat de uitgangspunten van het Verdrag
nauw aansluiten bij het door mij gevoerde beleid onder het motto: Cultuur van en voor
iedereen.
Zoals het programma Cultuurparticipatie dat ik samen met gemeenten en provincies uitvoer
met als doel gelijke kansen voor zoveel mogelijk verschillende groepen voor actieve
cultuurdeelname3; cultuuronderwijs aan de hand van ons erfgoed; de training en professionalisering
van erfgoedvrijwilligers4 bij de provinciale erfgoedhuizen en ErfgoedAcademie; de fysieke en digitale toegankelijkheid5 van erfgoed; de aandacht voor erfgoed als middel voor dialoog en meerstemmigheid,
zoals bij beladen erfgoed6; en het werken met gemeenschappen om het immaterieel erfgoed van tradities, gewoonten
en sociale praktijken levend te houden.
Uitvoeringsagenda
Echter voor een optimale invoering van het Verdrag van Faro zijn er meer activiteiten
nodig.
Het programma Faro zet dit jaar in op het opstellen van een uitvoeringsagenda in gelijkwaardige
samenwerking met de erfgoedsector, gemeenten en provincies, het sociale domein en
erfgoedgemeenschappen met de vraag wat de uitvoering van het Verdrag voor de specifieke
deelgebieden betekent. Ondanks de beperkingen vanwege de coronapandemie is er via
online bijeenkomsten veel belangstelling voor Faro-activiteiten.
Op basis van de Erfgoed telt beleidsbrief heeft het kabinet voor de uitvoeringsagenda in 2021 € 875.000,– beschikbaar.
In de uitvoeringsagenda krijgen de volgende activiteiten een plek:
– het ontwikkelen van een (fysiek en digitaal) platform in samenwerking met de provinciale
erfgoedhuizen, dat gericht is op het bij elkaar brengen van gemeenschappen, maatschappelijke
en erfgoedorganisaties en overheden om kennis en vaardigheden over «werken in de geest
van Faro» uit te wisselen en het brede erfgoedveld te informeren en te ondersteunen
bij het toepassen van deze werkwijze.
– ondersteunen van initiatieven van gemeenschappen en erfgoedinstellingen door het Fonds
voor Cultuurparticipatie met het doel samen in de geest van Faro te werken.
– trainen en opleiden van (erfgoed)professionals in hun veranderende rol als verbinder/makelaar
tussen gemeenschappen, erfgoedinstellingen en overheden om het meedoen aan erfgoed
te faciliteren.
– samenwerken met gemeenten en provincies. Juist op lokaal en regionaal niveau kan Faro
veel betekenen, voor lokale burgerinitiatieven en erfgoedgemeenschappen. Gemeenten
en provincies zien mogelijkheden voor het ontwikkelen van erfgoedparticipatie bij
het vormgeven van Omgevingsvisies. Met het wetsvoorstel «Versterking participatie
op decentraal niveau» van de Minister van BZK wordt het Uitdaagrecht verankerd in
de Gemeentewet (2020) en geeft het gemeenten de mogelijkheid om het initiatief van
bewoners en lokale erfgoedverenigingen voor de zorg en toegankelijkheid van erfgoed
te versterken.
– in het kader van de evaluatie van de Erfgoedwet (2021) verkennen welke elementen uit
het Verdrag van Faro ontbreken en zouden kunnen worden opgenomen, zoals een participatieparagraaf.
Ik constateer dat het Verdrag van Faro aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen
en bij een vernieuwende beweging in het erfgoedveld. Ik ondersteun deze uitvoeringsrichting
van het Verdrag en de toekomstige ondertekening en invoering ervan. Het formele besluit
daartoe is aan het nieuwe kabinet.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Indieners
-
Indiener
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap