Brief regering : Kabinetsreactie op 99ste OMT-advies deel 1 inzake handreiking neusverkouden kinderen ('snottebellenrichtlijn')
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 1462
                   BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2021
Op 5 februari is het Outbreak Management Team (OMT) bijeengekomen om zich te buigen
                  over de handreiking neusverkouden kinderen. Omdat kinderen vaak verkouden zijn, en
                  in verreweg de meeste gevallen dan niet besmet zijn met COVID-19, werd het kinderen
                  toegestaan om met (lichte) verkoudheidsklachten wel naar school of naar de kinderopvang
                  te gaan. Dit is vastgelegd in de handreiking neusverkouden kinderen, ook wel bekend
                  als de «snottebellenrichtlijn». Deze richtlijn is bedoeld om helderheid te bieden
                  over wanneer, en met welke symptomen, kinderen wel en niet thuis dienen te blijven.
               
In het licht van de heropening van het primair onderwijs, het speciaal (basis)onderwijs
                  en de kinderopvang, heeft het kabinet het OMT gevraagd om de snottebellenrichtlijn
                  opnieuw te bezien, de meest recente epidemiologische inzichten in acht nemend. Het
                  OMT1 adviseert om deze richtlijn bij te stellen en leerlingen vanaf 4 jaar met ook lichte
                  verkoudheidsklachten wel thuis te laten blijven. Het kabinet geeft hier opvolging
                  aan; hieronder licht ik het advies en de reactie van het kabinet hierop toe. Deze
                  brief stuur ik u mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, evenals
                  de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, met het oog op zijn verantwoordelijkheid
                  voor de kinderopvang.
               
99ste OMT-advies en kabinetsreactie: snottebellenrichtlijn blijft van kracht voor kinderen
                     van 0 tot 4, kinderen vanaf 4 jaar met verkoudheidsklachten blijven thuis
Het OMT adviseert tot een bijstelling van de richtlijn voor neusverkouden kinderen:
• kinderen in de leeftijd van 4–12 jaar met klachten passend bij COVID-19 kunnen niet
                           naar school voordat zij getest zijn en negatief bevonden;
                        
• voor kinderen van 0–4 jaar geldt dat huisgenoten moeten thuisblijven als het kind
                           behalve neusverkoudheid óók koorts en/of benauwdheid heeft.
                        
Bij kinderen tot 4 jaar bestaat een lage kans dat een neusverkoudheid wijst op besmetting
                  met COVID-19. Bij heel jonge kinderen komt een neusverkoudheid zeer vaak voor, en
                  de bekende onderzoeksinformatie wijst er niet op dat zij COVID-19 snel overdragen,
                  ook niet voor wat betreft de VK-variant. Hierom blijft de richtlijn gehandhaafd dat
                  kinderen van 0 tot 4 met alleen verkoudheidsklachten naar de opvang mogen. Indien
                  kinderen ook hoesten of koorts, dan wel benauwdheid hebben, blijven ze thuis. Dit
                  geldt ook als ze een coronatest hebben gekregen in afwachting van het resultaat.
               
Voor kinderen van 4 tot 12 jaar adviseert het OMT een bijstelling van de richtlijn.
                  Kinderen in deze leeftijdsgroep hebben nog steeds een aanzienlijk kleinere kans om
                  daadwerkelijk besmet te zijn met COVID-19, maar bij de VK-variant is de besmettelijkheid
                  hoger in alle leeftijdsgroepen. Om deze reden adviseert het OMT om het test- en thuisblijfadvies
                  aan te scherpen: kinderen van 4 tot 12 blijven thuis bij verkoudheidsklachten, en
                  laten zich testen. Dit is in lijn met het beleid voor kinderen vanaf 13 jaar en volwassenen.
                  Het OMT geeft aan doorlopend kennis te nemen van nieuwe gegevens en inzichten over
                  neusverkoudheidsklachten in relatie tot de kans op een positieve test voor COVID-19,
                  en hier in hun volgende adviezen rekenschap van te geven.
               
Advies BAO
Omdat een eventuele herziening van deze handreiking van groot belang is voor basisscholen
                  en de kinderopvang, die vanaf maandag weer open zullen gaan, is het OMT-advies schriftelijk
                  aan de kernleden van het BAO voorgelegd. Zij zijn akkoord met het advies, en wijzen
                  op het belang van heldere richtlijnen en communicatie over testmethoden die geschikt
                  zijn voor jonge kinderen.
               
Kabinetsreactie
Het kabinet volgt deze adviezen van het OMT; de richtlijn van de Landelijke Coördinatie
                  Infectieziekten (LCI) van het RIVM wordt bijgesteld in lijn met deze adviezen. De
                  informatievoorziening naar scholen en instellingen voor kinderopvang zal dit reflecteren;
                  de servicedocumenten van het funderend onderwijs, evenals de sectorale protocollen
                  voor het primair onderwijs, speciaal (basis) onderwijs en de kinderopvang worden hierop
                  aangepast.
               
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
                  A. Slob
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media