Brief regering : Fiche: Mededeling EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3042
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 februari 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 5 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Mededeling Terrorismebestrijdingsagenda EU (Kamerstuk 22 112, nr. 3039)
Fiche: Mededeling «Europees klimaatpact» (Kamerstuk 22 112, nr. 3040)
Fiche: Verordening inzake batterijen (Kamerstuk 22 112, nr. 3041)
Fiche: Mededeling EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit
Fiche: Richtlijn toekenning uitvoeringsbevoegdheden btw (Kamerstuk 22 112, nr. 3043)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Fiche: Mededeling EU-strategie voor duurzame en slimme mobiliteit
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Strategie voor duurzame en slimme
mobiliteit – Het Europees vervoer op het juiste spoor naar de toekomst
b) Datum ontvangst Commissiedocument
december 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM/2020/789 final
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM:2020:789:FIN&qi…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Transportraad en Milieuraad
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
2. Essentie voorstel
De Commissie heeft op 9 december jl. de Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit
(hierna: strategie) uitgebracht als onderdeel van de Green Deal.1 De strategie vormt een routekaart voor de ontwikkeling van transport en mobiliteit
binnen de EU. De strategie valt uiteen in tien kerndomeinen, met daarin aangekondigd
82 (wets)voorstellen, waarvan een groot deel in 2021 uitkomt. Hieronder volgt een
globaal overzicht van de tien domeinen en de belangrijkste (wets)voorstellen.
Domein 1: emissievrije voertuigen, duurzame brandstoffen en verwante infrastructuur
Voorop staat het aanscherpen van de CO2-normen voor lichte en zware voertuigen. Daarnaast benadrukt de Commissie het belang
van de uitrol van laad- en tankinfrastructuur via o.a. de herziening van de Richtlijn
Alternatieve Brandstoffen (AFID-richtlijn) om de oplaadcapaciteit voor emissiearme en emissievrije auto’s te faciliteren, het
voorstel voor post-Euro VI uitstootnormen en de ontwikkeling van veilige en duurzame
banden. De Commissie zal het aanbod aan innovatieve voertuigtechnologie, zoals waterstof
en batterijen, via Horizon Europe stimuleren. Voor de vergroening van de lucht- en zeevaart via de ontwikkeling van
duurzame brandstoffen worden de initiatieven ReFuelEU Luchtvaart en FuelEU Zeevaart
opnieuw aangekondigd, en stelt de Commissie dat deze sectoren met prioriteit toegang
moeten krijgen tot deze nieuwe brandstoffen. Tot slot wordt de herziening van de Richtlijn
hernieuwbare energie (RED II) benoemd als instrument om duurzame hernieuwbare en lage
CO2-brandstoffen op grote schaal op de markt te krijgen en wordt het op de markt brengen
van emissievrije lucht- en vaartuigen als mijlpaal benoemd.
Domein 2: Emissievrije en multimodale binnen-, zee- en luchthavens
Hiertoe benadrukt de Commissie het belang van de circulaire economie, de marktgereedheid
van emissievrije zeeschepen (2030) en grote vliegtuigen (2035), en het integreren
van duurzame energiesystemen en brandstoffen. Maatregelen die de Commissie o.a. benoemt
zijn de herziening van de Slotverordening, de Richtlijn luchthavengelden, het oprichten
van een alliantie voor de waardeketen van hernieuwbare en koolstofarme brandstoffen
en het opzetten van taxonomie-criteria voor alle modaliteiten. Daarbij verwijst de
Commissie naar de nul-vervuilingsambitie en de intentie om de negatieve milieu-impact
van de sector te verlagen.
Domein 3: Verduurzamen stedelijke en inter-stedelijke mobiliteit t.b.v. een multimodaal
systeem.
De Commissie zet er op in om alle collectieve reizen onder de 500 km CO2-neutraal te maken per 2030, o.a. via een actieplan voor langeafstand en grensoverschrijdend
passagiersvervoer per trein. Doelstelling is om het hogesnelheidsvervoer per trein
in 2030 te verdubbelen en in 2050 te verdrievoudigen. In 2030 dienen hiervoor EU-breed
15 pilots ontwikkeld te zijn ter ondersteuning van nieuwe verbindingen. In stedelijke
gebieden wordt, o.a. via lokaal op te stellen plannen, ingezet op innovatieve oplossingen
zoals Mobility as a Service (MaaS), meer ruimte voor actieve mobiliteit met 5.000km fietspaden in 2030, en EU-uniforme
maatregelen voor de informatiedeling en handhaving van nul-emissiezones.
Domein 4: Vergroenen van het goederentransport
Dit beoogt de Commissie o.a. door een modal shift van weg naar spoor en binnenvaart, alsook door het stimuleren van de korte vaart,
te bereiken. Deze vergroening vereist onder meer een herziening van de Richtlijn Gecombineerd
Transport, financiering voor multimodale terminals en aanpassing van staatssteunregels
of andere aanpalende wetgeving die bij kan dragen aan een versnelling van de modal shift. De Commissie wenst de wetgeving van de Spoorgoederencorridors-Verordening en het
Trans-Europees Transport Netwerk (TEN-T Verordening) te integreren t.b.v. de Europese
transport corridors.
Domein 5: CO2-beprijzing en andere (prijs)prikkels voor gebruikers
In dit kader noemt de Commissie de reeds aangekondigde herziening van de Energiebelastingrichtlijn,
en wordt een uitbreiding van het Emissiehandelssysteem (ETS) naar intra-EU zeevaart
aan en een vermindering van de gratis ETS-rechten voor de luchtvaart aangekondigd.
Een uitbreiding van het ETS naar wegvervoer wordt door de Commissie onderzocht. Voorts
moeten reizigers en logistieke gebruikers meer inzicht krijgen in de duurzaamheid
en uitstoot die de gepaard gaat met de bepaalde vervoerskeuzes. In dat kader kondigt
de Commissie een systeem aan om de emissies in transport en logistiek (beter) te meten.
Domein 6: Geconnecteerde en geautomatiseerde multimodale mobiliteit in de praktijk
Europa wil wereldleider worden op geconnecteerde, coöperatieve en geautomatiseerde
mobiliteit (CCAM). Met betrekking tot autonoom verkeer ligt de focus op de harmonisatie van verkeersregels
en aansprakelijkheidsclausules. Daarnaast overweegt de Commissie de oprichting van
een nieuw agentschap. Ook wijst de Commissie op het belang voor het creëren van een
ticketsysteem voor multimodaal en grensoverschrijdend reizen. Tevens wordt de herziening
van de Intelligente Transportsystemen Richtlijn (ITS-Richtlijn), het bevorderen van papierloos transport, automatische treinoperaties, en de (verdere)
uitrol van het European Rail Traffic Management System (ERTMS) aangehaald.
Domein 7: Innovatie, data en kunstmatige intelligentie (AI) voor alle modaliteiten
De Commissie zal een «drone-strategie 2.0» en een routekaart voor AI opstellen, en
zet in op innovatie via nieuwe technieken, zoals de hyperloop. Ook benadrukt de Commissie
het belang van de digitale Interne Markt. Daarbij wordt de eerder aangekondigde inzet
om te komen tot een Europese dataruimte voor mobiliteit aangehaald. Dit moet verder
gecomplementeerd worden door benodigde investeringen uit Horizon Europe, InvestEU of het Connecting Europe Facility (CEF), en een herziening van de typegoedkeuringswetgeving om beter gebruik van data
in voertuigen en infrastructuur mogelijk te maken.
Domein 8: Versterken van de Interne Markt
In dit kader wijst de Commissie naar het belang van (gecoördineerde) investeringen
in slimme en duurzame mobiliteit en de herziening van de TEN-T Verordening. Dit dient
met name vanuit CEF, maar ook vanuit NextGenerationEU, het Cohesiefonds en InvestEU gefinancierd te worden. De Commissie wijst eveneens naar de evaluatie en mogelijke
herziening van het European economic governance framework. Verder wordt binnen de TEN-T Verordening ingezet op de weerbaarheid van het netwerk
door o.a. te investeren in klimaatadaptatieve infrastructuur en versterking van de
rol van TEN-T Coördinatoren.
Domein 9: Eerlijke, betaalbare en sociale mobiliteit
De Commissie zet in op betaalbare en eerlijke mobiliteit, ook voor gehandicapte of
minder mobiele gebruikers. Voorts wordt een herziening van de wetgeving voor bescherming
van passagiersrechten voorgesteld. Daarnaast zet de Commissie binnen deze pijler in
op het aantrekkelijker maken van de transportsector voor – en bescherming van – werknemers.
Gebruik van het Just Transition Mechanism wordt onderzocht om duurzame en eerlijke mobiliteit in alle EU-regio’s mogelijk te
maken.
Domein 10: Verkeersveiligheid voor alle modaliteiten
In de laatste pijler zet de Commissie in op het versterken van veiligheid in transport
vanuit de ambitie om te komen tot nagenoeg nul verkeersdoden in 2050. Dit behelst
o.a. de herziening van de Rijbewijsrichtlijn, de Richtlijn Grensoverschrijdende Naleving
van Verkeersregels, het herzien van het raamwerk voor maritieme veiligheid, mogelijke
richtsnoeren inzake alcoholpromillages en versterkte aandacht voor veiligheid in het
digitale domein.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
In het Regeerakkoord «Vertrouwen in de toekomst» (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) heeft het kabinet ingezet op het mobiel en bereikbaar houden van Nederland, o.a.
door een slim en duurzaam vervoerssysteem. Voorts staat in het Regeerakkoord maatregelen
t.b.v. verkeersveiligheid moeten verbeteren, waaronder de inzet voor een veiligere
weginrichting en ondersteuning van het Manifest Verkeersveiligheid. Het kabinet heeft
aanvullend 500 mln. euro vrijgemaakt voor een extra impuls voor het verbeteren van
de verkeersveiligheid, wat door cofinanciering van medeoverheden oploopt tot 1 mld.
tussen 2020 en 2030. De inzet van het kabinet voor verduurzaming van mobiliteit is
o.a. verwoord in het Klimaatakkoord2, de Luchtvaartnota3, de kabinetsvisie Waterstof4 het position paper aangaande internationaal personenvervoer per spoor5 en het BNC-fiche inzake de Green Deal6. Op het gebied van digitalisering, autonoom vervoer, deelmobiliteit, en MaaS is het
Nederlandse beleid onder meer verwoord in de Kamerbrief Smart mobility Dutch reality
7.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de ambitieuze plannen en initiatieven voor verduurzaming en
digitalisering op het gebied van mobiliteit, die op hoofdlijnen goed bij de Nederlandse
inzet aansluiten. Dat hierbij tevens verkeers- en cyberveiligheid, sociale aspecten
en een ambitieuze mondiale inzet in o.a. de Internationale Maritieme Organisatie (IMO)
en de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) worden meegenomen, acht het
kabinet positief. Aangezien de plannen op hoofdlijnen zijn, bieden deze nog weinig
houvast v.w.b. de precieze uitwerking. In de voorgestelde beleidsmaatregelen wordt
gestuurd op kosteneffectiviteit, haalbaarheid, betaalbaarheid, toekomstbestendigheid.
Daarnaast acht het kabinet publiek-private samenwerking en afstemming met decentrale
overheden van belang.
Domein 1: Nul-emissievoertuigen en duurzame brandstoffen
Het kabinet verwelkomt de aangekondigde aanscherping van de CO2-normen voor lichte en zware voertuigen en de post Euro VI emissienormen, en pleit
voor het invoeren van CO2-normen voor niet voor de weg bestemde voertuigen (NRMM) en bromfietsen in lijn met
het behalen van ten minste 55% CO2-reductie in 2030. Daarnaast vraagt het kabinet een jaartal vast te stellen voor uitfasering
van fossiele brandstofmotoren, inclusief een jaartal voor 100% nul emissie nieuwverkoop
voor alle voertuigen inclusief NRMM, waarvan het kabinet teleurgesteld is dat deze
ontbreken. Het kabinet benadrukt tevens het belang van het creëren van een markt voor
tweedehands nul-emissie voertuigen. Het kabinet kijkt uit naar de (Re)Fuel-EU initiatieven
en is blij met de prioritering van lucht- en zeevaart voor de toegang tot additionele
hernieuwbare duurzame brandstoffen bovenop bestaande verplichtingen, zolang deze voldoen
aan de RED II criteria. Ook steunt het kabinet de inzet op emissievrije schepen en
vliegtuigen, waarbij de aandacht vraagt voor de publieke en private investeringen
die dit vergt. Het is van belang dat de laad- en tankinfrastructuur, via o.a. de AFID
en TEN-T herzieningen, hierbij aansluit, voor zowel personen- als goederenvervoer.
Domein 2: Emissievrije en multimodale binnen-, zee- en luchthavens
Het kabinet onderschrijft de sleutelpositie van binnen-, zee- en luchthavens en steunt
de inzet van de Commissie. Het kabinet zal aandacht vragen voor een integrale aanpak
die de (lucht)havens in staat stelt om de transitie naar emissievrije en multimodale
havens te verwezenlijken. Een dergelijke integrale aanpak moet o.a. inzetten op het
aanjagen van publieke en private investeringen voor de benodigde infrastructuur en
voertuigen, ontwikkeling van buisleidingen als belangrijke transportmodaliteit, het
stimuleren van circulaire havens als schone energiehubs, en een sterkere verbinding
tussen energie- en transportbeleid.
Domein 3: Verduurzamen stedelijke en inter-stedelijke mobiliteit t.b.v. een multimodaal
systeem
Het kabinet zal zich inzetten voor concretere maatregelen om de EU-inzet op actieve
mobiliteit te vergroten. Het kabinet verwelkomt de ambitie op informatievoorziening
en -uitwisseling over nul-emissiezones. Hiervoor is de harmonisatie van invoering
van nul-emissiezones, met een gedeeld toegangsregime, en uniformering van de bestaande
digitale platformen voor de benodigde data-deling, van belang. Het kabinet steunt
de inzet om collectief vervoer tot 500km per 2030 klimaatneutraal te maken en zet
in op verbetering van het internationale personenvervoer per spoor. Het kabinet verwelkomt
de ontwikkeling van een Europese agenda die dit moet bewerkstelligen, wat in lijn
is met de Ministersverklaring van juni 20208. In de uitwerking hiervan is het van belang dat er voldoende middelen beschikbaar
worden gemaakt vanuit het CEF. Het kabinet wijst tenslotte op het belang van het meewegen
van ruimtelijke ordening bij mobiliteit en goede afstemming tussen stedelijk en ruraal
gebied en verwelkomt de mogelijkheid om pilots op dit gebied te ontwikkelen.
Domein 4: Vergroenen van het goederentransport
Het kabinet verwelkomt de ambitie voor de modal shift, korte vaart en de maritieme snelwegen, o.m. via de integratie van de modal shift in het TEN-T kernnetwerk. Het bewerkstelligen van de modal shift vereist naast de aangekondigde investeringen uit het CEF ook private financiering
in de daarvoor benodigde voertuigen en infrastructuur alsmede een integrale overweging
t.o.v. de overige aangekondigde maatregelen uit deze strategie. Bovendien zal de herziening
van de Richtlijn Gecombineerd Transport zich met name moeten richten op goede en snelle
data-uitwisseling. Verder zal het kabinet pleiten dat de Commissie bij verdere beleidsvorming
voor de binnenvaart de onderzoeksresultaten van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart9 (CCR) meeneemt en aansluit bij de gestelde vrijstelling uit de Akte van Mannheim10.
Domein 5: CO2-beprijzing en andere (prijs)prikkels voor gebruikers
Het kabinet benadrukt het onderbelichte belang van het inzetten op gedragsverandering
van gebruikers en vervoerders. Ook benadrukt het kabinet het risico van een toename
in administratieve lasten en ineffectiviteit voor verduurzaming bij een toename in
instrumenten. Het kabinet zal erop letten dat de initiatieven die de Commissie presenteert
effectief zijn voor de verduurzaming van mobiliteit en de beoogde modal shift. Voor wat betreft wegvervoer acht het kabinet een verdere aanscherping van het reeds
bestaande instrumentarium de meest effectieve manier om de reductiedoelstelling in
2030 te behalen.11 Het kabinet zal kritisch kijken naar het Commissievoorstel om het ETS naar wegverkeer
uit te breiden. Daarbij zal het kabinet het voorstel o.a. beoordelen op de vraag of
het voldoende tijdig tot CO2-reductie in de EU en in Nederland leidt, en of het voorstel innovatie stimuleert.
Voor wat betreft de overige modaliteiten blijft de inzet van kabinet uit het BNC-fiche
over het EU Klimaatplan12 leidend. Daarnaast steunt het kabinet het onderzoek in het kader van het impact assessment
naar belasting voor (alternatieve) brandstoffen en wacht het voorstel van de Commissie
tot herziening van de Richtlijn energiebelastingen, gepland in juni 2021, af.
Domein 6: Geconnecteerde en geautomatiseerde multimodale mobiliteit in de praktijk
brengen
Vanuit de Nederlandse koplopers rol steunt het kabinet de ambitie om op Europees niveau
de ontwikkeling en invoering van CCAM te versnellen. Het kabinet is kritisch op het
mogelijk opzetten van een nieuw agentschap en houdt dit nauwgezet in de gaten, met
name waar dit leidt tot een overdracht van bevoegdheden of het afstappen van techniekneutraliteit.
Het kabinet verzoekt de Commissie expliciet te maken waar Europese toelatingskaders
gaan afwijken van mondiale kaders. Het kabinet steunt verdere ontwikkeling van geautomatiseerd
rijden op het spoor via het ERTMS en autonoom vliegen en varen, waarvoor nadere ontwikkeling
van standaarden belangrijk is. Evenzeer verwelkomt het kabinet het creëren van een
multimodaal en grensoverschrijdend ticketsysteem.
Domein 7: Innovatie, data en kunstmatige intelligentie (AI)
Het kabinet verwelkomt de inzet op digitalisering en AI voor alle modaliteiten, zoals
de uitwerking van regelgeving voor drones, het stimuleren van de ontwikkeling van
innovatieve technieken als de hyperloop, een EU brede drone-strategie en automatisering
in transport. Bij het opzetten van een gemeenschappelijke Europese ruimte voor mobiliteitsgegevens,
zet het kabinet in op het benutten van bestaande (decentrale) databronnen en platforms
en de onderlinge samenwerking daartussen, o.a. voor het ontsluiten van autogegevens
voor de ontwikkeling van slimme mobiliteit en verkeersmanagement.
Domein 8: Versterken van de Interne Markt
Het kabinet verwelkomt de aandacht voor het versterken van de interne markt, o.m.
via herziening van de TEN-T Verordening en de voltooiing van het TEN-T kernnetwerk
per 2030. Daarbij zal Nederland aandacht vragen voor synergie met het Europese netwerk
voor energie (TEN-E), en het aanpakken van knelpunten bij grensoverschrijdende TEN-T
verbindingen. De aangekondigde financiering uit het CEF is daartoe van belang, zowel
voor het kernnetwerk als het onderliggende netwerk. Dit om te komen tot de gewenste
weerbare, duurzame, en multimodale (laad- en tank) infrastructuur. De versterking
van de positie van de Europese TEN-T Coördinatoren dient in goede afstemming, met
oog voor de nationale competenties, plaats te vinden. Tot slot vraagt het kabinet
aandacht voor financiering uit de relevante EU-fondsen en private financiering voor
het verduurzamen van NRMM op bouwplaatsen.
De evaluatie en mogelijke herziening van het European economic governance framework wordt naar alle waarschijnlijkheid dit jaar hervat. Het doel hiervan is niet om investeringen
t.a.v. infrastructuur in lidstaten te stimuleren. Lidstaten zijn zelf verantwoordelijk
voor het alloceren van uitgaven naar dergelijke investeringen binnen de nationale
begroting. De noodzaak van transport investeringen is daarom op zichzelf geen reden
om de mogelijke herziening tijdig te starten. De Nederlandse inzet tijdens de mogelijke
herziening is overigens, vanwege de timing ervan, aan een volgend kabinet.
Domein 9: Eerlijke, betaalbare en sociale mobiliteit
Het kabinet steunt de aandacht van de Commissie voor de sociale aspecten van de verduurzamings-
en moderniseringsinzet, alsmede voor de diversiteit in de mobiliteits- en transportsectoren,
en verwelkomt de aangekondigde maatregelen hiervoor. Dit bijv. door verbeterde passagiersrechten
en verbeterde informatievoorziening aan passagiers. Eerlijke, betaalbare, sociale
en toegankelijke mobiliteit is van groot belang. Het kabinet benadrukt in dit kader
eveneens het belang van het mogelijk maken van (emissie loos) autodelen.
Domein 10: Verkeersveiligheid voor alle modaliteiten
Het kabinet steunt de inzet op het verbeteren van de verkeersveiligheid op de weg
via o.a. de herziening van de rijbewijsrichtlijn en richtsnoeren inzake alcoholpromillages,
al is het niet overtuigd van de noodzaak EU-regels vast te stellen voor inspectie
van bruggen en andere infrastructuur. Het kabinet verzoekt de Commissie te komen met
een eenduidig EU-kader voor lichte elektrische voertuigen (LEV). Het kabinet steunt
de inzet van de Commissie om bestaande regelgeving voor veilige en milieuvriendelijke
zeevaart te herzien waarbij het een risico gestuurde aanpak prefereert. Het kabinet
is echter terughoudend v.w.b. het mogelijk uitbreiden van het mandaat van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA) en ziet hier graag eerst verdere onderbouwing voor.
Gevolgen voor de brede welvaart
De Tweede Kamer verzoekt met de Motie van het lid Van Raan13 om bij voorstellen voortkomend uit de Green Deal rekening te houden met welvaart
in brede zin. Het kabinet kijkt bij welvaart in brede zin naar vier aspecten: kwaliteit
van leven voor huidige generaties, kapitaalvoorraden voor latere generaties, grensoverschrijdende
effecten en de verdeling van kosten en baten. Ten aanzien van deze mededeling worden
de effecten op alle vier de aspecten door het kabinet als positief beoordeeld. Namelijk,
door in te zetten op alle modaliteiten, en tegelijkertijd rekening te houden met de
onderlinge verschillen tussen deze modaliteiten, wordt voorkomen dat de kosten onevenredig
worden verdeeld. De baten zullen alle groepen van de samenleving ten goede komen.
Hierbij valt te denken aan de positieve impact op verkeersveiligheid, klimaat en milieu,
de volksgezondheid, sociaaleconomische omstandigheden/effecten en de kapitaalvoorraden
voor latere generaties.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
In december jl. ging de Europese Raad akkoord met een CO2 reductiedoel van ten minste 55% voor 2030 t.o.v. 1990. Naar verwachting is de Raad
op het gebied van mobiliteit verdeeld over de voorkeursmaatregelen om tot emissiereductie
en verduurzaming van mobiliteit te komen. Wel steunen de meeste lidstaten de verdere
ontwikkeling van een Europese agenda voor internationaal personenvervoer. Daarnaast
lijken de lidstaten relatief eensgezind op het gebied van digitalisering, waarbij
er met name vragen zijn over datadelen en interoperabiliteit tussen de verschillende
data(bronnen).14 De lidstaten lijken elkaar eveneens te vinden waar het gaat om het vergroten van
de veiligheid van alle modaliteiten en het bevorderen van transport ten behoeve van
de interne markt.
Het Europees Parlement heeft zich nog niet uitgelaten over de strategie maar lijkt,
afgaande op de opstelling in recente onderhandelingen, over het algemeen de voorgestelde
inzet te kunnen steunen, waarbij de mate van ambitie in de uitvoering van de verschillende
pijlers kan verschillen.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
De grondhouding ten aanzien van bevoegdheid is positief. Deze mededeling raakt aan
meerdere beleidsterreinen, zoals vervoer, milieu en energie. Ten aanzien van deze
terreinen is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten, zie
artikel 4, lid 2, g, e, i, VWEU.
b) Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. Het
grensoverschrijdende karakter van mobiliteit, als belangrijk onderdeel van de Europese
interne markt voor goederen en personen, en het grensoverschrijdende karakter van
de milieu en klimaatgevolgen als gevolg van transport en mobiliteit, maakt dat een
Europese aanpak voor duurzame en slimme mobiliteit gerechtvaardigd is. Naast acties
op regionaal en nationaal niveau dienen op Europees niveau acties te worden ondernomen
voor een effectieve aanpak van de verduurzaming en modernisering van mobiliteit.
c) Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De mededeling biedt de benodigde oplossingen voor de verduurzaming en het toewerken
naar klimaatneutraliteit in 2050, digitalisering, en de veiligheid en weerbaarheid
van mobiliteit. Om dit te bewerkstelligen is een integrale aanpak, zoals uiteengezet
door de Commissie, noodzakelijk. Daarnaast zijn maatregelen zoals het aanscherpen
van CO2-normen en het bevorderen van alternatieve brandstoffen en datadeling van belang.
De mededeling richt zicht op onderwerpen die bijdragen aan de doelstelling van klimaatneutraliteit
en richt zich op beleidsgebieden die van belang zijn bij het behalen van deze doelstellingen.
Het daarbij aangekondigde beleid gaat, voor zover nu te overzien, niet verder dan
noodzakelijk. Er wordt bijvoorbeeld vooral ingezet op herziening van bestaande richtlijnen
en verordeningen, zoals de herziening van de TEN-T Verordening en de aanscherping
van CO2 normen. Minder ingrijpend optreden zal naar verwachting niet in eenzelfde mate kunnen
bijdragen aan het bewerkstelligen van de doelen zoals gesteld in de Green Deal, de
digitaliseringsstrategie, en voor het herstel uit de COVID-19 crisis. Dit mede vanwege
het complexe karakter van de gestelde doelen en de eerder benoemde noodzaak voor een
integrale aanpak.
d) Financiële gevolgen
Uit de mededeling zelf volgen geen directe budgettaire gevolgen. Uit de nader te publiceren
wetsvoorstellen onder deze mededeling volgen vrijwel zeker budgettaire gevolgen. Wat
betreft het MFK spreekt de Commissie verschillende intensiveringsvoornemens uit, dan
wel aankondigingen van bepaalde investeringen binnen de bestaande fondsen als CEF,
Horizon Europe en InvestEU. De toekomstige voorstellen en de financiële gevolgen zullen door het kabinet uitvoerig
worden getoetst op haalbaarheid en evenredigheid. Wat betreft de EU-begroting is het
kabinet van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de
in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2021–2027 en dat deze moeten
passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen
zullen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen,
conform de regels inzake budgetdiscipline.
e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
Uit de mededeling zelf volgen geen wijzigingen in regeldruk en administratieve lasten.
Deze kunnen wel voortvloeien uit de nader te publiceren wetsvoorstellen en initiatieven
onder deze mededeling. Op basis van deze nadere voorstellen zullen het kabinet en
decentrale overheden deze gevolgen nauwgezet in de gaten houden en toetsten. Het kabinet
zet erop in dat het totale pakket aan voorgestelde maatregelen zo min mogelijk onnodige
administratieve lasten met zich meebrengt. Het kabinet vindt het in dat verband essentieel
dat duidelijke impact assessments van de mogelijke maatregelen worden uitgevoerd,
voordat de Commissie met daadwerkelijke nieuwe, dan wel herziene wetgeving komt. In
deze effectenbeoordelingen moet duidelijk worden aangegeven welke maatregelen de Commissie
beoogt, waarom en welke gevolgen qua kostenstijging en regeldruk zijn voorzien voor
(decentrale) overheid, bedrijfsleven en burgers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken