Brief regering : Verslag Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari 2021
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2265 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 januari 2021
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 januari 2021.
Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om middels dit verslag te voldoen aan toezeggingen
die ik deed tijdens het Algemeen Overleg Raad Buitenlandse Zaken van 21 januari 2021
(Kamerstuk 21 501-02, nr. 2263).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 25 JANUARI 2021
Introductie
Op maandag 25 januari 2021 vond de Raad Buitenlandse Zaken plaats in Brussel. De Minister
van Buitenlandse Zaken heeft namens het kabinet deelgenomen. Onder Current Affairs sprak de Raad over de verdeling van vaccins buiten de Unie, Rusland/Navalny, de trans-Atlantische
relatie (onder andere met betrekking tot Iran/JCPOA en veiligheid in de Golf-regio),
Turkije, Egypte, Bosnië en Herzegovina, Hongkong, de Hoorn van Afrika (Ethiopië,Tigray
en de grens met Soedan) en Venezuela. Daarnaast hadden de leden van de Raad een uitwisseling
met de Japanse Minister van Buitenlandse Zaken, Toshimitsu Motegi, over de Indo-Pacific
en regionale veiligheid in Azië.
Op de agenda stond klimaat- en energiediplomatie. Tot slot spraken de Ministers tijdens
de lunch over de betrekkingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk op het gebied
van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) en het Gemeenschappelijk
Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB).
Current Affairs
Verdeling vaccins buiten de Unie
In het kader van de wereldwijde COVID-19 pandemie sprak de Raad over de toegang tot
vaccins buiten de Unie en de rol van de Europese Unie daarbij. COVAX blijft een leidend
initiatief voor wereldwijde toegang tot vaccins. De Hoge Vertegenwoordiger (HV) constateerde
echter dat de operationalisering van COVAX tijd vergt. In dit kader pleitten meerdere
lidstaten voor aanvullende actie vanuit de EU om op korte termijn partnerlanden te
ondersteunen met vaccins via het EU Vaccine Sharing Mechanism, zoals voorgesteld in de Commissiemededeling van 19 januari «A united front to beat COVID-19». Verscheidene leden van de Raad vroegen daarbij specifiek aandacht voor de regio’s
in de nabijheid van de EU, waaronder de Westelijke Balkan en het Oostelijk Partnerschap.
Sommige lidstaten wezen juist op het belang van een eerlijk en gelijk speelveld voor
alle regio’s, en met name ook de lage inkomenslanden in Afrika; niet alleen vanuit
morele overwegingen maar ook vanuit strategische en economische belangen. Tot slot
wezen meerdere lidstaten op de moeilijkheden rondom het doneren van vaccins in de
beginfase van de nationale vaccinatiestrategieën.
Rusland/Navalny
De Raad stond uitgebreid stil bij de arrestatie van oppositieleider Aleksej Navalny
bij diens terugkeer naar Moskou op 17 januari jl. en riep nogmaals dringend op tot
zijn onmiddellijke vrijlating. Daarnaast hekelden de leden van de Raad, waaronder
Nederland, het geweld van de Russische autoriteiten afgelopen weekend en uitten zorgen
over de verslechterende mensenrechtensituatie en de krimpende ruimte voor het maatschappelijk
middenveld in Rusland. Veel lidstaten, waaronder Nederland, onderstreepten dat indien
Navalny niet wordt vrijgelaten verdere sancties niet zijn uitgesloten. De HV kondigde
aan ter voorbereiding op de Europese Raad van 25 en 26 maart 2021 een bezoek aan Moskou
te brengen. Verscheidene lidstaten waaronder Nederland spraken hun steun uit voor
dit bezoek, opdat de EU een stevige boodschap kan overbrengen aan de Russische autoriteiten,
ook ten aanzien van MH17.
Trans-Atlantische relatie, incl. Iran/JCPOA en veiligheid in de Golf-regio
Daags na de inauguratie van President Joe Biden op 20 januari jl. sprak de Raad tevens
over de toekomstige trans-Atlantische relatie, onder meer in relatie tot Iran en het
JCPOA. Een groot aantal lidstaten waaronder Nederland onderschreef het belang van
de trans-Atlantische relatie vanwege de gedeelde waarden en belangen en noemden daarbij
handelsbeleid, klimaat, multilateralisme, de implementatie van het JCPOA en de relatie
met China als prioritaire dossiers. Nederland wees in dit verband als enige lidstaat
onder meer op de recente uitspraken van de VS over genocide op Oeigoeren in China.
Een aantal landen benadrukte tot slot het belang van een proactieve houding van de
EU ten aanzien van de VS. Zoals ook Nederland reeds onderstreepte vergt een versterking
van de trans-Atlantische betrekkingen een actieve inzet en grotere investering van
de EU, alsook een betere coördinatie tussen de verschillende EU instellingen.
Turkije
De HV koppelde kort terug over zijn gesprek met de Turkse Minister van Buitenlandse
Zaken, Mevlüt Çavuşoğlu, dat plaatsvond op 21 januari jl. De HV verwelkomde de recente
positieve stappen van Turkije zoals het terugtrekken van boor- en exploratieschepen,
maar onderstreepte daarbij ook het belang om deze veranderingen te consolideren. Hierbij
benadrukte Borrell het voortdurende belang van een constructieve rol van Turkije in
de regio en commitment ten aanzien van hervormingen van de rechtsstaat en mensenrechten.
Een groot aantal lidstaten drukte uit waarde te hechten aan blijvende dialoog en een
positieve agenda. Daarnaast werd benadrukt dat de conclusies van de Europese Raad
van afgelopen december, inclusief met betrekking tot aanvullende sancties, nog van
toepassing zijn. De Raad zal de voorbereiding van additionele listings voortzetten.
Egypte
De Raad besprak de mensenrechtenontwikkelingen in Egypte en de EU-Egypte samenwerking
in den brede. De mensenrechtensituatie in Egypte baart vele lidstaten zorgen. De HV
refereerde daarbij specifiek aan het 5-jarig jubileum van de ontvoering en marteling
van de Italiaanse student Regeni in Egypte en betreurde het feit dat Egypte deze zaak
gesloten heeft. Ook Nederland ging in op de zeer zorgelijke mensenrechtensituatie
in Egypte en benadrukte dat de EU wapenexportcriteria strikt nageleefd dienen te worden.
Ook benadrukten verscheidene leden van de Raad, waaronder Nederland, het belang van
conditionaliteit bij steun van de EU aan Egypte.
Bosnië en Herzegovina
De HV informeerde de Raad over de huidige situatie ten aanzien van de opvang van migranten
in Bosnië en Herzegovina (BiH) en de acties van de EU tot dusver. De situatie blijft
zeer schrijnend en de humanitaire crisis duurt voort. De HV benadrukte dat de Bosnische
autoriteiten hun volledige verantwoordelijk moeten nemen. De EU inspanningen blijven
erop gericht om de BiH autoriteiten te bewegen om lange termijn oplossingen te realiseren.
Hongkong
De Raad besprak ook de actuele ontwikkelingen in Hongkong naar aanleiding van aanhoudingen
van prodemocratische politici en activisten, waaronder (voormalige) volksvertegenwoordigers.
Huidig Benelux-voorzitter België sprak mede namens Nederland en Luxemburg ernstige
zorgen uit over deze verdere aantasting van de rechtsstaat in Hongkong, en riep op
tot coördinatie van responsmaatregelen met likeminded partners alsook tot hervatting van de gestructureerde dialoog met Hongkong, op voorwaarde
dat daarbij alle zorgen besproken kunnen worden.
Hoorn van Afrika (Ethiopië, Tigray en grens met Soedan)
De Hoge Vertegenwoordiger verwees naar de verontrustende situatie in de Hoorn van
Afrika, met name met betrekking tot de aanhoudende crisis in Ethiopië, en benadrukte
daarbij dat een verdere escalatie van het conflict naar de omliggende regio (o.a.
Soedan) te allen tijde voorkomen moet worden. Lidstaten deelden zijn zorgen. De Finse
Minister van Buitenlandse Zaken zal binnenkort namens de HV een bezoek aan de regio
brengen waarbij de zorgen, met name het gebrek aan humanitaire toegang, dringend onder
de aandacht gebracht zullen worden bij de autoriteiten.
Venezuela
De Raad stond kort stil bij de Venezolaanse parlementsverkiezingen van 6 december
jl. en de daaruit voortvloeiende situatie en nam tevens conclusies aan. De Raad beschouwt
de verkiezingsuitkomst niet als representatief voor de wil van het Venezolaanse volk
en roept op om middels politieke onderhandelingen te komen tot democratische lokale-,
parlements- en presidentsverkiezingen. De Raad ziet de in 2015 gekozen oppositieleden,
in het bijzonder Juan Guaidó, als bevoorrechte gesprekspartners. Zij zullen wat Nederland
betreft een belangrijke rol moeten spelen in het vinden van een democratische en inclusieve
oplossing van de diepe politieke crisis in het land. De EU staat klaar om het democratische
proces te ondersteunen, bijvoorbeeld door verkiezingswaarnemingsmissies. Tevens roept
de Raad op tot ongehinderde toegang voor humanitaire hulp en staat de EU klaar om
persoonsgerichte sancties in te stellen tegen mensenrechtenschenders en individuen
verantwoordelijk voor de ondermijning van de democratie. Nederland zet samen met EU
in op maximale steun voor de democratische oppositie.
Videoconferentie met de Japanse Minister van Buitenlandse Zaken Toshimitsu Motegi
over Indo-Pacific en regionale veiligheid
In aanloop naar de EU-Japan top sprak de Raad met de Japanse Minister van Buitenlandse
Zaken, Toshimitsu Motegi, over de Indo-Pacific regio en regionale veiligheid in Azië.
Motegi lichtte de Japanse visie op een «Free and Open Indo-Pacific» (FOIP) toe. Japan
verwelkomde de Indo-Pacific visies van enkele Lidstaten, waaronder Nederland, en de
EU-discussies over de Indo-Pacific. Daarnaast benadrukte Motegi het belang van verdieping
van de samenwerking met de EU op thema’s als connectiviteit, maritieme veiligheid,
klimaat en digitalisering. De HV benadrukte dat de EU en Japan gelijkgestemde partners
zijn. Het partnerschap is sterk, ook economisch, mede door de EU-Japan strategische
partnerschapsovereenkomst (SPA) en economische partnerschapsovereenkomst (EPA). De
Hoge Vertegenwoordiger benadrukte tevens dat 2021 een cruciaal jaar zal zijn voor
multilaterale samenwerking, onder andere op het gebied van de pandemie en gevolgen
ervan, rules-based multilateral order en klimaat in aanloop COP26. Veel Lidstaten benadrukten het belang van samenwerking
in de Indo-Pacific om diverse redenen, waaronder veiligheid, multilateralisme en handel.
Ook werd het belang van connectiviteit onderstreept. Nederland intervenieerde namens
het triovoorzitterschap (bestaande uit Nederland, Slowakije en Malta) en Tsjechië.
Nederland benadrukte daarbij dat Japan als gelijkgezinde democratie een belangrijke
samenwerkingspartner is voor de EU in de Indo-Pacific. Prioritaire samenwerkingsgebieden
zijn onder andere veiligheid, waaronder binnen het maritieme en digitale domein en
economische veiligheid, de versterking van de internationale rechtsorde en duurzame
vrijhandel. Evenals andere sprekers verwelkomde ook Nederland de recente aankondiging
van Japan om in 2050 broeikasgas-neutraal te willen zijn.
Klimaat en energiediplomatie
Op dezelfde dag dat Nederland de Climate Adaptation Summit (CAS) organiseerde, sprak de Raad over klimaat- en energiediplomatie. Tevens nam
de Raad Raadsconclusies aan. Met deze Raadsconclusies herbevestigde de Raad dat klimaatdiplomatie
een politieke prioriteit voor de EU blijft en dat keuzes ten aanzien van de energietransitie
niet alleen kansen bieden maar ook geopolitieke veranderingen teweeg brengen. De Raad
benadrukte dat met strategisch en gecoördineerd extern optreden de EU en haar lidstaten
als blok een belangrijke rol kunnen spelen in de strijd tegen klimaatverandering en
op het gebied van adaptatie. Met de ambitieuze EU doelstellingen en de Europese Green
Deal, die een veelheid aan beleidsterreinen omvat, laat de EU het goede voorbeeld
zien. Het jaar 2021 biedt veel kansen om klimaatambitie concreet te stimuleren, om
een breed gedragen coalitie te vormen, ook met partners buiten de EU waaronder de
VS, China en andere grote spelers, om actief, via diplomatieke dialoog, financiering
en steun, structurele vergroening door te voeren (o.a. via het Action Plan voortvloeiend
uit de CAS en in aanloop naar de COP26 in het VK). De EU heeft in het afgelopen jaar
de inspanningen vergroot om landen te motiveren en waar nodig te ondersteunen met
het uitvoeren en verhogen van hun nationale klimaatambities en zal klimaatactie en
de nodige energietransitie zoveel mogelijk centraal stellen in alle dialogen en samenwerkingsverbanden
met derde landen. Ten slotte onderstreepte Nederland het belang van de inzet in het
externe EU-beleid gericht op het waarborgen van de Europese energiezekerheid, inclusief
blijvende aandacht voor het mitigeren van de risico’s die verbonden zijn aan wijzigende
afhankelijkheden in het energiedomein in relatie tot externe partners.
AOB
Onder Any Other Business werd gesproken over het operationaliseren van het Euro-Atlantic Resilience Center in Boekarest, de situatie van de Hongaarse minderheid in Oekraïne en het bezoek van
de Portugese Minister van Buitenlandse Zaken aan Mozambique namens de HV.
Lunch over EU-VK betrekkingen in relatie tot het GBVB en GVDB
De Raad stond tijdens de lunch stil bij de toekomstige relatie tussen de EU en het
VK op het gebied van buitenlandbeleid, externe veiligheid en defensie (GBVB en GVDB).
In het akkoord tussen de EU en het VK over het nieuwe partnerschap van 24 december
jl. zijn hier geen afspraken over gemaakt. Enkele artikelen uit het akkoord over het
nieuwe partnerschap zouden wel een goede basis kunnen bieden voor toekomstige samenwerking
met het VK op deze terreinen, aldus de Commissie. De HV wees verder op de reeds in
2019 overeengekomen politieke verklaring tussen de EU en het VK die goede aanknopingspunten
biedt om de toekomstige GBVB en GVDB samenwerking vorm te geven, zoals onder meer
op het gebied van sancties, terrorismebestrijding en cybersecurity. Meerdere lidstaten
benadrukten het belang van blijvende samenwerking op deze terreinen, mede gezien onze
gedeelde veiligheidsbelangen en strategische prioriteiten. Een aantal lidstaten onderstreepte
daarnaast het belang van coherentie en EU eenheid in het identificeren van samenwerkingsterreinen
waar concrete stappen gezet kunnen worden.
Toezeggingen
Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om te voldoen aan de toezeggingen die ik
tijdens het Algemeen Overleg van 21 januari 2021 deed om schriftelijk terug te komen
op vaccins en C-TAP, Artikel 38 van de veiligheidswet van Hongkong, verplichte sneltesten
en de voortgang van COVAX.
Vaccins en C-TAP
De Europese Commissie en de EU lidstaten steunen het beleid van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) dat erop gericht is om vaccins en geneesmiddelen beschikbaar te maken voor iedereen
en ervoor zorgt dat intellectueel eigendom niet in de weg staat van eerlijke toegang
tot vaccins voor armere landen en bevolkingsgroepen. Hiertoe bestonden al verschillende
initiatieven, bijvoorbeeld de Medicines Patent Pool (MPP). Op verzoek van een aantal lidstaten, waaronder Nederland, hebben de WHO en
UNITAID zich ingespannen om deze initiatieven op te stellen voor COVID-19 gerelateerde
gezondheid technologieën, en zijn deze initiatieven uiteindelijk samengebracht in
een speciale COVID-19 Technology Access Pool (C-TAP).
De WHO heeft de afgelopen maanden consultaties gehad met de private sector om hen
er toe te bewegen kennis en intellectueel eigendom in C-TAP onder te brengen. U bent
al eerder geïnformeerd (Kamerstuk 25 295, nr. 902) over het feit dat verschillende intellectuele eigendomsrechten gratis aan C-TAP
zijn aangeboden. Dit geldt echter niet voor rechten voor vaccins. Dit lijkt eerlijke
toegang tot vaccins wereldwijd echter niet te belemmeren. Uit recente gegevens van
COVAX blijkt dat COVAX er in is geslaagd afspraken te maken met bestaande vaccinproducenten
over levering en licenties.
Het kabinet is van mening dat voortdurend goed gekeken moet worden naar mogelijke
knelpunten op het gebied van intellectuele eigendom die opschaling van productie en
betaalbaarheid van COVID-19-vaccins zouden kunnen belemmeren. Nederland steunt daartoe
actief de inzet van de Commissie om zorgen hierover serieus te onderzoeken en te bekijken
of er op onderdelen pragmatische stappen nodig zijn.
Artikel 38 van de Veiligheidswet Hongkong
Hieronder volgt een nadere toelichting op de interpretatie van artikel 38 van de Nationale
Veiligheidswet voor Hongkong, zoals ik reeds al met u deelde in het verslag Raad Buitenlandse
Zaken van 13 juli 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2187).
Artikel 38 van de Veiligheidswet kan, althans in de beschikbare Engelse tekstversie,
zo gelezen worden dat de strafbaarstellingen in de wet extraterritoriale werking hebben.
Uit de wettekst wordt niet volledig duidelijk of die extraterritoriale werking voor
alle strafbaar gestelde feiten in de Veiligheidswet daadwerkelijk betekenis heeft.
Artikel 29 van de wet beoogt blijkbaar om het beramen van een aantal nader omschreven
feiten door personen vanuit China, Hongkong of Macau met vreemde mogendheden of met
in het buitenland gevestigde instituten of personen strafbaar te stellen. Onder die
categorie feiten hoort onder meer het op onrechtmatige wijze haat opwekken onder inwoners
van Hongkong tegen het centraal gezag in Hongkong of in China, terwijl daarbij direct
of indirect op enigerlei wijze instructies, financiering of een andere wijze van steunverlening
uit het buitenland wordt ontvangen, terwijl aan dat handelen vermoedelijk ernstige
gevolgen verbonden zijn.
Het is niet mogelijk goed te beoordelen in hoeverre deze strafbaarstelling een risico
oplevert voor eenieder die buiten China kritiek uit op dat land. Er lijken nogal wat
voorwaarden te zijn waaraan moet worden voldaan voordat een persoon strafbaar kan
worden gesteld o.g.v. artikel 29 van de Veiligheidswet. Het zal uit de praktijk moeten
blijken hoe de Chinese en Hongkongse autoriteiten hiermee zullen omgaan.
Als China of Hongkong in een specifiek geval de uitlevering verzoekt van een persoon
die wordt verdacht van een strafbaar feit onder de Veiligheidswet, dan zal het desbetreffende
land moeten beoordelen of uitlevering plaats kan vinden met inachtneming van de geldende
internationale regelgeving. In de regel moet daarvoor een bilateraal uitleveringsverdrag
tussen China of Hongkong en het desbetreffende derde land bestaan. Nederland heeft
het uitleveringsverdrag met Hongkong opgeschort, en heeft geen uitleveringsverdrag
met China. Het is gebruikelijk dat in uitleveringsverdragen de nodige waarborgen zijn
opgenomen om te voorkomen dat uitlevering plaatsvindt zonder dat sprake is van dubbele
strafbaarheid, om te voorkomen dat wordt uitgeleverd indien er sprake is van een politiek
misdrijf of om te voorkomen dat de opgeëiste persoon wordt onderworpen aan discriminatoire
vervolging. In het reisadvies voor Hongkong wordt onder «Veiligheidsrisico’s» melding
gemaakt van de Nationale Veiligheidswet voor Hongkong, mede vanwege het feit dat de
wet breed is geformuleerd en op verschillende manieren kan worden uitgelegd, maar
eveneens omdat ook activiteiten buiten Hongkong en uitspraken op sociale media strafbaar
kunnen zijn op basis van deze wet.
Verplichte sneltesten
De verplichte sneltest is een tijdelijke extra maatregel die in beginsel geldt totdat
de quarantaineverplichting voor reizigers die aankomen in Nederland wettelijk is geregeld.
Bij de vaste afwegingsmomenten van de coronamaatregelen kan het kabinet deze maatregel
heroverwegen als daar aanleiding toe is. Op dit moment geldt deze maatregel voor alle
reizigers uit hoogrisicogebieden die per ferry of vliegtuig naar Nederland komen.
Voor landen en gebieden buiten de EU geldt dat alleen de landen en gebieden met een
(voorwaardelijke) vrijstelling van het EU-inreisverbod als veilig worden beschouwd.
Voortgang COVAX
Om een eerlijke en wereldwijde toegang tot COVID-19 vaccins te bewerkstelligen is
het multilaterale initiatief COVAX opgericht. COVAX heeft inmiddels opties op circa
1,3 miljard doses voor de 92 deelnemende lage- en lage- middeninkomenslanden. De verwachting
is dat deze landen binnen 3 tot 4 maanden kunnen beginnen met vaccineren, mits de
benodigde middelen hiervoor op tijd beschikbaar komen. Zo is er nog ruim 4 miljard
dollar nodig om prioritaire groepen in de allerarmste landen te vaccineren. Team Europe
is met EUR 850 miljoen, waarvan EUR 500 miljoen door de Europese Commissie, de grootste
donor van COVAX. Het kabinet droeg recentelijk EUR 25 miljoen extra bij aan COVAX
AMC, de pijler van COVAX die speciaal is ingericht voor lagere en middeninkomenslanden.
Hiermee komt de totale Nederlandse bijdrage aan COVID-19 initiatief van de WHO voor
wereldwijde toegang tot diagnostiek en vaccins op EUR 85 miljoen. Nederland is hiermee
de 11e publieke donor van dit initiatief. Het kabinet streeft ernaar om de verdeling van
vaccins buiten de Unie zoveel mogelijk via, of in afstemming met, COVAX te laten verlopen
en roept de Europese Commissie en EU lidstaten op om eenzelfde lijn te volgen. Nederland
acht het hierbij van belang dat de Commissie bijdraagt aan een gelijk en eerlijk speelveld
met oog voor de noden van alle regio’s, met name ook die van de meest kwetsbare landen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken