Brief regering : Stand van zaken Herstellen, Verbeteren, Borgen (HVB)
31 066 Belastingdienst
Nr. 807 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARISSEN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2021
Op 1 februari aanstaande vindt het notaoverleg over de fraudeopsporing en gebruik
van tweede nationaliteit door de Belastingdienst plaats (Kamerstuk 31 066, nr. 784). Vanwege het grote belang van deze onderwerpen hechten wij eraan om uw Kamer uitgebreid
te informeren. Daarbij willen wij, voordat we gedetailleerd op diverse onderwerpen
ingaan, graag aangeven wat wij belangrijke uitgangspunten en stappen vinden in de
fraudebestrijding door de Belastingdienst.
Wij willen nogmaals onderstrepen dat etnisch profileren en discriminatie nooit mag
gebeuren. Medewerkers moeten professioneel en verantwoordelijk omgaan met gegevens
van en informatie over burgers en bedrijven. Daarom zullen wij nadrukkelijk aandacht
besteden aan het bewustzijn van de medewerkers van de Belastingdienst voor de risico’s
van privacyschendingen en discriminatie. Het voorkomen van discriminatie en ongeoorloofd
gebruik van gegevens zoals nationaliteit, is namelijk niet alleen een kwestie van
data verwijderen. Nog belangrijker is dat medewerkers zich voldoende bewust zijn van
ongewenst gebruik van persoonsgegevens zoals nationaliteit. We trainen de medewerkers
bij de Belastingdienst en Toeslagen om verantwoord met persoonsgegevens om te gaan.
In de kabinetsreactie op het rapport Ongekend Onrecht is hier uitgebreider op ingegaan
(Kamerstuk 35 510, nr. 4). Ook betekent het elimineren van etnisch profileren in ieder geval dat de Belastingdienst,
Toeslagen en Douane aan alle privacywetgeving moet voldoen om de systematische kans
daarop te verkleinen.
Daarnaast kondigen wij nu aan dat wij definitief stoppen met het Combiteam Aanpak
Facilitators (CAF). In de brief van 10 juli 20201 is aan uw Kamer gemeld dat het CAF-team per 3 juli jl. is opgeschort. Voorts gaven
we in de brief van 13 oktober 20202aan dat de signalen die naar aanleiding van het CAF nog bij directies van de Belastingdienst
liggen geanalyseerd zouden worden, waarna besloten kon worden of dit werk eveneens
opgeschort wordt of niet. Het bestaande werk is inmiddels in beeld gebracht. Uit de
inventarisatie zijn 34 casussen naar voren gekomen. Voor deze lopende zaken geldt
dat zij pas weer behandeld worden zodra voldaan kan worden aan het nieuwe beleid waarmee
de Belastingdienst fraude gaat bestrijden. Aan het einde van deze brief gaan wij op
het nieuwe beleid in. Daarnaast wordt er nog wel een analyse gemaakt van de behandeling
van deze signalen tot dusver om te beoordelen of die behandeling juist is verlopen.
Deze analyse is eind maart afgerond en wordt dan met uw Kamer gedeeld.
Hierna gaan wij dieper in op enkele belangrijke onderwerpen. Wij hanteren daarbij
de volgende indeling:
A. De stand van zaken van de onderzoeken naar applicaties waarin fraudesignalen worden
geregistreerd;
B. Het voorkomen van de tweede nationaliteit in de kopie van het systeem Beheer van relaties
(BVR);
C. De stand van zaken van de acties die wij aangekondigd hebben om de applicaties en
de werkwijze van de Belastingdienst te hervormen;
D. De relatie van de minnelijke schuldsanering met de Fraudesignalering voorziening (FSV);
E. Het overzicht van expliciete wettelijke grondslagen voor het gebruik van nationaliteit;
F. De inventarisatie van hardheden in de (uitvoering van) wet- en regelgeving; en
G. De contouren van een nieuwe fraudeaanpak door de Belastingdienst & Toeslagen.
A. De stand van zaken van de onderzoeken naar applicaties waarin fraudesignalen worden
geregistreerd
Om te kunnen verbeteren is het noodzakelijk goed inzicht te hebben in wat er niet
goed gaat. Het eerste spoor – «herstellen» – van HVB richt zich op de onderzoeken
die in beeld brengen wat niet goed is gegaan. Hieronder gaan wij in op de onderzoeken
naar FSV en projectcode 1043 en hoe we omgaan met de resterende signalen van CAF-teams.
Onderzoek naar de effecten van FSV op burgers en bedrijven
Het onderzoek naar de effecten burgers en bedrijven FSV wordt, zoals toegezegd, uitgevoerd
door een externe partij. Momenteel bekijken wij op welke manier een externe partij
zo snel mogelijk aan de slag kan met een focus op een zo snel mogelijke aanbesteding.
De beoogde onderzoeksopzet vindt u in bijlage 23.
Daarnaast heeft uw kamer de motie van het lid Marijnissen c.s.4 aangenomen op grond waarvan het kabinet wordt gevraagd iedereen die in FSV stond
te informeren. Gelet op de aantallen personen die in FSV geregistreerd stonden, wordt
nader uitgewerkt hoe we zo snel mogelijk uitvoering kunnen geven aan de motie. We
komen hier in het eerste kwartaal van 2021 op terug. In de tussentijd blijft uiteraard
de mogelijkheid bestaan dat burgers zelf een verzoek bij de Belastingdienst indienen
en daarmee inzage krijgen.
Structurele werking projectcode 1043
In projectcode 1043 werden aangiften inkomstenbelasting geselecteerd waarvan verondersteld
werd dat zij een hoog risico bevatten. Deze aangiften werden handmatig beoordeeld
door vakspecialisten. Als er twijfels waren over bijvoorbeeld een aftrekpost, werd
de belastingplichtige gevraagd deze aftrekpost aannemelijk te maken. Voor zover die
daarin niet slaagde, werd de aangifte vaak in het nadeel, maar ook als daar sprake
van bleek in het voordeel voor de burger gecorrigeerd. De aangiften van deze belastingplichtige
werden gedurende zes jaar handmatig beoordeeld totdat een aangifte werd ingediend
die geen risico’s bevatte die door de vakspecialisten beoordeeld hoefde te worden.
Het gebruik van projectcode 1043 is opgeschort, er worden geen nieuwe aangiften van
deze mensen meer geselecteerd. Er zijn waarborgen opgesteld en bestaande waarborgen
zijn versterkt. Het gaat hierbij om onder andere een verbeterde werkinstructie, een
deblokkeringsproces als een belastingplichtige eenmaal een juiste aangifte indient
om te voorkomen dat een volgende aangifte wederom wordt geselecteerd voor intensief
toezicht en een proces om signalen op te vangen, te behandelen en te analyseren. De
Belastingdienst heeft de Auditdienst Rijk (ADR) gevraagd vóór 1 maart aanstaande de
opzet en het bestaan van de waarborgen rond projectcode 1043 te onderzoeken. Op basis
van dit onderzoek nemen wij een besluit over het gebruik van de projectcode 1043.
Als het systeem opnieuw in gebruik genomen wordt, toetst de ADR de werking van de
waarborgen in de praktijk nog twee keer tijdens de aangifteperiode over het belastingjaar
2020.
In bijlage 1 wordt nader ingegaan op het onderzoek naar de structurele werking van
projectcode 10435.
B. Het voorkomen van de tweede nationaliteit in een kopie van het systeem Beheer van
Relaties (BVR)
Bij de beantwoording van de feitelijke vragen naar aanleiding van de Parlementaire
Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag is uw Kamer geïnformeerd over drie applicaties
van Douane waarin het gegeven van een tweede nationaliteit naast de Nederlandse nationaliteit
getoond kon worden (Kamerstuk 35 510, nr. 46). Daarin is geantwoord dat in oktober 2020 begonnen is met het onzichtbaar maken
van deze persoonsgegevens in de applicaties van Douane. Vanaf 15 januari 2021 wordt
het gegeven tweede nationaliteit niet meer getoond. De Autoriteit Persoonsgegevens
is op 18 januari 2021 geïnformeerd.
Naar aanleiding van het vinden van deze applicaties is nader onderzoek gedaan. Daaruit
is gebleken dat deze applicaties het (oude) gegeven van een tweede nationaliteit vanuit
een kopie van het systeem van Beheer van Relaties (BVR) aangeleverd kregen. BVR is
het basisregistratiesysteem van de Belastingdienst, waarin persoonsgegevens uit de
Basisregistratie Personen (BRP) worden geregistreerd. De handmatige schoning van deze
«hoofdversie» van het BVR op het gegeven van tweede nationaliteit heeft reeds op 23 juli
2015 plaatsgevonden. De Belastingdienst heeft de informatie over de tweede nationaliteit
in de kopie van het systeem BVR voor nader onderzoek onmiddellijk veiliggesteld en
vervolgens is direct de informatie over de tweede nationaliteit naast de Nederlandse
nationaliteit verwijderd.
In deze kopie stond bij 1,17 miljoen personen naast de Nederlandse ook een niet-Nederlandse
nationaliteit geregistreerd. Momenteel wordt uitgezocht waarom deze kopie niet eerder
bekend was en waarom het persoonsgegeven tweede nationaliteit naast de Nederlandse
nationaliteit hier niet eerder (automatisch) uit is gehaald. De handmatige schoning
van BVR op het gegeven van tweede nationaliteit heeft namelijk, zoals hierboven beschreven,
reeds op 23 juli 2015 wel plaatsgevonden. De gegevens hadden op hetzelfde moment dan
ook uit het kopie van dit systeem gehaald moeten worden. Daarnaast wordt verder onderzocht
of en waar deze kopie verder is gebruikt en welke gevolgen dat heeft gehad. Wel is
duidelijk dat de kopie enkel interne afnemers binnen de Belastingdienst kent.
Voor toeslaggerechtigden geldt overigens dat het onwaarschijnlijk is dat zij nadeel
hebben ondervonden van het bestaan van de kopie van BVR. Er bestaan binnen Toeslagen
drie verschillende waarborgen die er samen voor moeten zorgen dat gegevens zoals de
tweede nationaliteit niet bijgehouden worden. De eerste waarborg is dat Toeslagen
de informatie uit de kopie van BVR overgenomen heeft in zijn eigen systeem en zulke
gegevens bij het overnemen heeft verwijderd. Daarnaast is de kans op «vervuiling»
door het opnieuw vullen van het systeem van Toeslagen zelf beperkt. Alleen als een
burger in het geheel niet in dit systeem staat, wat nauwelijks voorkomt, ontvangt
Toeslagen nieuwe informatie van andere dienstonderdelen, waar dit gegeven mogelijk
nog wel geregistreerd staat. Als derde waarborg bekijkt Toeslagen maandelijks hun
eigen systeem om te beoordelen of daar informatie in staat die daar niet hoort.
Tot slot wordt op dit moment in kaart gebracht of er nog vergelijkbare kopieën van
BVR zijn waarin dubbele nationaliteiten geregistreerd staan.
C. De stand van zaken van de acties die wij aangekondigd hebben om deze applicaties
en de werkwijze van de Belastingdienst te hervormen
Op 13 oktober 20206 hebben wij het plan van aanpak «Herstellen, Verbeteren en Borgen» (HVB) aan uw Kamer
toegezonden. Dit plan is de uitwerking van de acties die we sinds maart 2020 hebben
ingezet om problemen op te lossen die zijn geconstateerd in de wijze waarop de Belastingdienst
om is gegaan met (persoons)registraties, risicomodellen en het gebuikt van persoonsgegevens
zoals nationaliteit. We vinden die problemen zeer ernstig omdat de Belastingdienst
zich natuurlijk moet houden aan wet- en regelgeving en aan de kaders van de rechtsstaat.
De Belastingdienst moet zo snel mogelijk voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG), de Archiefwet en Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).
Verwerking nationaliteit en risicosignalen
We zijn in 2020 gestart met het oplossen van de problemen met de verwerking van nationaliteit
en risicosignalen. Mede op basis van het adviesrapport van KPMG van 10 juli 2020 zijn
processen gestaakt voor de periode waarin de noodzakelijke randvoorwaarden ontbraken.
De Belastingdienst heeft een inventarisatie gemaakt van alle lijsten met risicosignalen
op persoonlijke omgevingen van medewerkers. Dat zijn er in totaal circa 211. Er wordt
nu een nadere analyse van deze lijsten met bijbehorende risico’s gemaakt die eind
maart 2021 gereed is.
Naast deze actie is de Belastingdienst in december 2020 begonnen om de ongeveer negenhonderd
aanwezige applicaties te doorzoeken op het gebruik van nationaliteit en aanverwante
gegevens zoals geboorteplaats. De analyse van de applicaties wordt in het eerste kwartaal
van dit jaar afgerond en met uw Kamer gedeeld. Waar niet aan de wet- en regelgeving
wordt voldaan, stoppen wij de applicatie, zoeken uit of burgers daarvan nadeel hebben
ondervonden en zetten dat recht, en bepalen wij hoe deze werkzaamheden wel conform
wet- en regelgeving kan worden uitgevoerd.
Bedrijfsprocessen op orde
We zijn daarnaast alle processen van de Belastingdienst opnieuw aan het toetsen aan
de eisen van de AVG, BIO en Archiefwet. Als gevolg van de complexiteit en de omvang
van de Belastingdienst zal dit een meerjarig traject zijn. We zijn gestart met het
risicoselectieproces, namelijk «wegen en bepalen behandelwijze» in de Inkomensheffing.
Het kader waarop de processen getoetst worden is in maart van dit jaar gereed en wordt
met uw Kamer gedeeld.
Kabinetsbrede initiatieven voor voorkomen van discriminatie binnen algoritmen
Voor het gebruik van algoritmen lopen er kabinetsbrede initiatieven, die mede zijn
gericht op het voorkomen van discriminatie. Zo werkt het Ministerie van Justitie en
Veiligheid aan richtlijnen voor het uitvoeren van data-analyses en de rol van de algoritmen
in de besluitvorming. In deze richtlijnen worden ook regels opgenomen om de risico’s
van discriminatie te elimineren. Daarnaast werkt het kabinet momenteel aan een rijksbrede
inventarisatie voor alle ministeries en uitvoeringsorganisaties, waarbij er gekeken
wordt waar er gebruik wordt gemaakt van nationaliteit in wetten, regelingen, procedures
en risicomodellen. Daarin wordt ook de uitvoeringspraktijk en cultuur betrokken. Verder
kan bijvoorbeeld het recente onderzoek van de Algemene Rekenkamer «Aandacht voor algoritmes»
behulpzaam zijn. De Belastingdienst, Toeslagen en Douane nemen deze ontwikkelingen
uiteraard ook mee in de eigen uitvoeringspraktijk.
Bijlage 1 bevat een specifiek overzicht van de belangrijkste acties en de voortgang
die we hebben gerealiseerd sinds maart vorig jaar.
D. De relatie van de minnelijke schuldsanering met de Fraudesignalering voorziening
(FSV)
In de antwoorden op de feitelijke vragen naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire
Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag hebben wij aangegeven dat uit een interne
reconstructie ten behoeve van het onderzoek van de Auditdienst Rijk (ADR) signalen
naar voren zijn gekomen dat de kwalificatie Opzet/Grove schuld (O/GS) doorwerking
had op een verzoek tot minnelijke schuldsanering in de fiscaliteit. In een werkinstructie,
die u vindt als bijlage 3 van deze brief, stond vermeld dat bij een individuele schuld
(dit kan zowel een toeslag- als belastingschuld zijn) van hoger dan € 10.000, in samenhang
met een FSV-registratie «melding fraudepost» en/of de kwalificatie O/GS, een verzoek
tot minnelijke schuldsanering werd afgewezen. Dit is een oude werkinstructie. Deze
werkwijze wordt in ieder geval sinds maart 2020 niet meer toegepast.
Werkwijze
Volgens de huidige werkwijze moet de Belastingdienst, als er een verzoek tot minnelijke
schuldsanering wordt gedaan, dit toetsen aan artikel 288 van de Faillissementswet.
Hiervoor moet de Belastingdienst onder andere beoordelen of de schuldenaar te goeder
trouw is geweest. De beoordeling van de verwijtbaarheid wordt per situatie getoetst
en is afhankelijk van de feiten en omstandigheden bij de burger. Hierbij kijkt de
Belastingdienst onder andere naar eventueel opgelegde vergrijpboetes en/of ambtshalve
aanslagen. Bij toeslagschulden worden deze verzoeken momenteel niet getoetst aan verwijtbaarheid.
Tot maart 2020 stond in de bovengenoemde, oude werkinstructie dus dat bij een registratie
in FSV, «melding fraudepost», bij individuele schulden boven de € 10.000,- een verzoek
altijd wordt afgewezen. Hetzelfde gebeurde tot november 2019 bij een O/GS kwalificatie
bij toeslagschulden. Er werd zowel bij een FSV-registratie «melding fraudepost» als
bij een O/GS kwalificatie zonder verder inhoudelijke toetsing vanuit gegaan dat de
burger niet te goeder trouw was. Dit gebeurde zowel bij vorderingen van Toeslagen
als de Belastingdienst of een samenloop hiervan. Dat is onacceptabel. Deze werkwijze
voor de invulling van goeder trouw wordt nu dus niet meer toegepast.
Onderzoeken
Wij vinden het van groot belang om te achterhalen in welke mate en op welke manier
deze werkinstructie is gevolgd. De ADR heeft, zoals aangekondigd bij Kamerbrief op
27 november 20207, de opdracht gekregen om dit te onderzoeken. Zij zullen dus de gevolgde werkwijzen
bij de beoordeling van een O/GS kwalificatie voor de terugvordering van toeslagen
over de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2019 onderzoeken. In dit
onderzoek wordt naast toeslagschulden ook gekeken naar de samenloop met belastingschulden.
Het ADR onderzoek wordt volgens de planning in februari verwacht. In de beantwoording
op de feitelijke vragen naar aanleiding van de POK is ingegaan op de signalen die
aanleiding zijn geweest voor het onderzoek dat de ADR momenteel uitvoert. Het verzoek
van uw Kamer om een nadere toelichting en reconstructie hoop ik met de resultaten
van het onderzoek van de ADR te kunnen beantwoorden.
Uiteindelijk is nog belangrijker om te achterhalen hoeveel burgers door deze werkwijze
uit het verleden zijn geraakt. Lopende het onderzoek van de ADR is de Belastingdienst
op ons verzoek gestart met het in kaart te brengen van de burgers die door de bovengenoemde
werkwijze zijn geraakt. Om hier inzicht in te verkrijgen, is waarschijnlijk een handmatige
beoordeling nodig van alle beschikkingen die zijn verstuurd in de periode januari
2012 tot en met december 2019. Alle afwijzingsbeschikkingen moeten nagelezen worden
om de reden van afwijzing te achterhalen. Dit betekent dat er zeer veel arbeidsintensief
werk verricht moet worden. Wij zetten er alles op in om dit zo snel mogelijk af te
ronden, zodat de grootte van de groep burgers en de gevolgen die het voor hen heeft
gehad duidelijk worden. Wij zullen uw Kamer hierover op de hoogte houden.
Los van de bovenstaande analyse is in de kabinetsreactie op de POK breder in gegaan
op de maatregelen die de Belastingdienst neemt om schuldenproblematiek te verminderen.
De maatregelen die de Belastingdienst als schuldeiser kan inzetten, kunnen in individuele
gevallen namelijk onredelijk streng uitpakken. Naast de specifieke aanpak voor Toeslagen
waarover u eerder bent geïnformeerd, houden we ook de invorderingsstrategie van Belastingdienst
tegen het licht, in het bijzonder voor mensen die langdurig te maken hebben met hoge
schulden. Zie voor een nadere toelichting de kabinetsreactie.
E. Het overzicht van expliciete wettelijke grondslagen voor het gebruik van nationaliteit
Op 13 oktober 20208 heb ik uw Kamer een overzicht toegezegd van expliciete wettelijke grondslagen die
door de Belastingdienst gebruikt kunnen worden om het persoonsgegeven nationaliteit
te verwerken. Als bijlage 4 bij deze brief sturen wij u hierbij het overzicht van
expliciete grondslagen in wet- en regelgeving. Dit overzicht bestaat uit de expliciete
grondslagen uit fiscale wet- en regelgeving en enkele expliciete grondslagen uit niet-fiscale
wet- en regelgeving. Er zal met verschillende opdrachtgevers van de Belastingdienst
nog verder worden gekeken naar de expliciete grondslagen voor de niet-fiscale taken
van de Belastingdienst. Als dit tot aanvullingen leidt, sturen wij het aangevulde
overzicht uiterlijk eind maart dit jaar naar uw Kamer.
Ook zal er een analyse worden gemaakt in welke gevallen het gebruik van het persoonsgegeven
nationaliteit daadwerkelijk noodzakelijk en proportioneel is in de uitvoering. Mocht
geconstateerd worden dat het gebruik van het persoonsgegeven in bepaalde gevallen
niet noodzakelijk noch proportioneel is, ondanks de aanwezigheid van een expliciete
wettelijke grondslag, dan zullen we dit gebruik stopzetten. Daarover zal ik uw Kamer
in het tweede kwartaal van 2021 informeren.
F. De inventarisatie van hardheden in de (uitvoering van) wet- en regelgeving
In de kabinetsreactie op het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag
is een aantal concrete verbeteringen in de wetgeving aangekondigd om maatwerk beter
mogelijk te maken en de menselijke maat terug te brengen. Daarbij is aangegeven dat
het kabinet ook breder op zoek gaat naar regelgeving die in de praktijk te hard uitpakt.
Binnen de Belastingdienst wordt een inventarisatie uitgevoerd waarbij medewerkers
gevraagd worden om signalen van mogelijke hardheid van regelgeving en werkwijzen die
tot onwenselijke situaties voor burgers leiden te melden. We gaan daarbij uit van
situaties waarbij de belangen van burgers en bedrijven (mogelijk) zijn geschaad.
Wij onderscheiden de volgende categorieën:
1. Knelpunten die het gevolg zijn van niet-rechtstatelijk handelen in de uitvoering;
2. Knelpunten waarbij de rechtsstatelijkheid in het geding is ten gevolge van knellende
wet- en regelgeving of interdepartementale afstemming;
3. Knelpunten die ontstaan doordat in wet- en regelgeving harde grenzen worden gehanteerd
die tot grote inkomenseffecten kunnen leiden, zowel bedoeld als onbedoeld.
De Belastingdienst start deze inventarisatie samen met zijn opdrachtgevers zo snel
mogelijk. We verwachten deze inventarisatie voor de zomer van 2021 af te ronden. We
informeren uw Kamer over de uitkomsten en de te nemen vervolgstappen.
G. De contouren van een nieuwe fraudeaanpak door de Belastingdienst en Toeslagen
De uitvoerings- en toezichtstrategie van de Belastingdienst is erop gericht dat burgers
en bedrijven bereid zijn uit zichzelf (fiscale) regels na te leven, zonder dwingende
acties van de Belastingdienst. Een onmisbaar onderdeel daarvan is de bestrijding van
(mogelijke) fraude door burgers en bedrijven die daartoe niet bereid zijn, onder andere
om de inkomsten voor de Nederlandse staat te verzekeren, maar ook om recht te doen
aan goedwillende burgers en bedrijven die wel integer handelen. Als de Belastingdienst
niet zou optreden tegen diegenen die bewust de regels niet naleven en/of fraude plegen,
kan dat naleving in het algemeen ondermijnen. Als de Belastingdienst optreedt, moet
dat vanzelfsprekend voldoen aan de waarborgen van rechtsstatelijkheid en dient er
onderscheid gemaakt te worden tussen fouten, die ieder mens kan maken, en fraude.
In de kabinetsreactie op de bevindingen van de Parlementaire Ondervragingscommissie
Kinderopvangtoeslag is aangekondigd dat wij uw Kamer in deze brief informeren over
de contouren van de nieuwe fraudeaanpak bij de Belastingdienst en Toeslagen.
Wij gaan allereerst het huidige normen- en waardenkader voor repressieve handhaving
en voor de aanpak van risicosignalen en risicoselectie herijken. In het plan van aanpak
HVB is aangekondigd dat externe ondersteuning wordt ingeschakeld in verband met het
arbeidsintensieve traject. De verwachting is dat in de eerste helft van 2021 de hernieuwde
kaders bekend zijn en de implementatie gestart is.
Daarnaast zullen de Belastingdienst en Toeslagen, in overleg met de belangrijkste
opdracht gevende departementen en de Secretaris-Generaal van Financiën als eigenaar,
zo snel mogelijk beoordelen waar de focus van de fraudeaanpak komt te liggen. Dus
welke vormen van fraude extra aandacht moeten krijgen en hoe de Belastingdienst daar
op inzet. Bij de nadere uitwerking kijken we ook hoe andere uitvoeringsorganisaties
omgaan met het begrip fraude op bijvoorbeeld het terrein van de sociale zekerheid.
Dit moet de basis vormen voor de contouren van de nieuwe fraudeaanpak door de Belastingdienst.
Wij voelen de urgentie en houden uw Kamer uiteraard op de hoogte.
Tot slot
Wij gaan in de komende periode onverminderd door met de uitvoering van alle acties
die we in de afgelopen periode in gang hebben gezet. De voortvarende uitvoering van
het plan van aanpak HVB is daarbij van groot belang. Dit alles om ervoor te zorgen
dat uiteindelijk de opzet, inrichting en werking van risicoselectie en de toezicht-
en handhavingstaken van de Belastingdienst, waaronder Toeslagen, met voldoende rechtsstatelijke
waarborgen zijn omkleed en de menselijke maat weer toegepast kan worden.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën