Brief regering : Tweede voortgangrapportage van de Gelijke Kansen Alliantie (GKA) over 2020
35 570 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021
Nr. 174 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA EN VAN ONDERWIJS,
               CULTUUR EN WETENSCHAP
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2021
Hierbij bieden wij u de tweede voortgangrapportage van de Gelijke Kansen Alliantie
                  (GKA) aan, over 2020 (zie bijlage 1)1. Het jaar 2020 is getekend door Covid-19. Door de impact van deze crisis is het verschil
                  in kansen van kinderen en jongeren nog meer zichtbaar en tastbaar geworden. Juist
                  kinderen en jongeren die door hun thuissituatie het onderwijs hard nodig hebben om
                  hun talenten te kunnen ontwikkelen ondervinden de negatieve effecten van de sluiting
                  van scholen.
               
Ondanks Covid-19 zijn wij vanuit de GKA samen met po-, vo-scholen, mbo-instellingen
                  en gemeenten blijven werken aan een structurele aanpak van kansenongelijkheid in het
                  onderwijs. In deze brief vatten wij de belangrijkste onderwerpen uit de rapportage
                  voor u samen. We beschrijven de (1) werkwijze en tot nu toe behaalde resultaten, (2) de
                  ontwikkelingen naar aanleiding van Covid-19 en de (3) toekomst van het bevorderen
                  van kansengelijkheid met de GKA.
               
De GKA werkt op verschillende niveaus samen met deze diverse bondgenoten. In de kaders
                  in deze Kamerbrief vindt u verschillende voorbeelden van de activiteiten en uitdagingen
                  uit de praktijk van de Gelijke Kansen Alliantie.
               
Kader 1. Twee portretten uit de documentaireserie Klassen
Anyssa is pas tien jaar als ze aan groep acht begint. Ze woont nu bij haar opa en
                              oma, die haar financieel en op het gebied van huiswerk weinig kunnen bieden. Maar
                              Anyssa heeft meer zorgen. Haar opa, van wie ze zielsveel houdt, is ernstig ziek en
                              daarnaast: bij wie gaat ze wonen als ze straks naar de middelbare school gaat? Lukt
                              het Anyssa om haar voorlopige havo-vwo-advies vast te houden? Gelukkig voelt ze zich
                              ook meer dan thuis bij juf Jolanda.
                           
Gianny (13) mocht niet kiezen naar welke middelbare school hij ging. Hij werd vanwege
                              zijn gedrag direct naar het Hogelant «gestuurd»: een vmbo ZORGschool voor leerlingen
                              met een leerachterstand en verbaal corrigeerbare houdings- en gedragsproblemen. Hij
                              zit nu in zijn tweede jaar, maar hij wil het liefst zo snel mogelijk weg, naar een
                              «gewone school». Daarvoor moet hij wel goede cijfers halen, niet vechten en – het
                              belangrijkste – aanwezig zijn, iets dat hem vorig jaar nauwelijks lukte. Aan zijn
                              intelligentie zal het niet liggen, maar weet hij zich goed te gedragen? De verlokkingen
                              van de straat zijn verleidelijk.
                           
Anyssa en Gianny, die voor de documentaireserie Klassen van Human werden gevolgd,
                              zijn slechts twee voorbeelden van kinderen die door de aan- en afwezigheid van factoren
                              op school, thuis en in hun omgeving te maken hebben met kansenongelijkheid. De verhalen
                              van Anyssa en Gianny laten zien hoe weerbarstig de praktijk is, ondanks alle inzet
                              en betrokkenheid van leerkrachten en andere professionals. Voor hen en alle andere
                              kinderen in Nederland werkt de GKA samen met gemeenten, scholen en andere partners
                              om het verschil te maken.
                           
1. Stand van zaken Gelijke Kansen Alliantie (GKA)
               
De GKA werkt via drie lijnen:
Lijn 1. Met gemeenten in meerjarige GKA-agenda’s;
Lijn 2. Met scholen die zich verenigen op thema in leernetwerken en communities;
Lijn 3. In experimenten en bijzondere samenwerkingen.
Lijn 1: Meerjarige GKA-agenda’s gericht op het versterken van de driehoek school –
                     thuis – omgeving
Gemeenten zijn de belangrijkste bondgenoot om de verbinding tussen school, thuis en
                  wijk te versterken. In actiegerichte GKA-Agenda’s zijn interventies en experimenten
                  opgenomen die gemeenten uitvoeren om kansengelijkheid en talentontwikkeling te bevorderen.
                  Ook bevatten de agenda’s afspraken over analyse, onderzoek, kennisopbouw en kennisdeling.
               
In 2020 is het aantal aangesloten gemeenten bij de GKA gegroeid van 30 naar 50 gemeenten.
                  De geografische spreiding over Nederland is daarmee vergroot. Samen zijn deze gemeenten
                  goed voor ongeveer 45% van alle inwoners van Nederland.
               
Kader 2. Gemeenten met een GKA-agenda
1. Amsterdam
2. Den Haag
3. Rotterdam
4. Utrecht
5. Achtkarspelen
6. Alkmaar
7. Almelo
8. Almere
9. Amersfoort
10. Apeldoorn
11. Arnhem
12. Bergen op Zoom
13. Breda
14. Capelle aan den IJssel
15. Delft
16. Deventer
17. Dordrecht
18. Eemsdelta
19. Ede
20. Eindhoven
21. Enschede
22. Gorinchem
23. Gouda
24. Groningen
25. Haarlem
26. Heerlen
27. Helmond
28. Hengelo
29. ’s-Hertogenbosch
30. Hoogeveen
31. Leeuwarden
32. Leiden
33. Lelystad
34. Maastricht
35. Medemblik
36. Meierijstad
37. Nijmegen
38. Roosendaal
39. Roermond
40. Schiedam
41. Sittard-Geleen
42. Súdwest-Fryslân
43. Tiel
44. Tilburg
45. Venlo
46. Venray
47. Weert
48. Zaanstad
49. Zoetermeer
50. Zwolle.
Veel interventies uit de GKA-agenda’s hebben betrekking op ouderbetrokkenheid, extra
                  onderwijs en taalbevordering. Passend bij de lokale uitdagingen en behoeften, schaalgrootte,
                  kennis, focus en samenwerking, verschilt de uitwerking per gemeente.
               
Kader 3. Voorbeelden van interventies uit de GKA-Agenda’s
I. Soepele overgang – gemeente Amsterdam:
Om de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs te versoepelen wordt de
                              Brede Brugklas Bonus ingezet. Scholen die nu nog met gescheiden niveaus werken, kunnen de Brede Brugklas
                              Bonus gebruiken voor het invoeren van een gemengde brugklas. Ook worden bestaande
                              brede brugklassen ondersteund in hun aanpak. Voor leerlingen bieden zij een gemengde
                              en brede basis, die uit minimaal drie niveaus bestaat: vmbo, havo en vwo. Scholen
                              werken hiermee aan de kwaliteit van hun onderwijs. Op deze manier worden alle leerlingen
                              uitgedaagd om het beste uit zichzelf te halen.
                           
II. Extra Onderwijs – gemeente Haarlem:
Met de evidence-based methode High Dosage Tutoring (HDT) ontvangen geselecteerde leerlingen uit het primair en voortgezet onderwijs onder
                              schooltijd elke dag een lesuur extra rekenbegeleiding in vaste groepjes van twee leerlingen
                              met één tutor. De tutoren onderhouden wekelijks telefonisch contact met de ouders
                              en ook de leraren zijn betrokken. Deze inzet van tutoren onder schooltijd voor leerlingen
                              met achterstanden lijkt een behoorlijke bijdrage te leveren aan de vermindering van
                              de werkdruk bij leraren en docenten. Met HDT halen leerlingen grote leerachterstanden
                              in waardoor zij een betere aansluiting krijgen op hun vervolgonderwijs. Daarnaast
                              zorgt de sterke band tussen tutoren, leerlingen en hun ouders voor het ondersteunen
                              van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen, zoals het opbouwen van zelfvertrouwen
                              en een «Growth Mindset».
                           
III. Verbinding school en thuis – gemeente Groningen en gemeente Zaanstad:
De brugfunctionaris vervult een «brug» tussen de ouders en de school. De brugfunctionaris heeft de opdracht
                              om «school» en «thuis» te verbinden, zodat kinderen uit gezinnen met uitdagingen op
                              verschillende levensdomeinen als huisvesting, gezondheidszorg, werk, inkomen en welzijn
                              maximaal ondersteund worden in hun ontwikkeling.
                           
In de praktijk zien we dat veel leraren problematiek in de levensdomeinen wel signaleren,
                              maar niet precies weten hoe hiermee om te gaan. De inzet van de brugfunctionaris moet
                              leraren ontlasten, door het contact en de informatie-uitwisseling met ouders te verbeteren.
                              Zo kunnen leraren en ouders een pedagogisch partnerschap aangaan en worden ouders
                              gerichter ondersteund door de brugfunctionaris bij problematiek in andere levensdomeinen.
                              Soms verlenen de brugfunctionarissen kortdurende hulp, maar ze zijn geen zorgverlener.
                              Wel weten ze waar ze moeten zijn voor de juiste hulp en ondersteuning.
                           
Brugfunctionarissen zijn aanwezig op scholen en verbonden aan lerarenteams. Ze zijn
                              in dienst van school, maar worden door de gemeenten betaald.
                           
IV. Verlengde schooldag – Zuid-Limburg:
Met de Gezonde Basisschool van de Toekomst werken meerdere scholen en de Zuid-Limburgse gemeenten aan het doorbreken van de vicieuze
                              cirkel van de intergenerationele kansenarmoede en sociaaleconomische achterstanden.
                              Het doel is dat de kinderen die opgroeien in kwetsbare buurten in Zuid-Limburg een
                              betere uitgangspositie dan hun ouders verwerven.
                           
Onder schooltijd en via een verlengde schooldag komen kinderen naast regulier (voorschools)
                              onderwijs ook in aanraking met sport en bewegen, cultuur, taalstimulering, talentontwikkeling,
                              beroepenoriëntatie en/of gezonde voeding en leefstijl. Daarnaast wordt gestreefd naar
                              een nuttige besteding van vakantieperiodes. Zo wordt het concept «school» opnieuw
                              geladen en verbreed van kwalificatie naar ook socialisatie en persoonsvorming. Om
                              uiteindelijk voor de ouders van de toekomst een betere, kansrijke startpositie te
                              creëren.
                           
Lijn 2: Een lerende aanpak: de GKA-communities, het GKA-dashboard, de expertgroep
                     en de jongerenraad.
Wat werkt en waarom werkt het? Kan een interventie worden opgeschaald met behoud van
                  kwaliteit? Kennisopbouw en kennisdeling zijn centrale speerpunten van de Gelijke Kansen
                  Alliantie, die werkt vanuit een lerende aanpak.
               
De GKA heeft een belangrijke vliegwielfunctie op lokaal niveau. In de GKA-Agenda’s
                  per gemeente zijn expliciete afspraken gemaakt over het meten en delen van uitkomsten
                  van interventies, zodat succesvolle interventies ook elders ingezet kunnen worden.
               
GKA-Communities
Communities zijn leernetwerken waarin scholen en professionals uit het hele land zich
                  verenigen rondom gemeenschappelijke vraagstukken. Binnen de netwerken wordt praktische
                  kennisdeling gefaciliteerd met en door professionals. Twee leernetwerken zijn al actief,
                  namelijk de Community Urban Education (CUE) over lesgeven in de grootstedelijke context en de Community Omgaan met Armoede op Scholen. De communities Extra Onderwijs, Loopbaanleren en Taalontwikkeling zijn in oprichting.
               
A. De Community Urban Education (CUE)
               
In dit leernetwerk werken 40 scholen uit het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs
                  gevestigd in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Tilburg samen. Ze verzamelen en delen
                  kennis over lesgeven in een grootstedelijke context.
               
Ruim 2.000 leraren en schoolleiders uit de community nemen deel aan een grootschalig
                  professionaliseringstraject via het programma de Transformatieve School (TS). Het
                  traject is erop gericht leraren beter toe te rusten om zo effectief mogelijk les te
                  geven in superdiverse klassen.
               
Dit jaar wordt de community uitgebreid met scholen uit Utrecht en Alkmaar.
Kader 4. Deelnemers over de CUE:
Jeroen Bergamin, rector 4e Gymnasium Amsterdam:
«Terwijl de instroom stijgt, zien we een grotere uitstroom van leerlingen met een
                                 meer diverse achtergrond. Cognitief kunnen zij het gymnasium aan, waarom lukt het
                                 dan niet? Hoe kunnen wij hen beter begeleiden? Docenten die al twintig jaar lesgeven
                                 zien dat het opeens niet meer lukt. Ze doen het niet fout, maar moeten omgaan met
                                 de huidige veranderingen.»
Nikkie van Groenendaal, directeur Basisschool Don Sarto Tilburg:
«Het inspireert om met andere mensen uit andere regio’s te praten die tegen dezelfde
                                 uitdagingen aanlopen. Laten we de goede dingen met elkaar delen en gebruiken, aangepast
                                 naar de eigen schoolomgeving. Wanneer je samen nadenkt kom je tot nieuwe inzichten.»
B. De community «Omgaan met armoede op scholen»
               
In opdracht van de GKA en het Ministerie van SZW hebben twee lectoren van Hogeschool
                  Rotterdam en de Hanzehogeschool Groningen een handreiking geschreven met praktische
                  handvatten om de gevolgen van armoede voor de ontwikkeling van kinderen aan te pakken.
                  De handreiking is in samenwerking met scholen tot stand gekomen en is bedoeld voor
                  scholen binnen het primair en voortgezet onderwijs.
               
Het Jeugdeducatiefonds (JEF) onder leiding van Hans Spekman heeft de opdracht gekregen
                  om de ontwikkelde handreiking op scholen te implementeren.
               
Kader 5. Hans Spekman, directeur Jeugdeducatiefonds, over de «Handreiking armoede»:
«Armoede is vaak een indicator van andere problemen. Op school komen alle kinderen,
                                 docenten hebben een vertrouwensband met hen en hun ouders. Als een leraar ouders of
                                 een kind ergens op wijst, wordt dat eerder aangenomen dan als een overheid of gemeente
                                 dat doet.»
De vijftien deelnemende basisscholen vormen – vanuit de overtuiging dat zij een belangrijke
                  rol kunnen vervullen bij het signaleren van armoede onder kinderen en gezinnen – samen
                  een leernetwerk. In dit leernetwerk gaan ze samen met JEF aan de slag met het implementeren
                  van beproefde werkwijzen en delen van kennis over het signaleren van armoede, het
                  doorverwijzen van ouders en het bieden van sociale steun aan ouders en leerlingen
                  op school.
               
Regionaal GKA-dashboard
Met data van de Dienst Uitvoering Onderwijsbeleid (DUO) en het Centraal Bureau voor
                  de Statistiek (CBS) biedt het GKA-Dashboard aan de hand van een aantal indicatoren
                  kwantitatief inzicht in kansengelijkheid. Elke gemeente en school kan aan de hand
                  van indicatoren, zoals het percentage onder- of overadvies, zittenblijvers en op-
                  of afstroom, zien welke vraagstukken belangrijk zijn om op te pakken. De indicatoren
                  zijn op wijkniveau gekoppeld aan de sociaal-economische status (SES). De data-analyse
                  uit het GKA-Dashboard is niet compleet zonder de kwalitatieve verhalen uit de praktijk.
                  Het dashboard wordt daarom vooral gebruikt als cijfermatige achtergrond om lokale
                  uitdagingen beter te kunnen duiden en gerichter actie te kunnen ondernemen.
               
De expertgroep
De expertgroep bestaat uit wetenschappers, bestuurders en schoolleiders. De expertgroep
                  reflecteert met en op de GKA, levert inhoud en zet zich in om de GKA verder te ontwikkelen.
                  De expertgroepleden nemen deel op persoonlijke titel en worden uitgenodigd om vanuit
                  hun eigen visie, achtergronden, rollen en ervaringen te reflecteren op het vraagstuk,
                  de aanpak van de GKA, de actualiteit en nieuwe onderwerpen.
               
De jongerenraad
De jongerenraad van de GKA bestaat uit veertien jongeren in de leeftijd van 16 tot
                  en met 24 jaar, uit heel Nederland en alle onderwijssectoren. Ze geven gevraagd en
                  ongevraagd advies, werken aan pilots en leveren inhoudelijke bijdrages. De GKA-jongerenraad
                  is een kritisch panel, dat meedenkt over acties en input levert voor nieuwe initiatieven.
               
Kader 6. Fernon, 21 jaar, over zijn pilot vanuit de GKA-Jongerenraad:
«Ouders willen wel helpen maar weten niet hoe. Het viel me tijdens de intelligente
                                 lockdown in maart al op dat er veel gebeurde om leerlingen te ondersteunen vanuit
                                 scholen. Maar hoe zit het eigenlijk met de ouders? Niet alle ouders kennen ons schoolsysteem
                                 of zijn digitaal vaardig. Sommige ouders zijn laaggeletterd en kunnen hun kinderen
                                 daarom niet de ondersteuning bieden die ze nodig hebben. Vanuit de GKA-jongerenraad
                                 hebben Ivy, Cagri en Mohamed en ik samen met onze mentoren een handboek ontwikkeld
                                 dat begrijpelijk is voor alle ouders en starten we begin dit jaar een pilot in Den
                                 Haag. Vier gezinnen met een kind in groep 8 gaan met een gezinscoach aan de slag met
                                 basisdidactiek voor ouders. Hoe kun je een kind helpen, wanneer geef je complimentjes,
                                 hoe stel je samen doelen op?»
                     Lijn 3. Experimenten en bijzondere samenwerkingen
De lerende aanpak van de GKA biedt ook een kans om nieuwe inzichten te verkrijgen
                  via experimenten. In bijzondere samenwerkingen verbindt de GKA vernieuwende manieren
                  van werken met onderzoek om zo kennis en opgedane inzichten te delen met alle partijen
                  binnen het netwerk. Effectief gebleken interventies kunnen zo eventueel opgeschaald
                  worden. Twee voorbeelden:
               
A. GKA-Experiment: De Stagemakelaar
               
Met het experiment «De Stagemakelaar» wordt onderzocht hoe leerlingen en studenten
                  effectievere ondersteuning kunnen krijgen bij het vinden van een stageplaats. De stagemakelaar
                  neemt leerlingen en studenten bij de hand die geen stageplek vinden via de reguliere
                  weg, zorgt voor intensieve begeleiding en persoonlijke feedback, en legt de verbinding
                  tussen onderwijsinstellingen, stagebedrijven en leerlingen en studenten. Het experiment
                  loopt tussen november 2019 en november 2021.
               
Startpunt Nieuw-West in Amsterdam maakt al sinds 2016 succesvol gebruik van de stagemakelaar.
                  In samenwerking met de GKA is deze aanpak omgezet in een breed experiment en een meerjarig
                  onderzoek. Het experiment wordt uitgevoerd bij het Albeda College in Rotterdam-Zuid
                  en in het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West.
               
B. GKA-Experiment: Rotterdams Goud
               
In Rotterdam zijn drie basisscholen met een nieuw onderwijsconcept gestart: «Rotterdams
                  Goud». De GKA ondersteunt het initiatief, dat is gebaseerd op de Uncommon Schools uit New York. Kenmerkend voor de aanpak in Rotterdam is dat leraren en docenten worden
                  ondersteund in excellent onderwijs met trainingen, coaching, begeleiding, uitgeschreven
                  lesplannen, instructies, werkvormen en materialen. In de keuzes in het curriculum
                  ligt de focus op de kernvakken (taal, rekenen/wiskunde), sociaal-emotioneel leren
                  en burgerschap en wordt er gewerkt met een langere schooldag, zodat er voldoende tijd
                  is voor deze kernvakken.
               
De vernieuwende aanpak van Rotterdams Goud vertaalt een internationaal concept naar
                  de Nederlandse context en kan veel kennis opleveren die voor andere scholen en beleidsmakers
                  interessant is, vooral over voor onderwerpen als het lerarentekort en werkdruk. Aan
                  de pilot is onderzoek gekoppeld naar het effect van de aanpak op leerlingen en leraren,
                  met de Erasmus Universiteit Rotterdam.
               
2. GKA en Covid-19
               
Gedurende de Covid-19 crisis werd de meerwaarde van het GKA-netwerk heel duidelijk.
                  Signalen van scholen en gemeenten met betrekking tot knelpunten, informatie, kennis
                  en aanbod konden snel en breed binnen en vanuit het netwerk gedeeld worden, ook richting
                  het departement. Dit heeft ervoor gezorgd dat er vanuit de GKA gericht kon worden
                  ingezet op een aantal aanvullende acties.
               
Aanvullende (online) kennisdeling
In de eerste week van onderwijs op afstand startte de GKA een online platform om kennis,
                  informatie en ervaringen van binnen en buiten het netwerk te delen. Dat werd aangevuld
                  met webinars, online talkshows, nieuwsbrieven en magazines. Deze kennisdeling wordt
                  binnen het netwerk van de GKA zeer gewaardeerd.
               
Inzet onderwijsexperts voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s
Om gemeenten en scholen te ondersteunen in het opstellen, plannen en uitvoeren van
                  inhaal- en ondersteuningsprogramma’s, heeft de GKA een pool van onderwijsexperts beschikbaar
                  gesteld. Het doel was om scholen met de grootste uitdagingen te bereiken en ondersteunen
                  om tot integrale programma’s te komen en gebruik te maken van bestaande kennis en
                  ervaringen.
               
Scholen in GKA-gemeenten Weert, Groningen, Dordrecht, Súdwest-Fryslân, Alkmaar, Medemblik,
                  Lelystad, Deventer, Leiden en Den Haag maken gebruik van de expertpool.
               
3. De toekomst van het bevorderen van kansengelijkheid met de GKA
               
Het bevorderen van kansengelijkheid vraagt om een lange adem. Zowel de uitdagingen
                  als oplossingen blijven zich ontwikkelen. Met de GKA is een belangrijke basis gelegd
                  om verder te blijven bouwen aan coalities tegen ongelijke kansen. De huidige 50 gemeentelijke
                  GKA-agenda’s bieden een goede uitgangspositie om deze in 2021 verder uit te bouwen.
                  De huidige opdracht van de GKA loopt tot oktober 2021. De voortzetting van de GKA
                  zal door een volgend kabinet moeten worden bezien, inclusief de bijbehorende financiering.
               
Verbreden en verdiepen huidige agenda’s
Uit de gespreksronde met wethouders van GKA-gemeenten die recent gemaakt werd, blijkt
                  dat de integrale aanpak en responsieve, participatieve rol van de GKA wordt gewaardeerd
                  en aanknopingspunten biedt voor een vervolg. Gemeenten bouwen graag verder aan hun
                  GKA-Agenda’s: door de samenwerking te intensiveren, verbreden en verdiepen. De werkwijze
                  van de GKA leent zich ook voor samenwerking rondom andere vraagstukken, zoals bijvoorbeeld
                  laaggeletterdheid en segregatie.
               
Segregatie
In 2021 zal een bijzondere focus liggen op het bestrijden van segregatie in het onderwijs.
                  Als onderdeel van het actieplan dat recent naar uw kamer is verzonden (Kamerstukken
                  31 293 en 31 289, nr. 571) zullen tien GKA-gemeenten worden uitgenodigd om een addendum op hun GKA-agenda op
                  te stellen. In dit addendum worden aanvullende interventies voor het tegengaan van
                  segregatie in het onderwijs opgenomen. Voor deze maatregelen worden aanvullende middelen,
                  expertise en communicatie beschikbaar gesteld.
               
Uitbreiding en voortzetting GKA
Naast het verbreden en verdiepen van de huidige GKA-Agenda’s, kan de GKA de komende
                  jaren ook uitgebreid worden met andere gemeenten. Gedacht kan worden aan een verdubbeling
                  van het aantal deelnemende gemeenten. Ook de uitbreiding en de bijbehorende financiering
                  van de GKA zal door een volgend kabinet moeten worden bezien.
               
Tot slot
We danken ieder die samen met ons werkt aan het vergroten van kansen voor alle kinderen
                  en jongeren in Nederland voor zijn inzet. Maar we moeten doorgaan want de kansenongelijkheid
                  blijft groot. Zeker nu, in tijden van een nieuwe lockdown, is het belangrijk dat we
                  het maatschappelijke onrecht van ongelijke kansen bestrijden en voorkomen dat talent
                  verloren gaat.
               
De Gelijke Kansen Alliantie en haar bondgenoten hebben daar een solide basis voor
                  gelegd. Wij hebben er alle vertrouwen in daar in gezamenlijkheid de komende jaren
                  op voort te kunnen bouwen.
               
Eind 2021 brengt de GKA u op de hoogte met de eindrapportage.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media - 
              
                  Mede ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap