Brief regering : Fiche: Wijziging Verordening Schengen Informatiesysteem voor Europol
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3009 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2021
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 6 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Voorstel tot wijziging Europolverordening (Kamerstuk 22 112, nr. 3008)
Fiche: Wijziging Verordening Schengen Informatiesysteem voor Europol
Fiche: Aanbeveling voor besluit voor mandaat inzake onderhandelingen over samenwerkingsovereenkomst
tussen Eurojust en derde landen (Kamerstuk 22 112, nr. 3010)
Fiche: Mededeling – Actieplan voor integratie en inclusie 2021–2027 (Kamerstuk 22 112, nr. 3011)
Fiche: Mededeling EU-strategie voor hernieuwbare offshore energie (Kamerstuk 22 112, nr. 3012)
Fiche: Richtlijn codificatie minimumopleidingsniveau van zeevarenden (Kamerstuk 22 112, nr. 3013)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Wijziging Verordening Schengen Informatiesysteem voor Europol
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU)
2018/1862 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem
(SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken ten aanzien
van het invoeren van signaleringen door Europol
b) Datum ontvangst Commissiedocument
9 december 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM(2020) 791
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=COM%3A2020%3A791%3A…
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing
SWD(2020) 543 (behorende bij COM (2020) 796 Verordening voor wijziging van Verordening
(EU) 2016/794. Geen opinie Raad voor Regelgevingstoetsing beschikbaar.
f) Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Justitie en Veiligheid
h) Rechtsbasis
Artikel 88 lid 2(a) van het Verdrag betreffende werking van de Europese Unie (VWEU)
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
Op 9 december 2020 heeft de Commissie een voorstel gedaan voor wijziging van de Europol
verordening1. Het voorstel tot wijziging van de verordening betreffende de instelling, de werking
en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële
en justitiële samenwerking in strafzaken (hierna: SIS-verordening) maakt hier onderdeel
van uit.
SIS is een grootschalig hit/no-hit informatiesysteem dat grenscontroles en samenwerking
tussen rechtshandhavingsautoriteiten ondersteunt in en tussen de Schengenlidstaten.
Hoofddoel van SIS2 is het behouden van interne veiligheid binnen het Schengengebied bij het ontbreken
van interne grenscontroles. Europol heeft reeds toegang tot SIS. Vanaf maart 2021
zullen lidstaten Europol informeren door aanvullende informatie uit te wisselen over
hits bij signaleringen in verband met terroristische misdrijven.
De Commissie beoogt met de nieuwe categorie signalering specifiek voor Europol om
de huidige beperkingen in het delen van informatie van derde landen en internationale
organisaties met SIS, te ondervangen. Verwezen wordt naar informatie over niet-EU
buitenlandse terroristenstrijders die derde landen delen met Europol en individuele
lidstaten en momenteel niet altijd kunnen worden ingevoerd in SIS. Dit zou deels te
maken hebben met de beperkte analysecapaciteit in lidstaten en tevens met nationale
wetgevende beperkingen tot invoering van dergelijke informatie in SIS vanwege het
ontbreken van een link met een nationaal onderzoek. De Commissie ziet het als een
risico dat grenswachters deze personen niet kunnen detecteren wanneer zij de EU binnenkomen
dan wel dat de rechtshandhavingsautoriteiten hen niet opmerken bij controle binnen
de EU. De ondersteunende rol van Europol wordt door de Commissie van belang geacht
gezien de voornoemde beperkingen bij een groot aantal lidstaten om derdelandsinformatie
in SIS te registeren.
Met het voorstel zou Europol in staat worden gesteld om, na consultatie van de lidstaten,
»informatieve signaleringen» in SIS in te voeren over derdelanders die verdacht worden
van een misdrijf of waarvan een feitelijke indicatie of gegronde reden bestaat om
aan te nemen dat deze persoon een misdrijf gaat plegen dat valt binnen het mandaat
van Europol. Europol zou een dergelijke signalering invoeren op basis van informatie
van derde landen of van internationale organisaties die door Europol is geanalyseerd
en geverifieerd.
Met de wijziging wordt beoogd eerstelijnsmedewerkers (grenswachters en politie) direct
en actueel van informatie te voorzien. In signaleringen zijn verzoeken tot concrete
acties opgenomen voor functionarissen van bevoegde autoriteiten in andere lidstaten.
Indien sprake is van een »hit» zal via het nationale SIRENE-bureau3 aan Europol worden terug gerapporteerd dat de desbetreffende persoon is gelokaliseerd
met plaats, tijd en reden van de controle die heeft plaatsgevonden. Naast deze rapportering
volgen voor de lidstaat waar de hit heeft plaatsgevonden geen verdere verplichtingen.
Het is aan de lidstaat zelf om op basis van nationaal recht en beleid per geval te
bekijken of verdere maatregelen getroffen moeten of kunnen worden ten aanzien van
de desbetreffende persoon.
Vergelijkbaar met andere categorieën signaleringen in SIS wordt in het voorstel tevens
de toetsingstermijn voor deze categorie signaleringen en de verwijdering van deze
categorie signaleringen gedefinieerd. Hierbij geldt dat de ingevoerde gegevens enkel
in SIS bewaard mogen blijven zolang het nodig is om het doel waarvoor de signalering
is ingevoerd, te bereiken.
b) Impact assessment Commissie
De Commissie heeft een impact assessment4 opgesteld behorend bij het voorstel voor wijziging van de Europol verordening. Een
nieuwe categorie in SIS voor Europol wordt in deze impact assessment meegenomen, waarbij
Europol’s rol en bevoegdheden en waarborgen zijn beoordeeld. De impact van mogelijke
beleidsopties ten aanzien van signaleringen in SIS heeft geleid tot het huidige voorstel
dat de geïdentificeerde problemen naar het oordeel van de Commissie ondervangt.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet hecht aan een goed functionerend, informatierijk en effectief SIS en bijbehorende
informatiedeling. Het kabinet beschouwt het SIS als een belangrijk systeem in het
kader van de samenwerking tussen EU- en Schengenlidstaten inzake Europese veiligheid-
en migratievraagstukken en het behouden van interne veiligheid binnen het Schengengebied
bij het ontbreken van interne grenscontroles. Het kabinet is geen voorstander van
het overdragen van operationele bevoegdheden aan Europol of invloed van Europol op
de uitvoering van nationale bevoegdheden, onder meer op het gebied van nationale veiligheid.
Nederland houdt daarbij vast aan de uitgangspunten zoals deze in de Raadsresolutie
over de toekomst van Europol op 9 november jl. zijn aangenomen5.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet is positief over de ondersteunende rol van Europol aan de lidstaten op
het gebied van interne veiligheid en ziet mogelijkheden voor SIS hierbij. Het kabinet
kan de noodzaak onderschrijven om de huidige tekortkomingen m.b.t. adequate en tijdige
informatie-uitwisseling met behulp van het SIS te verhelpen. Optreden op EU-niveau
heeft in deze volgens het kabinet meerwaarde. Het kabinet is er echter niet van overtuigd
dat de voorgestelde fundamentele wijziging van deze systematiek en de beoogde bevoegdheid
voor Europol om signaleringen over verdachte derdelanders in SIS te zetten, daartoe
de juiste uitwerking is. Het kabinet beoogt een uitwerking waarbij lidstaten beter
in positie worden gebracht om dit knelpunt van informatie over verdachte derdelanders
te verhelpen, omdat dit beter aansluit bij de huidige praktijk en de huidige systematiek
van SIS. Daarbij ziet het kabinet ook oplossingen in verdere samenwerking met Interpol
en beter gebruik van bestaande systemen, zoals het Europol Information Systeem (EIS).
SIS is bedoeld om een land een actie uit te laten voeren naar aanleiding van een signalering
door een ander land, voor zover dat in overeenstemming is met Europees recht en nationaal
recht. Daarbij is er een vergaande mate van verplichting om het signalerende land
te informeren over een hit. In de aangenomen resolutie over de toekomst van Europol
(9 november jl.) zijn lidstaten overeengekomen dat Europol de nationale bevoegde rechtshandhavingsautoriteiten
ondersteunt en dat lidstaten de exclusieve bevoegdheid behouden voor het initiëren
en uitvoeren van onderzoeken. Ook is er recent een procedure afgesproken waarbij lidstaten
informatie over vermeende buitenlandse terroristenstrijders die van derde landen ontvangen
is, verifiëren en waar mogelijk in SIS zetten met een ondersteunende rol voor Europol.
Het kabinet wil ook in het licht van dit voorstel vasthouden aan deze uitgangspunten.
Daarbij is voor het kabinet van belang dat de soevereiniteit voor bescherming van
de nationale veiligheid bij de lidstaat belegd blijft en besluiten tot eventueel aanvullende
maatregelen naar aanleiding van een hit aan de lidstaat is op basis van nationaal
recht en beleid.
Ook heeft het kabinet vragen rondom de weging van informatie van derde landen door
Europol, te weten de eisen en kwaliteit van de informatie, en wat dit betekent voor
de waarborgen van de betrokken datasubjecten. Gedeelde informatie heeft alleen toegevoegde
waarde indien deze relevant en van voldoende kwaliteit is. Verder behoeft verduidelijking
onder wiens verantwoordelijkheid de ingevoerde informatie van Europol valt. Tevens
zijn voor het kabinet de uitvoerbaarheid van het voorstel in de praktijk evenals de
rechtszekerheid belangrijke aandachtspunten. Het kabinet zal hierop verduidelijking
vragen bij de Commissie.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
In de aangenomen resolutie over de toekomst van Europol (9 november jl.) zijn lidstaten
overeengekomen dat effectievere mechanismes noodzakelijk zijn voor informatie-uitwisseling
met derde landen voor het vervullen van Europols taak als EU-informatiehub. Lidstaten
zijn ook overeengekomen dat Europol de nationale bevoegde rechtshandhavingsautoriteiten
ondersteunt en dat lidstaten de exclusieve executieve bevoegdheid behoudt voor het
initiëren en uitvoeren van onderzoeken. Veel lidstaten zijn kritisch over het idee
dat Europol signaleringen met een opvolgingsactie in SIS zou kunnen zetten, de praktische
implementatie en de meerwaarde daarvan. In de gezamenlijke verklaring van de Ministers
van Binnenlandse Zaken over terrorisme (13 november jl.), hebben de lidstaten dan
ook aangegeven dat de lidstaten zelf informatie van derde landen in het SIS zetten,
indien dit juridisch mogelijk zou zijn en na deze beoordeeld en geanalyseerd te hebben.
Europol zou daarbij moeten assisteren. Op dit moment is de positie van het Europees
Parlement niet duidelijk.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het kabinet kan zich vinden in de gekozen rechtsbasis. De voorgestelde rechtsbasis
is artikel 88, lid 2, onder a VWEU. Dit artikel geeft de EU de bevoegdheid om bij
verordeningen de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Europol vast
te stellen. Deze taken kunnen betrekking hebben op de verzameling, opslag, verwerking,
analyse en uitwisseling van informatie die met name door de autoriteiten van de lidstaten
of van derde landen of instanties worden verstrekt (zie artikel 88, lid 2, onder a,
VWEU). De bescherming van de nationale en binnenlandse veiligheid is de uitsluitende
verantwoordelijkheid van de lidstaten (art. 4 lid 2 EU-verdrag en art. 72 VWEU). Het
kabinet zal er in de onderhandelingen op blijven letten dat dit principe gewaarborgd
blijft.
b) Subsidiariteit
Het kabinet heeft een positief oordeel over de subsidiariteit. De Commissie stelt
dat het niveau van informatie-uitwisseling tussen lidstaten en Europol via SIS niet
kan worden bereikt via gedecentraliseerde oplossingen, maar wel op EU-niveau. Het
kabinet kan zich erin vinden dat de beoogde informatie-uitwisseling niet door middel
van gedecentraliseerde oplossingen kan worden bereikt, maar op EU-niveau moet worden
geregeld door middel van SIS of andere bestaande systemen, waardoor optreden op EU-niveau
gerechtvaardigd is. SIS is immers een grootschalig EU-informatiesysteem dat grenscontroles
en samenwerking in de rechtshandhaving ondersteunt in en tussen de Schengenlidstaten.
Dankzij dit EU- informatiesysteem kunnen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk
zijn voor de controles zowel aan de buitengrenzen van, als binnen het Schengengebied
signaleringen opnemen over gezochte of vermiste personen en objecten. Bovendien kan
een aanpassing van bestaande EU-regelgeving slechts op EU-niveau plaatsvinden.
c) Proportionaliteit
Het kabinet heeft een deels positief, deels negatief oordeel over de proportionaliteit.
Het kabinet acht het positief dat gewerkt wordt om het knelpunt van informatie over
verdachte derdelanders in het SIS te verhelpen. Het kabinet is ook positief over het
voorstel dat Europol een bijdrage levert aan het analyseren en verifiëren van informatie
van derde landen of van internationale organisaties. Het kabinet heeft echter zorg
bij de beoogde invulling en gevolgen van de bevoegdheid van Europol om signaleringen
in SIS te plaatsen. Dit lijkt verder te gaan dan noodzakelijk en niet voldoende ruimte
te laten aan de lidstaten, omdat dit een rapportageplicht voor de lidstaten aan Europol
meebrengt in geval van het aantreffen van een gesignaleerde persoon en dit tot gevolg
heeft dat de lidstaat vervolgens in overeenstemming met het nationale recht en beleid
het treffen van verdere maatregelen ten aanzien van deze persoon moet overwegen. Andere,
minder vergaande oplossingen, zoals het beter gebruik van bestaande systemen, zijn
hierbij volgens het kabinet mogelijk.
5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
a) Consequenties EU-begroting
De benodigde middelen passen binnen het huidige MFK-voorstel. Voor de verbreding van
de toepassing van het huidige SIS door een nieuwe categorie voor Europol toe te voegen,
dient er een aanpassing te komen in het C.SIS door het Europees agentschap voor het
beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid
(eu-LISA). Hiervoor is € 1.820.000 begroot voor de periode 2021–2022, te financieren
binnen het EU-programma Migratie en Grensmanagement – eu-LISA.
Het kabinet is van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2021–2027 en dat deze moeten
passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting van de EU.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale
overheden
Nationaal dient het N.SIS te worden aangepast, zodat Europol signaleringen zichtbaar
zijn voor de eindgebruiker. De kosten voor aanpassing van de nationale systemen verbonden
met C.SIS worden gedekt door middelen beschikbaar voor lidstaten onder het nieuw Meerjarig
Financieel Kader 2021–2027 voor ontwikkeling en onderhoud van SIS. De kosten voor
technische aanpassing bij Europol worden meegenomen in het voorstel voor aanpassing
van de Europol-verordening.
De voorstellen bevatten geen financiële gevolgen voor decentrale overheden. Eventuele
budgettaire gevolgen voor de nationale begroting zullen worden ingepast op de begroting
van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels inzake budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
De voorstellen bevatten geen financiële gevolgen voor het bedrijfsleven en de burger.
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden,
bedrijfsleven en burger
Er zijn geen regeldruk en administratieve lasten voor decentrale overheden, het bedrijfsleven
en de burger. Daarentegen bestaat lastendruk voor de rijksoverheid en haar taakorganisaties
en gelet op het voorstel zal deze iets toenemen vergeleken met de SIS- verordening
2018/1862. Het betreft een rapportageverplichting voor het bijhouden van statistieken
over het aantal signaleringen van personen waarvan de bewaartermijn is verlengd, die
op verzoek van de toezichthoudende autoriteiten moeten worden verstrekt. Daarnaast
dienen lidstaten en Europol jaarlijks te rapporteren aan de Europese Toezichthouder
Gegevensbescherming over het aantal verzoeken tot toegang, rectificatie, het aantal
geïnitieerde rechtszaken, het aantal zaken met uitspraken ten gunste van de aanvrager
en observaties van uitspraken van rechtbanken of autoriteiten van andere lidstaten
dan de lidstaat of Europol die de signalering heeft ingevoerd. Het kabinet acht deze
rapportageverplichtingen noodzakelijk.
e) Gevolgen voor concurrentiekracht
De voorstellen hebben geen invloed op de concurrentiekracht van de EU en Nederland.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Een verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk
in de lidstaten. Daarom behoeft een verordening als regel geen implementatie.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
Het voorstel geeft de Commissie geen bevoegdheid om gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen
vast te stellen.
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De voorgestelde datum van inwerkingtreding voor de verordeningen zal de 20e dag volgend
op publicatie van de verordeningen in het Publicatieblad van de EU betreffen. De toepassing
van de verordening zal afhankelijk zijn van de datum die de Commissie vaststelt waarop
Europol kan beginnen met de nieuwe taak. Dit is afhankelijk van aanpassing van de
uitvoeringshandelingen onder de SIS-verordening (2018/1862), dat Europol de Commissie
heeft ingelicht de nodige technische en procedurele maatregelen te hebben doorgevoerd
en eu-LISA de Commissie heeft ingelicht dat alle testactiviteiten inzake het centrale
SIS-systeem en de interactie tussen dat systeem en de technische interface met Europol
is voltrokken. Het kabinet zal zich er in de onderhandelingen sterk voor maken dat
ook de lidstaten een redelijke termijn krijgen om nationale activiteiten op tijd te
kunnen voltooien. De huidige tekst van het voorstel geeft geen verdere duidelijkheid
over de datum van toepassing van de verordening doordat deze door de Europese Commissie
zal worden vastgesteld. Daarmee is de haalbaarheid momenteel niet in te schatten.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Aangesloten wordt bij de evaluatiebepalingen in SIS-verordening 2018/1862 waarin is
geregeld dat het gebruik van SIS door Europol, Eurojust en de Europese Grens- en Kustwacht
elke vijf jaar door de Commissie wordt geëvalueerd. Het invoeren van SIS-signaleringen
door Europol wordt in deze evaluatie meegenomen. Daarnaast wordt verwezen naar de
al bestaande evaluatiebepalingen in verordening 2018/1862 inhoudende elke vier jaar
een evaluatie van de verordening en elke twee jaar dient eu-LISA te rapporteren over
het technisch functioneren van SIS. Voor deze aanpassing van SIS geldt dat dergelijke
evaluaties wenselijk zijn gelet op snel veranderlijke veiligheidsrisico’s en ICT-ontwikkelingen.
In het voorstel is geen horizonbepaling opgenomen.
e) Constitutionele toets
n.v.t.
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Vooropgesteld dat de uitvoeringsgevolgen onderdeel zullen uitmaken van (een) nationale
impact assessment. De inschatting is dat de nieuwe functionaliteit in SIS ook een
wijziging van de nationale architectuur inhoudt en zal naar verwachting ook extra
capaciteit vergen van de betrokken diensten. De verwachting is dat de rapportageverplichting
inzake de nieuwe categorie signalering voor de eerstelijnsmedewerkers, zijnde Koninklijke
Marechaussee en politie, via het SIRENE-bureau richting Europol een extra uitvoeringstaak
zal inhouden. Daar bovenop zal het SIRENE-bureau het eerste aanspreekpunt zijn bij
het uitwisselen van aanvullende informatie met Europol. Naar verwachting zal door
de aanpassing de informatiestroom richting het SIRENE-bureau toenemen. Inzake handhaafbaarheid
borduren de voorstellen op de bestaande situatie voort.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen implicaties voor ontwikkelingslanden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken