Brief regering : Stand van zaken diverse onderwerpen Groningen
33 529 Gaswinning
Nr. 837
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 januari 2021
Graag geef ik u in deze brief een stand van zaken over een aantal onderwerpen. Via
deze weg bied ik uw Kamer de rapportages van de Nederlandse Aardolie Maatschappij
(NAM) en Gasunie Transport Services (GTS) over gasjaar 2019–2020 aan, alsmede de meest
recente halfjaarlijkse rapportage van NAM over seismiciteit en de reactie van Staatstoezicht
op de Mijnen (SodM) hierop1. Ook bied ik uw Kamer de jaarrapportage van de Onafhankelijk Raadsman (OR) aan2 en ga ik in op enkele openstaande moties en toezeggingen. Deze brief verstuur ik
mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Rapportages gasjaar 2019–2020
30 september jl. was de laatste dag van het gasjaar 2019–2020. In navolging hiervan
en conform de Gaswet en Mijnbouwwet hebben GTS en NAM-rapportages opgeleverd over
de gaswinning uit het Groningenveld en de inzet van andere middelen die voorzien in
het aanbod van laagcalorisch gas. Bijgevoegd vindt u de rapportages over het gasjaar
2019–2020 die GTS en NAM aan mij hebben verzonden.
Inhoud rapportages gasjaar 2019–2020
Uit de rapportages blijkt dat het afgelopen gasjaar 8,7 miljard Nm3 is gewonnen uit het Groningenveld. Dat is 2,0 miljard Nm3 minder gas dan de 10,7 miljard Nm3 die was voorzien in een gemiddeld jaar3. De reden hiervoor is dat het afgelopen gasjaar een relatief warm jaar was. Hieruit
blijkt dat het «niet meer dan nodig» principe, waarbij de toegestane winning op basis
van de temperatuur wordt bepaald, werkt zoals bedoeld. De gaswinning is daarmee uitgevoerd
conform het vaststellingsbesluit.
Ter vergelijking, in het ook relatief warme gasjaar 2018–2019 is 17,5 miljard Nm3 gas gewonnen uit het Groningenveld. De grote afname in de Groningenproductie in gasjaar
2019–2020 is grotendeels (circa 6 miljard Nm3) te danken aan de grotere inzet van stikstof. Zo was de benuttingsgraad van de stikstofinstallaties
die hoogcalorisch gas omzetten naar laagcalorisch gas 100%. In gasjaar 2018–2019 was
dit 92,5%. Daarnaast is de stikstofinstallatie in Wieringermeer uitgebreid en is UGS
Norg gevuld met pseudo-Groningengas. Tot slot heeft coronacrisis tot een beperkte
verlaging van de marktvraag geleid.
In de wintermaanden van het gasjaar 2019–2020 is het werkvolume in UGS Norg bijna
volledig geproduceerd. Vanaf april tot en met september is pseudo-Groningengas in
de opslag geïnjecteerd. Het werkvolume beschikbaar voor het gasjaar 2020–2021 is daarmee
op 5,2 miljard Nm3uitgekomen. Dit is passend bij de graaddagenformule die ik voor gasjaar 2020–2021
heb vastgesteld.
Rapportages seismiciteit en bodemdaling
NAM heeft de halfjaarlijkse rapportage over seismiciteit in het Groningenveld opgeleverd,
die voorafgaand aan het gasjaar wordt gemaakt. Dit rapport en de reactie van het Staatstoezicht
op de Mijnen (SodM) hierop zijn als bijlage bij deze brief toegevoegd4. In de afgelopen 12 maanden is het aantal aardbevingen met magnitude groter dan of
gelijk aan 1,5 op de schaal van Richter gestegen naar 15 ten opzichte van de 11 aardbevingen
in de voorgaande 12 maanden. Ondanks deze kleine toename is er statistisch gezien
nog steeds sprake van een afname in het aantal aardbevingen sinds 2012. SodM geeft
aan dat vergeleken met de dreigings- en risicoanalyse voor het gasjaar 2019–2020 het
aantal aardbevingen de bovengrens van de voorspelling heeft genaderd. Met name in
de eerste helft van 2020 waren er relatief veel aardbevingen. Op dit moment is het
niveau in seismische activiteit laag. Het dichtdraaien van de gaskraan is een cruciale
stap in het verlagen van de seismiciteit in Groningen. Behalve deze maatregel zijn
er momenteel geen andere stappen te nemen om de seismiciteit verder te doen dalen.
Daarnaast heeft NAM conform artikel 6 van het vaststellingsbesluit 2020–2021 mij tijdig
de rapportages gestuurd over bodemdaling door de gaswinning in Groningen. Ik heb SodM
gevraagd deze rapportages te beoordelen. SodM is van mening dat de rapportages een
acceptabele weergave geven van de te verwachten bodemdaling boven het Groningen gasveld
en de bijbehorende onzekerheid. Voor de omliggende gebieden heeft SodM NAM gevraagd
om een nadere analyse van de onzekerheidsbandbreedte. Deze analyse, inclusief de beoordeling
daarvan door SodM, verwacht ik in het eerste kwartaal te ontvangen en met uw Kamer
te delen. SodM ziet op dit moment geen aanleiding tot zorg of noodzaak tot mitigerende
maatregelen.
Jaarrapportage Onafhankelijk Raadsman
De OR biedt in de regel tweemaal per jaar een halfjaarrapportage aan over de signalen
en klachten die hij heeft ontvangen over de schadeafhandeling en versterkingsoperatie
in Groningen. Als bijlage bij deze brief treft u de onlangs verschenen jaarrapportage
aan5.
Inhoud jaarrapportage en appreciatie
De Onafhankelijk Raadsman vraagt in zijn jaarrapportage aandacht voor verschillende
thema’s, waar ik hieronder nader op in ga.
De OR stelt dat het IMG zich moet blijven inzetten om alle schadedossier binnen redelijke
termijn af te handelen. Deze zienswijze onderstreep ik volledig en ik ben van mening
dat het IMG door succesvolle implementatie van een pakket versnellingsmaatregelen
op de goede weg is. Ook de constatering dat het IMG in de werkwijze voor de afhandeling
van aanvragen om vergoeding van immateriële schade voldoende recht zal moeten doen
aan ieders individuele omstandigheden onderschrijf ik. Tegelijkertijd moet de procedure
niet te ingewikkeld, tijdrovend en daarmee belastend worden. Het is aan het IMG om
invulling te geven aan deze werkwijze en ook het IMG is zich terdege bewust van de
spanning tussen snelheid en een individuele benadering. Het IMG zal de werkwijze voor
immateriële schade naar verwachting in het eerste kwartaal van 2021 bekend maken.
Daarnaast pleit de OR er in zijn rapportage voor voormalig huiseigenaren die een vergoeding
van NAM hebben gekregen voor schade als gevolg van de waardedaling van hun huis te
compenseren voor het verschil met wat zij mogelijk onder de IMG-regeling gekregen
zouden hebben. Hierop ben ik mijn brief 15 december 2020 (Kamerstuk 33 529, nr. 832) nader ingegaan.
Ook roept de OR op tot duidelijkheid over schadeafhandeling voor inwoners rond de
gasopslag van Norg. Voor deze groep inwoners geldt het volgende: met schademeldingen
kunnen zij zowel bij het IMG als bij de Commissie Mijnbouwschade (CM) terecht. De
instanties zullen de schademeldingen waar nodig en in overleg met bewoners naar elkaar
doorsturen. De bewoner hoeft zijn of haar schademelding dus maar één keer te doen,
en hoeft niet zelf van loket naar loket. Ik heb uw Kamer op 9 juni jl. geïnformeerd
over de werkwijze van de Commissie en de samenhang met het IMG (Kamerstuk 32 849, nr. 202).
Met betrekking tot de versterkingsoperatie pleit de OR ervoor om snel een gesprek
met bewoners die een versterkingsadvies te hebben. Van belang hierbij is het bieden
van handelingsperspectief en maatwerk waar dat nodig is. Na de totstandkoming van
deze rapportage zijn nieuwe bestuurlijke afspraken (Kamerstuk 33 529, nr. 830) gemaakt die in belangrijke mate tegemoetkomen aan deze aanbevelingen. Met de bestuurlijke
afspraken wordt duidelijkheid gecreëerd voor bewoners. Bewoners van wie het versterkingsadvies
gereed is krijgen de keuze of zij willen versterken volgens het liggende versterkingsadvies
of dat zij een herbeoordeling willen met daarbij compensatie. Daarnaast zijn voor
bewoners in het gebied – eigenaren en huurders, binnen en buiten de versterkingsopgave
– tegemoetkomingen beschikbaar voor woningverbetering en -verduurzaming. Hiermee wordt
perspectief, handelingsperspectief en keuzemogelijkheid geboden aan bewoners.
Dit pakket aan afspraken wordt de komende tijd nader uitgewerkt, waarin nadrukkelijk
aandacht is voor de communicatie naar bewoners. Deze aandacht voor communicatie geldt
ook voor opname op verzoek, waar de OR specifiek op ingaat. Hier ziet de inzet van
NCG op het samenbrengen van informatie van gemeenten over de adressen van bewoners
die deelnemen aan de versterkingsoperatie en de door bewoners reeds gedane verzoeken
tot opname aan hun woning. Hiermee kan voorkomen worden dat een eigenaar van een dergelijk
adres een aanvraag bij het loket opname op verzoek indient en in reactie op die aanvraag
voor het eerst hoort dat het adres door de gemeente reeds is opgenomen in het versterkingsprogramma.
Waar dit aan de orde is stelt de NCG gemeenten in de gelegenheid deze adressen hiervan
op de hoogte te stellen.
Als laatste spreekt de OR zich uit over de samenloop tussen schade en versterken,
over de noodzaak tot blijvende aandacht voor de sociaal-maatschappelijke impact van
schade en versterking en het bieden van toekomstperspectief aan Groningers. Deze onderwerpen
hebben nadrukkelijk mijn aandacht. Met betrekking tot de samenloop, richten de Minister
van BZK en ik ons op het uitbouwen van de reeds bestaande samenwerking tussen IMG
en NCG door bij deze organisaties het belang voor de Groningers van goede samenwerking
te benadrukken. Als er schrijnende situaties zijn waar versterking en schade samengaan,
dan is voor oplossingen binnen de bestuurlijke afspraken € 50 mln. beschikbaar.
Daarom wordt een tijdelijke regeling ingesteld om bij te dragen aan structurele woningverbetering
in deze situaties. Met betrekking tot de sociaal-maatschappelijke impact van de problematiek
op Groningers heeft het Rijk samen met de regio een aanpak ontwikkeld waarmee we investeren
in (het opleiden van) hulpverleners als aardbevingscoaches en in geestelijke verzorging.
Hiervoor is eerder € 5,4 mln. beschikbaar gesteld aan gemeenten. Met de gemaakte bestuurlijke
afspraken zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor dit doel. Ook is er het Loket
Leefbaarheid bij het NPG om bewonersinitiatieven (financieel) te ondersteunen.
IMG
In voorgaande AO’s heb ik enkele toezeggingen gedaan met betrekking tot het overbrengen
van enkele verzoeken aan het IMG. Via deze weg informeer ik uw Kamer dat ik aan het
IMG heb meegegeven de verwachte doorlooptijd richting bewoners te communiceren in
een brief, waarmee ik invulling geef aan de toezegging aan lid Sienot gedaan tijdens
het AO op 24 juni 2020 (Kamerstuk 33 529, nr. 796). Het IMG communiceert ook via de website over de verwachte doorlooptijd.6Ook heb ik het IMG in overweging gegeven, mocht de hoogste bestuursrechter oordelen
dat de Invisor-systematiek of een mix van beide voor waardedaling gevolgd moet worden,
zij dit – ook met terugwerkende kracht – uit zal voeren. Hiermee geef ik invulling
aan de motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 792). IMG heeft op 17 juni via zijn website hierover gecommuniceerd. Indien de hoogste
bestuursrechter oordeelt dat de methode van Invisor had moeten worden toegepast dan
wordt dit met terugwerkende kracht door het IMG rechtgezet. Daarnaast heb ik in het
AO van 12 november 2020 toegezegd aan het lid Agnes Mulder dat ik het IMG zou vragen
op zijn website (meer) informatie over de werking van het model voor waardedaling
op te nemen. Dit is inmiddels gebeurd en via deze weg geef ik invulling aan deze toezegging.
Ook heb ik aan het IMG gevraagd aandacht te besteden aan de communicatie rondom fiscale
gevolgschade. Hiermee geef ik invulling aan de toezegging gedaan aan lid De Vries
tijdens het AO op 10 september 2020 (Kamerstuk 33 529, nr. 804).
Recente toezeggingen schade door waardedaling
Schade door waardedaling veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van gaswinning
is volgens het Burgerlijk Wetboek schade die moet worden vergoed. Daarmee zijn ook
eigenaren van huizen die nieuw zijn gebouwd niet ten principale uitgesloten van vergoeding
van eventuele schade door waardedaling. Echter, volgens het IMG is er bij nieuwgebouwde
huizen in de regel geen sprake van schade door waardedaling, maar van waardestijging.
Daarom vallen deze woningen niet onder de geautomatiseerde toekenning. Het IMG bekijkt
zo nodig per geval of de nieuwbouw tot een waardevermeerdering heeft geleid die groter
is dan de vergoeding van schade door waardedaling. Ik heb op 24 november jl. tijdens
het mondelingen vragenuurtje aangegeven dat ik het IMG heb gevraagd om 88 adressen
waar het IMG ten onrechte een vergoeding heeft uitgekeerd, niet tot terugvordering
over te gaan. Inmiddels is bij 166 adressen sprake van een onterechte vergoeding.
Ik heb het IMG gevraagd ook bij de nieuwe gevallen de vergoeding niet terug te vorderen.
De vergissing van het IMG ontstond doordat de gegevens die over de versterkingsoperatie
werden verstrekt, achteraf niet volledig bleken te zijn. Ik vind dat ik deze specifieke
groep bewoners moeilijk kan verwijten dat zij te veel geld van het IMG ontvangen hebben.
Daarom heb ik het eerdergenoemde verzoek aan het IMG gedaan en het IMG heeft dit verzoek
ingewilligd. Nadat de problemen aan het licht kwamen, heeft het IMG de procedure voor
de aanvragen van vergoeding van schade door waardedaling aangepast. Zo wordt nu aan
iedere aanvrager expliciet gevraagd of er sprake is van sloop en nieuwbouw op het
adres waarvoor vergoeding van waardedaling wordt aangevraagd. De betrokken bewoners
moeten er overigens rekening mee houden dat over het onterecht ontvangen bedrag mogelijk
schenkbelasting verschuldigd is. Dit is ter beoordeling aan de Belastingdienst. Aan
de hand van de feiten en omstandigheden van het geval zal daarvoor beoordeeld worden
of sprake is van een belastbare schenking. Hierbij geldt een vrijstelling van € 2.208
(in 2020) en over het meerdere een tarief van 30%.
De schadeafhandeling bij het IMG – dat omvat onder meer schade door waardedaling,
fysieke schade en binnenkort ook immateriële schade – gaat onverminderd door. De kosten
voor de schadeafhandeling door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG)
zijn aan NAM doorbelast op basis van twee met uw Kamer gedeelde privaatrechtelijke
overeenkomsten uit 2018 en 2019 (Kamerstuk 33 529, nr. 428 en Kamerstuk 33 529, nr. 680). De NAM heeft daarbij aangegeven dat zij bezwaren heeft tegen de hoogte van de kosten,
maar heeft deze facturen wel steeds betaald. Vanaf de inwerkingtreding van de Tijdelijke
wet Groningen worden de kosten verhaald via een heffing. Voor de NAM bestaat de mogelijkheid
om hiertegen in bezwaar en in beroep te gaan. Deze lopende discussie tussen het Rijk
en de NAM over het verhaal van de kosten, heeft geen invloed op de wijze waarop het
Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) – de opvolger van de TCMG – op dit moment
schadevergoeding afhandelt.
De Arbiter
De voormalig voorzitter van de Raad van de Arbiters Bodembeweging heeft op 28 mei
jl. laten weten dat de Arbiter in alle zaken een einduitspraak heeft gedaan. Daarom
hield de Raad van de Arbiters Bodembeweging per 1 juli jl. in zijn toenmalige vorm
op te bestaan. Bewoners die vragen hadden over eerdere uitspraken konden zich de afgelopen
tijd melden bij de NCG, waar een aantal oud-medewerkers van de Arbiter momenteel werkzaam
is. Van deze mogelijkheid is in totaal drie keer gebruik gebruikgemaakt. Per 1 januari
wordt daarom het Instellingsbesluit Arbiters Bodembeweging ingetrokken (Stcrt. 2020, nr. 35481) en conform het instellingsbesluit de aanstelling van de arbiters beëindigd. Hiermee
heb ik invulling gegeven aan de motie van het lid Beckerman c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 634).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Indieners
-
Indiener
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat