Brief regering : Noodzakelijkheidsverklaring internationaal reizen (n.a.v. toezegging 7 januari)
35 695 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een verduidelijking van de tijdelijke grondslag voor het stellen van regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer
Nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2021
In het wetgevingsoverleg over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet publieke gezondheid
(Wpg) (Kamerstuk 35 695) van donderdag 7 januari jl. is aan het lid van Esch (PvdD) toegezegd dat de Minister
van IenW uw Kamer zou informeren over de stand van zaken van het onderzoek naar de
mogelijkheid voor een verplichte noodzakelijkheidsverklaring voor internationale reizen.
Met deze brief wordt, namens het kabinet, aan deze toezegging voldaan.
Net als de Kamerleden acht ook het kabinet het van het grootste belang om de verspreiding
van het virus zoveel mogelijk in te dammen. Acties vanuit het kabinet zijn erop gericht
om het reizen binnen en naar Nederland tot een minimum te beperken. In dat licht moet
ook de toezegging worden gezien tot het onderzoeken van een noodzakelijkheidsverklaring.
Daarom roept het kabinet op om in Nederland te blijven. Iedere reisbeweging brengt
immers het risico van verspreiding van het virus met zich mee.
Ook burgers en vervoerders hebben een verantwoordelijkheid om reizen naar gebieden
met een oranje reisadvies tot een minimum beperken. Het kabinet is daarom voornemens
om (op grond van artikel 58p, tweede lid, Wpg) vervoerders te verplichten bij het
aanbieden van personenvervoer te wijzen op deze dringende oproep om alleen te reizen
naar het buitenland als het noodzakelijk is. Verder bieden reisorganisaties geen pakketreizen
aan naar oranje gebieden.
Publieke gezondheid
Een wettelijk verplichte noodzakelijkheidsverklaring voor iedere reiziger heeft echter
vanuit gezondheidsoverwegingen op dit moment slechts beperkte meerwaarde voor de vermindering
van de risico’s op verdere verspreiding van het virus, wanneer er zoals nu het geval
is al een negatieve testuitslag wordt geëist. Een dergelijke testuitslag biedt immers
een hoge mate van zekerheid ten aanzien van het vaststellen of iemand met het virus
besmet is, voordat die gaat reizen. Dit geldt voor alle reizigers die naar Nederland
reizen per openbaar vervoer, per bus of trein1, per vliegtuig, veerboot of passagiersschip. Dit is bekrachtigd in een wijziging
in de Wpg die op 7 januari jl. is aangenomen door uw Kamer.
EU inreisverbod
Zoals u weet geldt specifiek voor Nederland op dit moment, op grond van aanbevelingen
van de Raad van de Europese Unie, een inreisverbod vanuit alle landen die niet op
de lijst van veilige landen van de EU staan. Op dat verbod zijn enkele specifiek benoemde
uitzonderingen gemaakt, waarvoor de bewijslast bij de reiziger berust.2 Gezien het huidige EU-inreisverbod kunnen derdelanders niet naar Nederland reizen,
tenzij zij tot een uitzonderingscategorie behoren of uit een land reizen dat op de
EU-veilige landenlijst staat. In de praktijk betekent dit dat de noodzakelijkheid
voor reizen van derdelanders die uit landen komen die niet op de lijst van veilige
landen van de EU staan, feitelijk al wordt geëist.
Internationale reizigers binnen de EU
Als direct gevolg van de Britse en Zuid-Afrikaanse mutatie van het virus heeft het
kabinet ook aan vervoerders van reizigers van binnen de EU die met vliegtuig, boot,
trein of internationale bus naar Nederland komen, een verplichting opgelegd om te
controleren op het bezit van een negatieve PCR-testuitslag. Het daarbovenop verplicht
stellen van een noodzakelijkheidsverklaring is in de praktijk lastig uit te voeren
en op dit moment niet proportioneel. Een noodzakelijkheidsverklaring verplicht stellen
voor inkomende reizigers van binnen de EU betekent dat deze slechts vanwege door de
wetgever voorgeschreven redenen de grens kunnen oversteken. Daarmee raakt een verplichte
verklaring aan het recht op respect voor privéleven van burgers (artikel 8, EVRM).
De overheid treedt met een verplichte noodzakelijkheidsverklaring immers in de beoordeling
van iemands individuele beweegredenen voor de te maken reis.
Het zou bovendien voor de controle voor de vervoerder heel lastig zijn om de persoonlijke
situatie van een reiziger objectief te beoordelen en te bepalen of het opgegeven reisdoel
terecht en noodzakelijk is. Aangezien de verplichting in de praktijk een reisverbod
inhoudt voor mensen die geen door de wetgever als noodzakelijke gedefinieerde reis
maken en daarmee een nieuwe beperking van een grondrecht is, dient deze verplichting
vooraf duidelijk omschreven te worden, bijvoorbeeld over welke reizen noodzakelijk
zijn, wie daarover aan de hand van welke criteria mag beslissen en de mogelijkheid
van rechterlijke toetsing. Een noodzakelijkheidsverklaring verplicht stellen voor
inkomende reizigers van binnen de EU betekent dat deze slechts vanwege door de wetgever
voorgeschreven redenen de grens kunnen oversteken. Het doel van de reis (de noodzaak)
zegt niets over de gezondheid van de betrokken reiziger en het criterium hiertoe is
niet objectief vast te stellen.
Omringende landen
Bijkomstig is dat ook in de ons omringende landen een noodzakelijkheidsverklaring
puur en alleen voor internationale reizen niet gebruikelijk is. Wel gelden er in sommige
landen binnenlandse reisbeperkingen.
Zo is er in Frankrijk een avondklok ingesteld; reizigers binnen Frankrijk mogen tijdens
de avondklok alleen met toestemming reizen. Deze nationale maatregel is ook van toepassing
voor een reiziger die tijdens de avondklok de grens over wil steken. Buiten de venstertijden
van de avondklok is vrij reizen binnen Frankrijk, en van het buitenland naar Frankrijk,
toegestaan. Datzelfde geldt voor België en Italië. In Italië is daarnaast op dit moment
een binnenlandse reisbeperking van toepassing tussen twee zuidelijke regio’s, waar
de besmettingscijfers erg hoog zijn. Indien tussen deze twee binnenlandse regio’s
gereisd wordt, is toestemming vereist. Ook in Duitsland is voor gebieden waar de besmettingscijfers
hoog zijn bepaald dat mensen zich in een straal van 15 km van huis mogen bewegen.
Daarbuiten is toestemming vereist.
Een aantal Europese landen vragen van buitenlandse reizigers wel dat zij zich registreren,
of dat zij een formulier bij zich dragen waarop vermeld staat waar ze vandaan komen,
en wat de bestemming is. Deze registratie gaat echter niet in op de reden van de reis,
maar is gekoppeld aan een testverplichting en/of verplichte quarantaine. Dit is bijvoorbeeld
het geval in Ierland en Duitsland. In Duitsland is er een registratieplicht op de
plek van bestemming, gecombineerd met het kunnen overleggen van een negatieve PCR-testuitslag
en een verplichte quarantaine. De registratie dient er voor de plaatselijke gezondheidsdienst
toe om de quarantaine te kunnen controleren.
Aan de verplichting om een verklaring of toestemming te moeten hebben voor het maken
van binnenlandse reizen, ligt een andere afweging van noodzakelijkheid en proportionaliteit
ten grondslag dan bij het vragen van een noodzakelijkheidsverklaring voor internationale
reizen, omdat het eerste beoogt binnenlandse reizen te beperken en dus de verspreiding
van het virus op die manier tegengaat.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat