Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 18 en 19 januari 2021
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 1738
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2021
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en de informele Ecofinraad
van 18 en 19 januari a.s. Deze vergaderingen zullen middels videoconferentie worden
gehouden en ik ben voornemens deel te nemen.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Geannoteerde agenda t.b.v. Eurogroep en Ecofinraad 18 en 19 januari 2021
Eurogroep
Reguliere samenstelling
Thematische discussie – Macro-economische onevenwichtigheden in de Eurozone als gevolg
van de COVID-19-crisis
Document: Nog niet beschikbaar, document wordt gepubliceerd op https://www.consilium.europa.eu/en/council-eu/eurogroup/eurogroup-docum…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
In de Eurogroep zal een thematische discussie plaatsvinden over de gevolgen van de
COVID-19-crisis voor de macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone. De Europese
Commissie schetst in een notitie een aantal mogelijke gevolgen van de COVID-19-crisis.
Zo zullen onder andere de publieke en private schulden ten opzichte van het bbp in
lidstaten stijgen. Ook worden er negatieve gevolgen voorzien in de ontwikkeling van
productiviteit, lonen en de huizenmarkt in de eurozone. Daarnaast voorziet de Commissie
uitdagende condities voor de bankensector. Tot slot wordt benoemd dat de huidige crisis
beperkte gevolgen kan hebben voor het saldo op de lopende rekening van landen. Bestaande
verschillen in economische groei kunnen door deze ontwikkelingen verder toenemen.
In de Eurogroep staan twee vragen centraal: zal COVID-19 de huidige onevenwichtigheden
binnen de eurozone vergroten en welke beleidsmaatregelen zijn nodig om deze onevenwichtigheden
te verkleinen?
Nederland onderkent dat de huidige onevenwichtigheden in de eurozone als gevolg van
COVID-19 kunnen worden vergroot. Om dit te ondervangen hecht Nederland vooral belang
aan structurele hervormingen. Structurele hervormingen kunnen eraan bijdragen om de
onevenwichtigheden in de eurozone te verkleinen, in het bijzonder door het verhogen
van het groeipotentieel en het verlagen van publieke schuldniveaus.
Prioriteiten voor de herstelplannen in het kader van de Reform and Resilience Facility
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de mogelijke prioriteiten in de plannen die lidstaten
indienen in het kader van de Reform and Resilience Facility (RRF). De Raad en het Europees Parlement bereikten eind december 2020 een akkoord
over de verordening die de regels voor de RRF vastlegt. Nederland steunt dit compromisvoorstel.
Het compromisvoorstel heeft niet geleid tot aanpassing van onderdelen die voor Nederland
bijzonder belangrijk waren, zoals de noodremprocedure van de Raad bij de uitbetaling
van middelen en de voorwaarde dat plannen invulling moeten geven aan de landspecifieke
aanbevelingen die in het kader van het Europees Semester worden opgesteld. De Kamer
zal nog separaat worden geïnformeerd over het eindresultaat. Lidstaten stemden op
22 december jl. in het Coreper in met het compromis. Het Europees Parlement zal in
de week van 8 februari a.s. formeel instemmen, waarna het instrument in werking kan
treden. Lidstaten zijn inmiddels begonnen met het opstellen van hun herstelplannen.
Deze zullen bestaan uit zowel publieke investeringsprojecten als structurele hervormingen.
Nederland steunt een bespreking van de mogelijke prioriteiten in de Eurogroep. Voor
de invulling van de plannen zijn de eisen uit de RRF-verordening, die gelden voor
alle EU-lidstaten, echter leidend. Deze geven voldoende sturing en inkadering aan
de plannen die lidstaten dienen op te stellen. Nederland vindt het vooral belangrijk
dat herstelplannen voldoende en ambitieuze structurele hervormingen bevatten. Dit
zal moeten zorgen voor een groter groeivermogen en meer veerkracht in alle lidstaten
van de EU, waaronder de eurozone landen. De landspecifieke aanbevelingen die jaarlijks
in het kader van het Europees Semester worden opgesteld zijn daarbij richtinggevend.
Inclusieve samenstelling
Vooruitblik op toekomstige samenwerking met de Verenigde Staten op monetair en financieel
gebied
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De voorzitter van de Eurogroup heeft een vooruitblik op toekomstige samenwerking met
de Verenigde Staten op monetair en financieel gebied op de agenda gezet. Waarschijnlijk
wil de voorzitter van de Eurogroep in het licht van de nieuwe regering Biden van gedachten
wisselen over samenwerking op monetair en financieel gebied met de VS de komende jaren.
Nederland hecht aan een goede trans-Atlantische relatie.
Ecofinraad
Werkprogramma van het Portugese voorzitterschap
Document: https://www.2021portugal.eu/media/e0rjnvdj/programme-for-the-portuguese…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De eerste helft van 2021 is Portugal de voorzitter van de Raad van de Europese Unie.
In deze Ecofinraad zal Portugal het werkprogramma presenteren en aangeven wat de prioriteiten
zijn voor het komende halfjaar. Het motto van het Portugese voorzitterschap is: «Time to deliver: for a fair, green and digital recovery».
Op financieel en economisch gebied heeft de implementatie van het Meerjarig Financieel
Kader (MFK) en het Europese herstelinstrument Next Generation EU prioriteit. Verder zal het Portugese voorzitterschap voortborduren op relevante discussies
die de afgelopen periode in de Ecofinraad hebben plaatsgevonden: versterking van de
Economische en Monetaire Unie (EMU) waaronder het verder ontwikkelen van de bankenunie
en de kapitaalmarktunie, de versterking van de douane-unie, het verbeteren van de
weerbaarheid van de financiële sector, digitalisering in de financiële sector en eerlijke
en effectieve belastingen. Het volledige programma is te vinden op de website van
het Portugese voorzitterschap.1 Nederland verwelkomt het werkprogramma.
Stand van zaken financiële diensten dossiers
Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering
op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Progress on financial services legislative files»
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Het voorzitterschap van de Raad voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie
over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.
Kapitaalmarkten herstelpakket
Op 16 december jl. heeft Coreper ingestemd met het in de triloog bereikte akkoord
tussen de Raad en het Europees Parlement over de gerichte wijzigingen van de EU-kapitaalmarktregels.
De voorstellen zijn door de Commissie op 24 juli jl. gepubliceerd, en betreffen wijzigingen
van de richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID II), de prospectusverordening
en het EU-securitisatiekader. Deze maatregelen dragen bij aan het economisch herstel
na de COVID-19-pandemie. Het kabinetsstandpunt over deze voorstellen is per brief
op 2 oktober jl. met de Kamer gedeeld.2 Op 16 december jl. is met de Kamer het verslag van het schriftelijk overleg inzake
het kapitaalmarkten herstelpakket gedeeld.3 Momenteel wordt de akkoordtekst vertaald, waarna het Europees Parlement en de Raad
naar verwachting in februari de wijzigingen formeel zullen aannemen.
Wijzigingen van de richtlijn markten voor financiële instrumenten (MiFID II)
De wijzigingen van enkele informatieverplichtingen van MiFID II dienen ertoe de nalevingskosten
voor beleggingsondernemingen te verminderen, en daarmee middelen vrij te maken voor
het economisch herstel. In de onderhandelingen is – in lijn met de kabinetsinzet –
door zowel de Raad als het Europees Parlement benadrukt dat dit niet moet leiden tot
negatieve gevolgen voor de bescherming van beleggers, specifiek niet-professionele
(retail) beleggers. Daarbij was voor het kabinet, eveneens als voor het Europees Parlement,
met name van belang dat de wijzigingen van de product and oversights governance (POG) regels voor retailbeleggers niet verder gaan dan het Commissievoorstel. Het
kabinet heeft ingestemd met het akkoord, omdat naast de uitzondering op de POG-regels
voor obligaties met een make whole clause slechts een uitzondering is toegevoegd voor financiële instrumenten die uitsluitend
worden gedistribueerd aan in aanmerking komende tegenpartijen en dit geen negatieve
effecten heeft op de bescherming van retailbeleggers. Bovendien zullen de POG-regels
worden meegenomen in de bredere MiFID/MiFIR-review die voor dit jaar gepland staat.
De in het akkoord opgenomen wijziging van de voorschriften inzake beleggingsonderzoek
(investment research) bewerkstelligt dat beleggingsondernemingen de kosten van dat onderzoek en die van
het uitvoeren van transacties gebundeld bij hun klanten in rekening kunnen brengen,
indien het beleggingsonderzoek betrekking heeft op MKB-ondernemingen (gedefinieerd
als entiteiten met een gemiddelde marktkapitalisatie lager dan EUR 1 miljard). De
wijzigingen van positielimieten voor grondstoffenderivaten houden in dat de toezichthouders
geen positielimieten meer voor alle in de EER ontwikkelde grondstoffenderivaten behoeven
vast te stellen, maar enkel nog voor (i) significante of kritieke derivaten(contracten)
en (ii) voor alle derivatencontracten met als onderliggende waarde voedingsmiddelen.
De ancillary activity exemption (AAE) bewerkstelligt dat niet-financiële ondernemingen die posities in bepaalde derivaten
aanhouden om met de uitoefening van hun hoofdbedrijf samenhangende rente- en valutarisico’s
te mitigeren, buiten het toepassingsbereik van MiFID II vallen. De in het akkoord
opgenomen wijziging van de AAE vereenvoudigt de test op basis waarvan die niet-financiële
ondernemingen kunnen achterhalen of zij gebruik kunnen maken van de AAE.
Wijziging van de prospectus verordening
Er komt een nieuw, tijdelijk «EU-herstelprospectus» – een korter prospectus – om het
voor bedrijven gemakkelijker te maken kapitaal op te halen. Het EU-herstelprospectus
zal beschikbaar zijn voor kapitaalverhogingen tot 150% van het uitstaande kapitaal
binnen een periode van twaalf maanden. Het nieuwe prospectus is van toepassing tot
31 december 2022 om uitgevende instellingen in staat te stellen het nodige extra eigen
vermogen aan te trekken om de COVID-19-crisis te boven te komen.
Aanpassingen van de securitisatieregels
Ten aanzien van securitisaties bevat het compromis een uitbreiding van het eenvoudig,
transparant, gestandaardiseerd (STS)-keurmerk voor synthetische securitisaties. Tijdens
de onderhandelingen is vooral gesproken over de extra criteria waar synthetische securitisaties
aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor het STS-raamwerk. In het compromis
worden de criteria voor synthetische securitisaties voldoende scherp vastgesteld,
in lijn met de inzet zoals beschreven in het BNC-fiche van 2 oktober jl. en het schriftelijk
overleg van afgelopen 16 december.
Daarnaast wordt in de verordening kapitaalvereisten (CRR) de berekening van de risicogewichten
van NPE- (non-performing exposures) securitisaties aangepast. Deze aanpassingen doen
nu meer recht aan het onderliggende risico. Naast de aanpassing voor NPE-securitisaties
wordt in de CRR een preferentiële prudentiële behandeling opgenomen voor synthetische
securitisaties die aan het STS-keurmerk voldoen, zoals hierboven genoemd.
Europese Commissie mededeling inzake niet-presterende leningen (tevens ter vervanging
van BNC-fiche)
Document:
https://ec.europa.eu/finance/docs/law/201216-communication-non-performi…
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Op 16 december 2020 publiceerde de Europese Commissie een mededeling aangaande de
aanpak van niet-presterende leningen (NPLs) ten gevolge van de COVID-19-uitbraak (COM(2020)
822)4. In de mededeling licht de Commissie het belang toe om NPLs blijvend aan te pakken
om mogelijke negatieve gevolgen voor de stabiliteit van het financiële systeem, de
kredietverlening en daarmee het herstel van de economie te voorkomen. De mededeling
wordt deze Ecofinraad besproken. Omwille van tijdige informatievoorziening vervangt
deze toelichting een BNC-fiche over de mededeling. Deze toelichting vormt daarom tevens
de Nederlandse inzet voor dit agendaonderwerp tijdens de Ecofinraad.
In 2017 is in de Europese Unie reeds een actieplan voor NPLs overeengekomen.5 Dit actieplan was de basis voor grootschalige maatregelen die erop waren gericht
om NPLs af te bouwen en zo de bankensector weerbaarder te maken. Vervolgens presenteerde
de Commissie in 2018 een pakket aan wetgevende maatregelen, waarover de Kamer werd
geïnformeerd in het fiche «Maatregelen inzake niet-presterende leningen».6 Het toezicht op NPLs werd met dit pakket versterkt, er kwam meer transparantie door
verbeterde NPL-rapportage en de verordening aangaande een vereiste minimumdekking
voor NPLs werd ingevoerd om de opbouw van voorzieningen bij banken af te dwingen.
Dit laatste voorstel zorgt ervoor dat banken volgens een vast tijdspad meer voorzieningen
moeten nemen voor de afschrijving van NPLs. Daarmee zijn banken beter in staat om
verliezen op NPLs op te vangen. In aanvulling op deze Europese aanpak zijn op nationaal
niveau, met name in landen met verhoogde aantallen NPLs, ook veel maatregelen genomen
om NPLs af te bouwen. Dit liet ook het risicoreductierapport van de Europese toezichthouders
zien waarover de Kamer voor het kerstreces uitgebreid is geïnformeerd.7
Essentie mededeling
De mededeling van de Commissie is gepubliceerd naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak.
Hoewel de bankensector volgens de Commissie weerbaar is, zijn de risico’s voor de
bankensector toegenomen. De Commissie verwacht dat NPLs als gevolg van de uitbraak
zullen toenemen, en geeft aan dat een les van de vorige crisis was dat NPLs tijdig
dienen te worden aangepakt. In aanvulling op het grote pakket aan maatregelen uit
2017, stelt de Commissie daarom in deze mededeling nog enkele gerichte maatregelen
voor om de opbouw van NPLs verder te kunnen mitigeren.
Allereerst noemt de Commissie in haar mededeling dat over enkele voorstellen uit het
actieplan uit 2017 nog besprekingen gaande zijn. Zo beoogde de Commissie de secundaire
markten voor NPLs te bevorderen door een richtlijn aangaande het beheer van NPLs,
de verkoop van NPLs aan derden en het uitwinnen van onderpand. Op dit moment zijn
de besprekingen in het Europees Parlement hierover nog niet afgerond. De Raad heeft
reeds een onderhandelingsmandaat. In deze mededeling spoort de Commissie het Europees
Parlement aan om een akkoord te bereiken zodat de trilogen kunnen starten.
De Commissie noemt in deze mededeling ook het belang van het versterken van insolventieraamwerken.
Naast voornoemde richtlijn, noemt de Commissie ook de benchmarkingexercitie die zij
samen met de Europese Bankenautoriteit (EBA) heeft uitgevoerd en die inzicht biedt
in de efficiëntie van nationale faillissementsregimes en deze tegen elkaar afzet.8 De Commissie overweegt deze exercitie regulier te gaan uitvoeren. De exercitie kan
volgens de Commissie in de toekomst aanleiding zijn voor aanvullende wetgevende of
niet-wetgevende voorstellen.
Verder werkt de Commissie in de mededeling eerdere (niet-wetgevende) voorstellen voor
datatransparantie en -infrastructuur verder uit. Zo denkt de Commissie aan een datahub
waarin gestandaardiseerde data over NPLs gedeeld kunnen worden om de markt voor NPLs
te bevorderen. Ook doet de Commissie enkele technische suggesties om obstakels voor
secundaire markten weg te nemen. Obstakels voor het overnemen van NPLs kunnen secundaire
markten belemmeren, en de Commissie wil hier dan ook naar kijken.
Tot slot gaat de Commissie ook in op de rol die Asset Management Companies (AMCs) kunnen spelen in het oplossen van NPL-problematiek. Het centraal uitwinnen
van NPLs vanuit een private dan wel publieke AMC kan synergievoordelen opleveren.
De Commissie benadrukt daarbij dat een private oplossing de voorkeur heeft. De mededeling
spreekt niet over een Europese (publieke) AMC. Wel noemt de Commissie dat het goed
is als verschillende nationale AMCs meer samenwerken, bijvoorbeeld binnen een netwerk
van AMCs. Dat zou bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan het bereiken van schaalvoordelen
door het delen van expertise en informatie. De Commissie herhaalt dat het binnen het
staatssteunkader mogelijk is om onder strenge voorwaarden met staatssteun een AMC
op te zetten. Zo kan dergelijke steun alleen aan gezonde instellingen verleend worden,
en is de steun beperkt tot die verliezen die in het slechte scenario van een stresstest
worden aangetoond.
Appreciatie
Het kabinet acht het positief dat de Commissie tijdig met voorstellen komt om NPLs
aan te pakken nu deze als gevolg van de COVID-19-pandemie naar verwachting weer zullen
gaan toenemen. De afgelopen jaren zijn reeds een groot aantal maatregelen genomen
in de Europese Unie en door lidstaten om NPLs aan te pakken. Hierdoor is het aantal
NPLs op bankbalansen fors afgenomen en zijn banken weerbaarder geworden. Tegelijkertijd
kan nooit worden uitgesloten dat NPLs weer gaan oplopen als gevolg van economische
tegenvallers. Het kabinet benadrukt ook in de huidige context met name het belang
van het versterkte toezicht op NPLs alsmede de wetgeving die afdwingt dat banken grotere
reserves aanhouden om verliezen op NPLs op te kunnen vangen (voorzieningen).
In lijn met de eerdere voorstellen van de Commissie steunt het kabinet vooruitgang
op de richtlijn die voorligt bij het Europees Parlement zodat de trilogen van start
kunnen gaan. Die richtlijn kan eraan bijdragen dat banken meer ruimte hebben om hun
bankbalansen te versterken. Ook het bevorderen van transparantie en data-infrastructuur
is positief en het kabinet steunt verdere uitwerking, bijvoorbeeld door middel van
een datahub. Wel benadrukt het kabinet daarbij het belang van de voorgenomen consultaties,
zodat een goed beeld verkregen wordt waar behoefte aan is in de markt. Ook is het
kabinet benieuwd naar de voorstellen van de Commissie om belemmeringen voor secundaire
markten weg te nemen, zoals in prudentiële regelgeving. Nu zouden banken die NPLs
overnemen meer moeten voorzien op leningen dan de verkopende bank deed, ook nadat
al op de lening is afgeschreven. Wat het kabinet betreft dienen dergelijke aanpassingen
alleen te worden gedaan wanneer het risico ook daadwerkelijk lager is.
Ten aanzien van het wetgevend voorstel voor het versneld uitwinnen van onderpand wacht
het kabinet het standpunt van het Europees Parlement af, zodat ook over dit voorstel
de trilogen kunnen starten. Ook verwelkomt het kabinet de uitkomsten van de benchmarkingexercitie
en kijkt uit naar de vervolgplannen van de Europese Commissie. Wat het kabinet betreft
kan de benchmarkingexercitie een goede basis zijn voor gerichte nationale verbeteringen
voor landen waar insolventieprocedures relatief inefficiënt zijn. Het kabinet steunt
de overweging van de Commissie om de exercitie regulier te gaan uitvoeren.
Tot slot is het goed dat de Commissie in de mededeling geen nieuwe voorstellen doet
ten aanzien van AMCs, en alleen bestaande regelgeving bevestigt. Ook is het kabinet
tevreden dat de mededeling geen voorstellen bevat ten aanzien van een Europese AMC.
De Commissie herhaalt haar voorstellen die zij eerder presenteerde in de zogenoemde
AMC blauwdruk, waarin zij uitlegde hoe AMCs kunnen worden opgezet in resolutie, faillissement,
en met en zonder staatssteun. Hoewel het kabinet de mening van de Commissie deelt
dat het centraal uitwinnen van NPLs vanuit een private dan wel publieke AMC synergievoordelen
kan opleveren, is het kabinet in beginsel kritisch op het voorstel van de Commissie
om NPLs via publieke AMCs over te nemen met het instrument van preventieve herkapitalisatie.
Bij voorkeur lossen banken NPL-problematiek zelf op, via private AMCs, onder scherp
toezicht via de toezichthouders. De Commissie past, net als in de eerdere blauwdruk
voor AMCs, haar voorwaarden voor preventieve herkapitalisatie toe, hetgeen ook betekent
dat het onwaarschijnlijk is dat op grote schaal gebruik wordt gemaakt van AMCs die
via preventieve herkapitalisatie worden gefinancierd. Die regels zijn immers streng,
en beperken de hoeveelheid steun die geleverd kan worden.
Bevoegdheid
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid. De mededeling
ziet op niet-presterende leningen en de afbouw daarvan. Dit maakt onderdeel uit van
de bredere financiële markten en speelt derhalve een rol in het goed functioneren
van de interne markt. Het oplossen van NPLs is in de eerste plaats aan banken, hun
toezichthouders, en lidstaten zelf. Strengere regels rondom beter ontwikkelde secundaire
markten, het makkelijker uitwinnen van schulden en het effectief opschonen van bankbalansen
kunnen echter bijdragen aan een beter functionerende Europese bankenunie. De mededeling
ziet dan ook voornamelijk op het terrein van de interne markt. Hier is sprake van
een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a VWEU).
De Commissie is dan ook bevoegd hierover een mededeling te doen.
Subsidiariteit
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit. Actie
vanuit de Unie op het gebied van NPLs heeft toegevoegde waarde omdat het gelijkstellen
van bepaalde basisprincipes bij kan dragen aan uniformiteit tussen de lidstaten, efficiëntere
procedures, vertrouwen in de markt, en daarmee het versterken van bankbalansen.
Proportionaliteit
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit.
De mededeling van de Commissie draagt bij aan het treffen van de juiste voorbereidingen
voor de gevolgen van de COVID-19-uitbraak op NPL’s. Daarnaast doet de mededeling een
oproep tot het afronden van de reeds lopende onderhandelingen op het beleidsterrein
van NPLs. Deze mededeling is geschikt om actie op het beleidsterrein van NPLs onder
de aandacht te brengen en gaat daarmee niet verder dan strikt noodzakelijk.
Financiële gevolgen
Het kabinet is van mening dat eventueel benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden
binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en
dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele
budgettaire gevolgen voor Nederland worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke
departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
Europees Semester 2021
Document: De concept-Raadsconclusies en aanbeveling van de Raad zijn op dit moment nog niet
beschikbaar. Deze documenten worden voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Alert Mechanism Report 2021 Draft ECOFIN Council conclusions» en «Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on the economic policy of the euro area».
Aard bespreking: (gedachtewisseling ten behoeve van) besluitvorming – aanname Raadsconclusies Alert Mechanism Report (AMR) en goedkeuring eurozone-aanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: Aanname Raadsconclusies met consensus, goedkeuring eurozone-aanbevelingen met gekwalificeerde
meerderheid
Toelichting:
De Europese Commissie heeft op 18 november 2020 verscheidende documenten gepubliceerd
als onderdeel van het zogenoemde Herfstpakket9, waaronder het jaarlijkse rapport over het waarschuwingsmechanisme (Alert Mechanism Report) in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP) en het
voorstel voor de jaarlijkse aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van
de eurozone (eurozone-aanbevelingen).10 Op 16 december jl. heeft de Eurogroep het Commissievoorstel ten aanzien van de eurozone-aanbevelingen
reeds besproken.
In deze Ecofinraad liggen de eurozone-aanbevelingen en de Raadsconclusies ten aanzien
van het AMR voor. Beide zullen na de Ecofinraad worden goedgekeurd middels een schriftelijke
procedure.11 Voor de eurozone-aanbevelingen geldt dat de Europese Raad de aanbevelingen daarna
zal bekrachtigen, waarna de Ecofinraad deze formeel aanneemt.
In het AMR worden aan de hand van een scorebord met indicatoren mogelijke macro-economische
onevenwichtigheden opgespoord en bepaald welke lidstaten onderworpen worden aan nader
onderzoek. Deze onderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate de betreffende lidstaten
te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden en in hoeverre deze een
risico vormen voor de lidstaten zelf, de Economische en Monetaire Unie (EMU), of de
Europese Unie als geheel.
De Europese Commissie is voornemens om dit jaar 12 lidstaten nader te onderzoeken
om vast te stellen in welke mate zij kampen met onevenwichtigheden. Dit zijn Kroatië,
Cyprus, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Portugal, Roemenië, Spanje,
Zweden en Nederland. Hiervan zijn er in Cyprus, Griekenland en Italië ernstige onevenwichtigheden
geconstateerd. De resultaten van de diepteonderzoeken worden in het voorjaar van 2021
verwacht. Hiernaast signaleert de AMR potentieel hoge risico’s in enkele lidstaten
ten gevolge van de COVID-19-uitbraak (voornamelijk door de toename in private en publieke
schuld), zonder dat er afzonderlijke diepteonderzoeken nodig zijn in deze lidstaten.
In Nederland zal het diepteonderzoek zich richten op mogelijke onevenwichtigheden
die verband houden met het overschot op de lopende rekening en de hoge private schulden.
De Kamer heeft op 14 december jl. een brief ontvangen met de kabinetsappreciatie van
het volledige herfstpakket.12
Wat betreft de eurozone-aanbevelingen doet de Raad dit jaar aanbevelingen op het gebied
van 1) expansief begrotingsbeleid in 2021 om het herstel na de crisis te accommoderen,
2) het verder verbeteren van convergentie, weerbaarheid en duurzame en inclusieve
groei, 3) het versterken van nationale institutionele raamwerken, 4) het verzekeren
van macro-financiële stabiliteit en 5) het vervolmaken van de EMU en de internationale
rol van de euro. Tijdens de bespreking in de Eurogroep van 16 december was er brede
steun voor de eurozone-aanbevelingen. Hierbij was er aandacht voor discretionaire
beleidsmaatregelen die tijdig en gericht zijn om herstel van de COVID-19-crisis te
bespoedigen. Daarnaast blijft het belangrijk dat lidstaten aandacht besteden aan het
versterken van hun economieën, om duurzame en inclusieve groei te bevorderen, en tegelijkertijd
zorg dragen voor houdbare overheidsfinanciën.
Zoals aangegeven in de kabinetsappreciatie van het herfstpakket, erkent Nederland
de noodzaak van discretionaire begrotingsmaatregelen om het herstel na de crisis te
bewerkstelligen, en onderschrijft de notie dat deze maatregelen tijdelijk en gericht
moeten zijn. Hierbij moet de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op middellange
termijn behouden blijven en kan de kwaliteit van overheidsfinanciën worden verbeterd
door het aandeel publieke investeringen te laten toenemen. Daarnaast steunt Nederland
de aanbevelingen om duurzame en inclusieve economische groei en weerbaarheid te bevorderen.
Voor Nederland is van belang dat de aanbevelingen voor de eurozone in lijn zijn met
eerder gemaakte afspraken over bijvoorbeeld het versterken van de EMU en het voltooien
van de bankenunie.
Stand van zaken implementatie van de Recovery and Resilience Facility
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Europese Commissie zal een korte toelichting geven op de implementatie van de Reform and Resilience Facility (RRF). De Raad en het Europees Parlement bereikten eind december een akkoord over
de verordening die de regels voor de RRF vastlegt. De Kamer zal hierover nog separaat
worden geïnformeerd. Lidstaten stemden op 22 december 2020 in het Coreper in met het
compromis. Het Europees Parlement zal in de week van 8 februari a.s. formeel instemmen,
waarna het instrument in werking kan treden. Lidstaten zijn inmiddels begonnen met
het opstellen van hun herstelplannen. Deze dienen, in de regel, voor 30 april te worden
ingediend. Ook daarna is het echter nog mogelijk om plannen in te dienen. Nederland
zal de toelichting aanhoren.
AOB – Europese Investeringsbank (EIB) Investering Enquête – Investeringskloven
Document: Het EIB-rapport met de resultaten van de investering enquête is op dit moment nog
niet openbaar, maar zal naar verwachting eind januari gepubliceerd worden op de EIB-website
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal een presentatie krijgen van de EIB over de belangrijkste bevindingen
van hun jaarlijkse Investering enquête onder een groot aantal investeerders over het
investeringsklimaat.
De EIB voert elk jaar een enquête uit die kwalitatieve en kwantitatieve informatie
verzamelt over investeringsactiviteiten van kleine, middelgrote en grotere ondernemingen,
hun financieringsbehoefte en de moeilijkheden waarmee ze worden geconfronteerd bij
het zoeken naar financiering. De enquête omvat ongeveer 12.500 bedrijven in de EU27
en het Verenigd Koninkrijk, en iets meer dan 800 bedrijven in de Verenigde Staten
en is uitgevoerd in de periode mei – augustus 2020. De enquête helpt de EIB in de
strategieontwikkeling om te voorzien in de behoeften van bestaande en potentiële klanten.
De belangrijkste conclusies van het rapport zijn dat toegang tot financiering een
belangrijke beperkende factor blijft voor sommige bedrijven (met duidelijke verschillen
tussen landen), dat er meer equity instrumenten nodig zijn en dat EU bedrijven de noodzaak en het potentieel zien van
«slimme en groene» investeringen.
Het kabinet hecht belang aan dit onderzoek naar het investeringsklimaat in de EU,
het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, omdat het informatie oplevert over
de problemen waar bedrijven tegen aan lopen bij het financieren van hun activiteiten.
De verwachting is dat alle lidstaten het onderzoek zullen verwelkomen.
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.