Brief regering : Kabinetsinzet solidaire verdeling COVID-19 vaccins
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 902
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2020
Met deze brief reageer ik, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport alsmede de Minister van Economische Zaken en Klimaat op een Motie van Kamerlid
van Ojik c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1550) waarmee de regering wordt verzocht zich in de «inclusieve vaccinatie alliantie»
en in EU-verband in te zetten dat een vaccin ook in ontwikkelingslanden voor iedereen
beschikbaar komt. Tevens geef ik hiermee uitvoering aan de kabinetsreactie op het
AIV-advies over de internationale response op COVID-19 (Kamerstukken 33 625 en 25 295, nr. 320), waarin ik heb toegezegd u te informeren welke initiatieven het kabinet onderneemt
om bij te dragen aan een solidaire verdeling van COVID-19 vaccins.
In eerdere communicatie met uw Kamer bent u geïnformeerd over de verschillende stappen
die het Kabinet al heeft genomen om eerlijke en tijdige toegang tot vaccins en andere
COVID-19-producten te bevorderen. Dit is niet alleen belangrijk vanuit het oogpunt
van solidariteit; uit verschillende modellen1 is gebleken dat een verdeling van vaccins over de wereld op basis van noden leidt
tot maximale impact op de pandemie. De WHO geeft aan dat het belangrijk is om zoveel
mogelijk mensen in zoveel mogelijk landen te vaccineren. In die zin is een effectieve
verdeling van vaccins uiteindelijk ook in het belang van Nederland.
Nederland heeft ervoor gekozen in EU-verband vaccins in te kopen voor de bevolking.
De Gezondheidsraad heeft op 19 november 2020 advies uitgebracht2 over welk deel van de Nederlandse bevolking naar verwachting met prioriteit gevaccineerd
zal moeten worden. Op 20 november heeft het kabinet, op basis van het advies van de
Gezondheidsraad, de vaccinatiestrategie naar uw Kamer gestuurd. In de stand van zakenbrief
COVID-19 van 8 december jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 745) is uw Kamer nader geïnformeerd over de uitwerking van het vaccinatieprogramma COVID-19.
Tegelijkertijd heeft Nederland met zijn EU-partners afgesproken ook bij te dragen
aan de beschikbaarheid van vaccins voor lagere- en middeninkomenslanden. In deze brief
wordt een overzicht gepresenteerd van nationale en internationale initiatieven die
het Kabinet daartoe ondersteunt.
Multilaterale aanpak toegang tot COVID-19 producten
Om zorg te dragen voor eerlijke en wereldwijde toegang tot COVID-vaccins, geneesmiddelen
en diagnostica is de Access to COVID Tools-accelerator (ACT-A) opgezet. Dit initiatief
wordt gecoördineerd door WHO en uitgevoerd in nauwe samenwerking met vele verschillende
organisaties. ACT-A heeft 3 technische pilaren (vaccins, diagnostica en geneesmiddelen)
en een 4e pilaar die zich richt op versterken van gezondheidssystemen.
De vaccin-pilaar van ACT-A valt onder de verantwoordelijkheid van de GAVI Vaccine
Alliance, de Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI) en de WHO. Zij
hebben de COVAX opgezet met 2 financieringsmechanismen:
• de COVAX Facility: voor zelf-financierende hoge inkomenslanden;
• de COVAX Advance Market Commitment (AMC): voor lage-, en middeninkomenslanden.
Doel van COVAX is om voor het einde van 2021 2 miljard doses veilige, effectieve en
betaalbare vaccins ontwikkeld te hebben en over de wereld te verdelen. COVAX is zo
opgezet dat beschikbare doses tegelijkertijd aan alle deelnemende landen en economieën
– rijk of arm – ter beschikking worden gesteld. Daarbij wordt bijna 1 miljard van
deze doses via het AMC beschikbaar voor mensen in de 92 armste landen. COVAX biedt
daarmee concrete toegang aan landen die in het verleden weinig of pas later toegang
zouden hebben gehad tot vaccins. WHO heeft hiervoor een Global Allocation Framework opgesteld3. Berekend is dat hiervoor USD 16 miljard nodig is, waarvan USD 7 miljard tot eind
2021 voor de meest urgente productie, inkoop en distributie. Hiervan is op dit moment
USD 2 miljard beschikbaar gesteld door overheden, filantropen en de private sector;
er is dus nog een financieringstekort van minimaal USD 5 miljard.
Inmiddels hebben 184 landen (niet-bindende) interesse getoond: 92 zelf-financierende
landen (waaronder EU-lidstaten en de Europese Commissie) voor COVAX Facility en 92
lage- en middeninkomenslanden die in aanmerking komen voor COVAX AMC.
Inzet kabinet
Het kabinet wil bijdragen aan eerlijke en betaalbare toegang tot COVID-19 vaccins,
diagnostische testen en behandeling wereldwijd. In verschillende internationale gremia,
waaronder in de Raad Buitenlandse Zaken/ Ontwikkelingssamenwerking, maar door de Global Preparedness Monitoring Board waar ik lid van ben, is opgeroepen te zorgen dat COVID-19 vaccins zo worden verdeeld
dat ze maximale impact hebben op de pandemie.
Verder heeft het kabinet de volgende bijdragen reeds toegezegd:
• EUR 5 mln. bij te dragen aan de COVAX AMC ten behoeve van inkoop van vaccins voor
lage en lagere middeninkomenslanden, ten laste van de BHOS-begroting;
• EUR 5 mln. bij te dragen aan de Foundation for Innovative New Diagnostics (FIND) voor de ontwikkeling van diagnostische testen voor lage en lagere middeninkomenslanden
ten laste van de BHOS-begroting;
• EUR 50 mln. bij te dragen aan de Coalition on Epidemic Preparedness Innovations (CEPI) ten behoeve van vaccinontwikkeling voor de hele wereld, ten laste van de begroting
van VWS;
• EUR 10 mln. bij te dragen aan het Global Financing Facility for Every Woman and Every Child ten laste van de BHOS-begroting. Deze bijdrage, die via de Wereldbank loopt, heeft
inmiddels al geleid tot versterking van gezondheidssystemen in de 36 landen die worden
ondersteund door de GFF. Door verbeterde data-analyse, uitwisseling van ervaringen,
technische ondersteuning en financiële bijdragen worden nieuwe COVID-19 producten
ingezet waar ze het hardst nodig zijn en kan essentiële zorg voor moeders, kinderen
en jongeren worden voortgezet.
Het kabinet heeft bovendien eerder aangegeven EUR 25 mln. te reserveren voor de beschikbaarheid
van kandidaat-vaccins voor ontwikkelingslanden.
Deze middelen zullen worden gebruikt voor het in natura beschikbaar stellen van vaccins
aan COVAX AMC of via EU-kanalen in afstemming met COVAX AMC, waarbij ook aandacht
wordt gegeven aan humanitaire noden en de inzet is dat vaccins zo mogelijk direct
van de fabrikant naar de eindontvanger gaan. Deze EUR 25 mln. op de begroting van
VWS kwalificeert als ODA en zal derhalve onder de HGIS gebracht worden.
Naast deze directe steun heeft het kabinet de volgende acties ondernomen:
• Nederland heeft, in navolging van de Europese Commissie en andere EU-lidstaten, aangegeven
deel te willen nemen aan de COVAX Facility. Het betreft voor Nederland een niet-bindend
commitment, waarmee vooralsnog vooral politieke steun is uitgesproken voor dit mondiaal
initiatief. De landen van de EU zullen zelf hoogstwaarschijnlijk geen vaccins via
de COVAX Facility afnemen.
• Nederland heeft steun uitgesproken voor de garantie vanuit het Europese Fonds voor
Duurzame Ontwikkeling (EFSD) voor een lening van de Europese Investeringsbank (EIB)
van EUR 400 mln. aan COVAX. Indien de COVAX-faciliteit succesvol blijkt te zijn, kan
hiermee ter waarde van EUR 800 mln. aan vaccins voor lage- middeninkomenslanden worden
ingekocht.
• Ook steunde Nederland ophoging van dit bedrag met nog eens EUR 100 mln. vanuit het
Europese Ontwikkelingsfonds (EOF) ten behoeve van aanschaf van vaccins voor landen
uit Afrika, het Caraïbisch gebied en de Pacific.
• De deelname van de EU aan COVAX vormt een aanvulling op de lopende EU-onderhandelingen
met vaccinproducenten die in het kader van de EU-vaccinstrategie zijn gestart. De
advance purchase agreements (APA’s) die de Europese Commissie namens de lidstaten sluit met producenten van vaccins,
geven een flinke impuls in de beschikbare capaciteit voor de productie van vaccins,
waar ook niet-Europese landen van profiteren. Inmiddels zijn contracten met zes vaccinproducenten
getekend.
• Deze APA’s bevatten ook voorwaarden op basis waarvan de lidstaten van de Europese
Unie vaccins kunnen doorverkopen dan wel doneren aan Europese landen, of kunnen doneren
aan kwetsbare landen. Donaties kunnen lopen via een internationale entiteit of in
bilateraal verband. Om te kunnen doneren is notificatie bij, en goedkeuring door,
de betreffende producent noodzakelijk. Voorts is een overeenkomst over de verdeling
van de aansprakelijkheid nodig. De APA’s bevatten geen criteria voor de allocatie
van donaties. Dat bepaalt elke lidstaat zelf. Elke toekomstige donatie zal plaatsvinden
op basis van een driepartijen-overeenkomst tussen producent, lidstaat en ontvangende
entiteit of ontvangend land.
Nederland heeft er voor gekozen voldoende vaccins zeker te stellen voor dat deel van
de bevolking dat naar verwachting met prioriteit gevaccineerd zal moeten worden op
basis van het advies van de Gezondheidsraad. Als blijkt dat er meer vaccins beschikbaar
komen dan op dat moment noodzakelijk zijn om aan de eerste nationale noden te voldoen,
is het goed dat wel de mogelijkheid bestaat alsnog te doneren. Nederland is in gesprek
met de Europese Commissie en enkele andere lidstaten om te zorgen dat in dit geval
met de verdeling van vaccins ook zoveel mogelijk kan worden aangesloten bij het Global Allocation Plan van de WHO.
• Ook wordt nog overlegd met een aantal landen binnen de EU om te komen tot een noodvoorraad
COVID-19 vaccins voor humanitaire noodhulp, ten behoeve van kwetsbare groepen die
niet vanuit soevereine staten gevaccineerd (kunnen) worden.
Ook heeft het kabinet steun uitgesproken voor de volgende internationale acties:
• Een ophoging door Wereldbank van USD 12 miljard vanuit de International Bank for Reconstruction
and Development (IBRD) en de International Development Association (IDA) ten behoeve
van het Strategic Pandemic Response Plan, en dan meer specifiek voor de inkoop en distributie van COVID-19 vaccins, testen
en behandelingen voor ontwikkelingslanden. Het doel is om met dit geld vaccinaties
voor 1 miljard mensen beschikbaar te stellen. De Wereldbank steunt voor implementatie
van dit programma op de WHO en COVAX.
• Het initiatief van Costa Rica en de WHO voor (vrijwillige) patentpooling. Nederland
heeft daartoe ook de WHO Solidarity Call to Action getekend. Uitvoering van de COVID-19 Technology Access Pool (C-TAP) vindt plaats
door de Medicines Patent Pool (MPP), Open Covid Pledge (OCP) en Tech Access Partnership
(TAP). Met steun van de WHO en Unitaid heeft MPP haar mandaat uitgebreid tot alle
COVID-19-gerelateerde gezondheidstechnologieën, waaronder vaccins en diagnostiek.
De databank MedsPaL van MPP geeft informatie over de octrooi- en licentiestatus van
verschillende COVID-19 middelen in lage- en middeninkomenslanden. Toezeggingen van
farmaceuten om octrooien niet te handhaven in bepaalde landen zijn hier ook vindbaar.
Bij de OCP zijn verschillende intellectuele eigendomsrechten gratis aangeboden voor
gebruik bij het beëindigen van de COVID-19-pandemie en het minimaliseren van de gevolgen
van de ziekte, onder meer voor contactonderzoek, gezichtsmaskers, microscopie en behandeling.
• De EU-inzet in de Trade-Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIPS) Council
van de WTO. Nederland benadrukt het belang van toegang tot veilige, efficiënte en
betaalbare vaccins en medicijnen voor iedereen, vooral ook voor ontwikkelingslanden.
Tot op heden zijn er geen onoverkomelijke barrières in de bestaande TRIPS-regelgeving
bekend die leiden tot verminderde beschikbaarheid van COVID-19-gerelateerde medische
producten en geneesmiddelen. Nederland vindt echter wel van belang dat goed gekeken
wordt naar mogelijke knelpunten die opschaling van productie, en betaalbaarheid, van
COVID-19 producten kunnen belemmeren en ondersteunt daarom het voornemen van de Commissie
om met andere landen te bekijken of er op onderdelen pragmatische stappen nodig zijn.
Dit in samenhang met een initiatief over Trade and Health dat de EU voornemens is in de WTO te agenderen om handel in en toegang tot medische
goederen te faciliteren en exportbeperkingen waar mogelijk te voorkomen.
Ten slotte draagt Nederland bij aan het versterken van gezondheidssystemen wereldwijd,
wat onder meer ten goede komt aan het effectiever implementeren van nieuwe COVID-19
producten.
• Nederland is een grote donor van de GAVI Vaccine Alliance. In mei dit jaar is een
nieuwe meerjarenbijdrage toegezegd van in totaal EUR 325 mln. Hoewel deze bijdrage
niet specifiek voor COVID-19 is bedoeld, heeft GAVI vanuit zijn core financiering wel USD 150 mln. beschikbaar gesteld aan het versterken van infrastructuur
in lage en lagere middeninkomenslanden ten behoeve van de uitrol van COVID-vaccins.
Ook de bijdrage van Nederland aan het Global Fund to fight Aids, TB and Malaria (ca
EUR 52 mln./jaar) draagt zo bij aan effectieve inkoop en distributie van persoonlijke
beschermingsmiddelen en COVID-19 testen.
• Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de reguliere bijdrage van Nederland aan de Global
Financing Facility (GFF) en de reguliere steun die aan partnerlanden en het maatschappelijk
middenveld wordt gegeven op het terrein van seksuele en reproductieve gezondheid en
rechten.
Conclusie
De COVID-19 pandemie heeft duidelijk de sterktes en zwaktes van het huidige internationale
systeem voor ontwikkeling van, en toegang tot, medische producten uitvergroot. Met
ACT-a, en in het bijzonder COVAX, is een unieke multilaterale samenwerking tot stand
gekomen om uitvoering te geven aan de wens om mondiale solidariteit te bevorderen.
Tegelijkertijd is gebleken dat het opzetten van een dergelijk mechanisme tijd kost.
Het kabinet heeft omwille van de snelheid ingezet op gezamenlijke inkoop in Europees
verband. Kritiek op het feit dat de rijkste 15% van landen nu al meer dan 50% van
de te verwachten wereldwijde vaccinproductie hebben opgekocht, is begrijpelijk. De
gezamenlijke inkoop van vaccins ten behoeve van de EU is echter niet alleen belangrijk
voor onze eigen nationale vaccinvoorziening maar geeft ook een belangrijke impuls
aan de ontwikkeling van producten en opschaling van productiecapaciteit in Europa.
Het kabinet is ervan overtuigd dat met de directe bijdrages o.a. aan COVAX, maar ook
met de politieke steun aan bijdrages van de EU en de Wereldbank, Nederland een belangrijke
bijdrage levert aan het internationale debat over, en de inzet op, internationale
solidariteit.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking