Brief regering : Evaluatie instrumentarium glastuinbouw, de Energiemonitor glastuinbouw 2019 en de Actualisatie raming CO2-doelstelling 2020
32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
32 627
(Glas)tuinbouw
Nr. 652
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2020
Hierbij informeer ik uw Kamer over de Evaluatie instrumentarium glastuinbouw, de Energiemonitor
glastuinbouw 2019 en de Actualisatie raming CO2-doelstelling 2020.1 In de Evaluatie Instrumentarium Glastuinbouw zijn overeenkomstig de begroting 2020
van het Ministerie van LNV2 de energiesubsidies glastuinbouw (Marktintroductie energie-innovaties (MEI) en Energie-efficiëntie
Glastuinbouw (EG)) en de Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014–2020
(hierna: Meerjarenafspraak) geëvalueerd. De resultaten van de evaluatie van de Meerjarenafspraak
zullen worden gebruikt voor het nieuw af te sluiten convenant 2021–2030 met de glastuinbouwsector,
zoals in het Klimaatakkoord opgenomen is. Om die reden is ook het convenant CO2 emissieruimte binnen het CO2-sectorsysteem glastuinbouw voor de periode 2013–2020 (hierna CO2-convenant) geëvalueerd. Ook stuur ik uw Kamer het eindrapport van het convenant «Schone
en Zuinige Agrosectoren», kortweg het Agroconvenant, toe3.
Evaluatie instrumentarium glastuinbouw
De bijgevoegde Evaluatie instrumentarium glastuinbouw concludeert dat belangrijke
stappen zijn gezet om de ambities van de Meerjarenafspraak en het CO2-convenant te realiseren4. Hoewel de aangescherpte CO2-reductiedoelstelling voor 2020 niet wordt bereikt, bleek de transitieaanpak uit de
Meerjarenafspraak succesvol. Nieuwe kas-, teelt- en energieconcepten, zoals het Nieuwe
Telen en de daglichtkas, zijn marktrijp geworden.
In de evaluatie wordt geconcludeerd dat het CO2-sectorsysteem op dit moment niet optimaal werkt. Met name door vertraagde afhandeling
van de verevening en gebrek aan individuele prikkels voor tuinders om maatregelen
te treffen. Ik ben op dit moment aan het onderzoeken hoe het CO2-sectorsysteem verbeterd kan worden, inclusief een snellere afhandeling van de verevening.
Daarbij zal ik conform de afspraak in het Klimaatakkoord met de sector (laten) verkennen
hoe prikkels voor individuele bedrijven beter in lijn te brengen zijn met de doelstellingen
van de energietransitie. Dit wordt onderdeel van de afspraken van het nieuwe convenant
dat ik overeenkomstig het Klimaatakkoord met de sector zal afsluiten.
De conclusies naar aanleiding van de evaluatie van de doeltreffendheid van de EG-
en MEI-regelingen zijn positief. De EG speelt een belangrijke rol bij het tot stand
komen van investeringen door de glastuinbouwsector in energiebesparende maatregelen.
Aanvragers van de MEI-subsidie geven aan dat deze, in samenhang met andere subsidies,
doorslaggevend is voor het doorgaan van innovatieve projecten. De samenhang van EG
en MEI met andere regelingen als de Energie Investeringsaftrek (EIA) en Stimulering
Duurzame Energie (SDE+) is ook een pluspunt. Op basis van deze positieve evaluatie
ben ik voornemens om de EG- en MEI-regelingen te verlengen tot 1 januari 2026. De
evaluatie beveelt aan om beter in beeld te brengen hoeveel energiebesparing en CO2-emissiereductie verschillende technieken die zijn (door)ontwikkeld met behulp van
steun uit de EG- en MEI-regelingen opleveren. Ik neem deze aanbeveling over en laat
een inventarisatie daarvan uitvoeren.
De uitkomsten van de evaluatie bevestigen het belang van het programma Kas als Energiebron.
Dit ondersteunt de intensivering van dit programma die in gang is gezet in het kader
van het Klimaatakkoord. In de evaluatie wordt erkend dat binnen dit programma op een
flexibele en consistente wijze wordt gewerkt aan concepten die bijdragen aan de energietransitie
in de glastuinbouw. Om te zorgen dat innovatieve technieken sneller marktrijp worden,
is de betrokkenheid van tuinders binnen Kas als Energiebron een sterk punt. Om de
stap van onderzoek en demonstratie naar commerciële toepassing van innovaties nog
verder te verkleinen, wordt binnen bestaande regelingen gekeken in hoeverre demonstraties
van nieuwe technologieën vaker kunnen plaatsvinden bij bedrijven.
Energiemonitor Glastuinbouw 2019
Volgens de Energiemonitor 2019 van Wageningen Economic Research (WEcR)5 nam de CO2-emissie van de glastuinbouwsector in 2019 met 0,2 Mton toe tot 5,9 Mton. WEcR geeft
aan dat de in het huidige convenant CO2-sectorsysteem vastgelegde sectordoelstelling voor 2020 van 4,6 Mton niet wordt gehaald.
De Energiemonitor is als bijlage bij deze brief gevoegd6. Een belangrijke oorzaak van de stijging van de CO2-emissie in 2019 is de toename van het areaal met 700 hectare. Een van de verklaringen
daarvoor is dat meer bedrijven in 2019 de Landbouwtelling hebben ingevuld. Ik laat
onderzoeken wat de oorzaak hiervan is en of dit de werking van het CO2-sectorsysteem beïnvloedt. Indien nodig zal ik passende maatregelen nemen. Daarnaast
nam de CO2-emissie ook toe door de groei van de verkoop van de door gasgestookte warmtekrachtkoppeling-installaties
(wkk’s) geproduceerde elektriciteit. Dit kwam mede door het prijsverschil tussen elektriciteit
en gas. Ook de verminderde inkoop van restwarmte droeg bij aan de stijging van de
CO2-emissie. Echter de toename van het gebruik van hernieuwbare energie en de inkoop
van elektriciteit door de sector zorgden ervoor dat de emissiestijging gedempt werd.
Actualisatie raming CO2-emissie 2020
De oorspronkelijke CO2-sectordoelstelling voor 2020 was 6,2 Mton7. In het CO2-convenant is afgesproken dat door verandering van het areaal en/of verkoop van elektriciteit
de CO2-doelstelling technisch gecorrigeerd kan worden, wanneer deze wijzigingen leiden tot
een CO2-emissie die buiten de afgesproken bandbreedte ligt. Op basis van verwachtingen van
een krimpend areaal en een verminderde elektriciteitsverkoop is de CO2-doelstelling voor 2020 naar 4,6 Mton bijgesteld. Dit is in het gewijzigde convenant
in 2018 vastgelegd8. Zoals hierboven aangegeven namen het areaal en de elektriciteitsverkoop de laatste
jaren echter niet af, maar toe. De Energiemonitor Glastuinbouw 2019 laat zien dat
dit leidt tot een hogere CO2-emissie en tot de conclusie dat de huidige doelstelling voor 2020 niet gehaald gaat
worden. WEcR heeft de raming CO2-emissie 2020 geactualiseerd. Uit de bij deze brief bijgevoegde actualisatie blijkt
dat de verwachte CO2-emisie in 2020 minimaal 6,0 Mton is. Dit ligt 1,0 Mton boven de in het gewijzigde
convenant afgesproken bovengrens van de bandbreedte van 5,0 Mton. Dit betekent dat
de convenantspartijen kunnen besluiten tot een nieuwe technische correctie van de
CO2-doelstelling. Ik informeer uw Kamer in het voorjaar van 2021 wat de convenantspartijen
besloten hebben.
Eindrapport Convenant «Schone en Zuinige Agrosectoren»
De brancheorganisaties uit verschillende landbouwsectoren hebben als partners van
het Agroconvenant van 2008 tot en met 2020 samen op gestructureerde wijze aan de energie-
en klimaatopgave in de landbouw gewerkt. Het convenant eindigt op 31 december 2020.
RVO heeft de convenantspartners gedurende de looptijd van het convenant gefaciliteerd
met vele activiteiten. Het rapport presenteert de opgedane inzichten en beschrijft
in hoeverre de gestelde doelen zijn behaald.
De meeste doelen van het agroconvenant zijn bereikt, zoals de CO2-emissiereductiedoelen. De voortzetting van deze doelen is door middel van afspraken
met de brancheorganisaties die deelnemen aan het Agroconvenant verankerd in het Klimaatakkoord.
Op deelterreinen zijn doelen uit het Agroconvenant ook doorvertaald in onder andere
het Nationaal programma Landbouwbodems, de Bossenstrategie en verwoord in de LNV-visie
op Kringlooplandbouw.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Indieners
-
Indiener
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit