Brief regering : Voortgang strategische aanpak batterijen
31 209 Schoon en zuinig
Nr. 225 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
Op 28 januari van dit jaar heb ik u mede namens de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat geïnformeerd over de strategische aanpak batterijen1. Deze aanpak is erop gericht om de toename van het gebruik van batterijen in de samenleving
– in transport, energieopslag en consumentenproducten – verantwoord te laten verlopen
en de kansen ervan slim te benutten.
Sinds begin dit jaar zijn verschillende stappen gezet en acties gestart. Zo is voor
de zomer een Circulaire gepubliceerd met richtlijnen voor een veilige opslag van lithium-ion
batterijen, en is meer inzicht verkregen in de mogelijkheden voor een betere en effectievere
invulling van inzameldoelstellingen voor zwaardere lithium-ion batterijen. Daarnaast
bundelt de batterijensector in verschillende regio’s haar krachten op thema’s als
de nieuwe generatie batterijen en toepassing van batterijen in zwaardere voertuigen.
Een ander mooi voorbeeld is dat met hulp van de overheid wordt geïnvesteerd in elektrisch
varen.
We zijn er echter nog niet. Goede samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen
is noodzakelijk om internationaal een goede concurrentiepositie op te bouwen en strategisch
te kunnen sturen in Europese trajecten en financieringsmogelijkheden. Ik moedig de
sector aan om waar mogelijk regionale initiatieven te verknopen en tot een breed gedragen,
nationale invulling te komen. Hierbij verwijs ik ook naar de recent gelanceerde kabinetsstrategie
Versterken van onderzoeks- en innovatie-ecosystemen2, die de randvoorwaarden voor succesvolle ecosystemen inzichtelijk maakt. Tegelijkertijd
is het van belang te blijven werken aan verantwoorde en veilige ontwikkeling, gebruik
en verwerking van batterijen. Hierbij moet tijdig geanticipeerd worden op de toename
van batterijen in de samenleving. Ik zal mij samen met de collega’s van de betrokken
ministeries hiervoor blijven inzetten. Dit kunnen we echter niet alleen, ook de kracht
en inzet vanuit de sector en andere partijen in de samenleving is vereist.
Zoals toegezegd3 informeer ik u in deze brief, mede namens de eerdergenoemden, over de stappen die
sinds begin dit jaar zijn gezet. In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste acties
en de verantwoordelijke ministeries genoemd. Achtereenvolgens ga ik in op Herkomst grondstoffen, Inzameling en hergebruik, Veiligheid, Economische perspectieven en Energiediensten. Binnen dit laatste onderwerp licht ik een extra actie toe met betrekking tot dubbele
heffing van energiebelasting. Vanwege dit onderwerp is ook het Ministerie van Financiën
bij de strategische aanpak betrokken.
Onderwerp
Actie
Wie
Grondstoffen
1. Bijdragen aan internationale initiatieven
BHOS
Inzameling en hergebruik
2. Actief inzetten op herziening EU Batterijenrichtlijn
IenW
3. Verkennen verbeterde inzameling
IenW
Veiligheid
4. Verkennen dekking en samenhang regels
IenW en JenV
5. Opstellen richtsnoeren voor opslag
IenW
6. Actualisatie factsheet veiligheid en elektrische voertuigen
IenW
7. Actualiseren Bouwbesluit voor parkeergarages
BZK
Economische perspectieven
8. Bevorderen uitwisseling in batterij-sector
EZK
9. Stimuleren innovatie
EZK en IenW
10. Stimuleren NL participatie in EU-programma´s
EZK
11. Verkennen bilaterale samenwerking
BHOS, EZK, IenW
12. Inzetten op EU regelgeving datadeling
IenW en EZK
Energiediensten
13. Stimuleren innovatie energiediensten
BZK en EZK
14. Verkennen systeem hergebruik in netwerk
IenW, EZK en BZK
15. Dubbele heffing energiebelasting bij batterijopslag
FIN
Herkomst grondstoffen
Een significant deel van de winning van voor batterijen benodigde metalen vindt plaats
in ontwikkelende landen en wordt regelmatig geassocieerd met misstanden als mensenrechtenschendingen,
conflicten en/of milieuschade. De groeiende vraag naar dergelijke metalen maakt transparante
en verantwoorde winning des te belangrijker. De Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking werkt op verschillende manieren aan meer verantwoorde
winning, handel en verwerking van metalen – voor gebruik in onder andere batterijen.
Een goed voorbeeld hiervan is de betrokkenheid van Nederland bij het Wereldbankinitiatief
Climate Smart Mining Facility4. Dit initiatief steunt duurzame winning en verwerking van mineralen en metalen met
het oog op de energietransitie door middel van technische assistentie aan overheden
en investeringen in grondstoffenrijke ontwikkelingslanden. Daarnaast moedigt de overheid
bedrijven aan om risico’s in kaart te brengen die verbonden zijn aan de winning van
metalen in hun internationale handelsketen en deze risico’s aan te pakken aan de hand
van de OESO Richtsnoeren voor passende zorgvuldigheid5. Dit gebeurt bijvoorbeeld middels het metaalconvenant.
Naast aandacht voor verantwoorde winning is er in Nederland en op EU-niveau toenemende
aandacht voor de toelevering van kritieke grondstoffen uit niet-EU landen. In september
2020 heeft de Europese Commissie de lijst met kritieke grondstoffen voor de Europese
industrie geactualiseerd, waarbij lithium is toegevoegd. Onder andere via de aangekondigde
oprichting van de European Raw Materials Alliance (ERMA) zal hier actie op worden
ondernomen, startend met de zeldzame aardmetalen en magneten. Tevens heeft de EU in
de afgelopen periode het rapport «Critical Raw Materials for Strategic Technologies and Sectors in the EU»6 uitgebracht, inclusief aandacht voor de kritieke grondstoffen voor specifiek batterijen.
Inzameling en hergebruik
In de strategische aanpak batterijen is aangekondigd dat in 2020 verkend zal worden
wat in Nederland gedaan kan worden om tot een hogere inzamelprestatie te komen van
lithium-ion batterijen. Als bijlage bij deze brief deel ik het rapport met de uitkomsten
van deze verkenning met u7.
Uit het rapport blijkt dat het gewicht van op de markt gebrachte lithium-ion batterijen
tussen 2015 en 2019 bijna is verdubbeld. De komende jaren zullen dus steeds meer lithium-ion
batterijen gescheiden ingezameld en gerecycled moeten worden. Afdanken van dergelijke
batterijen bij het restafval leidt tot een verlies aan schaarse grondstoffen en brandgevaar
in de afvalverwerkingsketen. Hoewel in Nederland meer van deze batterijen worden ingezameld
dan in de meeste andere EU-landen, komen te veel batterijen nog niet in het correcte
inzamelkanaal terecht. De hoeveelheid lithium-ion batterijen in het huishoudelijk
restafval wordt voor 2019 geschat tussen de 211 en 605 ton. Om hier een beter inzicht
in te krijgen zal ik lithium-ion batterijen mee laten nemen in de jaarlijkse monitoring
van de samenstelling van het Nederlands restafval.
In het rapport worden diverse instrumenten aangedragen waarmee de inzamelprestatie
verhoogd zou kunnen worden, bijvoorbeeld met campagnes richting eindgebruikers of
door middel van retourpremiesystemen. Voor de inzameling van zowel batterijen als
elektronische apparatuur gelden regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek ga ik met relevante producentenorganisaties
en andere belanghebbenden in de afvalketen in gesprek om tot afspraken te komen voor
een hogere inzamelprestatie van lithium-ion batterijen en voor reductie van brandgevaar
door batterijen in de afvalketen. Ook zal ik de uitkomsten benutten voor het bepalen
van een Nederlands standpunt in relatie tot het voorstel voor de nieuwe Batterijverordening8 door de Europese Commissie. In dit kader zal ik onder meer pleiten voor specifieke
doelstellingen voor lithium-ion batterijen, onder meer op het gebied van materialengebruik,
inzameling en recycling. Hierover zal ik u met een BNC-fiche nader informeren.
Veiligheid
Voor een veilige toepassing van batterijen is het van belang dat er een consistent
en kenbaar stelsel van regels is dat bovendien in de praktijk goed toepasbaar is.
Hierin worden nieuwe ontwikkelingen, kennis en ervaring van betrokken partijen meegenomen.
Een van deze partijen betreft de brandweer. Deze heeft immers naast een adviserende
taak richting het bevoegd gezag in het kader van preventie en risicobeheersing een
wettelijk taak in het kader van incidentbestrijding. Om te kunnen beoordelen of, en
zo nodig te kunnen bevorderen dat een dekkend en consistent stelsel van veiligheidsregels
van toepassing is op batterijen, zet ik samen met onder meer mijn collega van Justitie
en Veiligheid een verkenning uit naar veiligheidsregimes voor batterijen. Bij de verkenning
wordt ook gekeken naar internationale wet- en regelgeving voor zover relevant voor
de veiligheid van batterijen in Nederland. De resultaten van de verkenning verwacht
ik in de loop van 2021.
Stellen richtsnoeren voor opslag
Op 1 juli 2020 is de Circulaire risicobeheersing lithium-ion energiedragers gepubliceerd9. Deze circulaire bevat richtsnoeren met een adviserend karakter inzake onder meer
een veilige opslag van lithium-ion batterijen. De circulaire is tot stand gekomen
in onderlinge samenwerking tussen vertegenwoordigers van het RIVM, van Omgevingsdiensten,
de brandweer, de brancheverenigingen BOVAG, de RAI Vereniging, FME en Energy Storage
NL alsmede de gemeente Nunspeet. Door middel van een internetconsultatie is eenieder
in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op een concept van deze circulaire.
Met de publicatie van de circulaire is een veiligheidsaanpak beschikbaar waarvan overheden
en bedrijfsleven gebruik kunnen maken. De publicatie loopt vooruit op een aflevering
uit de Publicatiereeks gevaarlijke stoffen (PGS) die onder andere betrekking heeft
op de opslag van lithium-ion batterijen. Ik verwacht de publicatie van de PGS in 2021
of 2022. Deze kan vervolgens status krijgen door middel van een verwijzing in het
Besluit activiteiten leefomgeving. Zodra de PGS is vastgesteld en gepubliceerd, kan
de circulaire worden ingetrokken.
Actualisatie factsheet veiligheid en elektrische voertuigen
In november heeft CE Delft hun onderzoeksrapport over veiligheid en elektrische voertuigen
uitgebracht10. Het betreft een actualisatie en uitbreiding van de «factsheet feitenmateriaal elektrische
voertuigen en veiligheid» van TNO uit 2014. Het nieuwe rapport geeft inzicht in de
actuele kennis, feiten en wet- en regelgeving over de veiligheid van elektrische personenauto's
en oplaadpunten. Het onderzoeksrapport is het resultaat van uitgebreide literatuurstudie,
aangevuld met informatie uit interviews met meer dan 25 experts. Het rapport geeft
een goed beeld van belangrijke veiligheidsaspecten zoals voertuigveiligheid, brandveiligheid
en incidentmanagement. In het rapport wordt geconcludeerd dat over het geheel genomen
elektrische auto’s geen hoger veiligheidsrisico met zich mee lijken te brengen dan
conventionele auto’s. Daar waar nog meer kennis nodig is werk ik samen met de betrokken
partijen aan verdere kennisontwikkeling en -verspreiding op het gebied van veiligheid
van elektrische auto’s en van laadinfrastructuur.
Actualiseren bouwbesluit parkeergarages
Parkeergarages moeten in Nederland voldoen aan het Bouwbesluit 2012. De voorschriften
uit het Bouwbesluit 2012 gelden voor bestaande en nieuw te realiseren bouwwerken.
In het Bouwbesluit 2012 staan prestatie-eisen voor parkeergarages, bijvoorbeeld met
betrekking tot de maximale grootte van brandcompartimenten. Laadinfrastructuur in
parkeergarages vallen onder de elektrische voorzieningen in het gebouw. Deze voorzieningen
voldoen op grond van het Bouwbesluit 2012 aan de NEN1010, waarin ook eisen voor laadpalen
zijn opgenomen. Er zijn in het Bouwbesluit 2012 geen specifieke brandveiligheidseisen
opgenomen voor het laden of parkeren van elektrische voertuigen in parkeergarages.
In opdracht van het Ministerie van BZK werkt het normalisatieinstituut NEN aan een
NEN-norm voor integrale brandveiligheid van parkeergarages. Het Ministerie van BZK
beziet aansluitend hierop mogelijke aanpassingen van de bouwregelgeving.
Economische perspectieven
Batterijen worden op een hoog tempo verder ontwikkeld. Zo gaan batterijen langer mee11en zal de CO2 uitstoot bij productie naar verwachting verder afnemen.12 De verdere ontwikkeling van batterijen zorgt er ook voor dat batterijen op steeds
meer plekken effectief ingezet kunnen worden, zowel in transport als bij de ondersteuning
van het elektriciteitsnet. Tegelijkertijd biedt de ontwikkeling en inzet van batterijen
ook kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven, bijvoorbeeld in termen van werkgelegenheid
en export13. In navolging van de strategische aanpak is dit jaar verder ingezet op het versterken
van de uitwisseling in de sector, de verbinding met Europese trajecten, en de inzet
op innovatie.
Bevorderen uitwisseling in batterij-sector
Het aantal collectieve batterij-initiatieven neemt toe in Nederland. Ik noem drie
belangrijke regionale initiatieven. In regio Oost Nederland werkt de Universiteit
Twente aan een batterijpropositie, in samenwerking met bedrijven in de regio en de
Duitse collega’s van het batterij-instituut MEET (uit Münster). Dit initiatief wordt
ondersteund door OostNL. In de Brainport regio Eindhoven is het initiatief «Battery
Competence Centre» (BCC) gestart dat zich richt op het gebruik van batterijen voor
zwaar transport (bussen, trucks en boten), met directe betrokkenheid van bedrijven
als DAF Trucks, VDL en Damen Shipyards en met kennisinstellingen als TU Eindhoven
en TNO. Dit initiatief wordt ondersteund door onder andere Brainport Development.
Vanuit de samenwerking tussen MI-team mobiliteit14 en het programma systeemintegratie van de Topsector Energie is men voornemens om
een studie te laten uitvoeren over de kansen en knelpunten van dergelijke batterijen
voor zwaar transport vanuit zowel het perspectief van de industrie als de energiesector.
In nauwe samenwerking met IenW zal vanuit EZK het uitvoeringsprogramma circulaire
maakindustrie bijdragen aan de programmatische ontwikkeling van de thema’s hergebruik
en recycling binnen het BCC. Ten derde werken bedrijven en kennisinstellingen in de
regio Delft aan een propositie voor de ontwikkeling van nieuwe generatie batterijen.
Dit initiatief wordt ondersteund door Innovation Quarter. Deze regionaal gestarte
initiatieven kunnen de bouwstenen vormen voor een nationale invulling voor de ontwikkeling
van batterijen. Ik moedig partijen aan om in samenhang gerichte proposities uit te
werken en te agenderen.
Stimuleren innovatie
Het Kennis en Innovatieconvenant, de bundeling van publieke en private middelen, met de onderliggende Kennis en Innovatie Agenda’s biedt ruimte voor oplossingen rond bijvoorbeeld duurzame mobiliteit of buurtbatterijen
in de gebouwde omgeving. Vanuit de PPS-toeslagregeling, die samenwerking tussen bedrijfsleven
en kennisinstellingen stimuleert, zijn tientallen projecten in uitvoering op het gebied
van batterijtechnologie. Een voorbeeld is het project Energiekademuur. In dit project
onderzoeken de TU Delft, TU Eindhoven en twee private bedrijven hoe de 200km te renoveren
kademuren in Amsterdam straks kunnen worden vervangen door een «energiekademuur»:
een kademuur als «batterij» voor de energiehuishouding van de stad. In een ander project
ontwikkelt een consortium binnen de onderneming Penvoerder Windopslag 3.0 een vliegwiel-batterij
combinatie voor de hybride opslag van wind op land. Een derde voorbeeld betreft de
ontwikkeling van «waterbatterijen» als opslagmedium voor zonne-energie in de gebouwde
omgeving. Een ander initiatief betreft de gezamenlijke investering in een pilotlijn
voor nieuwe 3D solid-state lithium-ion batterijen door de provincie Noord-Brabant,
EZK en Holst Centre / TNO. Doel is om straks op grote schaal batterijen te ontwikkelen
met een hogere opslagcapaciteit, langere levensduur, kortere oplaadtijd – tegen lagere
kosten. Met betrekking tot de scheepvaart zijn de batterijcontainers in combinatie
met elektrische aandrijving van het schip een interessante ontwikkeling. Op 2 juni
is het bedrijf Zero Emission Services (ZES) opgericht waarin met steun van de overheid
wordt geïnvesteerd in elektrisch varen.
Ondersteunen NLse participatie in EU-programma’s
Binnen het nieuwe Europese R&D programma Horizon Europe, dat van start zal gaan in
2021, bestaat ruimte voor batterijgerelateerd onderzoek. Dat kan zowel voor fundamenteel
onderzoek als voor meer toegepast publiek-privaat onderzoek. Op dit moment worden
de oproepen nog vormgegeven, waarbij zo goed mogelijk de input van Nederlandse partijen
wordt meegenomen. Deze oproepen gaan over onderwerpen als recycling, toepassing in
mobiliteit, produceren, digitaliseren en veiligheid. Ook is er een publiek-privaat
partnerschap voor batterijen in oprichting, waarbij ook de Nederlandse industrie en
kennisinstellingen voor worden uitgenodigd deel te nemen. Zodra de oproep er is zal
de RVO bij het aanvraagproces een ondersteunende rol spelen.
Met betrekking tot de productie van batterijcellen is er op dit moment geen tot geringe
capaciteit in Nederland. Aanwezigheid van productiecapaciteit kan een grote, positieve
impuls geven aan het Nederlandse batterijen-ecosysteem. Samen met mijn collega van
EZK volg ik daarom nauwlettend de Europese ontwikkelingen op het gebied van batterijproductie.
Verkennen bilaterale samenwerking
Zowel met Duitsland als Frankrijk worden de mogelijkheden voor bilateraal samenwerken
verkend. Met EZK zal er een netwerkbijeenkomst worden georganiseerd in Parijs. Doel
van de bijeenkomst is het positioneren van de Nederlandse kennis en innovaties in
de activiteiten die de Franse batterijenproducenten ontwikkelen. Met Duitsland vindt
overleg plaats op zowel regionaal als federaal niveau. Zoals eerder genoemd heeft
de regio Twente nauw contact met het batterij-instituut in Münster. Ook op federaal
niveau lopen gesprekken met Duitsland, bijvoorbeeld op het gebied van nieuwe mobiliteit.
Ik hoop hierover in de loop van volgend jaar meer duidelijkheid te kunnen geven.
Inzetten op EU regelgeving datadeling
Zoals ik u op 5 oktober 2020 berichtte middels de Kamerbrief Voortgang duurzame mobiliteit15, heb ik samen met een relevant deel van de sector de Europese Commissie aangeschreven
om aandacht te vragen voor uniforme transparantie van data in Europese regelgeving.
Ik ben nog in afwachting van een reactie.
Energiediensten
Batterijen kunnen bijdragen om het energiesysteem flexibeler te maken en congestie
in het net te beperken, door de piek in verbruik of levering op te vangen. Op deze
manier kan vraag en aanbod van elektriciteit beter met elkaar in evenwicht worden
gebracht. Op diverse terreinen zijn stappen te zetten, waaronder het stimuleren van
innovatie en toepassingsmogelijkheden voor het (her)gebruik van batterijen en het
slim laden van de batterijen, maar ook het vrijstellen van energiebelasting in het
geval elektriciteitsverbruik enkel wordt afgenomen ten behoeve van batterijopslag.
Omdat het aanbod van wind- en zonne-energie steeds groter wordt, is het de verwachting
dat ook de batterijen uit elektrische voertuigen in belangrijke mate zullen bijdragen
aan stabilisering van het elektriciteitsnetwerk. Bij een grote toevoer van duurzaam
opgewekte energie kunnen batterijen energie opslaan en vervolgens leveren op momenten
dat dit nodig is. Dit heet slim laden of «Smart Charging». Slim laden biedt een belangrijk
potentieel voor de transitie naar duurzame energie en is geborgd binnen de Nationale
Agenda Laadinfrastructuur in de werkgroep Smart Charging.16 Een met betrekking tot batterijen relevante afspraak in de werkgroep is dat in de
periode tot 2030 enkel nog laadinfrastructuur voor batterijen wordt uitgerold die
gereed is voor slim laden17.
Stimuleren innovatie energiediensten
Verschillende initiatieven met gebruik van batterijen doen inmiddels hun intrede in
Nederland. Dit betreft zowel zogenaamde thuisbatterijen als ook grote mobiele toepassingen
bij evenementen en toepassingen bij zon- en windparken. Zo demonstreert het batterijproject
GIGA Rhino een technisch en financieel haalbare oplossing en daarmee ook een verdienmodel
voor energieopslag bij zon- en windparken. Zij doet dit met innovatieve batterijtechnologie
op basis van een grootschalige 12 MW batterij en een zelf ontwikkeld voorspellingsmodel.
Het jonge bedrijf Time Shift ontwikkelt second life toepassingen voor gebruikte li-ion
batterijen van elektrische voertuigen.
Daarnaast zijn er innovatieve projecten die leiden tot betere toepassingen en efficiëntere
systemen met lagere kosten. Zo is vorig jaar het Pureion project van TNO, TUD en start
up LeydenJar Technologies afgerond dat zich richtte op het ontwikkelen van Li-ion
batterij cellen met zeer hoge energiedichtheid. Deze ontwikkeling wordt vanuit de
Topsector Energie gefaciliteerd met kennisontwikkeling en -verspreiding. Zo helpt
de publicatie «Smart Grid Ready Energy Storage»18 ontwikkelaars van batterijsystemen bij het vormgeven van een goed Energy Management System en helpt het marktpartijen om inzicht te krijgen in de spelregels om een batterij
goed te kunnen aansturen. Ook heeft de NEN een normontwerp gepubliceerd over de bedrijfsvoering
van batterij-energieopslagsystemen. Deze norm geeft eisen voor de veilige bedrijfsvoering
van systemen met een capaciteit groter dan 25 kWh19.
Verkennen systeem hergebruik in netwerk
Batterijen die niet meer geschikt zijn voor mobiliteit kunnen worden hergebruikt als
stationaire opslag van energie en zo het elektriciteitsnet ondersteunen. Zoals aangekondigd
in het Klimaatakkoord zal het kabinet samen met de sector de mogelijkheden verkennen
om hiervoor een systeem te ontwikkelen. Ik heb met de sector afgesproken dat zij onderzoek
doen naar de mogelijkheden voor het verkrijgen van inzicht in de restcapaciteit en
levensduur van het accupakket van elektrische personenauto’s evenals de garantie hierop
voor de consument. In opdracht van BOVAG en RAI Vereniging doen TNO en DNV-GL onderzoek
naar de technische mogelijkheden van transparantie van batterijendata ten behoeve
van een uniforme batterij-check. De oplevering van de eerste fase van dit onderzoek
wordt door de BOVAG en RAI Vereniging eind 2020 verwacht, zo hebben BOVAG en RAI Vereniging
mij laten weten. Hiermee loopt Nederland voorop in Europa. Een uniforme batterij-check
geeft consumenten vertrouwen in de status van de accu en bevordert daarmee de verkoop
van gebruikte elektrische auto’s. Batterij-checks bevorderen ook hergebruik van batterijen.
Zo kan met een batterij-check worden bepaald of een accu, die niet langer geschikt
is voor het aandrijven van elektrische auto’s, kan worden ingezet als opslagbuffer
in het elektriciteitsnet. Nederland loopt ook voorop met het slim benutten van batterijen
die nog in auto’s zitten. Zo worden met steun van het Rijk tot en met 2021 in totaal
46 «slimme» laadpleinen gerealiseerd waar stroom kan worden geladen én teruggeleverd
aan het net. De elektrische auto wordt zo een middel om meer groene stroom op te slaan
en te gebruiken.
Dubbele heffing energiebelasting bij batterijopslag
Bij de energiebelasting wordt de levering van elektriciteit via een aansluiting aan
de verbruiker belast. Enkele marktpartijen hebben aangekaart dat binnen deze systematiek
dubbele heffing van energiebelasting kan optreden bij batterijopslag. Het gaat dan
om de levering van elektriciteit via een aansluiting aan de verbruiker die wordt opgeslagen
in een batterij met het oogmerk om op een later tijdstip vanuit die batterij weer
elektriciteit op het net in te voeden. In het geval dat de exploitant van een batterij
de elektriciteit teruglevert aan een energieleverancier die deze elektriciteit vervolgens
weer levert aan een eindverbruiker is sprake van tweemaal heffing van energiebelasting
in de keten.
In reactie op de motie van het Kamerlid Van der Lee20 heeft de vorige Staatssecretaris van Financiën op 5 juli 2019 (Kamerstuk 34 552, nr. 89) in een brief aan uw Kamer aangekondigd dat zal worden onderzocht of een oplossingsrichting
denkbaar is waarbij economisch dubbele heffing bij batterijopslag kan worden weggenomen
op een manier die uitvoerbaar is voor alle betrokkenen en tevens handhaafbaar is voor
de Belastingdienst. Verder is geschetst dat het onderzoek zal meelopen in de evaluatie
van de energiebelasting die in 2020 zal plaatsvinden en is het streven uitgesproken
om een aanpassing van de energiebelasting met ingang van 2021 in werking te laten
treden. Deze zomer is aan uw Kamer medegedeeld dat de evaluatie van de energiebelasting
vertraging heeft opgelopen waardoor een maatregel per 2021 niet meer haalbaar is gebleken.
Het kabinet blijft zich inzetten op het uitwerken van een oplossing ter uitvoering
van deze motie in overleg met de branche. Daaropvolgend is een tweede motie aangenomen
waarin de regering wordt verzocht om een aanpassing van de Richtlijn Energiebelastingen
niet af te wachten en deze maatregel na afloop van de evaluatie van de energiebelasting
op te nemen in het Belastingplan 2022. De regering neemt het verzoek uit deze motie
mee in de verdere uitwerking.
Tot slot
Dit jaar is een start gemaakt met de batterijenstrategie en is er al een aantal concrete
resultaten bereikt. Tegelijk geldt dat in de komende jaren batterijen verder worden
ontwikkeld en de toepassing ervan breder en op grotere schaal zal plaatsvinden. Hierbij
is het van belang om batterijen op een verantwoorde en veilige wijze te ontwikkelen
en toe te passen, om zo ook bij te dragen aan het behalen van de afspraken uit het
Klimaatakkoord. Daarom zullen wij ons blijven inzetten op deze strategische aanpak.
Graag informeer ik u eind 2021 over de ontwikkeling van het dossier en de uitvoering
van de acties.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat