Brief regering : Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) rapport ‘Aanvaring op de Westerschelde'
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 309 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
Hierbij bied ik u het rapport aan dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) op 17 december
2020 heeft gepubliceerd: «Aanvaring op de Westerschelde»1. Het is waardevol dat een onafhankelijke organisatie als de OVV pal staat voor de
veiligheid en met die focus kijkt naar de oorzaken van zo?n incident en de mogelijke
verbeterkansen. Ik ben de OVV dan ook erkentelijk voor zijn rapport.
Aanleiding OVV-onderzoek
Op 1 april 2019 vond net na middernacht op de Westerschelde, ter hoogte van de Put
van Terneuzen, een aanvaring plaats tussen het Zwitserse riviercruiseschip Viking
Idun en de Maltese chemicaliëntanker Chemical Marketer. Door de aanvaring raakte een
aantal passagiers aan boord van de Viking Idun licht gewond en de schade aan beide
schepen was aanzienlijk. Beide schepen konden na de aanvaring met sleephulp een nabij
gelegen haven bereiken.
Het nu door de OVV gepubliceerde rapport betreft een onderzoek naar deze aanvaring.
Het onderzoek is gericht op de veiligheid in de binnenvaart en in het bijzonder op
het fenomeen riviercruiseschepen. Hoewel geen themastudie naar riviercruiseschepen
als geheel, duidt het rapport aan de hand van de concrete aanvaring wel de aanwezige
veiligheidsproblematiek en de daaruit te leren lessen.
De aanbevelingen van de OVV
De OVV doet vier aanbevelingen waarvan er twee (mede) zijn gericht aan mijn ministerie:
Aan Viking River Cruises en overige rederijen actief in de riviercruisevaart:
1. Borg dat er tijdens iedere vaart van een riviercruiseschip een volledig gekwalificeerde
en bekwame nautische bemanning in de stuurhut aanwezig is.
Aan de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit, de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat en de Vlaams Minister van Mobiliteit en Openbare Werken:
2. Scherp de bevoegdheids- en bekwaamheidseisen aan voor nautische bemanningen van riviercruiseschepen
binnen het Scheldegebied en benut hierbij de mogelijkheid om in het Scheepvaartreglement
Westerschelde aanvullende bepalingen voor een veilige doorvaart van riviercruiseschepen
op te nemen.
Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat:
3. Bevorder de effectiviteit van het toezicht op de riviercruisevaart.
Aan het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB):
4. Deel de bevindingen en lessen uit dit onderzoek binnen het nationale- en internationale
netwerk, zoals de Ledengroep Personenvervoer.
Aanbeveling 1 en 4
De eerste en vierde aanbeveling zijn gericht aan de rederijen en brancheorganisaties.
Ik zal mij via de brancheorganisaties laten informeren hoe zij invulling willen gaan
geven aan deze aanbevelingen.
Aanbeveling 2
Deze aanbeveling is gericht aan de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA),
de Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken en mij. De GNA voert het Gemeenschappelijke
Nautische Beheer2 in het Scheldegebied uit voor Nederland en Vlaanderen. Over de opvolging van deze
aanbeveling zal ik in overleg treden met de Permanente Commissie van de GNA en met
mijn Vlaamse collega.
Aanbeveling 3
Deze aanbeveling vraagt om samenwerking tussen verschillende handhavende instanties,
vaarwegbeheerders en mijn ministerie. Ik zal in de reguliere overleggen met bovengenoemde
partijen bespreken hoe we deze aanbeveling kunnen implementeren.
Het vervolg
Ik zal de OVV zo snel mogelijk maar in ieder geval binnen de gestelde termijn van
zes maanden een uitgebreide beleidsreactie aanbieden, waarbij ik nader inga op de
aan IenW gerichte aanbevelingen evenals de genomen en nog te treffen maatregelen.
Uiteraard wordt uw Kamer tegelijkertijd geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat