Brief regering : Vrijwillige vergoeding gemeenschap Hawija
27 925 Bestrijding internationaal terrorisme
Nr. 766
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2020
Conform mijn toezegging in het notaoverleg Burgerslachtoffers van 8 oktober jl. (Kamerstuk
                  27 925, nr. 750) informeer ik u hierbij dat vanaf begin 2021 door een tweetal gerenommeerde organisaties
                  in opdracht van Nederland projecten zullen worden uitgevoerd ten gunste van de gemeenschap
                  in Hawija, Irak, die in de nacht van 2 op 3 juni 2015 is getroffen door een Nederlandse
                  wapeninzet.
               
In de Kamerbrieven 27 925 nrs. 725 en 753 heb ik de Kamer reeds geïnformeerd over mijn besluit over te gaan tot het
                  vrijwillig compenseren van de getroffen gemeenschap en over de werkzaamheden van een
                  interdepartementale werkgroep die in de afgelopen periode opties in kaart bracht om
                  deze vergoeding vorm te geven. Daartoe is allereerst een analyse van de noden van
                  de gemeenschap in Hawija uitgevoerd, met nadruk op behoeften die herleid kunnen worden
                  naar de schade die is ontstaan in het gebied waar de ISIS-bommenfabriek zich bevond.
                  Hier kwam uit naar voren dat op het gebied van de elektriciteitsvoorziening, economische
                  activiteiten, werkgelegenheid, waterinfrastructuur en het herstel van woningen de
                  grootste behoeften bestaan. Dit sluit aan bij een recentelijk verschenen rapport van
                  Airwars en Pax1 over onder andere Hawija. Vervolgens zijn drie organisaties gevraagd concrete projectvoorstellen
                  aan te leveren. Deze organisaties zijn gekozen vanwege hun thematische focus, die
                  aansluit bij de geïdentificeerde noden binnen de gemeenschap, en hun capaciteit en
                  ervaring in het gebied.
               
Op basis van de analyse van de projectvoorstellen is gekozen voor de combinatie van
                  projecten die het beste past bij de doelstellingen en het gewenste tempo voor deze
                  inzet. Het betreft projecten van de International Organization for Migration (IOM)
                  en het United Nations Development Programme (UNDP) – Funding Facility for Stabilization
                  (FFS). De projecten, die over een periode van 1,5 jaar uitgevoerd worden, richten
                  zich zowel op kortetermijnherstelwerkzaamheden als op een duurzame, langetermijninvestering
                  in de lokale gemeenschap. UNDP/FFS zal op korte termijn zorgdragen voor herstel van
                  het lokale elektriciteitsnetwerk dat direct ten goede komt aan het industriegebied
                  en de omliggende woonwijk. De inzet van IOM richt zich op puinruimen, herstel van
                  essentiële infrastructuur en het op langere termijn bevorderen van werkgelegenheid,
                  in directe samenspraak met de gemeenschap. Voor de projecten stel ik ruim € 4 miljoen
                  ter beschikking. De exacte aanvangsdatum van de projecten is afhankelijk van de contractafspraken
                  die nu moeten worden gemaakt. Zorgvuldigheid staat hierbij voorop.
               
Met deze projecten geef ik uitvoering aan de gewijzigde motie van de leden Belhaj
                  en Voordewind (Kamerstuk 27 925, nr. 671) en kom ik, namens het kabinet, de getroffen gemeenschap tegemoet vanwege het leed
                  dat hen is overkomen en de materiële schade die is geleden. De Kamer zal op de hoogte
                  gehouden worden van de voortgang en het resultaat van de projecten.
               
De Minister van Defensie,
                  A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
