Brief regering : Budgettaire mutaties van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Infrastructuurfonds (A) en het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 2020
35 570 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021
35 570
A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
35 570 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2021
Nr. 100 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2020
Met deze brief informeer ik u over de budgettaire mutaties van de begroting van het
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Infrastructuurfonds (A) en
het Deltafonds (J) sinds de tweede suppletoire begroting 2020 (Kamerstukken 35 650 XII, 35 650 A en 35 650 J).
Hoofdstuk XII
Artikel 13 Bodem en Ondergrond
Verhoging verplichtingenbudget t.b.v. bodemsanering
In 2020 wordt het verplichtingbudget verhoogd met circa € 2,5 miljoen voor een verplichtingenschuif
van 2021 naar 2020 die benodigd is voor het aangaan van meerjarige verplichtingen
ten behoeve van bodemsaneringsprojecten. Conform de afspraak tussen betrokken overheden
en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat worden in 2020 voor de volgende
bodemsaneringsprojecten specifieke uitkeringen verstrekt: project aanpak asbest in
zeven gemeenten in de provincie Overijssel, het Griftpark te Utrecht en de Bethaniestraat
in Arnhem.
Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor
Hogere verplichtingen- en kasuitgaven t.b.v. diverse specifieke uitkeringen aan de
provincies Groningen, Friesland en Limburg
Op artikel 16 wordt voor diverse specifieke uitkeringen € 5,8 miljoen aan kas- en
verplichtingenbudget overgeboekt vanuit het Infrastructuurfonds naar HXII. Voor de
provincies Groningen en Friesland stond een aantal inkoopopdrachten gepland. Recentelijk
zijn de afspraken met de provincies afgerond over de definitieve bedragen. Daarnaast
bleek begin november dat een aantal van de geplande inkoopopdrachten als specifieke
uitkeringen aan de provincies moesten worden uitgekeerd in 2020. Het gaat hierbij
om de 4e trein Sneek-Leeuwarden (€ 0,7 miljoen) en een incidentele beschikking inzake de laatste
uitbetaling in het kader van het RSP aan de provincie Groningen (€ 5,1 miljoen). Daarnaast
wordt een eerste deel van de rijksbijdrage aan de Wunderline uitgekeerd in 2020. Tot
eind 2020 was er nog geen overeenstemming bereikt met de provincies over de bedragen
in deze specifieke uitkeringen van de 4e trein Sneek-Leeuwarden en de Wunderline. Recent is deze overeenstemming wel bereikt,
wat er toe heeft geleid dat € 1,7 miljoen aan kas- en verplichtingenbudget overgeheveld
wordt vanuit het Infrastructuurfonds naar HXII. Daarnaast wordt er € 12 miljoen aan
verplichtingenbudget naar voren gehaald vanuit de jaren 2021 (€ 4,3 miljoen), 2022
(€ 4,8 miljoen) en 2023 (€ 2,9 miljoen) om de Wunderline te kunnen verplichten. De
specifieke uitkering wordt volledig verplicht in 2020 en wordt in 2020 tot en met
2024 uitbetaald voor een totaalbedrag van € 13,7 miljoen.
Hogere verplichtingen- en kasuitgaven t.b.v. exploitatietekort nachttrein Wenen-Amsterdam
Mogelijk wordt op artikel 16 nog een mutatie doorgevoerd voor het exploitatietekort
van de nachttrein Wenen-Amsterdam. Deze middelen zijn op het IF artikel 13 gereserveerd.
De beschikking hiervoor wordt voorbereid. Indien dit in 2020 wordt afgerond leidt
dit in 2020 mogelijk nog tot het overboeken van kas- en verplichtingenbudget vanuit
het Infrastructuurfonds naar HXII (maximaal € 2,2 miljoen kasbudget en maximaal € 6,7
miljoen verplichtingenbudget).
Artikel 17 Luchtvaart
Verhoging verplichtingenbudget t.b.v. onderzoek Covid-19-besmetting in vliegtuigen
Het verplichtingenbudget op artikel 17 zal met maximaal € 0,6 miljoen overschreden
worden als gevolg van het aangaan van de verplichting voor het onderzoek naar Covid-19-besmetting
in vliegtuigen. Dit onderzoek vloeit voort uit de uitvoering van de gewijzigde motie
van de leden Paternotte en Graus over het onderzoeken van het effect van filter- en
ventilatiesystemen op het besmettingsrisico in vliegtuigen (Kamerstuk 31 936, nr. 788).
Voor eerdere fases van het onderzoek naar Covid-19-besmetting in vliegtuigen zijn
bij Najaarsnota middelen vrijgemaakt.
Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal
Desaldering GCA
Het Global Center on Adaptation (GCA) dat in 2019 juridisch is omgezet in een stichting
wordt in 2020 ook administratief ontvlochten van IenW. Wat betreft de bijdrage van
de donoren en specifiek de overeenkomsten tussen IenW en het Verenigd Koninkrijk (VK)
en Canada, is het echter niet gelukt om deze over te dragen aan het GCA. Het Verenigd
Koninkrijk en Canada hebben hun toegezegde bijdrage à € 1,7 miljoen overgemaakt aan
IenW en de bedragen worden dit jaar nog doorgestort naar de Stichting GCA. Door deze
desaldering neemt het budget op artikel 19 met eenzelfde bedrag toe.
Hogere verplichtingen- en kasuitgaven CAS
Op artikel 19 vindt tevens een ophoging van het verplichtingen- en kasbudget van respectievelijk
€ 1,1 miljoen en € 0,7 miljoen plaats als gevolg van hogere uitgaven ten behoeve van
het Climate Adaptation Summit (CAS). Dit wordt met name veroorzaakt door tegenvallers
op de opdrachtenbudgetten voor de locatie, de beveiliging en de ICT-faciliteiten.
Dit tekort kan gedekt worden vanuit het verwachte overschot op artikel 22 als gevolg
van lagere uitgaven inzake de subsidieregeling Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO).
Hiernaast is een begrote bijdrage aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
vervallen. De verplichtingenruimte komt uit artikel 22, waar er ruimte is ontstaan
als gevolg van vertraging van een toekenning aan de Commissie Genetische Modificatie
(COGEM).
Ophoging kasbudget t.b.v. opdrachtverstrekking RIVM/RVO
De opdrachtverstrekking aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
wordt op de begroting van IenW centraal gecoördineerd vanuit artikel 19. Voor een
aantal projecten worden aanvullende opdrachten verstrekt en daarom wordt er vanuit
diverse artikelen circa € 0,5 miljoen aan kasbudget overgeboekt naar dit artikel.
Artikel 21 Duurzaamheid
Hogere uitgaven afvalverbranding St. Eustatius
Voor een aanvullende bijdrage aan St. Eustatius voor de nieuwe afvalverbrandingsinstallatie
voor de Waste Facility wordt vanuit artikel 22 € 0,08 miljoen beschikbaar gesteld
en overgeboekt naar artikel 21. De totale kosten voor het aanschaffen, verschepen
en installeren van de nieuwe afvalverbrandingsinstallatie vallen hoger uit dan was
voorzien. Het gaat hier om een herschikking binnen de CN-budgetten waarbij het overschot
als gevolg van lagere uitgaven inzake de onderzoekskosten m.b.t. de implementatie
en inrichting van het Activiteitenbesluit (IAB) op de eilanden wordt ingezet ten behoeve
van de hogere uitgaven aan de nieuwe afvalverbrandingsinstallatie.
Hogere uitgaven Nederlands Normalisatie Instituut
Vanuit diverse artikelen is circa € 0,2 miljoen aan aanvullende opdrachten aan het
Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) verstrekt. Opdrachten aan het NNI worden verantwoord
op artikel 21. Het gaat onder meer om opdrachten aan het NNI voor normontwikkeling
op het terrein van waterstof en de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS).
Correctie verplichtingenschuif i.h.k.v. Urgenda
Bij Najaarsnota is € 24,0 miljoen aan kasbudget en € 6,7 miljoen aan verplichtingenbudget
op artikel 21 doorgeschoven in het kader van lagere uitgaven met betrekking tot subsidies
binnen de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) in het kader van Urgenda.
Er is foutief een teveel aan verplichtingen (€ 2,3 miljoen) doorgeschoven, waardoor
het doorgeschoven bedrag bij Slotwet met eenzelfde bedrag zal worden gecorrigeerd.
Artikel 25 Brede Doeluitkering
Aangaan verplichtingen Brede Doeluitkering (BDU) voor jaar 2021
Volgens de BDU-systematiek op de begroting Hoofdstuk XII worden de verplichtingen
voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2021
wordt eind 2020 afgegeven aan de twee vervoersregio’s. Hiervoor is een verplichtingencorrectie
noodzakelijk, omdat de verplichtingenruimte ontoereikend is om de beschikbare kasruimte
in 2021 te benutten (€ 23,8 miljoen).
Daarnaast was bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting nog niet in alle
gevallen bekend welke afspraken met welk kaseffect in 2021 moeten worden vastgelegd.
Om de bijdrage aan BDU-regio’s voor de Korte Termijn Aanpak in het programma Mobiliteit
en Verstedelijking (€ 4,2 miljoen), Veilige Doelmatige en Duurzame Mobiliteit (€ 3,8
miljoen) en de regionale activiteiten rondom Corridor Amsterdam-Hoorn (€ 3 miljoen)
te kunnen verstrekken in 2021, wordt in 2020 het verplichtingenbudget in totaal opgehoogd
met € 34,7 miljoen.
Artikel 98 Apparaatsuitgaven kerndepartement
Hogere uitgaven en verplichtingen
Als gevolg van de overboeking van de centrale reservering voor de thuiswerkvergoeding
2020 op artikel 99 naar de personeelsbudgetten van de diverse IenW-onderdelen nemen
de uitgaven en de verplichtingen op artikel 98 toe (€ 1,2 miljoen). Daarnaast is sprake
van enkele verplichtingenschuiven t.b.v. het aangaan en verlengen van detacherings-
en inhuurcontracten (€ 1,0 miljoen) met kaseffecten in 2021.
Infrastructuurfonds (A)
Artikel 12 Hoofdwegennet
Ontvangsten A12/15 Ressen en A1/6/9/ Schiphol–Almere
Op artikel 12 Hoofdweggennet komen er minder ontvangsten binnen dan geraamd. Dit komt
met name door de A12/15 Ressen (- € 4,9 miljoen) en A1/6/9 Schiphol–Almere (- € 2,8
miljoen). De ontvangsten voor de A12/15 Ressen zijn in 2020 lager dan geraamd omdat
de bijdrage voor de SnelFietsRoute verschuift van 2020 naar 2021, omdat de RvS nog
geen uitspraak heeft gedaan en het TB nog niet onherroepelijk is. De bijdrage voor
de A1/6/9 Schiphol–Almere van de Stadsregio Amsterdam m.b.t. de overeenkomst Stroomlijnalternatief
wordt door een correctie in de raming in 2026 betaald i.p.v. 2020.
Artikel 13 Spoorwegen
Lagere ontvangsten
Op artikel 13 worden lagere concessie-ontvangsten van € 14,3 miljoen verwacht. Dit
wordt veroorzaakt doordat de bonus voor het behalen van de streefwaarden van de prestaties
in 2019 door NS van € 6 miljoen is verrekend met de concessieprijs 2020. Daarnaast
is de verwachte verlaging van de concessieprijs in verband met van het verlies op
de treindiensten naar België over 2019 (maximaal € 2,5 miljoen) doorgeschoven naar
2021. Tevens is het Netto Financieel Effect voor NS van de ombouw van treinen in het
kader van ERTMS voor 2020 (€ 10,8 miljoen) verrekend met de concessieprijs 2020. Voor
deze lagere ontvangst wordt ook het uitgavenbudget van ERMTS (art 17.07) verlaagd,
waarmee deze mutatie geen tekort veroorzaakt op het Infrastructuurfonds als geheel.
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet
Verhoging verplichtingenbudget sluis Eefde
Het verplichtingenbudget op artikel 15 zal worden overschreden met € 3,8 miljoen in
verband met PFAS-problematiek bij de sluis Eefde.
Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer
Verhoging kas- en verplichtingenbudget ERTMS
Op artikel 17.07 wordt met € 34,5 miljoen het kas- en verplichtingenbudget verhoogd
voor een specifieke uitkering aan de Provincie Limburg ten behoeve van de inbouw van
ERTMS in de vloot van de regionale concessiehouder. Aanvankelijk was de planning dat
de uitkering pas in 2021 zou plaatsvinden, maar de uitwerking van de projectplannen
gaat sneller dan verwacht zodat met de provincie afgesproken is dat het bedrag nog
dit jaar nog uitgekeerd gaat worden.
Deltafonds (J)
Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet
Verhoging kasbudget Afsluitdijk
Vooruitlopend op het afsluiten van de Wijziging Opdrachtgever (WOG) met betrekking
tot de hydraulische randvoorwaarden is afgesproken dat IenW een deel van de kosten
die onomstotelijk met de WOG te maken hebben betaalt. Dit jaar moet er daarom alsnog
€ 10,3 miljoen kasbudget aan het project worden toegevoegd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat