Brief regering : Verslag van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 8 december 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2253 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van
de Raad Algemene Zaken van 8 december 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 8 DECEMBER 2020
Op dinsdag 8 december jl. vergaderden de leden van de Raad Algemene Zaken (RAZ) informeel
per videoconferentie. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan de vergadering.
Het onderwerp Conferentie over de Toekomst van Europa, zoals genoemd in het verslag
van de informele RAZ van 1 december jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2252), stond uiteindelijk niet op de agenda van deze vergadering.
Europese Raad 10–11 december
De leden van de Raad Algemene Zaken bereidden de Europese Raad van 10 en 11 december
voor. In dat kader spraken zij over COVID-19-coördinatie, klimaat, veiligheid en buitenlandpolitieke
onderwerpen, te weten EU-VS, Turkije en het Zuidelijk Nabuurschap.
Inzake COVID-19-coördinatie hadden de lidstaten vooral aandacht voor de vaccinatiestrategie
inclusief de communicatie daarover. Meerdere lidstaten vroegen om gelijktijdige uitrol
van vaccins. Ook was er veel aandacht voor de noodzaak van een plan voor het doneren
van vaccins aan landen buiten de EU. Nederland wees er in deze discussie op dat de
epidemiologische situatie leidend moet zijn voor een eventuele afzwakking van maatregelen.
Met betrekking tot klimaat was er sprake van de bekende posities van enerzijds lidstaten
die voor een ambitieus CO2-reductiedoel van ten minste 55% pleitten en anderzijds de lidstaten die in ruil daarvoor
meer compensatie willen. Voor die laatste groep is vooral verhoging van de middelen
in het Moderniseringsfonds van belang. Nederland benadrukte het belang van de doelstelling
van ten minste 55% CO2-reductie in 2030. Nederland wees er daarbij op dat er sprake moet zijn van een emissiereductiedoel,
niet van een nettodoel. Voor de implementatie bieden het MFK en het herstelinstrument
een goede financiële basis. De Europese Raad moet een akkoord op hoofdlijnen overeenkomen
en daarbij ruimte laten aan de Commissie voor de invulling van het wetgevend pakket
dat in 2021 wordt gepresenteerd.
Over veiligheid waren de lidstaten in grote mate eensgezind en wezen zij op het belang
van samenwerken om terrorisme aan te pakken en aanslagen te voorkomen. Nederland onderstreepte
hierbij nog het belang van het tegengaan van ongewenste buitenlandse financiering
en de wens en bereidheid om verder te werken met andere lidstaten en de Commissie
in het kader van terrorismebestrijding.
Met betrekking tot Turkije drong een deel van de lidstaten aan op het versterken van
het sanctiespoor. Andere lidstaten benadrukten de dialoog als voornaamste instrument.
Ten aanzien van de EU-VS-relatie zagen veel lidstaten kans voor verdere verdieping
van het trans-Atlantische partnerschap. Aangaande het Zuidelijk Nabuurschap werd het
belang van deze brede relatie onderstreept, onder andere met betrekking tot economie,
veiligheid en democratie.
De geplande videoconferentie tussen de EU-instellingen en de Afrikaanse Unie van 9 december,
zoals in de geannoteerde agenda behorende bij deze Raad Algemene Zaken genoemd, kon
geen doorgang vinden. Naar een nieuwe datum wordt gezocht.
Toekomstige relatie EU-VK
De leden van de Raad stonden stil bij de onderhandelingen tussen de EU en het VK over
het toekomstig partnerschap. De EU-hoofdonderhandelaar, Michel Barnier, lichtte toe
dat er ondanks intensieve gesprekken tussen de onderhandelingsteams nog geen doorbraak
is op de drie cruciale onderwerpen: waarborgen voor een gelijk speelveld, visserij
en governance. Hij gaf ook aan dat de Britse premier Johnson en Voorzitter van de Europese Commissie
Von der Leyen op 5 en 7 december jl. telefonisch contact hebben gehad. Zij constateerden
na beide telefoongesprekken dat er nog niet aan de voorwaarden werd voldaan om een
akkoord te kunnen sluiten en spraken elkaar op 9 december in persoon in Brussel. Daar
bespraken ze de nog openstaande punten in de onderhandelingen, constateerden dat de
posities op die punten nog ver uiteen lagen en vroegen de onderhandelaars om per direct
de onderhandelingen te hervatten. Op zondag 13 december spreken zij elkaar weer.
Vicevoorzitter Maroš Šefčovič lichtte vervolgens de laatste stand van zaken met betrekking
tot de implementatie van het terugtrekkingsakkoord toe. Hij kondigde aan dat hij met
de medevoorzitter van het Gemengd Comité aan Britse zijde, Michael Gove, tot een principeakkoord
was gekomen over de nog openstaande punten bij de implementatie van het terugtrekkingsakkoord.
Kort na de videoconferentie van de Raad Algemene Zaken werd daarover een gezamenlijke
verklaring1 gepubliceerd. Daarin werd ook aangegeven dat het VK de passages die strijdig zijn
met het terugtrekkingsakkoord uit het wetsvoorstel Internal Market Bill zal verwijderen en geen soortgelijke passages zal introduceren in de Taxation Bill.
De leden van de Raad benadrukten de onverminderde steun voor Barnier, Šefčovič en
hun teams en het belang van behoud van EU eenheid. Nederland heeft bovendien aangegeven
dat de lidstaten bij deze cruciale fase van de onderhandelingen nauw betrokken dienen
te zijn. Daarnaast werd het belang benadrukt om voorbereid te zijn op alle mogelijke
scenario’s, inclusief een scenario waarin geen akkoord met het VK tot stand komt aan
het einde van de overgangsperiode (no deal). Gezien de korte resterende tijd tot 31 december heeft Nederland, net als een aantal
andere lidstaten, de Commissie opnieuw dringend verzocht om de contingency-aanpak op EU-niveau te publiceren. Een pakket EU-contingency-maatregelen is door de Commissie op 10/12 gepubliceerd en een appreciatie daarvan
zal uw Kamer spoedig toekomen. De maatregelen zien op de volgende terreinen: wegtransport,
luchtvaart, luchtvaartveiligheid en visserij.
Wetgevingsprogramma
Hierbij komt het kabinet terug op de toezegging gedaan tijdens het AO RAZ op 26 november
jl. aangaande de wetgevingsprioriteiten voor 2021 en de meerjarige programmering.
Op 5 december jl. stemde de Raad via de schriftelijke procedure in met de gezamenlijke
verklaringen van de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie aangaande
de wetgevingsprioriteiten 20212 en de gezamenlijke prioriteiten 2020–2024.3 De zes wetgevingsprioriteiten voor 2021 zijn: 1. De Europese Green Deal implementeren; 2. Vormgeven aan een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk;
3. Het realiseren van een economie die werkt voor de mensen; 4. Europa sterker in
de wereld maken; 5. Bevordering van een vrij en veilig Europa; 6. Het beschermen en
versterken van de Europese democratie en onze gemeenschappelijke waarden verdedigen.
De gezamenlijke prioriteiten voor 2021–2024 zijn: volledig herstel van de COVID-19-pandemie
met als onderdeel daarvan een gezondheidsunie die nationale competenties respecteert;
bouwen aan de Unie van de toekomst die gezonder, groener, digitaler en krachtiger
op het wereldtoneel is; klimaat met daarbij een EU als mondiale leider; een EU die
zelf digitale oplossingen creëert en digitaal soeverein is; vergroten van de weerbaarheid
van de economie; respect voor de rechtsstaat en mensenrechten en het versterken van
de democratie in de Unie, met aandacht voor veiligheid en de hervorming van het asiel-
en migratiesysteem; en het versterken van de EU als mondiale speler. Deze prioriteiten
zijn in lijn met de Strategische Agenda die de ER in juni 2019 aannam. Derhalve steunt
het kabinet beide verklaringen, mede omdat ze bijdragen aan de focus en voorspelbaarheid
van de EU-activiteiten op de langere termijn.
Actieplan Europese Democratie
Tijdens de videoconferentie presenteerde de Commissie het Actieplan Europese Democratie
dat op 3 december jl. werd gepresenteerd. Het actieplan richt zich op drie pijlers;
integriteit van verkiezingen en het bevorderen van democratische participatie, versterking
van de mediavrijheid en mediapluralisme en het tegengaan van desinformatie. Ten aanzien
van de aanpak van desinformatie zet Nederland in op een brede gezamenlijke inspanning
van alle betrokken actoren, zoals internetdiensten, maatschappelijke organisaties
en media. Rechtsstatelijke waarden en grondrechten staan hierbij voorop. Uw Kamer
zal binnen de daarvoor gestelde termijn middels een BNC-fiche geïnformeerd worden
over het kabinetsstandpunt ten aanzien van het actieplan.
Informatiepunt Uitbreiding
Onder A.O.B. informeerde het Duitse voorzitterschap de Raad over de stand van zaken
omtrent de ontwerp-onderhandelingsraamwerken voor Noord-Macedonië en Albanië en de
ontwerp-raadsconclusies over het uitbreidingspakket. Eén lidstaat kan nog steeds niet
instemmen met het onderhandelingsraamwerk voor Noord-Macedonië. Deze positie verhindert
ook consensus m.b.t. het raamwerk voor Albanië en de raadsconclusies over het uitbreidingspakket.
Het voorzitterschap maakte duidelijk dat het geen raamwerken en/of conclusies wil
nalaten die worden belast door een bilaterale kwestie.
Zoals bekend besloot de Raad in maart dat de eerste IGC met Albanië kan plaatsvinden
als is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de Raadsconclusies van maart 2020.
Pas als overtuigend is voldaan aan deze voorwaarden is het houden van een eerste IGC
met Albanië voor het kabinet aan de orde.
Transparantieregister
Langs deze weg wil het kabinet uw Kamer informeren over de stand van zaken van de
totstandkoming van een interinstititutioneel transparantieregister. Hierover ging
uw Kamer eerder een BNC-fiche toe.4 Het kabinet verwelkomt de recente ontwikkelingen in de triloogonderhandelingen over
het introduceren van een transparantieregister voor het Europees Parlement, de Raad
en de Commissie. De voorbereiding van een politiek akkoord werd op 9 december jl.
door Coreper goedgekeurd. Het is de verwachting dat een politiek akkoord nog onder
het Duits voorzitterschap van de Raad zal worden gesloten.
Het kabinet steunt het verwachte onderhandelingsresultaat, waarmee van belangenvertegenwoordigers
wordt geëist dat zij zijn aangemeld bij het transparantieregister als voorwaarde voor
interacties met vertegenwoordigers van de Raad, het EP en de Commissie. Het heeft
voor het kabinet de hoogste prioriteit dat het transparantieregister zo snel mogelijk
geïmplementeerd wordt.
Het verwachte akkoord biedt een kader voor een transparante en ethische interactie
tussen de Europese instellingen en de belangenvertegenwoordigers die activiteiten
ontplooien met als doel invloed uit te oefenen op EU-beleid, -wetgeving en/of het
EU-besluitvormingsproces. De instellingen committeren zich aan de voorwaarde dat voorafgaand
aan nader te definiëren interacties met belangenvertegenwoordigers er sprake moet
zijn van een inschrijving in het register.
De specifieke interacties waarvoor inschrijving als voorwaarde geldt op grond van
het verwachte akkoord worden per Europese instelling door middel van individuele besluiten
vastgelegd. De instellingen kunnen in de toekomst besluiten om nadere categorieën
van interacties aan de voorwaarden voor inschrijving aan het register te onderwerpen
mits dit leidt tot versteviging van het transparantiekader tussen de belangenvertegenwoordigers
en de instellingen. Verwachting is dat het voor de Europese Commissie nu zal gaan
om de interacties van de leden van de Commissie en hun kabinetsleden alsook de Secretaris-Generaal
en de Directeuren-Generaal. Voor de Raad zal het nu gaan om interacties van de Secretaris-Generaal
en Directeuren-Generaal met belangenvertegenwoordigers. Ook voor het Europees Parlement
gaat het naar verwachting om interacties van de Secretaris-Generaal en Directeuren-Generaal
met belangenvertegenwoordigers.
Lidstaten kunnen zich, middels het ondertekenen van een politieke verklaring, vrijwillig
committeren om tijdens hun EU-voorzitterschap en zes maanden daaraan voorafgaand de
interacties van belangenvertegenwoordigers en hun (plaatsvervangend) Permanente Vertegenwoordigers
wanneer zij opereren in hun rol als (aanstaand) voorzitterschap voorwaardelijk te
maken aan een inschrijving in het transparantieregister. Nederland is, net als een
grote meerderheid van de lidstaten, voornemens om deze verklaring te ondertekenen.
Het kabinet is van mening dat met dit akkoord een belangrijke en noodzakelijke stap
wordt gezet om de EU transparanter te laten functioneren door beter inzicht te bieden
in de invloed van belangenvertegenwoordigers op het Europese besluitvormingsproces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken