Brief regering : Appreciatie van de moties ingediend bij het wetgevingsoverleg over het voorstel van wet van de leden Koerhuis en Van Toorenburg tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het wijzigen van de rechterlijke procedure voor de beoordeling van de rechtmatige binnentreding van een woning of lokaal met als doel het verwijderen van personen alsmede voorwerpen die daar worden aangetroffen (Wet handhaving kraakverbod) (Kamerstuk 35296)
35 296 Voorstel van wet van de leden Koerhuis en Van Toorenburg tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het wijzigen van de rechterlijke procedure voor de beoordeling van de rechtmatige binnentreding van een woning of lokaal met als doel het verwijderen van personen alsmede voorwerpen die daar worden aangetroffen (Wet handhaving kraakverbod)
Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2020
Tijdens het wetgevingsoverleg op 7 december 2020 over het initiatiefwetsvoorstel van
de leden Koerhuis en Van Toorenburg over de handhaving van het kraakverbod (Wet handhaving
kraakverbod/Kamerstuk 35 296) heeft de Minister van Justitie en Veiligheid toegezegd
dat ik uw Kamer voor de stemmingen van dinsdag 14 december een appreciatie op 2 ingediende
moties zal doen toekomen.
De motie1 van de leden Beckerman en Smeulders verzoekt de regering in overleg te gaan met gemeenten
over mogelijke aanvullende maatregelen om leegstand te bestrijden. Naar aanleiding
van de evaluatie van de Wet kraken en leegstand2 is gebleken dat gemeenten die geen gebruik maken van de Leegstandwet, leegstand op
tal van manieren weten te bestrijden en/of de Leegstandwet als een stok achter de
deur houden om met eigenaren van leegstaand vastgoed in gesprek te gaan over een oplossing.
Om gemeenten, in lijn met de overweging van uw motie, aanvullend behulpzaam te zijn
bij de bestrijding van leegstand leg ik samen met de VNG en een aantal gemeenten de
laatste hand aan een handreiking inzake bestrijding van leegstand waarmee gemeenten
beter inzicht krijgen hoe het bestaande instrumentarium te gebruiken. De reikwijdte
van deze handreiking gaat verder dan alleen de Leegstandwet en zal door de VNG volgende
maand actief onder de gemeenten worden verspreid. Voorts zal ik deze handreiking via
verschillende expertteams onder de aandacht brengen bij gemeenten om het gebruik daarvan
aan te moedigen. Hiermee wil ik bewerkstelligen dat gemeenten het huidige instrumentarium
beter gaan gebruiken. Ik zie daarom op dit moment geen noodzaak voor nieuwe maatregelen.
Op grond van het voorgaande ontraad ik deze motie.
Voor wat betreft de motie3 van de leden Smeulders en Beckerman die de regering verzoekt een zelfbewoningsplicht
te onderzoeken het volgende. Voor leegstandproblematiek van woningen die niet worden
gekocht om in te wonen is een zelfbewoningsplicht geen oplossing. Gemeenten kunnen
onder andere gebruik maken van de instrumenten uit de Leegstandwet. Zo kan een gemeente
bij langdurige leegstand van onder andere woningen bijvoorbeeld een bindende voordracht
doen voor een huurder of een gebruiker. In de praktijk kan dit betekenen dat de eigenaar
zelf tot verhuur overgaat of een gemeente in samenwerking met een corporatie een huurder
voordraagt zodat de woning niet leeg blijft staan. Op dit moment is er overigens een
wetsvoorstel in (internet)consultatie4 dat het voor gemeenten mogelijk maakt om een opkoopbescherming in te voeren. Hierdoor
krijgen kopers die zelf in de woning willen gaan wonen meer kans op die woning dan
beleggers die voor andere doeleinden de woning willen kopen. Zij zullen immers slechts
bij door de gemeenteraad vastgestelde uitzonderingen een vergunning kunnen krijgen
om te verhuren. Er is in dit kader een variant onderzocht die neer zou komen op een
zelfbewoningsplicht, zoals in deze motie wordt voorgesteld. Deze optie is een te grote
inbreuk op het eigendomsrecht gebleken. Daarom zet ik in op een opkoopbescherming
waarmee samen met het instrumentarium uit de Leegstandswet het achterliggende probleem
effectief kan worden bestreden. Op basis van bovenstaande ontraad ik de motie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties