Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2250 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 7 DECEMBER 2020
Introductie
Op 7 december vond de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel. De Minister
van Buitenlandse Zaken heeft namens het kabinet deelgenomen. Onder het agendapunt
Current Affairs sprak de Raad onder meer over mensenrechten en het mensenrechtensanctieregime en
de ontwikkelingen in Venezuela, Belarus en Georgië. Tijdens de AOB’s kwam ook Hongkong
ter sprake. Op de agenda stonden verder de trans-Atlantische betrekkingen. Tijdens
de lunch spraken de ministers over strategische autonomie.
Current Affairs
Georgië
Tijdens de Raad werd kort stil gestaan bij de actualiteiten in Georgië, in het bijzonder
naar aanleiding van de parlementsverkiezingen die in oktober en november jl. plaatsgevonden
hebben. De Hoge Vertegenwoordiger (HV) informeerde de lidstaten over de wijze waarop
de EU-delegatie aldaar zich inzet om het dialoog tussen beide zijden te faciliteren.
Het is hierbij van belang het werk van de OVSE te ondersteunen, zo onderstreepte de
HV.
Turkije
Onder Current Affairs stond de Raad stil bij de relatie met Turkije. De HV verwees naar de conclusies van
de Europese Raad van 1 en 2 oktober jl. om in december opnieuw te spreken over de
ontwikkelingen in de Oostelijke Middellandse Zee en de relatie tussen de EU en Turkije
en zo nodig passende besluiten te nemen. Verscheidene lidstaten spraken hun zorg uit
over de Turkse opstelling in het Oostelijke Middellandse Zeegebied sinds oktober.
Onder meer Nederland benadrukte daarnaast zijn zorgen over de mensenrechtensituatie
in Turkije, in het bijzonder ten aanzien van mensenrechtenverdedigers.
Venezuela
De Raad stond stil bij de parlementsverkiezingen die op 6 december jl. plaatsvonden
in Venezuela. De Venezolaanse parlementsverkiezingen zijn niet vrij, eerlijk en democratisch
verlopen. Na afloop van de RBZ is ook een EU-27 verklaring uitgegaan waarin de EU
het verloop van het verkiezingsproces als niet geloofwaardig, niet inclusief en niet
transparant veroordeelde en daarmee ook niet als representatief kan worden beschouwd
voor de wil van het Venezolaanse volk. Deze verklaring is in overeenstemming met de
Nederlandse inzet dat de EU snel een krachtig signaal moest afgeven.
Mensenrechten
De voltallige Raad verwelkomde de aanname van het mensenrechtensanctieregime, daags voor Internationale Dag van de Rechten van de Mens op 10 december.
Binnen de Raad was brede erkenning van het belang van de instelling van dit regime
en waardering voor de rol die Nederland gespeeld heeft in de totstandkoming ervan.
Met dit sanctieregime wordt een belangrijk instrument toegevoegd waardoor de EU krachtiger
kan optreden tegen mensenrechtenschenders waar dan ook ter wereld.
Conform mijn toezegging in het Schriftelijk Overleg (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2247) over de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december 2020
informeer ik uw Kamer graag over de werking van het mensenrechtensanctieregime.
Met dit nieuwe sanctieregime kan de Raad sancties instellen tegen mensenrechtenschenders
wereldwijd. Personen die op basis van feitelijk bewijs uit openbare bronnen verantwoordelijk
zijn voor ernstige mensenrechtenschendingen (genocide, misdaden tegen de menselijkheid,
foltering, slavernij, buitenrechtelijke executies, gedwongen verdwijning of willekeurige
detentie) of die steun verlenen aan of banden onderhouden met personen verantwoordelijk
voor dergelijke schendingen kunnen op de sanctielijst geplaatst worden. Ook in geval
van andere mensenrechtenschendingen, zoals mensenhandel, seksueel en gender gerelateerd
geweld, schendingen van de vrijheid van meningsuiting en schendingen van de vrijheid
van godsdienst en levensovertuiging kan de Raad overgaan tot het instellen van sancties
tegen verantwoordelijken. Bij deze categorie andere mensenrechtenschendingen moet
de Raad daarbij wel expliciet meewegen in hoeverre de mensenrechtenschendingen wijdverspreid,
systematisch of anderszins van zorg zijn in relatie tot het Gemeenschappelijk Buitenland-
en Veiligheidsbeleid (GBVB).
Ook personen gelieerd aan een persoon die al op de sanctielijst staan kunnen zelf
op de sanctielijst geplaatst worden. Onder personen worden zowel natuurlijke personen
als rechtspersonen of entiteiten verstaan.
Helaas is in het onderhandelingsproces gebleken dat de door Nederland gewenste opname
van corruptie in de definitie van het sanctieregime alsmede een verwijzing naar Sergei
Magnitsky niet op significante steun van andere lidstaten konden rekenen, ondanks
herhaald Nederlands aandringen.
Tegen personen die op de sanctielijst zijn opgenomen, geldt een inreisverbod en een
tegoedenbevriezing. Dat houdt in dat zij niet meer de EU in mogen reizen, zij niet
meer kunnen beschikken over hun bezit voor zover dat zich binnen de EU bevindt en
het verboden is om tegoeden (zoals geld) of economische middelen ter beschikking te
stellen aan die personen.
Besluiten over het plaatsen van personen op de sanctielijst vereisen unanimiteit onder
de lidstaten. Nederland zette in op besluitvorming over listings onder dit sanctieregime met gekwalificeerde meerderheid (QMV). Dit past bij de bredere
Nederlandse inzet op een effectiever GBVB en toepassing van besluitvorming per gekwalificeerde
meerderheid op het vlak van sancties en mensenrechten. Zoals verwacht bleek dit voor
veel lidstaten een brug te ver.
Er is geen specifiek mechanisme voor input vanuit ngo’s en nabestaanden. Onder de
lidstaten is er wel breed bewustzijn van het belang om het maatschappelijk middenveld
daartoe de mogelijkheid te bieden. Het kabinet is graag bereid om met andere lidstaten
in gesprek te gaan hoe dit het beste vorm kan krijgen.
Zoals reeds eerder aan uw Kamer gemeld zijn de voorbereidingen om te komen tot voorstellen
voor eerste listings in beslotenheid in gang gezet in verscheidenen hoofdsteden. Zorgvuldige besluitvorming
acht het kabinet hierbij van groot belang. Het kabinet streeft naar een lijst met
mensenrechtenschenders uit verschillende delen van de wereld en neemt in dit proces
ook de moties van het lid Sjoerdsma c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1596), van het lid Ploumen (Kamerstuk 35 570 V, nr. 43) en van het lid Kuzu (Kamerstuk 35 570 V, nr. 53) mee.
Informele EU-LAC ministeriële
Deze digitale bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken van de EU en LAC-regio
vindt op 14 december plaats en zal georganiseerd worden door het Duits voorzitterschap.
Lidstaten werden kort op het belang van deze bijeenkomst gewezen. Ik zal via een videoboodschap
onder andere het belang van een duurzaam en inclusief herstel in de regio benadrukken
in de context van COVID-19.
Belarus
In de Raad sprak een aantal lidstaten, waaronder Nederland, hun steun uit voor snelle
aanname van het derde pakket sancties dat nu in de Raad in beslotenheid wordt besproken.
Daarbij benadrukte Nederland de gefaseerde aanpak om geleidelijk de druk op het regime
verder op te bouwen indien nodig.
Ethiopië
Verscheidene lidstaten uitten hun zorgen over de situatie in Ethiopië, onder andere
over mogelijke mensenrechtenschendingen en de regionale impact van het conflict, de
humanitaire situatie en de toegang tot humanitaire hulp. De HV deelde deze zorgen
en informeerde de lidstaten regelmatig contact te hebben met de Ethiopische autoriteiten
hierover.
Migratie
De HV kondigde aan spoedig de externe aspecten van migratie te willen agenderen in
een gecombineerde Raad van de ministers van Buitenlandse Zaken en de ministers met
migratie in hun portefeuille. Nederland acht bespreking van de externe aspecten van
migratie door de Raad van belang.
Trans-Atlantische betrekkingen
Ter voorbereiding op het aantreden van de inkomende VS-administratie sprak de Raad
over de EU-VS betrekkingen. Ook werden Raadsconclusies over de EU-VS samenwerking
aangenomen. Op 2 december jl. publiceerden de HV en de Commissie een gezamenlijke
Mededeling, A new EU-US agenda for global change, waarin de belangrijkste prioriteiten voor de EU-VS samenwerking met de inkomende
Biden administratie worden uiteengezet. Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik
hieronder zijn appreciatie van deze Mededeling met uw Kamer te delen. Deze komt in
de plaats van een BNC-fiche over de Mededeling.
Er was brede overeenstemming binnen de Raad over het belang van verdere verdieping
van de samenwerking met de VS. Veel lidstaten gaven aan te verwachten dat op terreinen
van pandemiebestrijding, economisch herstel, klimaat, multilateralisme en gedeelde
waarden de samenwerking met de inkomende administratie vanzelfsprekend zal zijn. De
aangekondigde terugkeer van de VS naar de WHO, het Parijs klimaatakkoord en de mogelijke
terugkeer van de VS naar het JCPOA zijn hier voorbeelden van. Verscheidene lidstaten
gaven aan het van belang te achten dat de EU en de VS meer gaan samenwerken ten aanzien
van een hervormde en versterkte WTO. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, sprak
de verwachting uit dat de VS de sancties tegen het ICC zou herzien. Daarnaast werd
door velen het belang van veiligheids- en defensiesamenwerking genoemd, waarbij er
brede overeenstemming was dat het streven naar strategische autonomie hand-in-hand
moet gaan met het versterken van de trans-Atlantische veiligheidsrelatie. Zoals ook
in de geannoteerde agenda (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2246) aangegeven, delen de EU en de VS dezelfde waarden en belangen en zijn de Amerikaanse
veiligheidsgaranties, verankerd in de NAVO, essentieel voor de Europese veiligheid.
Nederland en anderen wezen ook op de noodzaak voor samenwerking op handelsgebied,
waaronder het oplossen van de handelsgeschillen. Nederland en andere lidstaten hebben
zich ook hard gemaakt voor een meer trans-Atlantisch gecoördineerde aanpak op het
gebied van economische veiligheid.
In de gezamenlijke Mededeling «a new EU-US agenda for global change» worden, naast een aantal algemene uitgangspunten die leidend zouden moeten zijn voor
de EU-VS samenwerking, voorstellen gedaan voor samenwerking op het gebied van pandemiebestrijding,
handelspolitiek en klimaat, economische veiligheid en technologie en democratische
waarden en het gemeenschappelijk Buitenlandsbeleid (GBVB) en het gemeenschappelijke
Defensiebeleid (GVDB).
Over de pandemiebestrijding stellen de Commissie en de HV voor om de trans-Atlantische
samenwerking t.a.v. wereldwijde beschikbaarheid van vaccins, testen en medicijnen
te versterken en kennis en informatie uit te wisselen om in de toekomst beter voorbereid
te zijn op een mogelijke volgende pandemie. Daarnaast worden voorstellen gedaan om
de handel in medicijnen en medische apparatuur beter te faciliteren en om samen met
de VS in te zetten op versterking van de WHO via gezamenlijke hervormingsvoorstellen.
Op het gebied van handelspolitiek en klimaat wordt onder andere voorgesteld dat de
EU en de VS hun inzet richting belangrijke multilaterale klimaattoppen en bijeenkomsten
coördineren om gezamenlijk tot zo ambitieus mogelijke doelstellingen te komen. Verder
gaat de Mededeling in op voorstellen om gezamenlijk tot een trans-Atlantische groene
handelsagenda te komen, nauwere samenwerking op innovatie- en technologiegebied ter
versnelling van de klimaatagenda en de gezamenlijke ontwikkeling van een regelgevingskader
voor duurzame financieringsinstrumenten.
Tot slot bevat de Mededeling voorstellen om op GBVB en GVDB-terreinen de trans-Atlantische
coördinatie te versterken. Hierbij wordt steun uitgesproken voor de door President-Elect
Biden aangekondigde Summit for Democracy, wordt voorgesteld om een EU-VS veiligheids- en defensiedialoog op te richten en
wordt, met verwijzing naar verschillende regionale en landensituaties, voorgesteld
om het EU- en VS-optreden zoveel mogelijk met elkaar te coördineren, alsook gezamenlijk
op te trekken om multilateralisme te bevorderen.
Op gebied van economische veiligheid en technologie worden voorstellen gedaan om een
EU-VS technologieraad op te zetten die tot doel heeft onderlinge handel en innovatie
te bevorderen, en vergelijkbare standaarden te ontwikkelen. Om trans-Atlantische waarden
als privacy, mensenrechten en individuele vrijheden goed te kunnen beschermen stelt
doet de Mededeling o.a. voorstellen om de dialoog over dialoog over de verantwoordelijkheden
van sociale media en grote technologiebedrijven te intensiveren en beter samen te
werken bij de bescherming van sensitieve technologieën.
Het kabinet is positief over deze Mededeling, waarmee de Commissie en de HV conform
Nederlandse inzet laten zien initiatief te willen nemen om tot een ambitieuze trans-Atlantische
beleidsagenda te komen. Veel van de voorstellen liggen in het verlengde van de Nederlandse
prioriteiten voor trans-Atlantische samenwerking, waaronder het belang van nauwere
samenwerking op het terrein van economische veiligheid, de relatie met China, de mogelijke
terugkeer naar het JCPOA en de aangekondigde Summit for Democracy. De voltallige Raad verwelkomde tijdens de RBZ de Mededeling. Nederland ziet uit
naar de verdere samenwerking met de HV en de Commissie om deze voorstellen verder
uit te werken. In de Mededeling zetten de HV en de CIE in op een gezamenlijke EU-VS
top in de eerste helft van 2021. Nederland steunt dit voornemen.
AOBs
Hongkong
De HV rapporteerde aan de Raad over de uitvoering van de Raadsconclusies Hongkong
aangenomen op 24 juli jl. De EU en haar lidstaten hebben in reactie op de invoering
van de Nationale Veiligheidswet voor Hongkong onder andere bilaterale uitleveringsverdragen
opgeschort, controleren scherper op de export van dual use goederen en stemmen in Hongkong met gelijkgestemden het bijwonen van rechtszaken
van prodemocratische activisten af.
Post Cotonou
De Commissie informeerde de Raad politieke overeenstemming te hebben bereikt met de
ACP landen over de tekst van het post-Cotonouverdrag. Op 8 december is uw Kamer hierover geïnformeerd.
Uitkomst OVSE Ministeriële
Zweden gaf, als inkomend voorzitter van de OVSE, een korte terugkoppeling aan de Raad
over het verloop van de OVSE ministeriele 3 december jl. Ook wees het op de benoeming
van Helga Schmid als nieuwe Secretaris Generaal van de OVSE. Uw Kamer ontvangt spoedig
verslag van de Nederlandse deelname aan de OVSE Ministeriele.
Informele lunch strategische autonomie
Tijdens de informele lunch hadden de ministers van Buitenlandse Zaken een gedachtewisseling
over het onderwerp strategische autonomie. De HV pleitte voor een praktische invulling
van het brede begrip strategische autonomie. Een holistische benadering van thema’s
zoals handel, klimaat, veiligheid kan de weerbaarheid van de EU vergroten. Dat werd
tijdens de informele gedachtewisseling breed gedeeld, ook door Nederland. Ook partnerschappen
en openheid zijn essentieel.
Nederland benadrukte daarnaast dat strategische autonomie geen doel op zich is. Een
sterke EU draagt bij aan een sterke NAVO en vice versa. Dit komt ook de trans-Atlantische
relatie ten goede.
EU Battle Groups
Ik maak graag, verwijzend naar mijn toezegging aan uw Kamer (Kamerstuk 29 521, nr. 401), van dit verslag gebruik om u nader te informeren over de inzet van de EU Battle Groups (EUBG).
De inzet van de EUBG werd de afgelopen maanden meerdere keren en op verschillende
niveaus aan de orde gesteld, onder meer in de RBZ, het Politiek en Veiligheidscomité
(PSC) van de EU, en in bilaterale contacten. Ik moet vaststellen dat de obstakels
voor inzet van de EUBG tot op heden blijven voortbestaan.
Er lopen verschillende sporen die de inzetbaarheid van de EUBG kunnen vergroten. Zo
steunt Nederland een aanpassing van het concept van de EUBG waardoor deze, op vrijwillige
basis, als strategische reserve voor lopende EU operaties kan worden ingezet. Er moet
ook meer aandacht komen voor de samenstelling, certificering, interoperabiliteit en
gemeenschappelijke training van de EUBG. De aansturing van de EUBG zal bij de komende
evaluatie en doorontwikkeling van de Military Planning and Conduct Capability (MPCC) aan bod komen. Wat de financiering betreft, pleit Nederland ervoor om niet
alleen het uitzenden, maar ook het terugtrekken van een EUBG als gemeenschappelijke
kosten aan te merken. Tot slot biedt ook de ontwikkeling van het strategisch kompas
van de EU de komende periode een kans om de inzetbaarheid van de EUBG aan de orde
te stellen en te verbeteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken