Brief regering : Geannoteerde agenda Europese Raad en Eurotop van 10 en 11 december 2020
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1636
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2020
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda voor
de Europese Raad en de Eurotop van 10 en 11 december 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD EN DE EUROTOP VAN 10 EN 11 DECEMBER 2020
Op donderdag 10 december en vrijdag 11 december 2020 vinden een Europese Raad en Eurotop
plaats. De Minister-President is voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.
Europese Raad
COVID-19
De Europese Raad zal stilstaan bij en informatie uitwisselen over de actuele epidemiologische
situatie en de coördinatie van de respons van de lidstaten. Tevens zal de Raad stilstaan
bij de actuele ontwikkelingen ten aanzien van testen, inclusief de wederzijdse erkenning
daarvan, bij de stand van zaken ten aanzien van de ontwikkeling en uitrol van COVID-19-vaccins
en bij het geleidelijk opheffen van de beperkingen indien de epidemiologische situatie
dat toelaat. Ook zal de Raad spreken over het volledig benutten van gezondheidsdata
om de weerbaarheid op gezondheidsterrein te vergroten. Tenslotte zal ook worden gesproken
over de wereldwijde beschikbaarheid van COVID-19-vaccins en over de internationale
samenwerking rondom COVID-19, waarbij naar verwachting ook zal worden stilgestaan
bij een door de Voorzitter van de Europese Raad voorgesteld nieuw internationaal pandemieverdrag
Het kabinet steunt Europese samenwerking en coördinatie bij grensoverschrijdende bedreigingen
van de gezondheid waar dit meerwaarde heeft voor de gezondheid van burgers en de impact
van COVID-19-maatregelen op het vrije verkeer, de interne markt en de Schengenzone
wordt geminimaliseerd. Het kabinet moedigt voortgang aan ten aanzien van wederzijdse
erkenning van testen, ontwikkeling, uitrol en wereldwijde beschikbaarheid van COVID-19-vaccins.
Tevens ondersteunt het kabinet het gebruikmaken van het potentieel van gezondheidsdata
en het gradueel opheffen van beperkingen waar de gezondheidssituatie dat toelaat.
Het kabinet steunt het intensiveren van internationale samenwerking op internationaal
gezondheidsterrein (inclusief wereldwijde eerlijke toegang tot vaccins). Nieuwe afspraken
zijn daarbij een mogelijkheid maar er moet geen overlap met bestaande afspraken en
structuren ontstaan.
Klimaat
De Europese Raad zal spreken over het aanscherpen van de Europese klimaatambitie voor
2030. Het kabinet streeft naar een akkoord over het ophogen van het Europese broeikasgasreductiedoel
voor 2030 naar ten minste 55%. Het kabinet heeft, conform het regeerakkoord, samen
met een groep ambitieuze EU-lidstaten gepleit voor ophoging van het 2030-reductiedoel
naar 55%. Dit past bij het meest kosteneffectieve reductiepad richting klimaatneutraliteit
in 2050. Het kabinet zet in op een akkoord tijdens deze Europese Raad, zodat de EU
tijdig haar aangescherpte Nationally Determined Contribution (NDC) kan indienen bij
de UNFCCC in het kader van het Parijsakkoord. Hierdoor worden andere partijen ook
gestimuleerd om hun doelen ook aan te scherpen. Europees leiderschap op klimaatgebied
is cruciaal om anderen tot actie te bewegen.
De Commissie heeft haar analyse voor de ophoging van het 2030-doel gericht op de haalbaarheid
en betaalbaarheid voor de EU als geheel, en maakt nog geen keuzes over op welke wijze
dit doel gehaald moet worden. De precieze gevolgen voor lidstaten en economische sectoren
worden duidelijk als de Commissie de voorstellen publiceert voor de uitwerking van
het opgehoogde 2030-doel. Nederland wil daarbij sturen op CO2-reductie en een kostenefficiënt pad richting klimaatneutraliteit in 2050.
De groep met lidstaten die ten minste 55% reductie in 2030 steunt groeit. Desondanks
staan sommige lidstaten nog terughoudend tegenover deze ophoging. Zij vinden dat de
Commissie meer duidelijkheid moet geven over de gevolgen voor de individuele lidstaten.
Daarnaast zijn er lidstaten die stellen dat meer financiële middelen beschikbaar moeten
worden gesteld om ambitieuzere klimaatdoelen te kunnen realiseren. Van het Meerjarig
Financieel Kader voor 2021–2027 en het herstelinstrument (NGEU) dient ten minste 30%
uit klimaatgerelateerde uitgaven te bestaan. Het kabinet is van mening dat daarmee
voldoende financiële basis wordt geboden voor een hoger 2030-doel. In de Raadsconclusies
van de Europese Raad van oktober jl. hebben de lidstaten afgesproken voor het einde
van 2020 een akkoord te willen bereiken over het nieuwe 2030-doel.
Veiligheid/terrorisme
In de nasleep van de recente aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk zal de Europese
Raad spreken over veiligheid, en in het bijzonder terrorisme. Naar verwachting zal
er tijdens de Europese Raad onder andere worden gesproken over politiesamenwerking
en coördinatie, de noodzaak om online terroristische content aan te pakken en het
functioneren van Schengen te verbeteren. Nederland staat zij aan zij met de getroffen
lidstaten en ondersteunt de inzet om de Europese strijd tegen het terrorisme een nieuwe
impuls te geven. Het kabinet heeft hier al op verschillende momenten over gesproken,
waaronder tijdens de JBZ-raad van 13 november jl., de Raad Buitenlandse Zaken van
19 november en in kleiner en bilateraal verband met Europese partners1. Het kabinet vraagt, met steun van een aantal lidstaten, in het bijzonder aandacht
voor ongewenste beïnvloeding via buitenlandse geldstromen, en wijst op het belang
van een Europese aanpak. Ook pleit het kabinet voor de noodzaak om het Schengengebied
te versterken, met bovenal een verplichte screening- en grensprocedure aan de buitengrenzen
en het versterken van informatie-uitwisseling en brede beschikbaarheid van informatie
van lidstaten via EU-systemen en -kanalen. Het kabinet steunt de oproep om haast te
maken met de behandeling van de terrorist content online (TCO)-verordening, en vraagt daarbij aandacht voor het belang van aanvullende waarborgen
bij het verwijderen van terroristische content, zoals het beschermen van de fundamentele
rechten zoals de vrijheid van meningsuiting en het openstaan van een nationaal rechtsmiddel
om in beroep te kunnen gaan tegen een verwijderbevel uit een andere lidstaat.
Turkije
De Europese Raad van 1–2 oktober jl. besloot om in december opnieuw te spreken over
de ontwikkelingen in de Oostelijke Middellandse Zee en de relatie tussen de EU en
Turkije (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1610). Daarbij werd een tweesporen-benadering ten aanzien van Turkije overeengekomen.
Indien constructieve inspanningen om illegale activiteiten ten aanzien van Griekenland
en Cyprus te beëindigen werden voortgezet, dan zou de Voorzitter van de Europese Raad,
in samenwerking met de voorzitter van de Commissie en met de steun van de Hoge Vertegenwoordiger,
een voorstel uitwerken om de relatie tussen de EU en Turkije nieuwe energie te geven.
Indien Turkije echter nieuwe unilaterale acties of provocaties die het internationaal
recht schenden zou ondernemen, dan is de EU bereid alle instrumenten te gebruiken
die haar ter beschikking staan, waaronder sancties, om haar belangen en die van haar
lidstaten te verdedigen, zo kwam de Europese Raad overeen. In de periode vanaf oktober
heeft Turkije een aantal provocerende of unilaterale activiteiten voortgezet, onder
meer de inzet van boor- en seismische exploratieschepen, onder begeleiding van marineschepen,
in de Griekse en Cypriotische exclusieve economische zone. Ook was sprake van een
aantal activiteiten ten aanzien van Cyprus, waaronder met betrekking tot de status
van Varosha. Op 30 november jl. heeft Turkije enkele schepen teruggetrokken uit de
met Griekenland betwiste wateren. Het kabinet heeft steeds onderstreept dat in geval
van voortdurende Turkse activiteiten aanvullende maatregelen in EU-verband niet worden
uitgesloten. Het kabinet heeft ook steeds aangegeven daarbij ook de effectiviteit
van eventuele maatregelen te zullen meewegen.
EU–VS
De Europese Raad zal spreken over de trans-Atlantische betrekkingen, volgend op de
bespreking hiervan door de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2250). De EU en de VS delen dezelfde waarden en belangen en de Amerikaanse veiligheidsgaranties,
verankerd in de NAVO, zijn essentieel voor Europese veiligheid. Ook de trans-Atlantische
economische betrekkingen zijn hecht.
Voor Nederland is het daarom zaak dat Europa geen afwachtende houding aanneemt en
proactief inzet op en investeert in samenwerking met de inkomende Biden-administratie.
Daarnaast dringt Nederland aan op goede coördinatie van trans-Atlantisch beleid tussen
de EU-instellingen. Op verschillende terreinen, waaronder het bestrijden van de pandemie,
economisch herstel, het versterken van multilateralisme, het opkomen voor democratische
waarden en mensenrechten en de strijd tegen klimaatverandering komen de uitgangspunten
van President-Elect Biden goed overeen met Europees en Nederlands beleid. Voor Nederland
is het ook prioritair om de trans-Atlantische samenwerking t.a.v. China en economische
veiligheid te versterken.
Zuidelijk Nabuurschap
De Europese Raad zal spreken over de EU-relatie met het Zuidelijk Nabuurschap. In
2021 zullen de Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden een gezamenlijke
mededeling uitbrengen over de herziening van deze relatie, naar aanleiding van de
toegenomen en uitvergrote kwetsbaarheden als gevolg van de pandemie en de vormgeving
van de EU-inzet onder het komende Meerjarig Financieel Kader. Ook biedt de herziening
de gelegenheid om de slagkracht en zichtbaarheid van de EU te vergroten, bijvoorbeeld
door het versterken van de politieke dialoog en het stimuleren van de private sector.
Het kabinet verwelkomt versterking van de relaties met de regio, mits sprake is van
gedeelde waarden als mensenrechten, de rechtsstaat en democratie, en Europese kernbelangen
als migratie en veiligheid worden gewaarborgd.
Rusland
Sinds 2014 heeft de EU economische en financiële sancties ingesteld tegen Rusland
vanwege de Russische rol in het oosten van Oekraïne. Deze sancties moeten iedere zes
maanden verlengd worden. Zoals gebruikelijk zal de ER naar verwachting kort stilstaan
bij de verlenging van deze sancties tot en met juli 2021. Dit sanctiepakket is gekoppeld
aan de uitvoering van de Minskakkoorden. Omdat er tot op heden geen sprake is van
volledige implementatie van de Minsk-akkoorden ziet het kabinet geen aanleiding voor
opschorting of verlichting van de sancties.
Overig
De Europese Raad zal mogelijk stilstaan bij een aantal andere onderwerpen.
De Europese Raad zal mogelijk spreken over de stand van zaken rond de definitieve
besluitvorming over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2021–2027. Tijdens de
videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 19 november jl. (Kamerstuk
21 501–20, nr. 1625) maakten Hongarije en Polen nogmaals duidelijk dat zij grote bezwaren hebben tegen
de MFK-rechtsstaatsverordening en daarom niet bereid zijn over te gaan tot politieke
bekrachtiging van het met het Europees Parlement bereikte onderhandelingsresultaat
over het MFK. De regeringsleiders van Polen en Hongarije hebben op 26 november jl.
hun bezwaren nader toegelicht in een gezamenlijke verklaring2. Het Duitse EU-voorzitterschap heeft zich ertoe gecommitteerd om een voor alle partijen
aanvaardbare oplossing te vinden en een spoedige inwerkingtreding van het nieuwe MFK
en het herstelpakket mogelijk te maken.
Nederland zal zich op alle niveaus blijven inzetten voor behoud van het bereikte onderhandelingsresultaat
en er op blijven toezien dat geen afbreuk wordt gedaan aan de conclusies van de Europese
Raad van 17–21 juli. Daarbij zal Nederland blijven benadrukken dat het bereikte onderhandelingsresultaat
met het Europees Parlement over de MFK-rechtsstaatverordening voor Nederland de ondergrens
is.
De Europese Raad zal daarnaast mogelijk spreken over de stand van zaken in de onderhandelingen
over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Op het moment
van schrijven vinden er intensieve gesprekken plaats tussen de onderhandelingsteams.
Hoewel er op deelonderwerpen goede voortgang is, blijven de posities op de bekende
drie onderwerpen – waarborgen voor een gelijk speelveld, visserij en governance – ver uit elkaar liggen. Het kabinet en de EU blijven inzetten op een zo breed en
ambitieus mogelijk akkoord. Ook de volledige implementatie van het Terugtrekkingsakkoord,
inclusief het Protocol over Ierland en Noord-Ierland blijft een belangrijk aandachtspunt
voor het kabinet.
Ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen tussen de EU en het VK verandert er na
het aflopen van de overgangsperiode veel, ook als het lukt afspraken over het toekomstig
partnerschap te maken. De voorbereidingen op de nieuwe relatie met het VK na het aflopen
van de overgangsperiode zijn een belangrijk punt van aandacht voor het kabinet. In
alle gevallen zijn readiness-voorbereidingen nodig door alle actoren: (mede)overheden, instellingen, bedrijven
en burgers. Ook blijft Nederland oproepen tot het tijdig publiceren van de voorziene
contingency-aanpak op EU-niveau, in lijn met de conclusies van de Europese Raad van 15 en 16 oktober
2020.
De Europese Raad zal naar verwachting kort terugblikken op de EU-AU Leaders» Meeting die een dag voorafgaand aan de ER, op 9 december, zal plaatsvinden. Dit zal een virtuele
ontmoeting zijn, bedoeld om op hoog niveau het EU-AU-partnerschap te bespreken, nu
de eerder geplande EU-AU-top dit jaar niet door kan gaan vanwege COVID-19. De EU zal
vertegenwoordigd worden door de instellingen. Naar verwachting zal tijdens de Leaders» Meeting in ieder geval gesproken worden over post-COVID-samenwerking, groen en inclusief
herstel en schuldenproblematiek. Nederland verwelkomt de inzet op een breed en sterk
partnerschap met Afrika en is blij dat deze ontmoeting op hoog niveau tussen de EU
en de AU nog dit jaar plaatsvindt.
De Europese Raad zal naar verwachting Frank Elderson benoemen als nieuw directielid
van de Europese Centrale Bank (ECB)3. In oktober steunden de Eurogroep en Ecofin Raad zijn kandidatuur voor de opvolging
van Yves Mersch. De Raad nam daarop een aanbeveling aan waarin hij werd voorgedragen
aan de Europese Raad. Het Europees Parlement en de ECB zijn sindsdien geconsulteerd
en spraken eveneens hun steun uit voor de heer Elderson. Het kabinet acht hem zeer
geschikt en verwelkomt deze benoeming.
Eurotop
En marge van de Europese Raad zal een Eurotop plaats vinden. In december 2019 heeft
de Eurotop de voortgang verwelkomd die bereikt is op het gebied van versterking van
de EMU en daarbij de Eurogroep verzocht om daar in inclusieve samenstelling aan door
te werken. Deze keer zal de Eurotop stilstaan bij de ontwikkelingen ten aanzien van
de bankenunie en de kapitaalmarktunie.
Voor wat betreft de bankenunie zullen regeringsleiders naar verwachting ten eerste
het akkoord verwelkomen dat de Ministers van Financiën van de eurozone op 30 november
jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1730) bereikten over wijziging van het ESM-verdrag en de vervroegde invoering van de gemeenschappelijke
achtervang van het bankenresolutiefonds (SRF). De Minister van Financiën zal de Kamer
middels het verslag van de Eurogroep uitgebreider informeren over dit akkoord. Wat
betreft een Europees Depositogarantiestelsel (EDIS) zal er een update worden gegeven
van het werk door een hoogambtelijke werkgroep en zal om sturing gevraagd worden aan
de regeringsleiders. Ten aanzien van de kapitaalmarktunie zullen regeringsleiders
waarschijnlijk het belang ervan onderstrepen. Een goed werkende kapitaalmarktunie
kan ook bijdragen aan een grotere internationale rol van de euro.
Het kabinet verwelkomt het akkoord dat de Eurogroep bereikte over het ESM-verdrag
en de gemeenschappelijke achtervang, zoals ook uiteengezet in het verslag van de Eurogroep
van 30 november jl. Aan een Europees depositogarantiestelsel (EDIS) stelt het kabinet
strenge voorwaarden en het blijft van mening dat vóór daadwerkelijke risicodeling
via een EDIS plaatsvindt, een goede weging van de risico’s op staatsobligaties geregeld
moet zijn. Ook moeten banken aantoonbaar gezond zijn door uitvoering van stresstesten
en een nieuwe Asset Quality Review (AQR). Nederland denkt constructief mee over de
technische mogelijkheden van een EDIS. Nederland kan zich echter nog niet committeren
aan één model van een EDIS, omdat dit politiek gezien nog niet aan de orde is. Nederland
hecht zeer aan de verdere versterking en verdieping van de kapitaalmarktunie en heeft
zich afgelopen jaar ervoor ingezet dit onderwerp opnieuw hoog op de EU-agenda te zetten.
Nederland verwelkomt dan ook het nieuwe Kapitaalmarktunie Actieplan van de Commissie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken