Brief regering : Verslag Wereldbank jaarvergadering 2020
26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee
Nr. 248 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2020
Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Financiën, over de jaarvergadering
van de Wereldbank Groep («de Bank») en in het bijzonder de bijeenkomst van het Development Committee (DC) die op 16 oktober 2020 in dit kader online gehouden is. Op de agenda van het DC stonden twee hoofdonderwerpen: (1) respons van
de Bank op de COVID-19-crisis, en (2) schuldhoudbaarheid, in het bijzonder de implementatie
en verlenging van het Debt Service Suspension
Initiative (DSSI). Daarnaast kwam ook de financiële capaciteit van de Bank ter sprake vanwege
de COVID-19-respons. Bijgesloten vindt u het tijdens de jaarvergadering aangenomen
communiqué1, de schriftelijke verklaring van de Nederlandse Kiesgroep2 en mijn interventie3.
1. Respons van de Wereldbankgroep op de COVID-19 crisis
In zijn openingstoespraak beschreef de president van de Bank, David Malpass, de voortgang
die gemaakt is met de uitvoering van het steunpakket van USD 160 miljard uit de reguliere
middelen van de Bank aan door COVID-19 getroffen landen. Sinds de start van de pandemie
hebben IBRD en IDA 41% en IFC/MIGA 39% van het hun toegekende budget uit dit steunpakket
(resp. USD 104 miljard en USD 53 miljard) gecommitteerd. Kort voorafgaand aan de jaarvergadering
heeft de Bank in dit kader additionele financiering van USD 12 miljard voor de aankoop
en distributie van vaccins goedgekeurd, waarbij de beschikbaarheid voor lage- en middeninkomenslanden
voorop staat. Dit besluit werd breed verwelkomd, waarbij veel landen aandrongen op
nauwe afstemming en samenwerking met de VN en COVAX4. Landen wezen hierbij op het belang van een eerlijke toegang tot medicijnen, met
name voor de armste en meest kwetsbare lagen van de bevolking. President Malpass bevestigde
het belang van deze samenwerking en van robuuste distributiesystemen die zeker moeten
stellen dat het vaccin ook daadwerkelijk de bevolking in ontwikkelingslanden bereikt.
Er bestond brede steun voor de COVID-19-respons van de Bank.
Voorafgaand aan de jaarvergadering publiceerde The Guardian een gezamenlijke brief van Nederland, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Zweden
en de Europese Commissie met een oproep aan de Bank om resultaten te bereiken op het
gebied van groen en inclusief herstel5. Nederland heeft deze oproep in het DC herhaald. De aanpak van de Bank biedt kansen
om te investeren in sectoren die bijdragen aan klimaatmitigatie en -adaptatie en het
scheppen van werkgelegenheid, en om steun aan sectoren die afhankelijk zijn van fossiele
brandstoffen, uit te faseren.
Tijdens het DC vroeg Nederland om speciale aandacht voor toegang tot financiële diensten
en werk voor de meest kwetsbare groepen: vrouwen en jongeren, mensen in fragiele staten
en conflictgebieden, vluchtelingen en ontheemden. Nederland riep de Bank op daarbij
nauw samen te werken met de VN, de EU, regionale ontwikkelingsbanken en het maatschappelijk
middenveld. Nederland onderstreepte de belangrijke rol van de Bank bij investeringen
in menselijk kapitaal en kennis, gezien de impact van COVID-19 op zorgverlening en
onderwijs.
2. Schuldhoudbaarheid
Voorafgaand aan de bijeenkomst van het DC en het IMF Committee heeft de G20 het Debt Service Suspension Initiative (DSSI) met zes maanden verlengd
tot eind juni 2021 om landen met acute liquiditeitsproblemen voldoende budgettaire
ruimte te geven voor de financiering van de crisisrespons. Tijdens de voorjaarsvergadering
in april 2021 zal worden besloten of het moratorium opnieuw verlengd wordt tot eind
2021. Het DC benadrukte dat alle officiële bilaterale crediteuren volledig en op transparante
wijze aan het DSSI zouden moeten deelnemen. Ook werd opnieuw een oproep gedaan aan
private crediteuren om deel te nemen wanneer DSSI-landen hiertoe een verzoek doen.
Het DC verwelkomde de aankondiging door de G20 van het Common Framework for Debt Treatments
beyond the DSSI voor landen met een structurele schuldenproblematiek. Dit raamwerk
voorziet in een behandeling van gevallen op individuele basis. De G20 heeft dit raamwerk
op 13 november 2020 onderschreven in een buitengewone bijeenkomst van de Ministers
van Financiën en de gouverneurs van de Centrale banken van deze groep van landen.
President Malpass sprak tijdens het DC opnieuw over het belang van een lange- termijnoplossing,
met name van een schuldverlichting voor de armste landen met een structurele schuldenproblematiek.
Hoewel het DSSI een mechanisme biedt voor landen om meer liquiditeit op de korte termijn
te creëren, dient er ook voortgang geboekt te worden met steun voor landen met solvabiliteitsproblemen.
Nederland ondersteunt deze visie. Nederland heeft daarbij het belang van schuldentransparantie
en het versterken van de capaciteit van debiteurenlanden op het gebied van schuldenmanagement
benadrukt. Het DC riep de Bank en het IMF op om met voorstellen te komen om de schuldenproblematiek
van zowel lage- als middeninkomenslanden te adresseren. President Malpass onderstreepte
het belang van het DC als forum waar crediteurenlanden en debiteurenlanden in gelijke
mate hun stem kunnen laten horen.
Nederland heeft de Bank verder opgeroepen om innovatieve opties, zoals local currency financing en debt swaps, te onderzoeken. Deze opties moeten ertoe bijdragen dat budgettaire ruimte vrijkomt
voor groen, duurzaam en inclusief herstel.
3. Financiële capaciteit voor de Bank
President Malpass waarschuwde dat er als gevolg van het naar voren halen van USD 35
miljard6 voor de COVID-19-respons van USD 160 miljard voor de armste landen onvoldoende financiering
beschikbaar zal zijn na juni 2021 om de IDA-19 ontwikkelingsdoelen te behalen. De
Bank gaf aan dat IDA meer middelen nodig heeft om zowel de gevolgen van COVID-19 het
hoofd te bieden als de afgesproken ontwikkelingsdoelen te behalen. Dit wordt verder
bemoeilijkt door de verslechterende schuldenpositie van sommige IDA-landen, waardoor
de Bank meer financiering tegen schenkingsvoorwaarden uitgeeft dan voorzien was vóór
de COVID-19 crisis.
Nederland en andere landen steunen de opgeschaalde inzet van IDA-19-middelen in 2020
en 2021. Vanwege de ernst van de COVID-19-crisis en de impact op lange termijn moedigen
landen gesprekken over de financiële capaciteit van de Bank aan, met als doel het
zorgen dat de Bank voldoende gekapitaliseerd blijft om haar mandaat te vervullen.
Nederland riep hierbij op aandacht te hebben voor het optimaal gebruik van het eigen
kapitaal. Ik zal de Kamer informeren bij relevante ontwikkelingen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking