Brief regering : Verslag videoconferentie van Landbouwministers 16 november 2020
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1260 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de informele videoconferentie
van Landbouwministers die op 16 november jongstleden plaatsvond. Tevens maak ik van
de gelegenheid gebruik om uw Kamer te informeren over pulsvisserij en het Raadbesluit
mandaat Commissie onderhandelingen Noorwegen en Verenigd Koninkrijk. Daarnaast zend
ik uw Kamer het rapport met het advies over governance in het nieuwe GLB-NSP1 toe.
I. Onderwerpen besproken op de videoconferentie
Voedselverspilling
Het voorzitterschap maakt de balans op van de voortgang in de strijd tegen voedselverspilling
en spreekt lof uit voor het gezamenlijk meetsysteem dat sinds 2018 bestaat. Hoewel
er stappen zijn gezet is het nog niet duidelijk hoe COVID-19 voedselverspilling dit
jaar beïnvloedt. Het voorzitterschap meldt dat hamsteren niet nodig is geweest en
dat het belangrijk is vast te stellen dat voedsel terecht komt bij hen die het nodig
hebben. De Commissie hamert op het belang van monitoren en meten van voedselverspilling.
Het is volgens het voorzitterschap belangrijk dat kwantificeerbare doelen worden opgesteld.
Het voorzitterschap sluit af met toezegging om best practices en informatie te blijven
verspreiden.
Farm-to Fork conferentie
In de behandeling van dit punt is er veel aandacht voor de uitspraken Commissaris
Timmermans in de pers heeft gemaakt. Hij gaf daarin aan mogelijk de GLB-voorstellen
in te willen trekken, omdat het bereikte resultaat in de Raad van oktober en het bereikte
resultaat in het Europees parlement zijns inziens vasthouden aan een landbouwbeleid
dat niet duurzaam en niet toekomstbestendig is. Veel lidstaten, inclusief het voorzitterschap,
geven aan verbaasd en teleurgesteld te zijn over die uitspraken. Het voorzitterschap
stelt dat de uitspraken afbreuk doen aan democratisch tot stand gekomen uitkomsten
in Raad en Europees parlement. Ten aanzien van de conferentie is men positief over
de organisatie, maar worden ook de eerdergenoemde twijfels over de haalbaarheid van
de F2F-doelstellingen herhaald.
Nertsen en COVID-besmettingen
Denemarken opent met een verklaring en stand van zaken van de diergezondheidssituatie
in hun land. Zij werken nu aan de juridische grondslag voor ruimen buiten de infectiezones
en de hoogte van de vergoeding. Het handelen is gedreven door het risico op mutatie
en de mogelijk mindere respons op vaccins die daarvan het gevolg kan zijn.
Veel lidstaten, inclusief Nederland, vragen de Commissie om meer regie te nemen. Daarnaast
wordt gewezen naar de toezegging uit de CVO vergadering om vanaf nu deze ziekte als
een «emerging disease» te melden. Dit is de eerste stap in een «volwaardiger» benadering
van de ziekte in internationale context. Nederland vraagt daarbij specifiek om een
geharmoniseerd monitorings- en controle programma en vraagt de Commissie om hier een
rol in te nemen.
Commissaris Kyriakides ziet in eerste instantie geen rol voor de Commissie in het
optreden tegen COVID-19 in nertsen. Het voorzitterschap sluit af met een mededeling
dat zij het antwoord van de Commissie niet recht vond doen aan de breed gedeelde vraag
van de lidstaten. Zij geeft daarnaast aan dat er binnenkort een fundamentele discussie
zal moeten worden gevoerd over de wijze waarop nertsen gehouden moeten worden en vraagt
de Commissie daarvoor een notitie te maken.
Afrikaanse varkenspest
Veel lidstaten dringen aan om de administratieve lasten bij de bestrijding van Afrikaanse
varkenspest te verminderen. De reden hiervoor is dat deze lasten voorkomen dat lidstaten
snel en flexibel kunnen ingrijpen. De Commissie antwoordt hierop dat het al mogelijk
is om vanuit voorfinanciering in te kunnen grijpen, maar geeft aan te zullen kijken
in hoeverre de administratieve lasten te kunnen beperken zonder afbreuk te willen
doen aan de noodzaak om verantwoording af te leggen over de cofinanciering van de
bestrijding.
UN Food summit
Het voorzitterschap opent door het woord te geven aan special envoy dr. Agnes Kalibata.
Dr. Agnes Kalibata (UN) vertelt over de organisatie van de Food Summit in 2021 waarbij
ze benadrukt dat dit een globale bijeenkomst zal moeten worden. Ze roept de rijke
westerse landen op om andere landen bij te staan die minder mogelijkheden hebben om
bij te dragen. Vanuit verschillende lidstaten wordt het belang van de bijeenkomst
onderschreven en steun toegezegd.
Bossenstrategie
Het voorzitterschap onderstreept het belang van alle functies van bossen; ecologisch,
economisch en sociaal. Veel beleidsinitiatieven raken aan bossen, bijvoorbeeld bioeconomie
en biodiversiteit. Daarom is van belang dat er een versterkte en gebalanceerde strategie
komt. Hierbij moeten de verschillende omstandigheden van de lidstaten in acht worden
genomen. De Commissie wordt in de Raadsconclusies aangespoord om Sustainable Forest
Management (SFM) en bijdrage aan de SDGs centraal te stellen in de nieuwe strategie.
Tevens is het van belang dat wordt gestuurd op coherentie van bosgerelateerd EU-beleid.
De meeste lidstaten benadrukken dat zij de bossenstrategie erg belangrijk vinden.
Ik heb aangegeven dat de functies van bossen nationale grenzen overstijgen en dat
gezamenlijk Europees beleid van belang is. Tevens heb ik aangegeven dat de Nederlandse
bossenstrategie op 18 november naar uw Kamer is verstuurd en uitgelegd hoe deze strategie
bijdraagt aan de doelen van de Green Deal. Ik heb gedeeld dat ik de Nederlandse bossenstrategie
graag met de Commissie zou willen delen. Tevens heb ik aandacht gevraagd voor het
Amsterdam Declaration Partnership en het tegengaan van wereldwijde ontbossing in productieketens.
Daarbij heb ik aandacht gevraagd aan certificering van soja en palmolie en het voeren
van dialogen met landen die deze producten exporteren.
De Commissie geeft aan de Raadsconclusies te zien als waardevolle input voor de EU-bossenstrategie
en bredere EU-bosgerelateerde initiatieven. Conclusies zullen wat dat betreft zeker
in acht worden genomen, aldus Commissaris Wojciechoswki.
Ontwikkeling op de landbouwmarkten
De Commissie geeft een analyse van de stand van zaken op de landbouwmarkten en concludeert
dat de markt voor de meeste landbouwproducten stabiel is, hoewel het prijsniveau veelal
laag is. Niet alleen spelen coronamaatregelen een rol, maar ook dierziekten en onzekerheid
over gevolgen Brexit.
Enkele landen wijzen op mogelijk negatieve consequenties van een Mercosur-verdrag
voor de EU-landbouwmarkt en uiten twijfel over milieu en klimaatbeleid en het nakomen
van voedselveiligheid en gezondheidsverplichtingen in die regio. Andere lidstaten
wijzen echter ook op de kansen die het verdrag biedt. Ik heb aangegeven dat Nederland
nog geen standpunt heeft ingenomen, en dat Nederland de balans zal opmaken van de
voor- en nadelen van het akkoord als alle daartoe noodzakelijke stukken beschikbaar
zijn. Daarnaast heb ik aangegeven uit te kijken naar de update van de cumulatieve
impact assessment uit 2016 voor de landbouwsector van handelsakkoorden. De Europese
Commissie heeft in de Landbouw- en Visserijraad van 15 juli jl. aangegeven deze studie
te herhalen en deze in 2020 beschikbaar te hebben (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1195).
Veel lidstaten roepen op om nu tijdig GMO-instrumenten in te zetten om een crisis
te voorkomen, alsook voortzetting verruimd staatssteunkader. Specifiek wordt aandacht
gevraagd voor varkens- en pluimveevlees. Ik heb wederom specifiek aandacht gevraagd
voor de kalfsvleessector en kreeg daarbij steun van enkele lidstaten. Ik heb tegelijkertijd
gewezen op de verantwoordelijkheid van de sector om dierenwelzijn in deze sector een
stap verder te brengen. De Commissie concludeert dat op dit moment er geen dramatische
situatie is. Voor varkens- en pluimveevlees zal de situatie nauwlettend worden gevolgd.
Commissaris Wojciechowki stelt dat lidstaten in het kader van het opstellen van een
nationaal strategisch plan, aandacht moeten geven aan dierziekten zoals AVP, bijvoorbeeld
door naar een minder intensieve dierlijke productie te streven.
II. Pulsvisserij
Uw Kamer is eerder gemeld dat de voortgangsrapportage over de verordening technische
maatregelen, waar het pulsverbod onderdeel van is, eind dit jaar verwacht wordt (onder
andere Kamerstuk 32 201, nr. 112 en Kamerstuk 21 501-32, nr. 1236). Recentelijk is echter bekend geworden dat deze rapportage vertraging op loopt,
onder andere vanwege COVID-19. De verwachting is nu dat de voortgangsrapportage in
de tweede helft van 2020, voor het zomerreces, wordt gepubliceerd door de Europese
Commissie.
III. Raadbesluit mandaat Commissie onderhandelingen Noorwegen en Verenigd Koninkrijk
Op 4 november 2020 heeft uw Kamer gevraagd om de Nederlandse inzet bij het akkoord
tussen de EU, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Er ligt echter geen voorstel op
tafel voor een akkoord, maar voor het mandaat voor de Commissie, mochten dergelijke
onderhandelingen gestart worden. De inzet voor dit mandaat heb ik met uw Kamer gedeeld
in het Verslag van 29 oktober 2020. Als er meer bekend is over de trilaterale onderhandelingen
met Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk dan informeer ik uw Kamer uiteraard hierover.
Wel verwacht ik hier pas meer over te weten als er duidelijkheid is over te toekomstige
relatie met het Verenigd Koninkrijk.
IV. Advies governance toekomstig GLB-NSP
Bijgaand zend ik uw Kamer het advies «opgavegericht samenwerken» van het adviesbureau
AEF, over de toekomstige governance van het GLB-NSP, zoals aangekondigd in mijn brief
van 29 oktober jongstleden over de voortgang van de totstandkoming van het GLB Nationaal
Strategisch Plan. Het advies vormt voor zowel governance als over uitvoering (betaalorgaan)
een goede basis voor het maken van samenwerkingsafspraken met de bestuurlijke partners,
provincies en waterschappen. Die afspraken worden gemaakt in 2021. Het advies pleit
voor gezamenlijke sturing op het programma door de bestuurlijke partners en verdere
uniformering van de uitvoering.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit