Brief regering : Stand van zaken Nationaal Preventieakkoord
32 793 Preventief gezondheidsbeleid
Nr. 510
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2020
Met deze brief geef ik Uw Kamer een tussentijdse update over het Nationaal Preventieakkoord.
Deze brief volgt op mijn brief d.d. 22 juni 2020 bij de Voortgangsrapportage 2019
van het RIVM.
Met deze brief bied ik u ook de factsheet van het RIVM over de Monitor Gecombineerde
Leefstijlinterventie (GLI) aan1. Ook doe ik de toezegging af om een beleidsreactie op het onderzoek naar gezonde
schoollunches2 te geven.
Twee jaar geleden hebben we met meer dan 70 partijen in Nieuwspoort het Nationaal
Preventieakkoord ondertekend. Met dat akkoord hebben alle partijen zich gecommitteerd
om in 2040 overgewicht en problematisch alcoholgebruik flink terug te dringen en een
rookvrije generatie te verwezenlijken. Daartoe zijn voor de periode 2019 tot en met
2021 een groot en divers aantal acties en maatregelen tot uitvoering gebracht. De
gevolgen van COVID-19 zijn van invloed op de prioriteiten van veel partijen voor de
korte termijn. Desondanks zie ik ook dat door COVID-19 veel partijen juist extra gemotiveerd
zijn om de problematiek rond overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik aan
te pakken.
Op 11 november jl heeft een grote groep medici, wetenschappers en bestuurders van
gezondheidsorganisaties het kabinet erop gewezen dat gezondheid nu nog belangrijker
is en ertoe kan leiden dat een corona-infectie minder ernstig verloopt. Zoals ik met
mijn collega bewindspersonen van VWS in de stand van zakenbrief COVID-19 van 17 november
jl hebben aangegeven, omarmt het kabinet de oproep om gezond leven een nadrukkelijker
onderdeel te maken van onze aanpak en van de communicatie over COVID-19. In een volgende
COVID-19 brief zal ik de Kamer hier verder over informeren. Deze waarschuwing is immers
terecht. De komst van COVID-19 heeft duidelijk het belang van een gezonde leefstijl
extra benadrukt.
Onder de vlag van de publiekscampagne «Alleen samen» hebben we deze zomer leefstijladviezen
geformuleerd voor bewegen, voeding, roken en het gebruik van alcohol. We verspreiden
de adviezen onder andere via sociale media en in postervorm via de partners van het
Nationaal Preventieakkoord. De gezondheidsadviezen laten mensen zien hoe ze zelf invloed
kunnen uitoefenen op hun weerbaarheid tegen ziekmakers, zoals het coronavirus.
Om rokers te helpen stoppen is aansluitend op Stoptober eind oktober de campagne «PUUR
rookvrij» gestart. In november start de PR-activatie «eerlijk over alcohol», die bijdraagt
aan de kennis- en de bewustwording van het eigen alcoholgebruik. Begin december start
vervolgens de meerjarige gedragsnormeringscampagne «matig alcohol» die beoogt «niet
drinken» net zo gewoon te maken in een sociale setting als een drankje nu is. Daarnaast
werkt het Ministerie van VWS aan een communicatiestrategie om de bekendheid en het
gebruik van de Gezonde Leefstijlinterventie (GLI) te vergroten.
Het is duidelijk dat de gezondheid van mensen meer centraal moet komen te staan. De
focus ligt in onze systemen nu te veel op het genezen van ziekten of het geven van
zorg. De discussienota Toekomst voor de Zorg, die naar verwachting in december in
consultatie wordt gebracht, bevat hier diverse beleidsopties voor. Ik ben me ervan
bewust dat we met elkaar nog een lange weg te gaan hebben om de gestelde ambities
van het Preventieakkoord te realiseren. De afgelopen twee jaar is er met de inzet
van zoveel maatschappelijke organisaties een stevig fundament gebouwd en zijn belangrijke
veranderingen in gang gezet. Aan de thematafels is nog steeds brede steun voor het
gezamenlijk realiseren van de ambities voor 2040. De partijen van de thematafel Roken
hebben zelfs opgeroepen om de beweging naar een rookvrije generatie te verbreden en
te versnellen. Ik juich alle initiatieven toe die onze doelen sneller dichterbij brengen.
De aanpak van overgewicht, roken en problematisch alcoholgebruik vergt een lange adem.
Het RIVM heeft in 2018 bij de beoordeling van de effecten van het Nationaal Preventieakkoord
al geconstateerd dat er, ondanks het brede palet aan maatregelen uit het Nationaal
Preventieakkoord, meer nodig is om de gestelde ambities te bereiken. Dit betrof met
name de ambities op overgewicht en problematisch alcoholgebruik en voor roken in het
bijzonder de ambities voor jongeren en zwangere vrouwen. We moeten elkaar scherp blijven
houden op wat er nodig is om de doelen daadwerkelijk te realiseren. Maatschappelijke
partijen hebben zich hier aan gecommitteerd. Het RIVM blijft jaarlijks monitoren of
we op de goede weg zijn.
Zoals ik in mijn voortgangsbrief van juni jl. heb aangekondigd (Kamerstuk 32 793, nr. 484), is het RIVM nu bezig om op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten te
inventariseren welke maatregelen ingezet zouden kunnen worden om de gestelde ambities
uit het Nationaal Preventieakkoord te realiseren. Ik verwacht het rapport van het
RIVM in maart 2021 naar de Kamer te kunnen sturen. Waar nodig laat ik ondertussen
op thema’s onderzoeken doen naar effectieve instrumenten die overwogen kunnen worden
om onze doelen dichter bij te brengen, zoals bijvoorbeeld op het terrein van Minimum
Unit Pricing van alcohol.
De afgelopen twee jaar is er een stevige start gerealiseerd en zijn veranderingen
in gang gezet. De voorzitters en de partijen aan de thematafels hebben zich afgelopen
maand uitgesproken om door te gaan op de ingeslagen weg met het Nationaal Preventieakkoord.
Aan de thematafels op 3 november (roken), 11 november (problematisch alcoholgebruik)
en 13 november jl hebben partijen de behoefte geuit aan perspectiefrijke scenario’s
voor het behalen van de gezamenlijke ambities. Ook op lokaal niveau zijn steeds meer
gemeenten voortvarend aan de slag met een gezonde leefstijl. Dit stemt mij hoopvol
voor de toekomst. Hierna volgt een update op hoofdlijnen van de verschillende deelakkoorden.
Deelakkoord overgewicht
Overgewicht is onderdeel van het Nationaal Preventie Akkoord, omdat het een belangrijke
veroorzaker van ziekten is. Overgewicht en obesitas zijn verantwoordelijk voor ruim
10% van de incidentie van chronisch hartfalen, 15% van de gevallen van hart- en vaatziekten
en 40% van de gevallen van diabetes mellitus type II. Daar komen nu de inzichten bij
die volgen uit de COVID-19 crisis. Wetenschappers geven aan dat te veel vetweefsel
ertoe leidt dat het immuunsysteem verstoord wordt en minder goed reageert op ziekteverwekkers.
Onder andere hierdoor zorgen overgewicht en obesitas voor een sterk verhoogd risico
op een ernstiger beloop van een COVID-19 infectie. Hieronder wordt de ontwikkeling
op een aantal onderwerpen uitgelicht.
Gezonde voeding
Vanuit het Nationaal Preventieakkoord werken we aan het makkelijker maken van de gezonde
voedselkeuze in de dagelijkse omgeving van mensen. Een belangrijk voorbeeld van zo’n
omgeving is de supermarkt. De recente publicatie van de Superlijst3 toont aan dat er verschillende goede voorbeelden zijn, uiteenlopend van kassa’s waar
geen (onnodig) eten voor het grijpen ligt tot doelstellingen voor het aandeel Schijf
van Vijf producten in het assortiment. De algehele indruk is dat supermarkten nog
flinke stappen kunnen zetten om het makkelijk maken van de gezonde keuze structureel
in hun beleid te verankeren. Ik heb gesproken met een aantal supermarkten en met de
bij de Superlijst betrokken gezondheidsfondsen. Hoewel supermarken zich niet altijd
kunnen vinden in de constateringen van de Superlijst, biedt de lijst hen wel inzicht
in de huidige situatie en inspiratie voor vervolgstappen om de gezonde keuze makkelijker
te maken. Supermarkten gaan met de suggesties aan de slag. Aan de thematafel overgewicht
is gesproken over de constatering dat een aantal acties niet «SMART» geformuleerdis,
wat een oordeel over de voortgang lastig maakt. De komende weken wordt gekeken waar
aanscherping van de formulering mogelijk is. In de beantwoording van het VSO over
preventie en leefstijl4 heb ik aangegeven opvolging te geven aan het onderzoek naar een verbod op aanbiedingen
voor suikerhoudende dranken5. Ik organiseer een bijeenkomst met experts met als doel te verkennen welke maatregel
of combinatie van maatregelen op dit vlak het meest effectief lijkt.
Over de voortgang op het gebied van productverbetering en de invoering van voedselkeuzelogo
Nutri-Score heb ik u geïnformeerd met de brief van 13 november6.
JOGG-aanpak
Een gezonde jeugd is de basis voor een vitale samenleving nu en in de toekomst. Met
het Preventieakkoord heb ik daarom extra ingezet op het programma Jongeren op Gezond
Gewicht (JOGG). JOGG maakt de fysieke en sociale omgeving waarin de jeugd opgroeit
gezonder, samen met de diverse partners waar ze mee werken.
In de regio Zuid-Limburg bouwt JOGG in de 16 JOGG-gemeenten bijvoorbeeld samen met
bureau Trendbreuk, GGD Zuid-Limburg en de provincie Limburg aan het lokaal implementeren
van de JOGG-aanpak. Ook in de regio Twente wordt hard gewerkt aan het inlopen van
hardnekkige gezondheidsachterstanden. JOGG is in deze regio’s een belangrijke partner
om lokaal coalities te bouwen.
In het preventieakkoord is de ambitie opgenomen dat eind dit jaar 50% van alle gemeenten
een JOGG-gemeente is. Inmiddels doen 170 gemeenten mee met de JOGG beweging en daarmee
is het doel bijna behaald. Steeds vaker kwam het signaal dat de jaarlijkse deelnamekosten
gemeenten ervan weerhouden aan te sluiten bij het netwerk van JOGG. Besloten is om
deze kosten vanaf volgend jaar af te schaffen. Dit moet ertoe bijdragen dat nog meer
gemeenten aan de slag gaan om de fysieke en sociale omgeving van kinderen en jongeren
gezonder te maken.
In de gemeenten Katwijk, Alkmaar en Lelystad is JOGG een pilot gestart rond vo- en
mbo-scholen, om de eetomgeving rond de school positief te beïnvloeden. Hierbij worden
de relevante stakeholders als de school, voedselaanbieders, de gemeente en de leerlingen
betrokken.
Uiteindelijk wil JOGG alle JOGG-gemeenten kunnen aansporen tot en ondersteunen in
het positief beïnvloeden van de eetomgeving rond scholen. Ook het plaatsen van een
watertappunt in en rond de school draagt bij aan bewustwording omtrent het maken van
gezonde voedingskeuzes. De tweede ronde van de subsidieregeling watertappunten is
succesvol afgerond en maar liefst 687 scholen hebben hun belangstelling in een tappunt
kenbaar gemaakt. In totaal gaat het hierbij om 808 nieuwe tappunten Dit komt bovenop
de 251 watertappunten die in de voorgaande ronde zijn gerealiseerd.
Ondanks COVID-19, en het sluiten van kantines van sportclubs, hebben dit jaar 87 sportverenigingen
en accommodaties een Team:Fit certificaat behaald. Hiermee zetten zij zich in voor
een gezondere sportomgeving. Ook hebben de eerste fitness organisaties zich via NL-actief
aangemeld bij Team:Fit van JOGG en hebben de eerste trainingscomplexen van Betaald
Voetbal Organisaties een certificaat gehaald.
Gezonde school
De belangstelling voor het werken aan een gezonde leefstijl in het onderwijs is sterk
toegenomen. Steeds meer scholen werken volgens de Gezonde School-aanpak. De Gezonde
School-aanpak focust op veranderingen bij de leerling en werkt volgens de «whole school
approach». Naast gezonde leefstijl heeft het brede aspect van welbevinden hierbij
een centrale plaats in de aanpak. In de nieuwe programmaperiode zal extra aandacht
geschonken worden aan de rol en de gezonde leefstijl van onderwijzend en ondersteunend
personeel. Hierbij wordt de schoolomgeving, het schoolbeleid en het bredere curriculum
meegenomen. Tevens worden de scholen geholpen om nog beter een aansluiting te maken
met andere initiatieven rondom de school, denk daarbij aan gemeentelijk beleid, de
inrichting van de fysieke omgeving, lokale leefstijl bevorderende initiatieven, JOGG,
Gezonde Kinderopvang en de buurtsportcoaches.
Eind 2020 is het zo dat 17% van de po, vo en mbo scholen werkt met de aanpak van Gezonde
School, dat zijn 1650 scholen. Doel is dat eind 2024 in totaal minimaal een derde
van alle scholen in Nederland met de aanpak werkt. Uiteraard betekent dit niet dat
de inspanningen beperkt blijven tot minimaal een derde van alle scholen. De inzet
blijft erop gericht dat alle scholen in het primair-, voortgezet-, speciaal-, en middelbaar
beroepsonderwijs weten van het bestaan van het programma Gezonde School en de Gezonde
School-aanpak.
Rapport Gezonder op de basisschool
Begin november heb ik u het rapport Gezonder op de basisschool: schoollunches en meer
bewegen toegestuurd7. Het is een verkenning naar draagvlak, haalbaarheid, betaalbaarheid en impact van
de invoering van een gezonde lunch op alle of een deel van de basisscholen in Nederland.
Het RIVM heeft hiervoor samengewerkt met de Gezonde Basisschool van de Toekomst (GBT)
en het project «Gezonde Schoollunch».
Uit onderzoek blijkt dat er een positief effect te zien is op de Body Mass Index (BMI)
en de buikomtrek van kinderen op de scholen met extra beweegaanbod (beweegschool)
en op scholen met gezonde schoollunches in combinatie met extra beweegaanbod (Voeding-
en beweegschool). Het BMI of buikomvang is niet gemeten bij het project dat alleen
heeft gekeken naar een gezonde basisschoollunch.
Als ieder kind gedurende de hele basisschoolperiode naar een voeding- en beweegschool
gaat, wordt het percentage matig overgewicht onder vier tot achttienjarigen in 2040
naar schatting teruggebracht van 13,5% naar 10,3% (beweegschool) en 10,1% (voeding-
en beweegschool) en het percentage obesitas van 2,8% naar 2,3% (beide type scholen).
Deze percentages komen dicht bij de ambities uit het preventieakkoord en voor jeugdigen
met obesitas wordt de ambitie dan zelfs gehaald. Daarnaast geven leerkrachten van
de voeding- en beweegscholen aan dat er ook aanzienlijk minder conflicten zijn sinds
de start van het programma, en dat ze minder vaak hoeven te interveniëren bij pestgedrag.
In de toekomst kan de daling eraan bijdragen dat minder volwassenen overgewicht, obesitas
en diabetes hebben. Dan moeten de kinderen het veranderde gedrag wel blijven volhouden
als ze volwassen zijn. Dit bevestigt het belang van de ingezette lijn van het Preventieakkoord.
De kosten voor landelijke implementatie zijn € 555 miljoen per jaar voor de gezonde
schoollunch, € 486 miljoen per jaar voor het beweegaanbod of € 1 miljard per jaar
voor beide. Een alternatief voor landelijke implementatie zou kunnen zijn dat het
programma alleen op lage SES-scholen wordt aangeboden. De ingeschatte kosten zijn
dan respectievelijk € 21, € 18 of € 39 miljoen per jaar.
Voor VWS is het programma Gezonde School het primaire kanaal als het om onderwijs
gaat. Een gezonde schoollunch en meer tijd en aandacht voor bewegen zouden een aanvulling
daarop kunnen zijn. Ik ga met OCW en betrokken partijen verkennen op welke wijze een
bredere implementatie van deze aanpak te realiseren is. Uiteraard is het vinden van
financiële dekking een belangrijke voorwaarde voor implementatie.
Gezond voedingsaanbod in ziekenhuizen
Op dit moment zijn 41 ziekenhuizen en 5 revalidatie instellingen actief met het programma
«Goede Zorg Proef Je» van de Alliantie Voeding in de Zorg. Deze inzet volgt uit de
afspraak uit het Nationaal Preventieakkoord dat in 2030 de voeding voor patiënten,
werknemers en bezoekers in alle ziekenhuizen gezond is. Vanuit het programma wordt
een toolkit gepubliceerd om ziekenhuizen en zorginstellingen te ondersteunen bij het
werken aan een gezonder voedingsaanbod.
Leefstijl en Zorg
Er is steeds meer aandacht voor leefstijl, ook in de zorg. Het structureel inbedden
van voedingszorg in zorgpaden staat nog in de kinderschoenen. Hier is veel kennis
voor nodig. De Alliantie Voeding in de Zorg heeft in 2020 twee onderzoeken opgezet
naar de bijdrage van advies op maat bij verschillende aandoeningen aan een verbetering
van het voedingspatroon en de effecten op het ziektebeloop en de kwaliteit van leven.
De ervaring met de inzet van preventie in het ziekenhuis en de gehele zorgketen wordt
gedeeld, onder andere via de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en met de betreffende
beroepsgroepen.
Kennis over voeding en bewegen wordt bijvoorbeeld ook ingezet bij de nazorg aan COVID-19
patiënten in de CoFit poli van ziekenhuis Gelderse Vallei.
Ketenaanpak overgewicht en obesitas
Naast een ongezonde leefstijl spelen ook andere aspecten een rol bij het ontstaan
van overgewicht. Dat kunnen factoren zijn op het sociale vlak, zoals stress, armoede,
schulden of eenzaamheid. Soms spelen medische of biologische factoren een rol, zoals
medicijngebruik met een gewicht verhogende bijwerking.
Met de Ketenaanpak Overgewicht en Obesitas Volwassenen wordt een model ontwikkeld
waarbij de onderliggende oorzaken en bijdragende factoren van (ernstig) overgewicht
worden meegenomen in de aanpak zodat mensen effectiever en op maat begeleid kunnen
worden naar een gezonder gewicht. In Rotterdam zijn vier proeftuinen opgezet voor
toepassing van deze ketenaanpak, als eerste vertaalslag naar een landelijk model.
Daarnaast zijn er gesprekken met andere gemeenten over mogelijke proeftuinen. De input
van de deelnemende gemeenten wordt meegenomen in de ontwikkeling van het landelijke
model.
In 2008 is de multidisciplinaire richtlijn «Diagnostiek en behandeling van obesitas
bij volwassenen en kinderen» gepubliceerd. Er wordt momenteel hard gewerkt aan de
herziening van deze richtlijn. Het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) werkt
hiervoor samen met de beroepsgroepen en het Kennisinstituut van de Federatie Medisch
Specialisten. Daarnaast wordt bij de herziening aansluiting gezocht tussen de Ketenaanpak
voor volwassenen en de Ketenaanpak voor kinderen. De ketenaanpak voor kinderen wordt
momenteel uitgerold in 32 gemeenten onder de naam Kind naar Gezonder Gewicht. Uit
het animo voor deze aanpak blijkt dat het besef groeit dat passende ondersteuning
en zorg voor deze kinderen nodig is en dat een brede blik -waarbij verder wordt gekeken
dan leefstijl- daarbij essentieel is. Eind 2022 zal de richtlijn klaar zijn.
Zorgopleidingen
De Alliantie Voeding in de Zorg werkt met het Partnerschap Overgewicht Nederland en
de Hogeschool Utrecht aan het project «Overgewicht & Leefstijl in Zorgopleidingen».
Hiertoe krijgen de thema’s voeding, bewegen, ontspanning, achterliggende problematiek
bij obesitas en samenwerking in de keten een plek in de curricula van minimaal vier
geneeskundeopleidingen en 20% van de verpleegkundeopleidingen (MBO en HBO) in 2021.
Met een breed netwerk van opleiders, inhoudsdeskundigen en beroepsgroepen zijn wensen
en huidige lesmaterialen m.b.t. de curricula geïnventariseerd. Binnen de werkgroep
«Voeding in de geneeskundeopleidingen», waarin alle faculteiten betrokken zijn, wordt
kennis gedeeld om implementatie van het Raamplan 2020 te realiseren. De Alliantie
gaat instellingen ondersteunen met kennis, advies, netwerk en een kleine financiële
bijdrage voor extra uren of materiaalontwikkelingskosten Er zijn 15 instellingen die
interesse hebben voor deze onderwijspilot.
Factsheet GLI bij overgewicht
Het RIVM monitort de effectiviteit en de ontwikkelingen rondom de GLI voor mensen
met overgewicht in opdracht van VWS. Het RIVM heeft twee keer eerder een factsheet
uitgebracht met een stand van zaken. In juli heb ik uw Kamer hierover geïnformeerd8. Hierbij bied ik u als bijlage bij deze brief, de nieuwste factsheet aan. Deze wordt
ook gepubliceerd op de website van het RIVM. De nieuwe cijfers laten het volgende
beeld zien:
– Van 1 januari 2019 tot en met 31 augustus 2020 zijn voor 8.646 unieke deelnemers declaraties
ingediend. Dat is een geringe toename ten opzichte van eerdere cijfers (30 april 2020:
7.072 deelnemers). Het RIVM geeft aan dat het aannemelijk is dat de COVID-19 pandemie
de ontwikkeling van de GLI heeft geremd. In de maanden april en mei zijn er nauwelijks
nieuwe verzekerden gestart met de GLI, in juni waren het er al weer iets meer.
– De gedeclareerde kosten zijn tot nu toe € 2,2 miljoen (30 april 2020: € 1.6 miljoen).
– Meer dan twee keer zo veel vrouwen als mannen zijn gestart met de GLI.
– Meer dan de helft van de deelnemers heeft 1 of meerdere chronische aandoeningen.
– Een groot deel van de deelnemers komt uit Gelderland (1.798).
Uit een update van het GLI-aanbod van het RIVM blijkt dat op peildatum 30 september
2020, er 1.451 praktijken zijn waar de GLI kan worden aangeboden (juni 2020: 1268).
In totaal gaat het om 946 unieke zorgverleners met een AGB-registratie (juni 2020:
805). Om de vindbaarheid van GLI-aanbieders voor verwijzers en patiënten te verbeteren
heeft het RIVM deze informatie in opdracht van VWS opgenomen in een digitale kaart
en tabel9. De digitale kaart bevat inmiddels ook informatie over welk GLI-programma door welke
GLI-aanbieder wordt aangeboden en welke GLI-aanbieder door welke verzekeraar is gecontracteerd.
Deze informatie is nog in ontwikkeling.
De implementatie van de GLI is volop aan de gang. Samen met alle betrokken veldpartijen
werk ik aan het oplossen van knelpunten in de verdere implementatie van de GLI, om
het aantal deelnemers verder te vergroten. Denk aan het oplossen van problemen met
contracteren, declareren, accreditatie-eisen, de hoogte van het tarief, het beschikbare
GLI-aanbod en onbekendheid bij patiënten en huisartsen. Zo werkt VWS samen met de
veldpartijen aan een communicatiestrategie voor de GLI, met het uiteindelijke doel
dat meer mensen er gebruik van maken. Ook de gevolgen van de Covid-19 pandemie nemen
we hierin mee in het implementatietraject. Tevens is VWS met veldpartijen aan het
verkennen welke rol POH’ers bij de GLI kunnen gaan spelen.
Deelakkoord roken
In het Nationaal Preventieakkoord heeft het kabinet met meer dan 70 maatschappelijke
partijen het doel gesteld een rookvrije generatie in 2040 te realiseren: in 2040 roken
jongeren en zwangere vrouwen niet meer en 5% of minder van de inwoners van Nederland
van 18 jaar en ouder rookt. Hieronder informeer ik u over de voortgang op afspraken
die in het kader van het Nationaal Preventieakkoord zijn gemaakt om deze ambities
te realiseren. Ik licht een aantal afspraken eruit. Het onderstaande geeft derhalve
geen volledig beeld.
Stoppen-met-rokencampagnes
Op 29 oktober is de overheidscampagne PUUR rookvrij van start gegaan. PUUR rookvrij
is voor het eerst sinds 2011 weer een grote, landelijke campagne om te stoppen met
roken. Het Trimbos-instituut heeft een overzicht gemaakt van verschillende wetenschappelijke
onderzoeken naar de effecten van dit soort massamediacampagnes in binnen- en buitenland
op het stoppen met roken. Daaruit blijkt dat succesvolle campagnes een belangrijke
pijler kunnen vormen voor het tabaksontmoedigingsbeleid. De campagne PUUR rookvrij
wil rokers aanzetten tot een serieuze stoppoging, net zo lang tot ze definitief gestopt
zijn. De campagne focust op de positieve kanten van stoppen met roken en laat rokers
nadenken over hun leven als niet-roker. De bijbehorende website www.puurrookvrij.nl helpt rokers met het plannen van een stopdatum en laat zien wat er met hun lichaam
gebeurt. De website laat ervaringsverhalen zien, geeft tips voor als het moeilijk
wordt en wijst op mogelijkheden voor begeleiding en informeert over hulpmiddelen als
nicotinevervangers of medicijnen. PUUR rookvrij sloot aan op de landelijke campagne
«Stoptober, 28 dagen niet roken» die eind september van start ging en doorliep tot
en met 31 oktober. Stoptober is een bewezen effectieve manier en laagdrempelige manier
om te stoppen met roken. Ondanks dat fysieke bijeenkomsten niet mogelijk waren en
het Stoptoberhuis dit jaar niet door kon gaan was het aantal deelnemers ongeveer net
zo hoog als voorgaande jaren. Zoals in het preventieakkoord is afgesproken zullen
beide campagnes de komende jaren worden voortgezet.
Rookvrije omgeving
De wettelijke verplichting om terreinen van onderwijsinstellingen rookvrij te maken
is op 1 augustus van dit jaar in werking getreden. De NVWA zal dit verbod per 1 januari
2021 handhaven. Veel onderwijsinstellingen was het al gelukt om vóór 1 augustus het
terrein rookvrij te krijgen. In september is een campagne van start gegaan voor die
onderwijsinstellingen waar dit nog niet gelukt is. Onderwijsinstellingen kunnen op
www.rookvrijschoolterrein.nl terecht voor materialen en stappenplannen die helpen bij het rookvrij maken van de
terreinen. Daarnaast worden terreinen van kinderdagverblijven in toenemende mate rookvrij,
hoewel deze terreinen niet onder de wettelijke maatregel vallen. Burgerparticipatie
helpt daarbij, bijvoorbeeld doordat ouders peukenoverlast aan de orde stellen. Het
draagvlak voor rookvrij beleid is aanmerkelijk toegenomen bij gemeenten en bij steeds
meer gemeenten staat het thema op de agenda. Via de GGD GHOR bieden inmiddels 22 van
de 25 GGD-en ondersteuning aan gemeenten. Het blijkt dat de samenwerking tussen de
partijen om de rookvrije omgeving te versterken goed verloopt en dat iedereen de verantwoordelijkheid
neemt voor de eigen sector.
Partijen geven aan dat de maatregelen die zijn genomen om COVID-19 te bestrijden grote
impact hebben gehad op de voortgang van de doelstellingen met betrekking tot de rookvrije
kindomgevingen. Kinderboerderijen, speeltuinen en sportverenigingen sloten de deuren
en werden gedwongen na te denken over het herinrichten van de terreinen. Desondanks
zijn de betrokken veldpartijen volop gemotiveerd om alsnog de nodige stappen te zetten
richting een rookvrije omgeving voor kinderen.
Rookvrije zorg
Naast de inzet op het vergroten van het aantal rookvrije instellingen onder de leden
van de bij het Nationaal Preventieakkoord aangesloten zorgkoepels staat de tweede
helft van 2020 in het teken van het aanhaken van nieuwe zorgkoepels. In het Nationaal
Preventieakkoord is immers de ambitie uitgesproken dat de gehele zorg rookvrij is
in 2030. Om dit te bereiken zijn meer partijen nodig die hun achterban en organisatie
rookvrij maken. Op 18 november 2020 hebben 27 partijen10 waaronder Actiz, Jeugdzorg Nederland en VGN en een groot aantal beroepsorganisaties
zich gecommitteerd aan het realiseren van een rookvrije werk- en behandelcultuur.
De leden uit de werkgroep Rookvrije Zorg zullen vanuit hun ervaring deze partijen
ondersteunen bij vraagstukken uit de praktijk.
Rookvrije organisatie
De Gezondheidsfondsen voor Rookvrij hebben een toolkit beschikbaar gesteld met tips
en tricks voor de handhaving van rookvrij beleid. De toolkit voor bedrijfsartsen is
ontwikkeld en op de website van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde
bedrijfsartsen (NVAB) beschikbaar gesteld. Verder zal de rijksoverheid binnen nu en
juli 2021 alle inpandige rookruimtes sluiten waarbij ook aandacht is voor het volledig
rookvrij maken van terreinen.
Stoppen met roken
De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met het Zorginstituut Nederland en andere partners
een informatiekaart opgesteld om meer inzicht te geven in de aanspraak en bekostiging
van stoppen-met-rokenzorg en een aantal misvattingen hieromtrent weg te nemen. Verder
hebben Verslavingszorg Noord Nederland en Menzis onlangs bekend gemaakt dat zij voornemens
zijn een pilot te starten voor het ambulant en klinisch behandelen van een tabaksverslaving
in de verslavingszorg, in lijn met de motie van het lid Sazias c.s. van september
2019.11 Ten slotte buigt de werkgroep SMR zich over indicatoren op basis waarvan rokers de
voor hen juiste stoppen-met-rokenzorg geboden kan worden.
Wetgeving
In 2020 is de volgende wetgeving in werking getreden:
– Europese regels voor tracering en veiligheidskenmerken in januari12
– accijnsverhoging in april13
– mentholverbod voor sigaretten en shag in mei (volgt uit Europese tabaksproductenrichtlijn)
– uitstalverbod in supermarkten in juli14
– uitbreiding rookverbod in juli15
– rookvrije schoolterreinen in augustus16
– neutrale verpakkingen sigaretten en shag in oktober17
– ratificatie van het Protocol tot uitbanning van illegale handel in tabaksproducten
bij het WHO kaderverdrag inzake tabaksontmoediging in oktober18.
Het wetsvoorstel om het reclameverbod aan te scherpen heeft uw Kamer in behandeling
en ik heb u onlangs de nota naar aanleiding van een nader verslag gestuurd. Het ontwerpbesluit
om rookruimtes te sluiten is aan de Raad van State aangeboden voor de advies. De rookruimtes
in de (semi-)publieke en openbare gebouwen worden op 1 juli 2021 gesloten en voor
het bedrijfsleven, anders dan de horeca waar de rookruimtes al gesloten zijn, gaat
de maatregel in op 1 januari 2022. In mijn vorige brief over de voortgang van het
Nationaal Preventieakkoord heb ik aangegeven dat alle smaakjes van e-sigaretten behalve
tabakssmaken worden verboden. Het ontwerpbesluit waarmee de smaken van e-sigaretten
worden gereguleerd is in voorbereiding en ik verwacht het besluit begin 2021 aan uw
Kamer te kunnen aanbieden. Ook het ontwerpbesluit waarmee neutrale verpakkingen van
sigaren en elektronische dampwaar wordt geregeld en het wetsvoorstel neutrale sigaret
en elektronisch verhittingsapparaat zijn in voorbereiding. Tevens zal wetgeving worden
voorbereid om het aantal verkooppunten van tabaksproducten en aanverwante producten
terug te brengen volgens de lijn die is uiteengezet in mijn brief van 20 november
2020 over het beperken van verkooppunten.19
Deelakkoord Problematisch alcoholgebruik
Met het deelakkoord problematisch alcoholgebruik is het doel dat in 2040 minderjarigen
en zwangere vrouwen niet meer drinken, zwaar en overmatig drinken wordt teruggebracht
en dat de bewustwording ten aanzien van alcoholgebruik toeneemt. Het is teleurstellend
dat het drinkgedrag onder scholieren de afgelopen jaren niet- of nauwelijks is gedaald:
45% van de scholieren tussen de 12 en 16 heeft ooit alcohol gebruikt en in het MBO
en HBO liggen deze percentages voor 16 en 17-jarigen nog hoger (zie verderop in de
brief). Ook het binge drinken (5 of meer glazen per gelegenheid) neemt niet af, en
dat geldt ook voor het aantal jongeren dat met een alcoholvergiftiging bij een spoedeisende
hulp komt. Deze cijfers laten zien dat we nog heel ver weg zijn van 0% alcoholgebruik
door 18-minners en dat we op zoek moeten naar meer effectieve instrumenten om onze
jeugd beter te beschermen. Hieronder volgt een update op de belangrijkste ontwikkelingen
op terrein van wetgeving, minimum unit pricing, vroegsignalering en bewustwording
van problematisch alcoholgebruik. Op het terrein van alcoholmarketing heb ik uw Kamer
13 november jl20 een tweetal onderzoeken aangeboden en een beleidsreactie gegeven. Hierna volgt een
update van een aantal belangrijke onderwerpen uit het akkoord.
Behandeling Alcoholwet
Op 16 november is de Alcoholwet (Kamerstuk 35 337) door Uw Kamer besproken. Met deze wet is wederverstrekking strafbaar gesteld, worden
eisen gesteld aan de online verkoop van alcoholhoudende dranken en worden prijsacties
in de retail van meer dan 25% verboden. De Tweede Kamer stemt één deze dagen over
de wet. Het concept Alcoholbesluit verwacht ik begin volgend jaar aan uw Kamer aan
te bieden. De onderzoeken naar de effecten van prijsacties en verkoop op afstand bied
ik het eerste kwartaal van 2021 aan uw Kamer aan.
Minimum Unit Pricing
De eerste resultaten van het onderzoek van het RIVM naar de effecten van minimum unit
pricing (MUP) in het buitenland laten zien dat het alcoholgebruik van overmatige,
zware en problematische drinkers door MUP afneemt. Deze publicatie heb ik u toegestuurd
met mijn brief van 11 mei 202021. In aanvulling hierop heeft het RIVM een stakeholdersanalyse uitgevoerd en een doorberekening
van scenario’s voor de Nederlandse situatie. Het rapport met de uitkomsten van deze
onderzoeksvragen verwacht ik u in het eerste kwartaal van 2021 aan te bieden.
Verkooppunten
In het Nationaal Preventieakkoord is ook afgesproken om onderzoek te doen naar de
ontwikkeling van het aantal verkooppunten van alcohol. Op basis van het CBS-onderzoek
naar het aantal fysieke en online verkooppunten van alcoholhoudende dranken (peildatum
oktober 2019) wordt vervolgonderzoek gedaan naar het aantal alcoholverkooppunten,
waaronder ook de para-commerciële en onofficiële verkooppunten (blurring) alsmede
de mogelijke beleidsopties om het aantal verkooppunten te verminderen. De resultaten
bied ik eveneens het eerste kwartaal van 2021 aan uw Kamer aan.
Reclamecode voor Alcoholvrij en Alcoholarm Bier
Op 15 oktober 2020 is de Reclamecode voor Alcoholvrij en Alcoholarm Bier (RvAAB)22 van de Nederlandse brouwers in werking getreden. De code die bepaalt hoe op verantwoorde
wijze reclame moet worden gemaakt voor alcoholvrij en alcoholarm bier, is van toepassing
op alle bedrijven die in Nederland reclame maken voor alcoholvrij en -arm bier.
Naar aanleiding van de kennishiaten over het effect van 0.0% marketing laat ik nader
onderzoek uitvoeren door het RIVM, waarvan ik de resultaten eind april 2021 verwacht.
Ik roep de Nederlandse Brouwers op om deze onderzoeksresultaten straks te verwerken
in de code. De evaluatie van de reclamecode voor alcoholhoudende dranken, die door
ZonMw wordt uitgevoerd in opdracht van Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (STIVA)
en het Ministerie van VWS, wordt in het eerste kwartaal van 2021 aan uw Kamer aangeboden.
Hectoliterbonus
Ik ben in gesprek met de Nederlandse Brouwers over het afschaffen van de zogenaamde
hectoliterbonus. Dit is een staffelkorting die brouwers geven aan klanten. Vorig jaar
berichtten enkele media dat deze korting bij studentenverenigingen kan oplopen tot
75% en dat studentenverenigingen speciale «hectoliterbonus-feesten» organiseren, waar
bierprijzen (nog) lager liggen, om in de voordeligste staffel terecht te komen. Hoewel
deze maatregel geen expliciet onderdeel is van het Nationaal Preventieakkoord zie
ik het als een belangrijk onderdeel van een aaneenschakeling van acties om een cultuurverandering
onder studenten te bereiken. De Nederlandse Brouwers verwachten dat het afschaffen
van de hectoliterbonus niet effectief zal zijn om deze cultuurverandering te realiseren
en geven aan het onwenselijk te vinden om over commerciële onderwerpen, zoals contracten,
afspraken te maken. De Autoriteit Consument en Markt heeft mij desgevraagd laten weten
dat brouwers afspraken mogen maken over het type korting dat gegeven wordt (zoals
staffelkortingen of vaste kortingspercentages) zonder terecht te komen in mededingingsvraagstukken.
Ik ga met de Nederlandse Brouwers en de Landelijke Kamer van Verenigingen, verder
in gesprek en hen vragen om af te zien van de hectoliterbonus en te onderzoeken of
gezamenlijk binnen de bestaande kaders een afspraak gemaakt kan worden. Ik zal uw
Kamer op de hoogte houden van de uitkomsten.
School- en studieomgeving
De Vereniging Hogescholen (VH) en de Vereniging Nederlandse Universiteiten (VSNU)
zullen vanwege de coronacrisis in februari 2021 een nieuwe planning opstellen voor
de verspreiding van resultaten van de Verkenning en het delen van good practices tussen
hoger onderwijsinstellingen. Het bewaken van de kwaliteit van onderwijs, het niet
kwijtraken van studenten en het laten landen van nieuwe eerstejaars heeft op dit moment
prioriteit.
Gezonde sportomgeving
Het rapport van Tabula Rasa toont aan dat alcoholgebruik voor een groot deel gewoontegedrag
is en dat hoe hoger de beschikbaarheid, hoe hoger en excessiever het alcoholgebruik.
Met dit rapport in de hand gaan Team:Fit coaches verenigingen ondersteunen bij het
maken van alcoholbeleid, wordt de zichtbaarheid van het alcoholbeleid gestimuleerd
door aansluiting bij NIX18 en wordt in de negen modelkantines een nieuwe norm gecreëerd:
«In deze sportkantine schenken we standaard 0.0% bier met alcohol op aanvraag.»
De IJslandse preventieaanpak
In oktober sprak ik de burgemeester van Reykjavik en de zes Nederlandse wethouders
van de pilotgemeenten over de IJslandse preventieaanpak op roken, alcohol- en drugsgebruik
door jongeren. De aanpak zelf, die gebaseerd is op een community based benadering23, spreekt me zeer aan. De pilotgemeenten hebben dit jaar data verzameld en gedeeld,
preventieve interventies bepaald en werken aan de implementatie van gekozen interventies.
De eindrapportage verwacht ik in juni 2022.
Bewustwording
Vier trajecten zijn onlangs gestart of gaan starten om de bewustwording van alcoholgebruik
te vergroten. Op 2 november is de social mediacampagne «Zien drinken, doet drinken»
op initiatief van de Alliantie Alcoholbeleid Nederland gestart. Het doel van de campagne
is om ouders en andere volwassenen bewust te maken van de invloed die zij met hun
drinkgedrag hebben op de beeldvorming over alcohol en het latere drinkgedrag van kinderen.
Net als vorig jaar heeft VWS in november de Kennistest over Alcohol24 georganiseerd om kennis over alcoholrisico’s te toetsen en de bewustwording daarvan
te vergroten. In aanvulling op de Kennistest Alcohol heeft Koos van Plateringen in
samenwerking met VWS een serie podcasts uitgezonden met het thema «Eerlijk over alcohol».
Naast deze PR-activiteiten is er een bredere kennismonitor Alcohol uitgevoerd door
het Trimbos-instituut naar wat Nederlanders weten over de persoonlijke en maatschappelijke
schade door alcoholgebruik. Uit deze monitor blijkt dat veel van de gevolgen voor
de gezondheid (kanker, dementie, verminderde vruchtbaarheid bij mannen) vrij onbekend
zijn. Maatschappelijke gevolgen (vroegtijdig overlijden van jongeren, kosten voor
de samenleving) zijn veelal groter dan deelnemers hadden vermoed. Vooral overmatige
en zware drinkers onderschatten de risico’s.
Daarnaast start VWS in de tweede week van december een sociale normcampagne om (een
keer of een tijdje) niet drinken meer sociaal geaccepteerd te maken. In deze campagne
wordt doorverwezen naar de activiteiten van vroegsignalering en aansluiting gezocht
bij andere campagnes.
De IkPas campagne (geïnitieerd door de stichting Positieve Leefstijl) wordt komende
jaren geïntensiveerd en vanaf 1 januari 2021 start de jaarlijkse editie Dry January.
Vroegsignalering
Op basis van de in april 2020 opgeleverde knelpuntenanalyse in de vroegsignalering25 is de afgelopen periode een aantal concrete producten opgeleverd. Zo heeft de werkgroep
tweede lijn de handreiking vroegsignalering alcohol voor zorgprofessionals in ziekenhuizen
in Nederland26 gepubliceerd. Daarnaast heeft Verslavingskunde Nederland (VKN) afgelopen periode
een inventarisatie gemaakt van evidence based interventies voor «naasten» van problematisch
drinkers27 gericht op het signaleren en motiveren bij problematisch alcoholgebruik. Met oog
op de landelijke implementatie worden zorgprofessionals van verslavingszorginstellingen
getraind en komen er materialen om de interventie regionaal uit te voeren. Daarnaast
is het huidige e-health aanbod rond alcoholgebruik in kaart gebracht en opgeleverd28. Op basis hiervan wordt toegewerkt naar één landelijke e-health keten voor iedereen
met een (zorg)vraag gerelateerd aan alcoholgebruik.
De gratis online interventie alcoholvrij zwanger voor zwangere vrouwen is doorontwikkeld
en klaar voor gebruik. Ook is een e-learning Alcoholvrije start ontwikkeld voor verloskundigen,
over de risico’s van alcoholgebruik voor, tijdens en na de zwangerschap en communicatie
over de nulnorm. Daarnaast wordt in samenwerking met de KNOV gewerkt aan de ontwikkeling
van nieuwe materialen (zoals folders, filmpjes) om alcoholgebruik verder bespreekbaar
te maken.
NIX 18
De twee geplande campagnemomenten (één voor de sportsector en NIXzonderID) zijn in
verband met de Corona maatregelen uitgesteld. De sportkantines en horeca zijn tijdelijk
gesloten (geweest).
In het Nationaal Preventieakkoord hebben alcoholproducenten afgesproken om deel te
nemen aan NIX 18 om zo het bereik van NIX 18 te vergroten. De Nederlandse Brouwers
en STIVA hebben mij onlangs echter laten weten dat zij niet zullen aansluiten bij
de NIX18 campagne aangezien ze moeite hebben met de huidige koppeling van NIX18 aan
roken. Ik betreur deze keuze van de producenten. De alcoholproducenten blijven «geen
18, geen alcohol» gebruiken.
Handhaving en naleving
De e-learning DHW29 voor de verschillende branches (horeca, slijters, sportverenigingen en studentenverengingen)
is inmiddels door meer dan 18.900 deelnemers uit genoemde vier branches met een certificaat
afgerond. Met name bij de sport- en studentenverengingen is de e-learning goed afgenomen.
De implementatie van de Handreiking toezicht Drank- en Horecawet (DHW) voor gemeenten
via 10 pilotgemeenten wordt momenteel voorbereid. Na evaluatie worden in 2021 relevante
ervaringen, goede voorbeelden en voorbeelddocumenten gedeeld via www.handreikingdhw.nl.
Met de pilot van het CBL in de G4 wordt gewerkt aan een format voor kwaliteitsbeleid
voor (keten) supermarkten om de naleving en handhaving te verbeteren. Dit zal gemeenten
helpen bij de inzet van risicogericht toezicht. De pilot loopt door de gevolgen van
COVID-19 enigszins uit. De afronding van de pilot en oplevering van de implementatieplannen
voor andere gemeenten worden in het eerste kwartaal van 2022 verwacht. De pilot van
KHN gericht op versterking van naleving door verstrekkers op leeftijdscontrole (NIX18)
is vertraagd maar wordt opgepakt op het moment dat er zicht is op normale horeca-exploitatie.
In het eerste kwartaal van 2021 verwacht ik het onderzoek naar de naleving van de
leeftijdsgrens van alcohol en tabak.
Voortgang acties uit de Agenda voor de toekomst
In de inleiding van het Nationaal Preventieakkoord is de Agenda voor de toekomst opgenomen.
Hierin staan acties die raken aan de ambities uit het akkoord maar breder zijn dan
de drie thema’s uit de deelakkoorden. De onderwerpen worden door het Ministerie van
VWS, door andere partijen of in samenwerking uitgevoerd. Hierna is een aantal acties
uitgelicht waarbij het Ministerie van VWS een (gedeelde) trekkersrol heeft en sprake
is van recente ontwikkelingen.
Lokale preventieakkoorden
Vanwege de maatregelen om COVID-19 te bestrijden heeft de ontwikkeling van lokale
en regionale preventieakkoorden in een aantal gemeenten weliswaar een vertraging opgelopen,
maar is preventie en een gezonde leefstijl bij veel gemeenten hoger op de agenda gekomen.
Tot op heden hebben ruim 58 gemeenten een lokaal of regionaal preventieakkoord ondertekend,
zijn 74 gemeenten aan de slag met de voorbereiding en 67 zich aan het oriënteren.
Deze cijfers laten zien dat 199 gemeenten (ruim de helft van alle gemeenten in Nederland)
inmiddels een concrete vertaling hebben gemaakt of aan het maken zijn van de ambities
uit het landelijke preventieakkoord op lokaal niveau.
Ik ben trots te zien dat zoveel gemeenten zich actief inzetten op preventie en de
ambities uit het Nationaal Preventieakkoord. Via online uitwisselingsbijeenkomsten
ga ik met de gemeenten en partners in gesprek over hun inzet. De gemeenten benutten
dat wat er al is, versterken de bestaande netwerken, vullen deze waar gewenst aan
met nieuwe partners en geven op passende wijze invulling aan de lokale afspraken.
Uitvoeringsbudget lokale preventieakkoorden
Per 2021 kunnen gemeenten budget aanvragen voor de uitvoering van de afspraken uit
het lokale preventieakkoord of de lokale preventieaanpak. Er is door het Ministerie
van VWS 8 mln. euro beschikbaar gesteld voor 2021, 10 mln. voor 2022 en 10 mln. voor
2023. De regeling betreft een aanvulling op het reeds bestaande Ondersteuningsprogramma
Lokale Preventieakkoorden van de VNG. Gemeenten kunnen zich bij dit ondersteuningsprogramma
aanmelden voor ondersteuning bij de totstandkoming van de lokale preventieakkoorden
of de lokale preventieaanpak.
Vitaal Bedrijf
Op 5 oktober jl. heb ik samen met de Staatssecretaris van SZW het programma Vitaal
bedrijf landelijk gelanceerd. Dit programma betreft een samenwerking tussen VNO/NCW-MKB
Nederland, de Stichting Nederland Onderneemt Maatschappelijk! en de ministeries van
VWS en SZW. Het programma stimuleert dat vitaliteitsbeleid op een hoger plan in organisaties
komt en vooral in branches en bedrijven waar gezondheidswinst is te behalen. Met een
oriëntatiescan, een scan onder medewerkers en een adviesgesprek krijgen bedrijven
inzicht in de huidige situatie rondom de vitaliteit op de werkvloer en wordt bepaald
op welke BRAVO30 thema’s zij nog de meeste gezondheidswinst kunnen behalen. Een online platform, campagnes,
ambassadeurs, een toegankelijk overzicht met kwalitatief goede interventies en aanbieders
moeten er onder andere voor zorgen dat meer bedrijven aan de slag gaan met de vitaliteit
van hun werknemers. Met een vitaliteitsportfolio wordt gewerkt aan een vorm van erkenning
waarbij het proces net zo belangrijk is als het resultaat. Zo blijven bedrijven op
een positieve manier actief en zichzelf ontwikkelen. Om uiteindelijk ook het vignet
Vitaal bedrijf te mogen ontvangen én te behouden.
Via het communicatietraject «Thuiswerken is Topsport» wordt door de Stichting Nederland
Onderneemt Maatschappelijk! aanvullend ingezet op vitaal thuiswerken. Deze communicatie
richt zich vooral op de leden en het netwerk van VNO-NCW/MKB Nederland.
Tot slot
«Een gezonder Nederland, met kinderen die een goede start maken en daar hun leven
lang profijt van hebben. Met actieve volwassenen, die fit hun pensioen in gaan. En
met ouderen die veel gezonde levensjaren hebben en zo lang mogelijk meedoen in de
samenleving.» Met die ambitie opent het Nationaal Preventieakkoord van november 2018.
Het akkoord is onderdeel van een beweging naar meer focus op gezondheid in plaats
van op ziekte. Deze beweging verdient nog veel meer aandacht en fundament om zich
te kunnen manifesteren. Er is een brede, niet vrijblijvende aanpak nodig die zich
richt op de leefstijl van mensen en op een gezonde leefomgeving.
In het akkoord is bewust een aanpak gekozen die zicht richt op drie thema’s: roken,
problematisch alcoholgebruik en overgewicht. Omdat deze thema’s verreweg de grootste
veroorzaker voor ziektelast in Nederland zijn, met 35.000 doden en 9 miljard euro
aan zorguitgaven per jaar. In het besef dat met name roken en overgewicht problemen
zijn waar met namen mensen met een lage opleiding en laag inkomen veel vaker mee te
maken hebben en waardoor zij in onze samenleving veel slechter af zijn als het om
gezondheid gaat. En in het besef dat deze gezondheidsproblemen vaak niet op zichzelf
staan maar onderdeel uit maken van een bredere achterliggende problematiek (schulden,
armoede, werkloosheid etc.). In dat besef hebben rijk en gemeenten ook de Landelijke
Nota Gezondheidsbeleid «Gezondheid breed op de agenda» 2020–2024 opgesteld waarin
vier thema’s leidend zijn voor de komende jaren.
In het akkoord is ook bewust gekozen voor resultaatgerichte acties en meetbare doelen.
En een breed verbond van partijen die het commitment met elkaar durven aan te gaan.
Ik merk bij veel partijen aan de thematafels maar ook daarbuiten, dat zij de wens
hebben om hiermee door te gaan en de ambitie hebben om hierin grotere stappen te zetten.
Ik spreek dan ook mijn hoop uit dat het Nationaal Preventieakkoord wordt voortgezet
en ter inspiratie dient voor volgende stappen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport