Brief regering : PBL-notitie Waardering van de buitenruimte. Een analyse naar aanleiding van de motie Koerhuis-Van Eijs
35 570 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021
Nr. 71 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2020
Hierbij bied ik u als eerstverantwoordelijk bewindspersoon voor het Planbureau voor
de Leefomgeving (PBL), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
de notitie «Waardering van de buitenruimte. Een analyse naar aanleiding van de motie
van de leden Koerhuis en Van Eijs» aan van het PBL1.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het PBL verzocht
om in het kader van de motie van de leden Koerhuis en Van Eijs (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 55) onderzoek te doen naar de tevredenheid met de buitenruimte en in bredere zin de
kwaliteit van de directe leefomgeving. De bijgevoegde notitie is het antwoord op dit
verzoek. Hiermee is de motie afgedaan.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Mee
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat