Brief regering : Vrijvallende middelen Arrestantenzorg Amsterdam
29 628 Politie
Nr. 989 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2020
In mijn brief van 3 juli 20201 heb ik u geïnformeerd over het feit dat het voornemen om de arrestantenzorg van de
politie-eenheid Amsterdam te centraliseren in het Justitieel Cellencomplex op Schiphol
(JCS) op een andere wijze zal worden ingevuld.
Door de andere invulling van de arrestantenzorg zijn middelen vrij gevallen in de
begroting van de Politie. In mijn brief van 3 juli 20202 heb ik toegezegd uw Kamer te infomeren over de besteding van deze middelen. Het gaat
om structureel 7,1 mln. euro vanaf 2021.
Ten aanzien van de vrijgekomen middelen is na overleg met de gezagen besloten om vanaf
2021 5,1 mln. euro structureel per jaar vrij te maken voor korpscheftaken (KCT). De
teams KCT hebben zowel een bestuursrechtelijke als een toezichthoudende taak als het
gaat om de Wet wapens en munitie (Wwm), de Wet natuurbescherming (Wnb), Wet explosieven
civiel gebruik (Wecg), de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
(Wpbr).
Uit het inspectierapport uit 20163 is gebleken dat een nieuwe bepaling van de omvang van de teams KCT wenselijk is.
Taak en capaciteit mogen meer met elkaar in evenwicht gebracht worden. Uit gesprekken
met de politie blijkt dat vooral de toezichthoudende taken onder druk staan. Gezamenlijk
met politie zijn hiervoor oplossingen verkend en doorgevoerd, zoals het verhogen van
de leges, het efficiënter inrichten van de werkprocessen en het uitbreiden van capaciteit.
Aanvullend is besloten een deel van de vrijgekomen middelen uit de arrestantenzorg
vrij te maken voor KCT. Dit structurele geld is bedoeld om de toezichthoudende taak
van de korpscheftaken te versterken.
Verder is besloten in overleg met de gezagen om vanaf 2026 2 mln. euro structureel
te besteden aan het stroomstootwapen (SSW). Op 15 november 2019 heb ik uw Kamer geïnformeerd
over mijn besluit tot invoering van het stroomstootwapen in de basispolitiezorg.4 Ik heb daarbij aangegeven dat voor de uitrol en invoering van het stroomstootwapen
tot en met 2025 reeds incidentele dekking en deels structurele dekking was gevonden.
Er resteerde nog een structureel bedrag vanaf 2026 waarvoor nog financiering moest
worden gevonden. Een deel hiervan wordt met deze middelen al afgedekt. De uiteindelijke
hoogte van het nog resterende structurele bedrag is afhankelijk van de uitkomsten
van de aanbesteding. Het spreekt voor zich dat dit uiteindelijk volledig bekostigd
zal gaan worden.
Na deze structurele investeringen blijft er nog incidenteel geld over. Hiervan wordt,
cumulatief 7 mln., ingezet voor de activiteiten in het kader van Politie voor Iedereen,
in het bijzonder de pilot als gevolg van de motie van het lid Paternotte c.s. om de
mogelijkheden van inzet van gespecialiseerde rechercheurs bij discriminatie te onderzoeken.5 De politie zal in dat kader in 2021 een pilot starten, waarbij in nauw overleg met
het OM zal worden onderzocht welke meerwaarde specialisatie kan hebben bij het verbeteren
van de aanpak van discriminatie waaronder het herkennen van commune delicten met een
discriminatieaspect, zogenaamde «CODIS-feiten».
De resterende incidentele middelen, cumulatief 3 mln. euro, worden ingezet voor de
vrijgestelde (kwaliteits)hulpofficier. Ter dekking van de prijsbijstelling 2019 is
het instellen van de vrijgestelde (kwaliteits)hulpofficier uitgesteld naar 2025. Structureel
is in de begroting van politie nog steeds 135 fte voor de vrijgestelde (kwaliteits)hulpofficier
van justitie (HOvJ) opgenomen vanaf 2025. De wens van de gezagen en de politie was
eerder te starten met vrijgestelde kwaliteitshulpofficieren ter versterking van de
opsporing in de basisteams. Het nu hiervoor bestemde geld zal een kwaliteitsimpuls
geven aan de pilot vrijgestelde kwaliteitshulpofficier, waarover ik u eerder heb bericht.
Meer hulpofficieren gaan nu deelnemen aan deze pilot met als doel te testen hoe de
vrijgestelde kwaliteitshulpofficier kan bijdragen aan een verbeterde aanpak van de
veelvoorkomende criminaliteit door de basisteams, van melding of aangifte tot afdoening.
In het eerste kwartaal van 2021 zal de eerste vrijgestelde kwaliteitshulpofficier
in het kader van de pilot starten. Binnen twee jaar na deze start zal de politie een
tussenevaluatie uitvoeren.
In onderstaande tabel is de besteding van de middelen samengevat.
2021
2022
2023
2024
2025
2026
KCT
5,1
5,1
5,1
5,1
5,1
5,1
SSW
2,0
Motie Paternotte
1,5
1,5
1,5
1,5
1,0
HOvJ
0,5
0,5
0,5
0,5
1,0
Totaal
7,1
7,1
7,1
7,1
7,1
7,1
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid