Brief regering : Rechtsbijstand bij OM-strafbeschikkingen
31 753 Rechtsbijstand
Nr. 221
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2020
In het notaoverleg strafrechtelijke onderwerpen van 21 september jl. (Kamerstuk 29 279, nr. 617) hebben de fracties van het CDA, D66 en de SP mij in een, inmiddels aangehouden,
motie verzocht met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) in gesprek te gaan om
een vorm van rechtsbijstand te regelen in de zaken die het OM vanwege de corona-achterstanden
met een OM-strafbeschikking wil afdoen (coronazaken).1
Deze betreffen zaken die in eerste instantie aan de politierechter zouden worden voorgelegd,
maar waarin naar aanleiding van de achterstanden als gevolg van de coronacrisis na
herbeoordeling een OM-strafbeschikking wordt uitgevaardigd.
Ik heb uw Kamer toegezegd dit gesprek met de NOvA te gaan voeren en uw Kamer over
de uitkomst te informeren. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
In deze brief ga ik eerst in op de uitkomst van mijn gesprekken met de NOvA en de
betrokken ketenpartners voor wat betreft de regeling van rechtsbijstand ten behoeve
van de coronazaken. Vervolgens neem ik de gelegenheid te baat om uw Kamer ook te informeren
over de laatste stand van zaken in het traject intensivering van rechtsbijstand in
ZSM-zaken, waarover ik uw Kamer laatstelijk in de brief van 26 juni 2020 heb geïnformeerd.2
Rechtsbijstand voor coronazaken
In de afgelopen weken heb ik zowel met de NOvA als met de meest betrokken ketenpartners
(OM, politie en de Raad voor de Rechtsbijstand) gesprekken gevoerd over de mogelijkheden
om in de coronazaken in een vorm van kosteloze en laagdrempelige rechtsbijstand te
voorzien.
De verdachten in deze zaken bevinden zich op vrije voeten. Daarom worden zij in beginsel
in staat geacht bij de OM-strafbeschikking zelf een advocaat in hun zaak te kunnen
betrekken, indien zij dit wensen. Het OM kijkt magistratelijk naar de zaak en neemt
daarbij ook de belangen van de verdachten in ogenschouw.
In de gesprekken bracht de NOvA naar voren dat het belangrijk is dat deze verdachten
goed geïnformeerd en weloverwogen het besluit kunnen nemen over de vraag of zij bij
de OM-strafbeschikking rechtsbijstand (afdoeningsbijstand) willen inschakelen. Hiervoor
is het noodzakelijk dat zij zich voldoende rekenschap kunnen geven van de gevolgen
van de OM-strafbeschikking. Ook is het van belang dat zij voldoende geïnformeerd zijn
over de mogelijkheid om een beroep te doen op gesubsidieerde rechtsbijstand in geval
zij beslissen bij de OM-strafbeschikking de bijstand van een advocaat in te roepen.
Gelet op het voorgaande heb ik in overleg met de NOvA en de ketenpartners besloten
om aan al deze verdachten een kosteloos gesprek met een advocaat aan te bieden. De
advocaat zal de verdachte in dit gesprek informeren over de OM-strafbeschikking en
de gevolgen daarvan. Ook krijgt de verdachte van de advocaat informatie over de mogelijkheden
van gesubsidieerde rechtsbijstand bij de OM-strafbeschikking. Dit gesprek met de advocaat
is voor alle verdachten in coronazaken kosteloos. Hiervoor gelden geen inkomenseis
en eigen bijdrage. Met de NOvA is afgesproken dat voor dit gesprek een forfaitaire
vergoeding van 1 punt zal worden toegekend.
Indien de verdachte na dit gesprek met de advocaat beslist om ook afdoeningsbijstand
in te roepen, kunnen daarvoor de normale regels met betrekking tot de inkomenstoets
en de eigen bijdrage gelden.
De toegang tot dit gesprek met de advocaat wordt zo laagdrempelig mogelijk georganiseerd.
Indien aan de OM-strafbeschikking een moment vooraf gaat waarin de verdachte wordt
gehoord, wordt in de oproep voor het hoormoment het aanbod voor kosteloze rechtsbijstand
vermeld. Bij een geldboete zonder verplichting tot horen vooraf (geldboete onder de
2.000 euro) zal dit aanbod in de OM-strafbeschikking zelf worden gedaan. Indien er
geen verplichting tot het horen van de verdachte bestaat zal dit aanbod derhalve later
in het proces worden gedaan. Immers het OM heeft in dat geval geen contactmoment met
de verdachte. Om te voorkomen dat de doorlooptijden onnodig oplopen, wordt de verdachte
ten tijde van de OM-strafbeschikking zoals uitgezonden door het CJIB gewezen op de
mogelijkheid van kostenloze rechtsbijstand. De verdachte kan op die wijze dezelfde
informatie verkrijgen over de betekenis en gevolgen van de OM-strafbeschikking maar
dan ten tijde van het mogelijk inzetten van het verzet.
Daarbij zal een speciaal hiervoor door de Raad voor de Rechtsbijstand opengesteld
telefoonnummer worden vermeld. De Raad voor de Rechtsbijstand helpt de verdachte die
naar dit telefoonnummer belt aan de contactgegevens van een advocaat uit de piketlijst.
Het voordeel hiervan is dat gekwalificeerde advocaten kunnen worden ingezet, terwijl
er ook recht wordt gedaan aan het principe van evenredige verdeling van opdrachten
onder de piketadvocaten. Dit laatste was voor de NOVA een belangrijke randvoorwaarde
voor deze vorm van rechtsbijstand. Op deze wijze wordt er in de coronazaken gezorgd
voor adequate laagdrempelige rechtsbijstand.
Ik ben met de betrokken ketenpartners in gesprek om de noodzakelijke aanpassingen
ter implementatie van deze vorm van rechtsbijstand te realiseren.
In de gesprekken met de NOvA kwam ook de optie aan de orde om voor alle verdachten
in de coronazaken kosteloze afdoeningsbijstand te regelen. Tegen deze optie bestaat
een aantal bezwaren. Ten eerste druist dit in tegen het huidige systeem waarbij in
dit soort zaken ontboden verdachten in beginsel geen recht hebben op kosteloze rechtsbijstand.
De coronazaken kunnen bovendien niet als een aparte categorie zaken worden aangemerkt,
aangezien het OM bij het herbeoordelen van deze zaken dezelfde criteria voor OM-afdoening
toepast als in de reguliere strafzaken. Bij de herbeoordeling van deze zaken treedt
het OM niet buiten de kaders van de Wet OM-afdoening3 en de Aanwijzing OM-strafbeschikking.4 Het is om die reden niet te rechtvaardigen om ten aanzien van deze zaken een uitzondering
te maken door alleen in deze coronazaken voor kosteloze afdoeningsbijstand te zorgen.
Indien overgegaan wordt tot het aanbieden van afdoeningsbijstand op kosten van de
staat dan zal dit gelet op het vorenstaande in alle zaken met een ontboden verdachte
moeten geschieden. Deze kosten zullen enorm drukken op het totale beschikbare budget
voor rechtsbijstand, hetgeen ten koste zal gaan van andere belangrijke trajecten binnen
de gesubsidieerde rechtsbijstand. Deze kosten zijn niet in verhouding tot de ernst
van de zaken waar het hier om gaat, de hoogte van de straffen die daarbij worden opgelegd
en tot het doel dat daarmee wordt bereikt.
Het doel is wat mij betreft dat verdachten goed worden geïnformeerd over hun rechten
en plichten en over de OM-strafbeschikking en de gevolgen daarvan, zodat zij een weloverwogen
besluit kunnen nemen over het wel of niet instemmen met de strafbeschikking.
Intensivering van rechtsbijstand in ZSM-zaken
Ten aanzien van het ZSM-proces loopt op dit moment het programma intensivering rechtsbijstand,
waarbij het de bedoeling is om de verdachte van adequate rechtsbijstand in het ZSM-proces
te voorzien.
Uw Kamer heeft mij ook in onder andere een motie van het lid Van Dam5 opgeroepen om de advocatuur te betrekken bij OM-strafbeschikkingen. Ik heb uw Kamer
laatstelijk in de brief van 26 juni 2020 over de vorderingen in dat traject geïnformeerd.6 Inmiddels krijgen alle aangehouden verdachten in het ZSM-proces wier zaak met een
OM-strafbeschikking wordt afgedaan, daarbij rechtsbijstand. Dit is van belang omdat
de aangehouden verdachten niet in staat zijn zelf een advocaat te benaderen.
Ten aanzien van de intensivering van rechtsbijstand voor ontboden verdachten heb ik
dit onderwerp ook betrokken in mijn gesprekken met de NOvA en de ketenpartners over
rechtsbijstand voor coronazaken, aangezien het in beide categorieën zaken gaat om
ontboden verdachten.
Ik ben voornemens om aan alle ontboden verdachten in het ZSM-proces, wier zaak het
OM met een strafbeschikking wil afdoen, net als in de coronazaken, een kosteloos gesprek
met een advocaat aan te bieden. Ook in deze zaken is het van belang dat de verdachten
voldoende geïnformeerd worden over hun rechten en plichten in het ZSM-proces en de
OM-strafbeschikking en de gevolgen daarvan. In het gesprek met de advocaat kan hieraan
worden voldaan.
Gelet op het vorenstaande kom ik met de nu met de NOvA en de ketenpartners besproken
optie van een standaard kosteloos gesprek met een advocaat niet alleen tegemoet aan
de wens van uw Kamer om aan de verdachten in coronazaken een vorm van rechtsbijstand
aan te bieden, maar geef ik tegelijkertijd uitvoering aan mijn voornemen om in het
kader van de intensivering van rechtsbijstand in het ZSM-proces elke verdachte wiens
zaak het OM met OM-strafbeschikking afdoet, een gesprek met een advocaat aan te bieden.
De kosten voor deze vorm van rechtsbijstand kunnen worden opgevangen binnen het structureel
beschikbare budget voor de uitvoering van het intensiveringsprogramma rechtsbijstand
in ZSM-zaken. Bovendien past de wijze van uitvoering van deze rechtsbijstand binnen
het huidige wettelijke systeem, zodat het zonder een wetswijziging kan worden gerealiseerd.
Dit is van belang met het oog op de vereiste spoed die aan de orde is bij het wegwerken
van de achterstanden als gevolg van de coronacrisis.
De Minister voor Rechtsbescherming,
S. Dekker
Indieners
-
Indiener
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.