Brief regering : Geannoteerde agenda van de Informele EU Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Sport 1 december 2020
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 349 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2020
Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda van de Informele EU Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur-
en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Sport. De Raad vindt plaats op dinsdag
1 december via een Videoconferentie, onder het Duits voorzitterschap van de Raad van
de Europese Unie.
In de bijlage worden de onderwerpen nader toegelicht en treft u per onderwerp het
doel van de Raadsbehandeling, de inhoud van het onderwerp, de inzet van Nederland
en een indicatie van het krachtenveld aan. Nederland zal tijdens de Raden worden vertegenwoordigd
door de directie Sport.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE VC EU Sportministers – ONDERDEEL OJCS-RAAD
Sport – Dinsdag 1 December
Voor het sportdeel tijdens de Raad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:
– Raadsconclusies: Sector overstijgende samenwerking ter bevordering van sportactiviteiten
– Raadsresolutie: EU Werkplan voor de Sport
– Beleidsdebat: Internationale sportevenementen tijdens de COVID-19 pandemie
Raadsconclusies: Sector overstijgende samenwerking ter bevordering van sporten en
bewegen in de samenleving
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Doel van de raadsbehandeling is het vaststellen van raadsconclusies met maatregelen
en initiatieven die sector overstijgende samenwerking vergroten en daardoor sportactiviteiten
bevorderen.
De lidstaten worden uitgenodigd om samen met stakeholders een strategie op te stellen
om sporten en bewegen te bevorderen, sectoren te identificeren die belangrijk zijn
om mee samen te werken, crossectorale samenwerking te stimuleren, de sportsector te
betrekken en om hiervoor gebruik te maken van beschikbare budgetten uit de Europese
Unie, zoals Erasmus+.
De Commissie wordt uitgenodigd om de crossectorale samenwerking te promoten met initiatieven
zoals de Europese Sport week, het EU Sport Forum en SHARE; crossectorale benadering
te promoten en steunen in het nieuwe Erasmus+ programma, de lidstaten, sportsector
en andere stakeholders tijdig te informeren over relevante beschikbare budgetten uit
de Europese Unie en het identificeren van Europees beleid dat relevant is voor de
sportsector.
De sportsector wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de ontwikkeling van strategieën
die zijn gericht op een toename van sporten en bewegen van de bevolking. Ook wordt
de sportsector uitgenodigd om onderdeel te worden van crossectorale samenwerkingsnetwerken
en in deze netwerken de belangrijke rol van sporten en bewegen op sociale ontwikkeling,
cohesie en inclusie te benadrukken.
Achtergrond
Sport heeft veel raakvlakken met andere beleidsterreinen en gaat verder dan sportdeelname
bij een vereniging. Sport draagt bij aan sociale cohesie en het ontwikkelen van vaardigheden.
Daarnaast is er een sterke link met gezondheid en kan inzet op sporten en bewegen
bijdragen aan het verlagen van de druk op het zorgsysteem. De statistieken laten zien
dat het aantal mensen dat sport of voldoende beweegt in de Europese Unie stagneert,
waarbij er in sommige lidstaten zelfs een daling te zien is. De COVID-19 pandemie
laat juist zien dat het hebben van voldoende beweging van belang is om gezond te blijven.
Ook kan een beweegvriendelijke omgeving de druk verlagen op de infrastructuur doordat
er meer wordt gefietst en gewandeld.
Door meer samenwerking te zoeken met andere sectoren kunnen kansen voor de sport en
de andere sectoren beter benut worden. Daarom zet het voorzitterschap in op het vergroten
van sectoroverstijgende samenwerking.
Inzet Nederland
Nederland heeft veel ervaring met crossectorale samenwerking in de sportsector. Uit
de monitor van het Mulier onderzoek blijkt dat partijen uit de zorg, het onderwijs
of de ruimtelijke ordening in lokale sportakkoorden samen met de sportsector aan gezamenlijke
ambities werken. De inzet van Nederland was daarom vooral gericht op het gezamenlijk
stellen van ambities tussen overheden en de sportsector en het betrekken van andere
sectoren bij deze ambities. Daarnaast heeft Nederland ingezet op het uitnodigen van
andere sectoren om de kennis van de sportsector te benutten bijvoorbeeld bij het inrichten
van een beweegvriendelijke omgeving of het combineren van lesgeven en fysieke activiteit
in het onderwijs.
Indicatie krachtenveld Raad
Het Duits voorzitterschap heeft dit onderwerp aangedragen omdat zij veel kansen zien
in samenwerkingen op lokaal niveau. Alle andere lidstaten kunnen zich hier in vinden.
Het onderwerp heeft veel betrekking op nationaal en lokaal beleid. Hier zijn de lidstaten
zelf verantwoordelijk voor. Dit heeft als gevolg dat de conclusies vooral suggesties
zijn voor lidstaten en geen bindend karakter hebben.
Raadsresolutie: EU Werkplan voor de Sport
Doel en Inhoud Raadsbehandeling
Het doel van de raadsbehandeling is het vaststellen van he EU Werkplan voor Sport.
Het plan kent drie prioriteiten: (1) beschermen van integriteit en waarden in sport;
(2) de sociaaleconomische en milieu dimensie van sport; en (3) het promoten van participatie
van sport en een gezonde leefstijl.
Deze drie prioriteiten zijn onderverdeeld in hoofdonderwerpen, waar de Commissie en
de lidstaten mee aan de slag gaan. De verdeling is als volgt:
Beschermen van integriteit en waarden in sport, waaronder:
– Veilige sportomgeving
– Anti-doping
– Sport en educatie
– Duale carrières voor atleten
– Gender gelijkheid
– Sport diplomatie
– Europees sport model
– Rechten van Atleten
– Good governance in sport
– Het gevecht tegen manipulatie van sportwedstrijden
De sociaaleconomische en milieu dimensie van sport, waaronder:
– Innovatie en digitalisering
– Groene sport
– Sport faciliteiten
– Grote sportevenementen
– Investeringen in sport en fysieke activiteit
– Herstel van sportsector na COVID-19
Het bevorderen van participatie van sport en een gezonde leefstijl, waaronder
– Beschikbaarheid van gepast aanbod voor sport en beweging voor alle generaties
– Bevorderen van fysieke activiteit
Achtergrond
In het Werkplan staan de doelen en beoogde activiteiten die door de Commissie en de
lidstaten worden opgezet voor de Raadswerkgroep Sport. Het Werkplan is een vervolg
op het huidige werkplan, dat loopt tot het einde van 2020. Het nieuwe Werkplan loopt
van 1 januari 2021 tot 30 juni 2024.
Inzet Nederland
Nederland ziet een meerwaarde van de Europese Unie als het gaat om grensoverschrijdende
onderwerpen zoals mensenrechten en integriteit. Daarom heeft de inzet zich gericht
op het terug laten komen van thema’s als gelijkheid en inclusie, en het bestrijden
van matchfixing en discriminatie.
Daarnaast kan het netwerk van de Europese Unie zorgen voor goede contacten in andere
lidstaten en tot het uitwisselen van ideeën en innovaties. De onderwerpen «groene
sport» en «grote sportevenementen» zijn onderwerpen die goed aansluiten bij de nationale
Nederlandse ambities op het gebied van sport. Daarom is Nederland voornemens om hier
een actieve rol in te nemen gedurende de uitvoering van dit werkplan.
De inzet van Nederland heeft zich ook gericht op het beter betrekken van de sportsector
bij het maken van plannen en het uitvoeren van activiteiten. Het behalen van ambities
op het gebied van sport gaat volgens Nederland alleen als de sportsector ook het belang
van deze doelen steunt.
Indicatie krachtenveld Raad
Binnen het nieuwe EU Werkplan is gendergelijkheid een onderwerp van discussie. Zweden,
Finland, Denemarken en Nederland hebben zich ingezet om dit onderwerp in het werkplan
terug te laten komen. Het sluit tevens aan bij onze inzet in de Raad van Europa. Hongarije
en Bulgarije zijn hierin erg terughoudend en zien liever dat de term «gelijkheid»
of «gelijkheid tussen mannen en vrouwen» gebruikt wordt. Momenteel hebben zij een
voorbehoud geplaatst op de tekst, hierover zal in COREPER gesproken worden.
Met de andere onderdelen kunnen alle lidstaten akkoord gaan.
Beleidsdebat: Internationale sportevenementen tijdens de COVID-19 pandemie
Doel en Inhoud Beleidsdebat
Met het beleidsdebat wil het Duits voorzitterschap de lidstaten aanmoedigen na te
denken over internationale sportevenementen tijdens de COVID-19 pandemie.
Achtergrond
Op dit moment zijn er nog geen achtergrondstukken beschikbaar op dit onderwerp. De
verwachting is dat de lidstaten discussiëren over het organiseren van sportevenementen
op een manier waarop de deelnemers, het publiek, organisatoren en andere aanwezigen
zoveel mogelijk worden beschermd tegen het coronavirus.
Inzet Nederland
De inzet van Nederland is afhankelijk van de precieze vraag die centraal staat in
het beleidsdebat. Als het gaat om het veilig plaats laten vinden internationale sportevenementen,
dan kan Nederland aangeven dat veiligheid voorop staat bij het organiseren van internationale
sportevenementen. Ook is goed contact met andere lidstaten belangrijk, om te kunnen
afstemmen of het veilig is om sporters in andere landen deel te laten nemen aan competities
en om publiek af te laten reizen naar internationale sportevenementen.
Nederland kan ook aangeven dat het met Fieldlab Evenementen werkt aan het toepasbaar
maken van kennis op het gebied van risicobeheersing van evenementen. Afhankelijk van
wat er mogelijk is binnen de nationale coronamaatregelen zullen praktijktests worden
gedaan bij verschillende typen evenementen, waaronder sportevenementen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg