Brief regering : Reactie op verzoek commissie over bemanningswisselingen zeevarenden
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 304 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2020
In deze brief geef ik een stand van zaken met betrekking tot bemanningswisselingen
zeevarenden. Hiermee geef ik invulling aan het verzoek van de vaste commissie voor
Infrastructuur en Waterstaat om een stand van zaken inzake bemanningswisselingen zeevarenden
te ontvangen in vervolg op de reeds afgehandelde motie van het lid Schonis c.s. (Kamerstuk
31 409, nr. 286)1. Tevens verwijs ik naar de brief met antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld
door de leden Schonis (D66) en Van der Graaf (Christenunie) over het bericht «Onmenselijke
situatie voor bemanningen op zeeschepen, levering van vitale goederen loopt gevaar»2.
Ik ga in deze brief achtereenvolgens in op de situatie in Nederland, het proces van
visumafgifte en de stand van zaken met betrekking tot schepen varend onder Nederlandse
vlag, waarna ik nog kort de situatie in andere landen binnen en buiten Europa schets,
alsmede mijn inzet internationaal om bemanningswisselingen mogelijk te blijven maken.
Allereerst deel ik met uw Kamer de zorg over de gevolgen die het wereldwijd onvoldoende
mogelijk kunnen maken van bemanningswisselingen in de zeevaart heeft op het welbevinden
van zeevarenden en het zeker stellen van het transport van goederen. Hoewel de afgelopen
periode er zeker sprake is van een aanzienlijke verbetering in de situatie, blijft
het kabinet zich maximaal inzetten om deze bemanningswisselingen doorgang te kunnen
laten blijven vinden. De mate waarin dit mogelijk is, hangt echter in aanzienlijke
mate af van o.a. de omstandigheden in belangrijke herkomstlanden van zeevarenden,
hetgeen het belang van internationale samenwerking nog eens onderstreept.
Situatie in Nederland, Nederlandse zeevarenden en de Nederlandse vloot
De situatie in Nederland voor bemanningswisselingen is stabiel. Vergeleken met andere
landen heeft in Nederland de afgelopen maanden een zeer groot aantal bemanningswisselingen
plaatsgevonden, ongeacht nationaliteit van zeevarenden.
Tussen sector en rijksoverheid vindt op regelmatige basis overleg plaats om een en
ander te monitoren en waar nodig bij te sturen. Op dit moment worden de cruiseschepen
die voor de Nederlandse kust liggen niet meer geconfronteerd met vastzittende zeevarenden.
Allen zijn afgelost door nieuwe bemanning.
Deze cruiseschepen komen regelmatig de havens van Rotterdam en IJmuiden binnen voor
bevoorrading, bunkeren en het wisselen van bemanning. Daarnaast staat Nederland ook
bemanningswisselingen op de ankerplaats toe met behulp van tenderboten. Dit in tegenstelling
tot veel landen, die wisselingen uitsluitend toestaan in havens.
Zeevarenden kunnen inmiddels weer bij vrijwel alle Nederlandse ambassades of consulaten,
of de daarvoor aangewezen kantoren van de externe dienstverlener, een visum aanvragen.
Deze worden bovendien weer binnen de gebruikelijke termijnen verstrekt en met voorrang
afgehandeld. Op dit moment kan goed aan de huidige vraag naar visa worden voldaan;
waar nodig wordt maatwerk verricht en bemiddeld bij een (snellere) afspraak. In de
Filipijnen, één van de belangrijkste herkomstlanden van visumplichtige zeevarenden,
is de capaciteit voor de inname van visumaanvragen bovendien maximaal opgeschaald
tot ver boven het oude, pre-Corona niveau.
Zeevarenden die op grond van individuele en gegronde redenen niet voor vertrek een
visum kunnen aanvragen in hun land van herkomst, vanwege sluiting van de Nederlandse
ambassades, kunnen bovendien nog steeds een beroep doen op de Visa on Arrival (VOA)
procedure bij aankomst in een zeehaven, of op Schiphol. Deze tijdelijke voorziening
is tevens opengesteld voor schepen onder buitenlandse vlag. Uit informatie van de
Koninklijke Marechaussee blijkt dat het per dag om een zeer gering aantal zeevarenden
gaat dat een visum bij aankomst nodig heeft; op Schiphol ligt dit aantal ruimschoots
onder de maximaal beschikbare capaciteit van 65 aanvragen per dag.
Het Ministerie van Buitenlandse zaken heeft slechts enkele individuele hulpverzoeken
voor consulaire bijstand ontvangen van (familieleden van) Nederlandse zeevarenden
die niet-tijdig konden afmonsteren in het buitenland. Deze Nederlandse zeevarenden
waren, met uitzondering van één, allen werkzaam op buitenlands gevlagde schepen en
zijn inmiddels allen van boord.
Voor de schepen die varen onder Nederlandse vlag geldt dat circa 75% van de achterstallige
bemanningswisselingen inmiddels heeft plaatsgevonden. Het resterende deel zal de komende
periode plaatsvinden. Ook het aantal bemanningswisselingen dat per maand mogelijk
is, begint zich te herstellen. Hierbij is het van belang op te merken dat voor Nederlands
gevlagde schepen aflossingen wereldwijd plaatsvinden. Daarmee is de mondiale situatie
van belang, en niet alleen die in Nederland. Bovendien zijn op Nederlands gevlagde
schepen veel zeevarenden met een niet- Nederlandse nationaliteit werkzaam (o.a. Filipijnen,
Indonesiërs, Russen en Oekraïners), die wereldwijd af- en aanmonsteren, afhankelijk
van de locatie van het schip. Op dit moment loopt met name de afwisseling van Filipijnse
zeevarenden stroef. Dit heeft te maken met de nationale maatregelen die door de Filipijnse
autoriteiten zijn genomen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19, waardoor het in- en uitreizen moeilijk gaat.
Een bemanningswisseling kan pas tot stand komen als het proces in beide richtingen
klopt. Het aanmonsterende bemanningslid moet zonder problemen naar het schip kunnen
reizen en het afmonsterende bemanningslid zonder problemen naar huis. Gaat het aan
één van beide kanten fout, dan loopt het gehele proces vast.
Situatie en inzet Europees en mondiaal
Ook in andere EU landen is het in de meeste havens weer mogelijk om bemanningswisselingen
te laten plaatsvinden. Alle lidstaten hebben zeevarenden als vitale werknemers aangemerkt
waardoor zij werkgerelateerd kunnen reizen binnen de gehele EU, mits de benodigde
gezondheidsmaatregelen in acht worden genomen. Een aantal EU lidstaten wordt nog geconfronteerd
met beperkte visa capaciteit in de herkomstlanden van zeevarenden. Deze lidstaten
hebben inmiddels ook een tijdelijke visumfaciliteit bij aankomst voor zeevarenden
ingericht, maar dit blijkt nog niet afdoende om alle bemanningswisselingen in de EU
te faciliteren.
Wereldwijd zijn bemanningswisselingen nog steeds een groot probleem. Dit komt door
de per land vereiste medische testen en quarantainevoorschriften, reis- en nationaliteitsbeperkingen
alsmede beperkte internationale vluchten. Aflossing van bemanning in de EU en Noord-Amerika
is redelijk goed mogelijk, al is de situatie nog niet genormaliseerd. Aflossen in
Azië/Australië en Zuid-Amerika is problematisch. In Azië vormen de daar gehanteerde
eisen m.b.t. quarantaine en testen de grootste struikelblokken. Zo staat China bemanningswisselingen
alleen toe als het om Chinese onderdanen/zeevarenden gaat die af- en aanmonsteren.
Dat alles betekent dan ook dat – ondanks vele initiatieven op nationaal, EU en IMO
niveau – bemanningswisselingen wereldwijd nog steeds tegen beperkingen aanlopen. Het
internationaal weer oplopende aantal besmettingen, en de reactie daarop vanuit diverse
landen, dreigt deze situatie verder onder druk te zetten. De verwachting is dan ook
dat nog enige tijd er wereldwijd problemen met bemanningswisselingen zullen zijn.
Op politiek en ambtelijk niveau blijft Nederland in internationale gremia aandacht
vragen voor deze kwestie, en oproepen om tot eensluidende samenwerking te komen tussen
vlaggenstaten en havenstaten. Zo heb ik zeer recent mijn actieve steun gegeven aan
een Frans initiatief om tot een aanscherping van de Maritime Labour Convention van
de ILO te komen, teneinde meer waarborgen te bieden aan zeevarenden dat hun maximale
verblijfsduur aan boord slechts onder strikte uitzonderingsvoorwaarden overschreden
mag worden.
Het mondiale karakter van de zeevaart maakt dat alleen intensieve internationale samenwerking
bemanningswisselingen mogelijk kan blijven maken.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat