Brief regering : A-Brief project ‘Vervanging tenten en klimaatbeheersing’
27 830 Materieelprojecten
Nr. 319
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2020
Inleiding
Met deze brief informeer ik u over de behoeftestelling van het project «Vervanging
tenten en klimaatbeheersing». Momenteel beschikt Defensie over ca. 2250 boogtenten
voor gereedstelling (opleiding en training) van militairen. Deze tenten dateren uit
de jaren zeventig van de vorige eeuw en voldoen niet meer aan de operationele eisen.
De bijbehorende kachels hebben, zowel hun operationele, als hun technische levensduur
bereikt. Dit leidt ertoe dat de huidige tenten inclusief kachels geen optimale bescherming
bieden aan het personeel, gezien de hedendaagse eisen die we stellen aan emissie,
fysieke belasting en comfort. Bovendien passen de tenten niet meer bij het huidige
optreden. Ze zijn arbeidsintensief, niet flexibel inzetbaar en kunnen niet heimelijk
gebruikt worden. Vervanging is daarom noodzakelijk.
Door de aanschaf van nieuwe tentzeilen in 2019 zijn ca. 1000 boogtenten nog wel bruikbaar
voor opslag en ondersteuning tijdens evenementen of als tijdelijke locatie voor onderhoud.
De boogtenten zijn echter niet meer geschikt voor commandovoering en legering, of
als eetzalen en werkplekken. Dit project voorziet daarom in 1295 nieuwe tenten voor
gereedstelling inclusief verwarmers. Verder wordt in dit project een pool van klimaatbeheersingssystemen
gerealiseerd. Naast dit nieuwe project voor gereedstelling, loopt voor de daadwerkelijke
operationele inzet het project «operationele infrastructuur voor de snel inzetbare
eenheden van de krijgsmacht» (hierna: «Operationele infrastructuur») dat voorziet
in tenten (Kamerstuk 27 830, nr. 267). Hierover wordt u via het Defensie Projectenoverzicht geïnformeerd.
Context
In de context van een veranderende veiligheidssituatie heeft het kabinet met de Defensienota
(Kamerstuk 34 919, nr. 1) en de Defensievisie (Kamerstuk 34 919, nr. 71) een perspectief geschetst voor de stapsgewijze versterking en modernisering van
de krijgsmacht die in staat is uitvoering te geven aan haar grondwettelijke taken.
Omdat de NAVO en EU vragen om robuuste en snel inzetbare eenheden, is het van belang
om te beschikken over operationele infrastructuur, waarmee eenheden met een korte
reactietermijn kunnen worden ingezet. Operationele infrastructuur is het geheel aan
basisvoorzieningen bedoeld ter ondersteuning van de operationele inzet van een militaire
eenheid. Het betreft voorzieningen ten behoeve van legering, sanitair, werkplekken,
onderhouds- en opslaglocaties. Opleiding en training met vergelijkbare operationele
infrastructuur is noodzakelijk om op een realistische wijze te trainen, het zogenoemde
train as you fight principe.
Behoefte en kenmerken
Het is van belang dat defensiepersoneel over de juiste middelen beschikt om onder
alle (klimatologische) omstandigheden hun werk zo goed en veilig mogelijk te doen.
Om ervoor te zorgen dat eenheden ook tijdens opleiding en training zo min mogelijk
worden gehinderd door de elementen, worden tenten veelvuldig gebruikt. Ook de komende
jaren kan deze behoefte met een zo klein mogelijke footprint nog altijd het beste worden ingevuld door middel van het gebruik van tenten inclusief
verwarmers. Deze bieden bescherming en zijn tegelijkertijd flexibel inzetbaar. Voor
opleidingen en trainingen onder warmere omstandigheden is daarnaast behoefte aan klimaatbeheersingssystemen
met de functionaliteit cooling. Om te kunnen voorzien in de incidentele behoefte aan cooling is het voornemen een centrale pool met 60 klimaatbeheersingssystemen in te richten.
Door het verwerven van modernere tenten, energiezuinige klimaatbeheersingssystemen
en verwarmers met een geringere emissie, worden de omstandigheden voor personeel en
omgeving verbeterd. Daarmee wordt bijgedragen aan de doelstellingen uit de Defensie
Energie en Omgeving Strategie (Kamerstuk 33 763, nr. 152).
Interoperabiliteit
Aangezien de krijgsmacht joint en in internationaal (NAVO-)verband optreedt, is interoperabiliteit
voor effectief en efficiënt gebruik van systemen van belang. Hierdoor is het essentieel
dat materieel voldoet aan geldende NAVO-standaarden. Verder is het mogelijk dat de
tenten uit dit project ook voor inzet worden gebruikt. In dergelijke gevallen is het
voor de operatie van essentieel belang dat met koppelbare tenten wordt gewerkt. Daarnaast
raken de militairen tijdens de gereedstelling vertrouwd met het materieel waarmee
en waarin ze in missieomstandigheden dienen te werken. Er zal daarom worden onderzocht
of de projectuitvoering in aansluiting op het project «Operationele infrastructuur»
bij het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) kan worden belegd. Daarnaast zal
een optie op extra tenten en klimaatbeheersingssystemen worden opgenomen in het contract
om eventueel de operationele behoefte in een later stadium alsnog volledig te realiseren.
Relaties met andere projecten
Mogelijk wordt dit project ondergebracht in het project «Operationele infrastructuur»
(Kamerstuk 27 830, nr. 267) als het in aansluiting op het project «Operationele infrastructuur» bij de NSPA
kan worden belegd. Binnen dit project dient verder rekening gehouden te worden met
de projecten «Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen» en «Mobiele Energievoorziening».
Financiële aspecten
Het toegekende projectvolume bedraagt tussen de 25 miljoen en 100 miljoen euro (prijspeil
2020). Deze investering, inclusief het effect van dit project op de exploitatiekosten,
komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Mede vanwege de budgettaire
kaders van het project is ervoor gekozen om binnen dit project alleen de tenten te
vervangen die op dit moment niet meer geschikt zijn voor functionaliteiten waarbij
de militair centraal staat.
Vooruitblik
De realisatie van het project is voorzien voor de periode van 2022 tot en met 2023.
Omdat de financiële omvang van dit project minder dan 100 miljoen euro bedraagt, ben
ik voornemens de Defensie Materieel Organisatie te mandateren het project uit te voeren.
De producten zijn «van de plank» (Commercial/Military Off the Shelf (COTS/MOTS)) verkrijgbaar
en het projectrisico is niet groot. Uw Kamer wordt over de voortgang van dit project
geïnformeerd via de begroting van het Defensiematerieel-begrotingsfonds, het jaarverslag
en het Defensie Projectenoverzicht. Met het oog op de voortgang van het project verzoek
ik de Kamer deze brief te behandelen in het komende wetgevingsoverleg van 23 november
2020.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie