Brief regering : De situatie en het escalerende conflict in de regio Nagorno-Karabach
35 570 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021
Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2020
Naar aanleiding van het verzoek van lid Omtzigt (CDA) tijdens het AO Raad Algemene
Zaken van 3 november jl., kan ik u het volgende berichten.
Sancties richting Azerbeidzjan
De situatie en het escalerende conflict in de regio Nagorno-Karabach baren het kabinet
grote zorgen. Het conflict heeft enorme humanitaire gevolgen, en kent alleen maar
slachtoffers. Het is daarom van groot belang dat beide partijen het staakt-het-vuren,
dat nu drie keer is afgekondigd, honoreren. Nederland, alsook de Europese Unie, blijven
beide partijen oproepen om onmiddellijk de wapens neer te leggen. Een eensgezind EU
optreden is daarbij van belang. De EU schaart zich achter de Minsk Groep als aangewezen
platform voor bemiddeling. Sancties (in EU-verband) zijn op dit moment niet aan de
orde; het kiezen van een kant in dit lopende conflict zou een vreedzame oplossing
niet ten goede komen.
OPCW onderzoek naar gebruik fosfor
Het kabinet is bekend met de berichten over het gebruik van fosfor. Beide partijen
beschuldigen elkaar hiervan. Fosfor is geen chemisch wapen. Derhalve zou een OPCW
onderzoek in beginsel niet aan de orde zijn. Het gebruik van fosfor voor het creëren
van een rookgordijn of om het slagveld te verlichten is niet verboden. Het gebruik
van fosfor als brandwapen tijdens gewapend conflict is gereguleerd in Protocol III
bij het CCW-verdrag (Certain Conventional Weapons). Omdat Armenië noch Azerbeidzjan partij is bij het CCW verdrag, gelden deze verdragsregels
niet voor hen. Wel gelden de algemene regels van het humanitair oorlogsrecht voor
het voeren van vijandelijkheden, zoals de beginselen van onderscheid en voorzorgsmaatregelen,
die dienen om de burgerbevolking te beschermen.
Pleidooi bij de VN t.b.v. humanitaire hulp voor de burgers van Nagorno-Karabach
De VN is zeer actief in de regio en doet wat mogelijk is om humanitaire hulp te bieden.
Om deze hulp uit te breiden t.b.v. het huidige conflict is een formeel internationaal
hulpverzoek van het betreffende land nodig. Armenië noch Azerbeidzjan heeft een dergelijk
formeel verzoek ingediend, volgens onze laatste informatie. Zowel de VN Hoge Commissaris
voor Vluchtelingen, Filippo Grandi, alsook de president van het internationale Rode
Kruis (ICRC), Peter Maurer, waren vrijdag jl. aanwezig in Geneve bij de onderhandelingen
i.h.k.v. de OVSE Minsk Groep. Armenië en Azerbeidzjan zegden daar actieve medewerking toe bij het faciliteren van de berging van
lichamen van dodelijke slachtoffers en het garanderen van de veiligheid van hulpverleners
daarbij. Het is van groot belang dat het ICRC (veilige) toegang krijgt tot het conflictgebied
voor het bieden van humanitaire hulp. De EU heeft beide landen opgeroepen om humanitaire
hulp toe te laten en de ICRC zijn werk te laten doen. Nederland roept hiertoe in EU-kader
actief op. De EU heeft voor de hulpverlening van ICRC 500.000 Euro beschikbaar gesteld
specifiek voor deze crisis. Nederland is een groot donor met een ongeoormerkte bijdrage
van 50 miljoen Euro voor 2020. Deze manier van bijdragen geeft het ICRC de financiële
stabiliteit en flexibiliteit om meteen hulp te leveren waar nodig. UNHCR beziet of
hulp mogelijk is aan burgers die door het conflict hun huis zijn ontvlucht. UNHCR
opereert mondiaal eveneens met ongeoormerkte steun vanuit Nederland. Verzoeken om
bij te dragen aan aanvullende internationale noodhulpverlening zal Nederland op de
gebruikelijke wijze in overweging nemen.
Pleidooi bij de VN t.b.v. een no-fly-zone
Een militaire no-fly-zone kan door middel van een besluit van de VN Veiligheidsraad
worden ingesteld. Het kabinet zal bij de co-voorzitters van de Minsk Groep nagaan
of deze optie wordt overwogen.
Verzoek onderzoek VN naar genocide
Nederland houdt de situatie nauwlettend in de gaten. Volgens cijfers van beide landen
zijn er tot op heden aan Armeense zijde 49 burgerslachtoffers gevallen en aan Azerbeidzjaanse
zijde 91. Vanwege de aanhoudende bombardementen op dorpen en steden in Nagorno-Karabach
is sprake van grote vluchtelingenstromen vanuit Nagorno-Karabach en omringende districten
richting Armenië. Het kabinet is op de hoogte van het alert van Genocide Watch. Deze
waarschuwing bevestigt het belang dat internationale organisaties zoals OHCHR en OVSE
de situatie in Nagorno-Karabach goed moeten kunnen blijven volgen. De waarschuwing
onderstreept tevens de noodzaak van het bereiken van een staakt-het-vuren. De VN Veiligheidsraad
sprak op 19 oktober over de situatie. De VN Hoge Commissaris voor Mensenrechten, Michelle
Bachelet, bracht op 2 november jl. een verklaring uit waarin zij waarschuwt voor willekeurig
geweld tegen de burgerbevolking – wat een schending is van het internationaal recht
en een oorlogsmisdrijf kan zijn. Zij roept de strijdende partijen op om verplichtingen
onder het humanitair oorlogsrecht na te komen en burgers en civiele infrastructuur
te beschermen. De EU heeft de aanvallen op burgers veroordeeld en beide landen meermalen
opgeroepen de burgerbevolking te beschermen, de wapens neer te leggen en te spreken
over een vreedzame oplossing. Het kabinet vindt het belangrijk dat de situatie in
Nagorno-Karabach hoog op de internationale politieke agenda blijft zodat er snel stappen
genomen zouden kunnen worden indien de situatie verder escaleert.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken