Brief regering : Versterken Cyberweerbaarheid in de Watersector
27 625 Waterbeleid
Nr. 522 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 november 2020
Naar aanleiding van mondelinge vragen van het Lid Van Brenk op 22 september jl.1 over een artikel op Follow the Money (FTM) over de digitale beveiliging van Waternet2 informeer ik u hierbij over mijn inzet voor het versterken van de cyberweerbaarheid
in de watersector en ga ik in op specifieke vragen van het lid Van Brenk.
Het Lid Stoffer heeft tijdens het mondelinge vragenuur gevraagd of de Waternet casus
kan worden meegenomen in de door de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) toegezegde
brief over de samenhang van de kabinetsinzet rond het thema digitalisering en digitale
veiligheid. Met de Minister van JenV heb ik afgesproken dat ik in deze brief inga
op mijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden, omdat dit de basis vormt voor de beantwoording
van de vragen van het Lid Van Brenk. Daarmee ga ik ook in op het verzoek3 van het Lid Stoffer.
Tot slot ga ik in deze brief in op het aanbod dat ik bij het algemeen overleg water4 op 22 juni 2020 heb gedaan aan het Lid Geurts om meer tekst en inkleuring te geven
bij de begroting voor cybersecurity in het waterbeheer, in het bijzonder het versterkingsprogramma
digitale beveiliging waterstaatswerken van Rijkswaterstaat (RWS).
Verantwoordelijkheden en Bevoegdheden Cybersecurity Watersector
Als Minister van Infrastructuur en Waterstaat ben ik op basis van de Waterwet en de
Drinkwaterwet systeemverantwoordelijk voor de continuïteit van het waterbeheer en
de openbare drinkwatervoorziening. Deze systeemverantwoordelijkheid geldt ook voor
de cybersecurity van waterstaatswerken en de openbare drinkwatervoorziening. De primaire
verantwoordelijkheid ligt uiteraard bij de waterbeheerders: waterschappen, gemeenten,
de drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat. Voor RWS ben ik rechtstreeks verantwoordelijk.
In het kader van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni) zijn de
drinkwaterbedrijven aangewezen als Aanbieder van Essentiele Diensten (AED5). De zorgplicht uit de Wbni is aanvullend op de eisen die de Drinkwaterwet6 al stelde voor de komst van de Wbni. Voor drinkwaterbedrijven ben ik op grond van
artikel 4 van de Wbni de bevoegde autoriteit. Ik wijs AED’s binnen het IenW domein
aan, stel nadere eisen aan de zorgplicht, behandel meldingen van cyberincidenten en
draag zorg voor de handhaving van de Wbni. Als niet wordt voldaan aan de Wbni kan
de ILT een beveiligingsaudit opleggen, een bindende aanwijzing voor te nemen maatregelen
geven en een last onder bestuursdwang of bestuurlijke boete opleggen. Overigens heb
ik besloten om – in overleg met de Minister van JenV – voor alle AED’s binnen het
beleidsterrein van IenW een ministeriële regeling in het kader van de Wbni op te stellen
met nadere eisen voor cybersecurity, waarin de zorgplicht7 van AED’s verder wordt geoperationaliseerd. Deze regeling zal naar verwachting begin
2021 in werking treden.
Ten opzichte van de decentrale overheden in het waterbeheer heb ik – behoudens bevoegdheden
voor calamiteiten in de Waterwet8 – geen specifieke bevoegdheden op het vlak van cybersecurity. Zij zijn dus zelfregulerend
op het gebied van cybersecurity. Juist daarom zet ik hier in op het door middel van
samenwerking binnen het Bestuursakkoord Water (BAW) stimuleren van de cyberweerbaarheid.
Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk hebben gezamenlijk besloten de Baseline
Informatiebeveiliging Overheid (BIO) vanaf 2019 in te voeren. Het Kabinet heeft in
december 2018 bepaald9 dat de BIO wordt gehanteerd in de informatie-uitwisseling met alle bestuurslagen.
Digitale beveiliging Waternet en andere drinkwaterbedrijven
Het Lid Van Brenk heeft op 22 september 2020 diverse mondelinge vragen gesteld die
betrekking hebben op de cyberrisico’s bij Waternet en andere drinkwaterbedrijven.
Stichting Waternet is een waterketenbedrijf dat integraal watertaken uitvoert voor
het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (verder waterschap AGV) en de gemeente
Amsterdam. Vanwege de governance structuur van Waternet is er voor cybersecurity juridisch
gezien, sprake van een situatie waarin de publiekrechtelijke (eind)verantwoordelijkheid
voor de taken die Waternet uitvoert voor waterschap AGV en de gemeente Amsterdam berust
bij deze partijen. Elk voor zover het de eigen taken betreft. Zij houden ook toezicht
op de (wijze van) uitvoering van die taken (drinkwater, riolering, afvalwaterzuivering,
water keren) door Waternet. Voor het antwoord op de vraag van het Lid van Brenk of
het management van Waternet capabel is voor hun taak verwijs ik dan ook door naar
het waterschap en de gemeente. De eigenaren van het drinkwaterbedrijf Waternet zijn
verantwoordelijk voor de naleving van verplichtingen op grond van de drinkwaterregelgeving.
ILT is voor dat deel belast met toezicht en handhaving.
Naar aanleiding van de eerdere publicatie over Waternet door FTM heeft de ILT als
toezichthouder op het drinkwaterbedrijf in het kader van de Wbni op 27 oktober jl.
een gesprek met de directie van Waternet gevoerd. Op 2 november jl. heeft FTM een
nieuw artikel gepubliceerd10 waarin wordt gesteld dat Waternet bewust een kritisch extern onderzoek (een zogeheten
pen-test11) zou hebben achtergehouden. De ILT was voorafgaand aan de publicatie van FTM niet
op de hoogte van de inhoud van de rapportage over deze test. De conclusies van de
pen-test en het feit dat Waternet de ILT niet eerder heeft geïnformeerd baren de ILT
zorgen. Daarom zal de ILT de resultaten van het door Waternet ingestelde onderzoek
– dat 2 tot 3 weken is vertraagd – niet afwachten en zelf een onderzoek instellen.
Dit onderzoek zal zich richten op het voor drinkwater relevante deel van Waternet
en de naleving van de Wbni, de governance van de organisatie en de leveringszekerheid
van drinkwater.
Het Lid Van Brenk vraagt eveneens of er door Waternet onacceptabele beveiligingsrisico’s
worden genomen, waardoor de drinkwaterlevering in gevaar zou kunnen komen. De ILT
geeft aan op dit moment geen reden te zien om aan te nemen dat de leveringszekerheid
van het drinkwater bij Waternet als gevolg van cyberrisico’s in het geding is. De
verwachting van de ILT is dat begin 2021 een completer beeld beschikbaar is. Hierbij
zal de ILT ook het externe auditrapport over Waternet betrekken. Ik zal uw Kamer hierover
te zijner tijd nader informeren.
Voor wat betreft de vraag van het Lid Van Brenk naar de situatie bij de andere drinkwaterbedrijven,
geeft de ILT aan dat er op dit moment geen concrete signalen zijn dat deze niet zouden
voldoen aan hun wettelijke verplichtingen. Als dit wel het geval zou zijn, heeft de
ILT de bevoegdheid om in te grijpen. Uit de auditrapporten van de diverse drinkwaterbedrijven
komen verbeterpunten naar voren. De ILT zal de wijze waarop deze door de drinkwaterbedrijven
worden opgepakt meenemen in haar toezicht op grond van de Wbni. Vanwege het belang
van het tijdig opvolgen van beveiligingsadviezen, heb ik de ILT verzocht om dit jaar
een onderzoek te verrichten naar het inzicht in bekende kwetsbaarheden en de borging
en werking van het patchmanagement bij alle AED’s van IenW, inclusief Waternet.
Het Lid Van Brenk vroeg of een aangenomen motie van 50PLUS, over het verbeteren van
de cybersecurity van de vitale waterwerken, ook voor Waternet geldt. De motie over
de inhaalslag in het programma Beveiligd Werken Rijkswaterstaat (Kamerstuk 30 821, nr. 80) heeft alleen betrekking op de vitale waterwerken van Rijkswaterstaat en is – zoals
onderbouwd in mijn brief van 15 juni 202012 – uitgevoerd. Deze motie is dus niet van toepassing op Waternet.
Intensivering afspraken Bestuursakkoord Water (BAW)
In een aanvullend akkoord op het Bestuursakkoord Water (BAW)13 hebben in 2018 de waterschappen, drinkwaterbedrijven gemeenten, provincies, Rijkswaterstaat
en het kerndepartement afspraken gemaakt om de cyberweerbaarheid in de watersector
te verhogen. Daarnaast heb ik in overleg met de waterpartners een Kennis & Innovatie
programma ontwikkeld en aanvullende afspraken gemaakt met de drinkwatersector. De
projecten worden in het programma « Versterking Cyberweerbaarheid in de watersector»
uitgevoerd. Het programmamanagement en de benodigde budgetten worden door het Ministerie
van I&W geleverd. Van de waterpartners wordt een actieve inbreng van expertise verwacht
in vijftien gezamenlijk vastgestelde projecten.14 Er zijn al goede stappen gezet, maar gezien de urgentie kan er wat mij betreft een
tandje bij. Daarom bespreek ik met de waterpartners welke intensivering in 2021 haalbaar
is.
Digitale beveiliging waterwerken Rijkswaterstaat
Bij RWS heeft een inhaalslag plaatsgevonden om de aanbevelingen uit het rapport van
de Algemene Rekenkamer (ARK) «Digitale Dijkverzwaring, Cybersecurity en Vitale Waterwerken»
op te volgen. In 2020 en 2021 zal extra worden geïnvesteerd in de cyberweerbaarheid
van Rijkswaterstaat (RWS) en ga ik meer op risicobeheersing sturen, zowel via het
RWS-versterkingsprogramma als een jaarlijks op te stellen informatiebeveiligingsbeeld
(dit IB-beeld is bedoeld om meer op de risicobeheersing en preventie te sturen). De
uitkomsten van het cyberdreigingsbeeld voor de vitale objecten hebben geleid tot verdiepende
risico-assessments en een impuls om het areaal van Rijkswaterstaat beter te beveiligen.
Met het RWS-versterkingsprogramma worden eenmalig maatregelen uitgevoerd die gericht
zijn op het verminderen van risico’s waaronder het uitvoeren van de BWR Restpunten
(Programma Beveiligd Werken Rijkswaterstaat). Tevens wordt gezorgd dat al vanaf de
ontwerpfase van de drie hoofdnetten de integrale veiligheidskaders afdoende zijn geborgd.
Hiermee staat de borging van de continuïteit en betrouwbaarheid van missiekritieke
processen als hoofddoelstelling centraal.
Het RWS-versterkingsprogramma bestaat uit veertien hoofdmaatregelen, welke sinds afgelopen
juli, na de toekenning van de extra middelen voor cybersecurity, gestart zijn. De
uitvoering loopt de komende twee a drie jaar. Een belangrijke hoofdmaatregel uit het
RWS-versterkingsprogramma betreft de opschaling van de detectie- en responsecapaciteit
door detectie en monitoring uit te breiden naar de niet-vitale objecten. Vanaf 2021
worden er in twee jaar tijd risicogestuurd twintig extra objecten van het HoofdWaterSysteem
gefaseerd aangesloten op het SOC. Dit bovenop de al eerder aangesloten vitale objecten.
Naast deze extra twintig objecten van het HWS-netwerk worden er ook nog veertig andere
objecten aangesloten (20 voor het HoofdWegenNet en 20 voor het HoofdVaarwegenNet)
als onderdeel van het RWS-versterkingsprogramma.
In 2021 wordt een onderzoek (incl. ketenanalyse) uitgevoerd aan de hand van de Baseline
Informatiebeveiliging Overheid (BIO2019) en andere relevante kaders, zoals de Rijkswaterstaat
Cybersecurity Implementatierichtlijn Objecten (CSIR). Dit onderzoek moet leiden tot
aanbevelingen voor verbeteringen in bestaande processen en zorgt er voor dat RWS naar
de toekomst toe, risicogestuurd beslissingen kan nemen. Eerder heb ik aan uw Kamer
gemeld dat Rijkswaterstaat eind 2019 met cyberscenario’s heeft geoefend en vervolgens
het bijbehorende calamiteitenplan heeft vastgesteld. Hiermee is een gerichte scenariovoorbereiding
op cybercrisis opgenomen in het crisismodel van RWS. Met het vaststellen van het calamiteitenplan
is tevens een aanpak vastgesteld om in 2020 het onderwerp cybercrisis de komende drie
jaar verder vorm te geven binnen Rijkswaterstaat.
Het Landelijk Meetnet Water (LMW) is een systeem dat zorgdraagt voor het beschikbaar
stellen van waterkwantiteit-, waterkwaliteit-, meteo- en objectgegevens aan afnemers
binnen en buiten Rijkswaterstaat. Een goed functionerend LMW is onmisbaar voor de
bediening van onze stormvloedkeringen, de berichtgeving aan het scheepvaartverkeer
en om slim watermanagement te kunnen voeren. LMW is voor Rijkswaterstaat te kwalificeren
als missiekritiek. Het LMW wordt nu op meerdere onderdelen de komende drie a vier
jaar vernieuwd. Met het project LMW2 wordt het onderliggende platform zo gebouwd dat
de continuïteit en kwaliteit van de levering van meetgegevens geborgd blijft naar
de toekomst. Dit o.a. door de toepassing van marktconforme en herbruikbare oplossingen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat