Brief regering : Fiche: Mededeling strategie voor retailbetalingen
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2952 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 8 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Verordening oprichting Gemeenschappelijke Onderneming Europese High Performance
Computing (Kamerstuk 22 112, nr. 2948)
Fiche: Mededeling EU-Strategie voor het digitale geldwezen (Kamerstuk 22 112, nr. 2949)
Fiche: Verordening Pilot regime voor marktinfrastructuren gebaseerd op distributed
ledger technology (DLT) (Kamerstuk 22 112, nr. 2950)
Fiche: Verordening digitale operationele weerbaarheid (DORA) (Kamerstuk 22 112, nr. 2951)
Fiche: Mededeling strategie voor retailbetalingen
Fiche: Mededeling Nieuw Actieplan Kapitaalmarktunie (Kamerstuk 22 112, nr. 2953)
Fiche: Mededeling «Een ambitieuzere klimaatdoelstelling voor Europa voor 2030» (Kamerstuk
22 112, nr. 2954)
Fiche: Gewijzigd voorstel verordening Europese klimaatwet (Kamerstuk 35 448, nr. 1)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Mededeling strategie voor retailbetalingen
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch
en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een strategie voor retailbetalingen
voor de EU.
b) Datum ontvangst Commissiedocument
24 september 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM 2020 (592)
d) EUR-lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2020:592:FIN
e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board
Niet van toepassing
1. Behandelingstraject Raad
Raad Economische en Financiële Zaken
f) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Financiën
2. Essentie voorstel
Deze mededeling is onderdeel van het «Digital Finance Package», een pakket maatregelen
dat ziet op de kansen en risico’s van digitalisering in de financiële sector.1 Voor het betalingsverkeer heeft de Europese Commissie specifieke maatregelen aangekondigd
naast de algemene strategie voor Digital Finance, omdat deze sector vooroploopt wat betreft de schaal en de snelheid van technologische
ontwikkelingen. De strategie bevat geen concrete wetgevingsvoorstellen, maar identificeert
de prioriteiten en doelstellingen van de Europese Commissie voor het retail betalingsverkeer
voor de komende vier jaren. Daarbij wordt bij de verschillende beleidsacties veelal
eerst bezien welke stappen de markt zelf kan zetten ten aanzien van de verschillende
onderwerpen en wordt waar nodig onderzoek aangekondigd door de Commissie, bijvoorbeeld
naar de effecten van huidig beleid. Pas daarna kunnen wetgevende handelingen in beeld
komen.
De strategie beoogt voorwaarden te scheppen om de ontwikkeling van instant payments2 en Europese betaaloplossingen mogelijk te maken, een hoog niveau van consumentenbescherming
en veiligheid van betaaloplossingen te bieden en de Europese afhankelijkheid van grote
wereldwijde (niet-Europese) spelers op dit gebied te verminderen.
De strategie bestaat uit vier hoofdpijlers die nauw verweven zijn, namelijk: 1) toenemende
digitale betaaloplossingen, waaronder instant payments, met een pan-Europees bereik; 2) een innovatieve en competitieve markt voor het retail
betalingsverkeer; 3) efficiënte en interoperabele betaalsystemen en andere ondersteunende
infrastructuur en 4) efficiënte internationale betalingen. Binnen deze pijlers worden
zestien beleidsinitiatieven aangekondigd.
Zo worden bijvoorbeeld beleidsacties aangekondigd om instant payments te bevorderen en daarbij aandacht te hebben voor consumentenbescherming, waarbij
wetgevingwordt overwogen als onvoldoende voortgang wordt geboekt. De Commissie zal
eind 2021 starten met een evaluatie van de reikwijdte en de effecten van de herziene
richtlijn betaaldiensten (PSD2) en daarbij onder meer aandacht hebben voor de reikwijdte
ten aanzien van bepaalde technische serviceproviders en het incorporeren van het regelgevend
kader voor elektronisch geld in PSD2. De resultaten worden tevens gebruikt voor een
nieuw regelgevend kader voor open finance3. Ook bevat de strategie maatregelen ten aanzien van de acceptatie van digitale betalingen,
het behoud van de beschikbaarheid en acceptatie van contant geld, het ondersteunen
van de ontwikkeling van Europees Centrale Bank geld, het benutten van het potentieel
van digitale identiteiten (eID) ten behoeve van cliëntenauthenticatie, het in lijn
brengen van regulering op het gebied van het betalingsverkeer (PSD2 en de herziene
Richtlijn elektronisch geld (EMD2), het borgen van efficiënte, toegankelijke en interoperabele
betaalinfrastructuren en het aannemen van wereldwijde berichtenstandaarden, die in
het betalingsverkeer gebruikt worden. Tevens wordt een beoordeling aangekondigd van
EU-wetgeving om eerlijke en gelijke toegang tot technologische infrastructuren benodigd
voor het aanbieden van betaaldiensten(bijvoorbeeld de toegang tot near field communication (NFC)-chips in een mobiele telefoon) te realiseren.
Ook zal in de aankomende review van de finaliteitsrichtlijn (SFD) onderzocht wordt
of betaalinstellingen en elektronisch geldinstellingen hier ook onder kunnen vallen,
zodat zij toegang kunnen verkrijgen tot betalingssystemen zoals TARGET2 (het betalingssysteem
van het Eurosysteem).
3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinetsbeleid beoogt een veilig, betrouwbaar, efficiënt en toegankelijk betalingsverkeer
te waarborgen. Daarbij beoogt het beleid bij te dragen aan innovatie in de sector,
waarbij consumentenbescherming en het waarborgen van privacy prioriteit heeft. Daarbij
speelt het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) een belangrijke rol in de
governance van het Nederlandse betalingsverkeer.4
Het kabinet hecht er grote waarde aan om voor iedereen een goede toegang tot het betalingsverkeer
te waarborgen. Dit omvat toegankelijke digitale betaalmethoden, zoals mobiele betalingen
en instant payments, maar bijvoorbeeld ook de distributie en acceptatie van contant geld, dat nog steeds
een belangrijke rol speelt in de samenleving, onder andere omdat kwetsbare groepen
vaak afhankelijk zijn van het gebruik van contant geld en omdat contant geld een achtervang
is in het geval het girale betalingsverkeer verstoord is. Hiertoe is bijvoorbeeld
in het MOB afgesproken dat Nederlandse huishoudens binnen een straal van vijf kilometer
toegang hebben tot een geldautomaat. Daarnaast moet het betalingsverkeer robuust en
betaalbaar zijn. Om de robuustheid te waarborgen is er bijvoorbeeld de Regeling oversight
goede werking betalingsverkeer, met daarin eisen voor de beschikbaarheid van het pinverkeer
en internetbetalingen.
Het kabinet ziet een toenemende rol voor grote internationaal opererende technologiebedrijven
(BigTech’s) in de betaalmarkt ontstaan. De uitkomsten van een lopend onderzoek naar
de rol van BigTech’s in het Nederlandse betalingsverkeer verwacht het kabinet eind
2020.
Het kabinet zet daarnaast in op het vergemakkelijken van overstappen naar een andere
bank, eventueel met behoud van het bankrekeningnummer (nummerportabiliteit) op Europees
niveau of via aliasportabiliteit op Europees niveau. Het kabinet heeft hiervoor gepleit
in een non-paper over EU-brede nummerportabiliteit in het kader van de lopende evaluatie
van de richtlijn betaalrekeningen (PAD).5 De Commissie heeft er voor gekozen nummerportabiliteit niet op te nemen in deze strategie,
maar doet hiernaar nader onderzoek in het kader van de evaluatie van de PAD. Tenslotte
heeft het kabinet uitgesproken een positieve grondhouding te hebben ten aanzien van
de ontwikkeling van digitaal centralebankgeld, wat zou kunnen leiden tot de introductie
van een digitale euro.6
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet verwelkomt de strategie ten aanzien van het retail betalingsverkeer in
Europa en is voorstander van initiatieven die bedrijven en andere instellingen helpen
om innovatiever en grensoverschrijdender te handelen, met als voorwaarde dat deze
ook voldoende waarborgen bieden voor consumenten. Het kabinet steunt de aangekondigde
beleidsacties op hoofdlijnen.
Een belangrijk speerpunt van de strategie betreft de promotie van instant payments. Nederland is een voorloper in Europa op het gebied van instant payments en steunt de maatregelen van de Commissie om instant payments als standaard te zetten voor heel Europa tegen eind 2021. Hierbij merkt het kabinet
evenwel op dat de beweging naar instant payments in Nederland als de standaard een beweging is die vanuit de markt geïnitieerd is,
en niet via wet- en regelgeving is opgelegd. Eventuele wetgevende voorstellen van
de Commissie op dit gebied moeten dan ook rekening houden met de afspraken die bestaan
in landen waarin instant payments al de norm voor girale overschrijvingen zijn.
Het kabinet is daarnaast voorstander van het benutten van het potentieel van eID ten
behoeve van cliëntenauthenticatie. Digitale identiteiten (eID’s) kunnen financiële
dienstverlening voor zowel consumenten als financiële instellingen veiliger en makkelijker
maken en kunnen bijdragen aan een efficiëntere uitvoering van anti-witwas en -terrorismefinancieringsvereisten.
Gelet hierop verwelkomt het kabinet het initiatief van de Commissie om, in samenwerking
met de Europese Banken Autoriteit (EBA), te onderzoeken op welke manieren het gebruik
van eID kan worden bevorderd om grensoverschrijdende en binnenlandse interoperabiliteit
te vergemakkelijken. Het verbeteren van de interoperabiliteit van identiteiten sluit
ook aan bij invoering van nummerportabiliteit op Europees niveau. Voor het kabinet
is het van belang om rekening te houden met databescherming en de reeds in gebruik
zijnde identificatie- en authenticatiemiddelen bij financiële instellingen en in betaalketens.
Daarnaast onderschrijft het kabinet het belang van het borgen van de beschikbaarheid
en de acceptatie van contant geld, waar NL in verhouding tot andere Europese landen
een laag gebruik van contant geld kent. Het is goed dat ook de Commissie hier ook
aandacht voor heeft. Gelet op het dalende gebruik van contant geld zal DNB op advies
van het (MOB) verder onderzoek doen naar een maatschappelijke efficiënte en veilige
chartale infrastructuur op middellange termijn bij een structureel lager gebruik van
contant geld.
Anderzijds kan het kabinet zich vinden in het voornemen van de Commissie om een onderzoek
uit te voeren naar de acceptatie van digitale betalingen binnen de EU. Hoewel binnen
Nederland digitale betalingen zeer gebruikelijk en geaccepteerd zijn, is dat niet
in elk lidstaat het geval. Het is goed dat er duidelijkheid komt over de verschillen
in acceptatie van digitale betalingen binnen de EU en dat, indien noodzakelijk, hier
actie op wordt ondernomen. Dit kan volgens de Commissie bijvoorbeeld door bedrijven
aan te moedigen om digitale betalingen te stimuleren en door de digitalisering van
overheidsbetalingen verder te verruimen.
Het kabinet verwelkomt de evaluatie van PSD2 door de Commissie. In 2021 zal tevens
een nationale evaluatie van de implementatiewet PSD2 worden uitgevoerd, daarbij zullen
privacy-risico’s rondom datadeling en de marktverhoudingen belangrijke aandachtspunten
zijn. Het kabinet vindt het belangrijk dat de resultaten van de evaluaties worden
meegenomen in een regelgevend kader voor open finance.
Het kabinet heeft daarnaast in het kader van de consultatie van de Europese Digital
Finance strategie en de strategie voor het retail betalingsverkeer in de Europese
Unie7 gegevensbeschermingsrisico’s bij datadeling benadrukt en zal hiervoor aandacht blijven
vragen bij de nadere stappen die gezet worden naar aanleiding van deze strategieën.
Zo wordt het steeds complexer voor consumenten om inzicht te hebben in de keten van
partijen die toegang hebben tot hun betaaldata. Het is dan ook van belang om nader
te onderzoeken hoe consumenten in dit verband ondersteund en beschermd kunnen worden.
Het kabinet is voorstander van het onderzoek naar de toegang tot technische infrastructuur
voor het verlenen van betaaldiensten en acht dit van belang in het kader van de verdere
ontwikkeling van mobiele betalingen en marktverhoudingen binnen de sector. Hierbij
steunt het kabinet het voornemen van de Commissie dat eventuele regelgeving hieromtrent
geharmoniseerd dient te zijn op Unieniveau. Het kabinet heeft bij de vorige betalingsstrategie
reeds aangegeven de mogelijke toegang van betaalinstellingen en elektronische betalingssystemen
tot TARGET2 een interessante optie te vinden8 en kijkt uit naar de uitkomsten van het onderzoek in het kader van de finaliteitsrichtlijn
(SFD).
Tenslotte benadrukt het kabinet het belang van nader onderzoek en experimenten met
Europees Centrale Bank geld, dat tevens kan bijdragen aan de efficiëntie van grensoverschrijdende
betalingen in de toekomst. Het kabinet zal zich in EU-verband inzetten om dit onderwerp
op de politieke agenda te zetten en Nederland aan te dragen als voorloper in eventuele
komende experimenten.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Het kabinet verwacht dat andere lidstaten net als Nederland overwegend positief zullen
zijn over de doelstellingen die de Commissie wil bereiken met de aangekondigde beleidsacties.
Het Europees Parlement heeft zich tot dusverre niet uitgesproken over de mededeling.
4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten
a) Bevoegdheid
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid van de
EU voor deze mededeling. Het betreft hier de beleidsterreinen, interne markt, economische
samenhang en consumentenbescherming. Dit is een gedeelde bevoegdheid van de Unie en
de lidstaten (art. 4, lid 2, sub a, c en f VWEU).
b) Subsidiariteit
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit van
de mededeling. De strategie ziet op het bereiken van een robuuste pan-Europees betalingsinfrastructuur,
met een hoog niveau van veiligheid en consumentenbescherming. Dit is een streven op
EU-niveau, en kan dus niet op lidstaatniveau bereikt worden. EU-coördinatie is van
essentieel belang, ook met het oog op het gelijke speelveld tussen lidstaten. Daadwerkelijke
concrete voorstellen voor aanpassing van wetgeving maken geen deel uit van de strategie,
maar kunnen daar op enig moment wel uit voortvloeien.
c) Proportionaliteit
Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit
van de mededeling. Bij de verschillende beleidsacties wordt veelal eerst bezien welke
stappen de markt zelf kan zetten ten aanzien van de verschillende onderwerpen en wordt
waar nodig onderzoek aangekondigd door de Commissie, bijvoorbeeld naar de effecten
van huidig beleid. Pas indien de sector zelf onvoldoende voortgang boekt of indien
onderzoeksresultaten hiertoe nopen, zal de Commissie overgaan tot het voorstellen
voor de aanpassing van het regelgevend Europees kader.Daarbij sluiten de maatregelen
aan bij de doelstellingen van de strategie om de ontwikkeling van instant payments
en andere Europese betaaloplossingen mogelijk te maken, een hoog niveau van consumentenbescherming
en veiligheid van betaaloplossingen te bieden en de Europese afhankelijkheid van grote
wereldwijde (niet-Europese) spelers op dit gebied te verminderen. Daadwerkelijke voorstellen
voor aanpassing van wetgeving maken geen deel uit van de strategie, maar kunnen daar
op enig moment wel uit voortvloeien.
d. Financiële gevolgen
De strategie bevat geen concrete wetgevingsvoorstellen en er zijn op dit moment dan
ook geen financiële gevolgen voorzien.
Het kabinet is van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2014–2020 en het MFK 2021–2027
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke
departement, conform de regels budgetdiscipline.
e. Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht
Aangezien de strategie geen concrete wetgevingsvoorstellen bevat zijn er geen gevolgen
voor de regeldruk of administratieve lasten.
Indien op een later moment alsnog concrete voorstellen voor aanpassing van Europese
wetgeving volgen op basis van de beleidsacties uit de strategie, zal Nederland de
Commissie precies vragen aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige
voorstellen zal zijn. Bij de uitwerking hiervan zal het kabinet zich uiteraard inzetten
voor het verlagen van de huidige regeldruk waar mogelijk.
De strategie beoogt de Europese markt voor betalingsverkeer verder te ontwikkelingen,
zodat geprofiteerd kan worden van innovatie en digitalisering. De strategie focust
op de bevordering van Europese betaaloplossingen (waaronder instant payments), consumentenbescherming en de veiligheid van betaaloplossingen en het verminderen
van de Europese afhankelijkheid van wereldwijde spelers op dit vlak (Bigtech). Daarmee
kan de strategie een positief effect hebben op het Europese concurrentievermogen.
Indieners
-
Indiener
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken