Brief regering : Fiche: Verordening oprichting Gemeenschappelijke Onderneming Europese High Performance Computing
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2948 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 8 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Verordening oprichting Gemeenschappelijke Onderneming Europese High Performance
Computing
Fiche: Mededeling EU-Strategie voor het digitale geldwezen (Kamerstuk 22 112, nr. 2949)
Fiche: Verordening Pilot regime voor marktinfrastructuren gebaseerd op distributed
ledger technology (DLT) (Kamerstuk 22 112, nr. 2950)
Fiche: Verordening digitale operationele weerbaarheid (DORA) (Kamerstuk 22 112, nr. 2951)
Fiche: Mededeling strategie voor retailbetalingen (Kamerstuk 22 112, nr. 2952)
Fiche: Mededeling Nieuw Actieplan Kapitaalmarktunie (Kamerstuk 22 112, nr. 2953)
Fiche: Mededeling «Een ambitieuzere klimaatdoelstelling voor Europa voor 2030» (Kamerstuk
22 112, nr. 2954)
Fiche: Gewijzigd voorstel verordening Europese klimaatwet (Kamerstuk 35 448, nr. 1)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Verordening oprichting Gemeenschappelijke Onderneming Europese High Performance
Computing
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Voorstel voor een Verordening van de Raad tot oprichting van de Gemeenschappelijke
Onderneming Europese High Performance Computing
b) Datum ontvangst Commissiedocument
16 september 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM(2020) 569 Final
d) EUR-Lex
https://eur-lex.Europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1601578994775&uri=C…
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:52020SC01…
e) Nr. impact assessment Commissie
SWD(2018) 5
SWD(2020)179 Final
f) Behandelingstraject Raad
Raad voor Concurrentievermogen
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in nauwe samenwerking met het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat
h) Rechtsbasis
Artikel 187 en artikel 188, eerste alinea van het Verdrag betreffende de Werking van
de Europese Unie (VWEU)
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Raadpleging
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
De voorgestelde verordening is een herziening van Raadsverordening (EU) 2018/14881 en voorziet in de voortzetting van de bestaande gemeenschappelijke onderneming voor
High Performance Computing (HPC). De gemeenschappelijke onderneming EuroHPC is opgericht in oktober 2018 en
biedt een juridisch en financieel kader om middelen van de Commissie, 32 landen2 en twee private leden bij elkaar te brengen. De twee private leden zijn de European Technology Platform for HPC (ETP4HPC) en de Big Data Value (BDVA) Associations. Het ontwikkelen en succesvol inzetten van een Europees HPC ecosysteem is van belang
voor de data-economie, wetenschappelijke excellentie en concurrentievermogen in de
industrie. Het voornaamste doel is om het Europese HPC ecosysteem verder te versterken.
Dit doel is te bereiken door gezamenlijk als Europa strategisch te investeren in het
ontwikkelen van de technologie en applicaties voor supercomputers, de toegang te verzorgen
tot (Europese) supercomputers (HPC) en de bijbehorende data-infrastructuur. Door de
Europese HPC-infrastructuur te versterken, worden onderzoekers minder afhankelijk
van opslag en rekencapaciteit van buiten Europa.
De nieuwe verordening bevat wijzigingen ten opzichte van de huidige verordening om
optimaal aan te sluiten op de programma’s in het volgende meerjarig financieel kader
(MFK) en daarmee gebruik te kunnen maken van financiering uit deze programma’s. Dit
betreft Horizon Europe, Digital Europe Programma en Connecting Europe Facility. Een andere wijziging is het vereenvoudigen van de financiële administratie. De nieuwe
verordening zorgt voor centraal management van de financiële contributies. Daarnaast
is de looptijd van EuroHPC verlengd tot 2033 en zijn de procedures voor toetreding
van nieuwe leden gewijzigd. Als laatste reflecteren de aanpassingen de prioriteiten
van de Commissie. De nadruk ligt op het bereiken van exaschaal3, de volgende fase van HPC, en het verbreden naar kwantumtechnologie.
De activiteiten van EuroHPC worden gegroepeerd in vijf pijlers. Als eerste de infrastructuur,
de aanschaf, implementatie en exploitatie van supercomputers, inclusief kwantumcomputers.
Ten tweede, activiteiten om te zorgen voor toegang via de cloud voor de hele Europese
Unie tot gefedereerde en veilige HPC-diensten. Ten derde, een ambitieuze onderzoeks-
en innovatieagenda voor technologie om een innovatief HPC-ecosysteem te ontwikkelen.
Ten vierde, het verder ontwikkelen van belangrijke computer- en datatoepassingen en
codes voor de wetenschap, industrie (inclusief MKB) en de publieke sector. Als laatste,
het verbreden van gebruik en vaardigheden door middel van nationale HPC Competence Centres voor expertise en gebruikersondersteuning, om toegang tot HPC-diensten te vergroten
voor gebruikers uit de wetenschap en de industrie. De toevoeging van kwantumcomputers
en de ontwikkeling naar een gefedereerde toegang tot HPC-diensten zijn nieuwe activiteiten
voor EuroHPC.
b) Impact assessment Commissie
Er is geen nieuwe impact assessment gedaan. De belangrijkste drijfveren en doelstellingen
van EuroHPC zijn onveranderd gebleven sinds de vorige impact assessment is gepubliceerd
in januari 2018. Het Staff Working Document (SWD) bevat daarom een update ten opzichte van 2018 met de benodigde nieuwe (technische)
analyses.
Het SWD beschrijft de essentiële rol van HPC in het volgende MFK voor het Europees
concurrentievermogen, de digitale transformatie van Europa en de oprichting van Europese
publieke gezamenlijke dataruimtes. De oprichting van EuroHPC heeft de totale investeringen
in HPC in Europa substantieel verhoogd en er zijn eerste stappen gemaakt in het volbrengen
van de missie om Europa wereldwijd leidend te maken in HPC. De SWD identificeert de
volgende behoeften voor het voortzetten van EuroHPC: als eerste, de aanschaf en toepassing
van een HPC- en kwantum-infrastructuur van wereldniveau, gebaseerd op de best beschikbare
computing, data- en netwerktechnologieën. Ten tweede, federeer de HPC-, kwantum- en datadiensten
en -infrastructuur, verbind het met de Europese publieke gezamenlijke dataruimtes
en cloud ecosysteem, om EU-brede diensten te leveren aan een breed scala van publieke
en private gebruikers. Ten derde, ontwikkel en steun een innovatief HPC en data ecosysteem,
wat vervolgens bijdraagt aan de technologische autonomie van Europa in de digitale
economie. Als laatste, zorg voor verbreding van het gebruik van HPC en bevorder de
vaardigheden van de Europese wetenschap en industrie.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het Nederlandse beleid is gericht op het stimuleren van hoogwaardig onderzoek en onderwijs
en op het innovatief vermogen van bedrijven. Daarvoor is een sterke nationale data-infrastructuur
noodzakelijk, zoals aangeboden door Samenwerkende Universitaire RekenFaciliteiten
(SURF) in samenwerking met de kennisinstellingen. De samenleving wordt immers steeds
meer datagedreven. Voor wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen zijn innovatieve
rekenfaciliteiten (HPC) nodig, net als voor het innovatief vermogen van bedrijven.
Voor een sterke kennispositie van Nederland is het ook noodzakelijk om Europees samen
te werken en krachten te bundelen bij de ontwikkeling van en toegang tot hoogwaardige
rekenfaciliteiten, dit kunnen lidstaten niet meer alleen.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Verschillende landen, zoals China en de VS, lopen voorop in HPC. Europa zal gezamenlijk
moeten optrekken om te concurreren in HPC en de Europese wetenschappers en industrie
te ondersteunen door het bieden van beschikbare en toegankelijke HPC-infrastructuur.
Hierdoor worden gebruikers bovendien aangemoedigd hun activiteiten en data in Europa
te laten, onderzoekers worden minder afhankelijk van opslag en rekencapaciteit van
buiten Europa. HPC is van belang voor de aanpak van een grote verscheidenheid aan
wetenschappelijke, industriële en maatschappelijke uitdagingen. HPC biedt mogelijkheden
om grote hoeveelheden data te verwerken en ingewikkelde berekeningen uit te voeren.
Een voorbeeld is het gebruiken van HPC in klimaatonderzoek met klimaatsimulaties en
-prognoses. Simulatie met behulp van HPC kan ook in het bedrijfsleven worden toegepast,
zoals voor lucht- en ruimtevaart, mobiliteit, energie en de maakindustrie. De voortzetting
van EuroHPC biedt onder meer de mogelijkheid om publieke (Europese en nationale) en
private middelen samen te voegen, gemeenschappelijke aanbestedingen te doen, onderzoek-
en innovatieprogramma’s te implementeren en deelname van de private sector mogelijk
te maken.
Het kabinet staat inhoudelijk achter de noodzaak voor de inzet van HPC voor (wetenschappelijk)
onderzoek en is voorstander van samenwerking bij innovatie en gebruik van een Europese
HPC-infrastructuur. Gezien de grote bedragen die met de aanschaf en technologieontwikkeling
van supercomputers gepaard gaat, is het voor individuele lidstaten niet mogelijk om
alle investeringen in een HPC-ecosysteem zelfstandig op te brengen. Daarom is het
van belang dat landen in Europees verband gemeenschappelijk optrekken. De Nederlandse
ICT-infrastructuur voor onderzoek van SURF is gediend bij een sterk Europees ecosysteem
voor HPC, om aangehaakt te blijven bij de kennis en expertise die op Europees niveau
wordt opgebouwd. Voor zeer complexe datavraagstukken is ook de toegang tot de grote
Europese HPC-systemen noodzakelijk voor sommige onderzoekers in aanvulling op de nationale
faciliteiten.
De voorgestelde verordening bevat voor het kabinet de volgende aandachtspunten. De
verordening beoogt centraal management van financiën, waarbij de gemeenschappelijke
onderneming de bijdragen van deelnemers centraal beheert en de toekenning van de beurzen
en de monitoring en evaluatie van de programma’s verzorgt. Het kabinet is voorstander
van vereenvoudiging en harmonisatie van het financiële management, maar vindt het
van belang dat lidstaten zeggenschap en verantwoordelijkheid behouden ten aanzien
van hun eigen financiële bijdrage bij onderzoek en innovatie (O&I) programma’s, omdat
er sprake is van nationale co-financiering. Om daarmee te zorgen voor optimale afstemming
tussen nationale programma’s en middelen en EuroHPC activiteiten. Het kabinet zal
hier tijdens de behandeling van de verordening aandacht voor vragen.
Daarnaast is de reikwijdte van EuroHPC in de voorgestelde verordening verbreed naar
de aanschaf, implementatie en exploitatie van kwantumcomputers. Het kabinet merkt
op dat kwantum geen onderdeel was van de impact assessment van EuroHPC in 2018, wel
is kwantum meegenomen in de analyse in het SWD, en zal nader uitvragen wat de overwegingen
van de Commissie zijn om kwantum onderdeel te maken van EuroHPC. Omdat Nederland een
voorloper is op het gebied van kwantumonderzoek, ondersteunt het kabinet de insteek
om in het komende MFK EU middelen hiervoor vrij te maken. Kwantumcomputers hebben
de potentie om rekenkracht exponentieel te laten groeien en daarmee nieuwe toepassingen
mogelijk te maken op tal van terreinen. De technologie bevindt zich nog in de onderzoeks-
en innovatiefase: ook de Commissie investeert in O&I projecten in Horizon 2020 en
straks in Horizon Europe. Daarnaast is de tijd rijp om naast de O&I projecten, ook
te investeren in (experimentele) kwantumcomputers. Vanwege de kansrijkheid van hybride
oplossingen tussen supercomputers en kwantumcomputers, is de link met EuroHPC een
interessante gedachte. Tegelijkertijd is het van belang dat lidstaten met sterke kwantumcapaciteiten
maar zonder leidende rol in Europees HPC verband, geen nadeel ondervinden van dergelijke
combinatie.
Het kabinet verkent momenteel welke rol en potentiële bijdrage gepast zouden zijn
voor een voortzetting van de Nederlandse deelname onder de nieuwe verordening. Voor
het kabinet is het tenminste van belang dat de groep Nederlandse onderzoekers die
afhankelijk is van de grote Europese HPC-systemen aansluiting met EuroHPC kan behouden
en toegang heeft tot de HPC-systemen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
Momenteel zijn 26 lidstaten en 6 geassocieerde landen – waaronder Nederland – lid
van de gemeenschappelijke onderneming EuroHPC. Vrijwel alle huidige leden willen ook
in het volgende MFK deelnemen in EuroHPC en zijn op dit moment hun mogelijke financiële
bijdragen aan het verkennen. Een aantal lidstaten deelt het Nederlandse standpunt
over de invoering van het centraal financieel management. Het Europees Parlement heeft
zich nog niet over het huidige voorstel uitgesproken.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het oordeel van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid voor het voorstel van deze
verordening is positief. De voorgestelde rechtsgrondslagen zijn artikel 187 en de
eerste alinea van artikel 188 van het VWEU. Volgens artikel 187 kan de Unie gemeenschappelijke
ondernemingen of andere structuren in het leven roepen die noodzakelijk zijn voor
de goede uitvoering van programma’s voor onderzoek en technologische ontwikkeling
en demonstratie van de Unie. Volgens de eerste paragraaf van artikel 188 stelt de
Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement en
het Economisch en Sociaal Comité, de in artikel 187 bedoelde voorzieningen vast. Het
kabinet kan zich vinden in deze rechtsgrondslagen. Op het terrein van onderzoek en
technologische ontwikkeling is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de Unie
en de lidstaten (zie artikel 4, lid 3 VWEU), waarbij geldt dat het optreden van de
Unie de lidstaten niet belet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen.
b) Subsidiariteit
De beoordeling van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. De omvang
van de bedragen die nodig zijn om nieuwe HPC-systemen en (binnenkort) kwantumcomputersystemen
op te kunnen zetten en na 2020 nieuwe onderzoeks- en innovatie-acties te kunnen ondernemen
rechtvaardigt een Europese aanpak. De schaal van de middelen die nodig zijn, overstijgt
immers het niveau dat individuele lidstaten kunnen opbrengen. Daarnaast biedt optreden
op EU-niveau meerwaarde om focus en bundeling van krachten te realiseren, versnippering
en duplicatie van inspanningen te voorkomen en grensoverschrijdende samenwerking te
stimuleren. EU-beleid en -investeringen in onderzoek en innovatie zijn echter nog
altijd een aanvulling op, en geen vervanging voor, nationaal beleid en publieke en
private investeringen door de lidstaten.
c) Proportionaliteit
De beoordeling van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. Het
voorstel betreft de voortzetting van de bestaande gemeenschappelijke onderneming opgericht
onder de Raadsverordening (EU) 2018/1488, in de vorm van kleine wijzigingen om de
verordening in lijn te brengen met de programma’s in het volgende MFK en gebruik te
kunnen maken van financiering uit deze programma’s. Hierdoor is het voorstel geschikt
om vanuit de Unie strategisch te investeren in het ontwikkelen van de technologie
en applicaties voor supercomputers, toegang te verzorgen tot (Europese) supercomputers
en de bijbehorende data-infrastructuur. Het voorstel gaat daarbij voorts niet verder
dan noodzakelijk is. Gezien de schaal van de bedragen die met de ontwikkelingen gemoeid
zijn, is de voortzetting van de bestaande gemeenschappelijke onderneming het meest
geschikte middel om de benodigde middelen bijeen te krijgen.
5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
a) Consequenties EU-begroting
De financiële bijdrage van de Unie zal de administratieve en operationele kosten dekken,
via het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) 2021–2027 en specifiek door middel
van de programma's Horizon Europe, Digital Europe en Connecting Europe Facility (CEF). Hierbij is tot € 2,4 miljard beschikbaar uit het Digital Europe Programma, tot € 200 miljoen beschikbaar uit CEF en een nog onbekend bedrag vanuit
Horizon Europe, wat in een later stadium bepaald wordt volgens de strategische planning en programmering
van Horizon Europe. De totale financiële bijdrage van de Unie is nog niet bekend. Het kabinet is van
mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad
afgesproken financiële kaders van het MFK 2014–2020 en het MFK 2021–2027 en dat deze
moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale
overheden
De verwachting is dat de landen die volwaardig deelnemen aan de voorgestelde gemeenschappelijke
onderneming voor EuroHPC samen in totaal eenzelfde bedrag als de Commissie zullen
bijdragen. Bij participatie in O&I- of infrastructuurprojecten wordt 50% nationale
co-financieringsbijdrage gevraagd van de lidstaten. Daarnaast worden deelnemende landen
gevraagd bij te dragen aan de administratieve kosten. Op nationaal niveau wordt bezien
in welke mate Nederland wil deelnemen aan EuroHPC en of er mogelijkheden zijn voor
een Nederlandse financiële bijdrage (financieel en in natura). Er zal voor de O&I-
en infrastructuurprojecten vervolgens per keer bekeken worden of deelname van Nederland
past binnen de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen en of het aansluit
bij lopend beleid en lopende investeringen.
Eventuele budgettaire gevolgen, zoals ook de uitvoeringskosten, worden ingepast op
de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van
de budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
Zowel universiteiten, kennisinstellingen, bedrijfsleven kunnen in aanmerking komen
voor de middelen die ter beschikking worden gesteld ten behoeve van het bereiken van
de doelstellingen. Wanneer zij participeren in een O&I call, dan wordt een 50% co-financieringsbijdrage
van hen verwacht, mocht Nederland niet bijdragen aan de calls in EuroHPC en er daardoor
geen nationale co-financieringsbijdrage beschikbaar zijn. De private partners leveren
als onderdeel van hun huidige verbintenissen in het kader van de publiek-private partnerschappen
ETP4HPC en BDVA4 een bijdrage aan de administratieve kosten. Universiteiten, kennisinstellingen en
bedrijven kunnen te zijner tijd ook afnemer worden van HPC-rekenkracht en meewerken
met onderzoekers aan datavraagstukken voor maatschappelijke uitdagingen.
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden,
bedrijfsleven en burger
Deelnemers die gebruik maken van financiering uit EuroHPC moeten voldoen aan de regelgeving
die de Gemeenschappelijke Onderneming oplegt bij het verstrekken van middelen. De
nieuwe verordening volgt hierin zoveel mogelijk de eerdere verordening (2018/1488)
voor het oprichten van EuroHPC, waardoor de regeldruk nauwelijks wijzigt. Daarnaast
zorgt de nieuwe verordening voor aansluiting bij de andere relevante programma’s,
zoals o.a. het financieringsprogramma Horizon Europe. De invoering van het centraal
financieel management kan de regeldruk voor participerende bedrijven en burgers verminderen.
e) Gevolgen voor concurrentiekracht
Nederland is positief over de concurrentiekracht. Europese investeringen bieden meerwaarde
door focus en bundeling van krachten op Europees niveau te realiseren, versnippering
en duplicatie van inspanningen te voorkomen en grensoverschrijdende samenwerking te
stimuleren. De positie van de academische wereld en het Europese bedrijfsleven kan
versterkt worden door het gebruik, de ontwikkeling en de productie van geavanceerde
computerproducten, -diensten en -technologieën. De VS, Japan en China investeren fors
in HPC-ecosystemen. Europa zal gezamenlijk moeten optrekken als men wil proberen het
gat te dichten om concurrerend te blijven en de Europese wetenschappers en bedrijven
te ondersteunen door het bieden van een betere beschikbaarheid en toegankelijkheid
van HPC-infrastructuur.
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Het voorstel heeft geen gevolgen voor nationale wet- en regelgeving.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
N.v.t.
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan
in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het kabinet voorziet geen problemen m.b.t.
de haalbaarheid. Aangezien het voor de daadwerkelijke en effectieve toepassing van
deze verordening in de Nederlandse rechtsorde niet noodzakelijk is om (flankerende)
uitvoeringsmaatregelen van regelgevende aard vast te stellen, is een dergelijke inwerkingtreding
reëel.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
Evaluatie en monitoring van de voorgestelde activiteiten zijn gepland in overeenstemming
met het Horizon Europe programma. Daarnaast zal de voorgestelde onderneming een jaarlijks activiteitenrapport
publiceren.
e) Constitutionele toets
N.v.t.
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
Indien Nederland financiële middelen beschikbaar stelt om te participeren binnen EuroHPC
voor de O&I projecten, dan zal dat leiden tot een taakverzwaring van de betrokken
uitvoeringsorganisatie (in dit geval RVO of NWO). De grootte van deze taakverzwaring
is afhankelijk van de invoering van het voorgestelde centraal financieel management.
Bij invoering van centraal financieel management zal EuroHPC administratieve taken
zoals de toekenning van beurzen, de monitoring en evaluatie van programma’s volledig
verzorgen.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Zonder een inclusieve aanpak waarbij OS-landen actief betrokken worden, bestaat het
risico dat de digital divide, of de kloof in digitale competenties / infrastructuur tussen ontwikkelde landen
en OS-landen, zal groeien. Implicaties van het voorstel worden verwacht voor OS-landen,
de impact en de precieze implicaties dienen nader te worden onderzocht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken