Brief regering : Feitenonderzoek en budget Openbaar Ministerie van 2020 naar 2021
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
28 844
Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie
Nr. 622
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2020
In het notaoverleg over strafrechtelijke onderwerpen van 21 september jl. (Kamerstuk
29 279, nr. 617) heb ik uw Kamer toegezegd een brief te sturen over de reden dat het budget van het
Openbaar Ministerie (OM) met € 30 mln. daalt.
Tijdens het algemeen overleg over het rapport van de onderzoekscommissie Openbaar
Ministerie (commissie-Fokkens) op 19 december 2019 (Kamerstuk 28 844, nr. 203) heb ik toegezegd uw Kamer na afloop van het oriënterende onderzoek door de Rijksrecherche
nader te informeren over het eventueel terugvorderen van gemaakte kosten en de doorbetaling
van salaris in de casus waar het rapport over gaat. Op beide onderwerpen ga ik in
deze brief in.
Budget OM
Het gaat hier om de hoogte van het budget voor het OM in 2021 ten opzichte van de
hoogte van het budget in 2020 zoals staat vermeld in de ontwerpbegroting 2021 van
Justitie en Veiligheid. Deze daling van het budget kent een aantal oorzaken.
Het individueel keuzebudget (IKB) zoals is afgesproken in de CAO Rijk 2018–2020 zorgt
voor een tijdelijke stijging van de salariskosten. Door de overgang van het oude systeem
naar het IKB-systeem ontvangen de werknemers die vallen onder CAO Rijk, naast hun
IKB over 2020, dit jaar ook de reeds opgebouwde rechten uit 2019 (vakantiegeld in
de periode juni-december 2019 en de eindejaarsuitkering over december 2019). Er is
dus sprake van een eenmalige stijging van de salariskosten in het jaar 2020, ad € 10,7 mln. Aangezien het OM een kas-verplichtingen
administratie voert en voor deze kosten derhalve geen voorziening kan treffen, is
het OM hiervoor gecompenseerd.
Daarnaast is er een aantal wetgevingstrajecten dat zowel structurele als incidentele
gevolgen heeft. Hiervoor wordt het OM gecompenseerd. De incidentele gevolgen (in verband
met implementatie) zorgen er veelal voor dat het budget voor het lopende jaar (i.c.
2020) hoger is dan de daarop volgende jaren (2021 en verdere jaren). Dit geldt voor
de wet USB (€ 2,9 mln.) en een aantal trajecten dat volgt uit de aanbevelingen van
Commissie Hoekstra (€ 3,9 mln.).
Voor de gevolgen van het Europees Openbaar Ministerie (EOM) en voor de intensiveringen
op het terrein van slachtofferbeleid geldt het omgekeerde. Het OM heeft een bedrag
van € 0,26 mln. in 2020 ontvangen voor de aanloopkosten en € 2,6 mln. in 2021 voor
de structurele effecten van het EOM. Voor het persoonlijker en actiever te benaderen
van slachtoffers van zogenaamde «impactzaken» is vanaf 2021 een bedrag van structureel
€ 1,8 mln. meer beschikbaar gesteld dan in 2020.
Voor het brede offensief tegen ondermijnende criminaliteit geldt dat het OM in 2020
reeds middelen heeft ontvangen ten behoeve van de eerste kosten van het multidisciplinair
interventieteam (MIT) en kosten in het kader van bewaken en beveiligen. Er zijn ook
structurele middelen beschikbaar, maar die zullen op een later moment (Voorjaarsnota
2021) aan het budget van het OM worden toegevoegd. Dit verklaart een verschil van
€ 7,6 mln. tussen het jaar 2020 en 2021.
In 2016 heeft de Taskforce beleidsalternatieven voorstellen opgeleverd om de financiële
problematiek van het Ministerie van JenV het hoofd te bieden. Een van de maatregelen
uit het eindrapport van de Taskforce betreft het langs digitale weg betekenen en oproepen
voor de terechtzitting. Toentertijd is ingeschat dat dit een kostenbesparing kon opleveren
van € 6 mln. vanaf 2021. De wetgeving om dit mogelijk te maken is inmiddels gereed.
In hoeverre dit de toentertijd ingeschatte en ingeboekte besparing zal opleveren,
wordt nog nader onderzocht en – indien nodig – te zijner tijd aangepast.
De (jaarlijkse) compensatie van uitgaven met betrekking tot gerechtelijke brieven
verklaart een verschil van € 2,4 mln. en op basis van de berekening van de productie
conform het model prognose justitiële ketens (PMJ) is het budget in 2021 met € 1,5
mln. neerwaarts bijgesteld.
Tenslotte zijn er nog enkele kleine verschillen tussen 2020 en 2021 die per saldo
optellen tot een bedrag van € 1,2 mln.
Recapitulerend:
IKB (individueel keuzebudget)
– 10,7 mln.
Implementatie wet Usb
– 2,9 mln.
Implementatie diversen Cie Hoekstra
– 3,9 mln.
Europees OM
2,3 mln.
Aandacht voor impactzaken
1,8 mln.
Ondermijning (botoc)
– 7,6 mln.
Digitaal betekenen
– 6,0 mln.
Gerechtelijke brieven
– 2,4 mln.
Prognose justitiële ketens
– 1,5 mln.
Overige
1,2 mln.
– 29,7 mln.
Oriënterend feitenonderzoek «Fokkens»
Het Openbaar Ministerie heeft mij laten weten1 dat het oriënterend feitenonderzoek van de Rijksrecherche naar mogelijk strafbaar
handelen door de voormalig hoofdofficieren van parket Rotterdam en het Functioneel
Parket, niet heeft geleid tot een verdenking die een strafrechtelijk opsporingsonderzoek
rechtvaardigt. Het onderzoek richtte zich voor beiden onder andere op het mogelijk
privégebruik van door het Openbaar Ministerie aangeboden en/of betaalde diensten.
De dienstverbanden van beide voormalig hoofdofficieren zijn door het Openbaar Ministerie
sinds 1 januari jongstleden beëindigd. In verband met de uitkomst van het oriënterende
onderzoek zal er geen terugvordering van gemaakte (salaris- en andere) kosten plaatsvinden.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid