Brief regering : Voorstel tot wijziging Tijdelijke wet Groningen
35 603 Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2020
Het kabinet heeft in 2018 besloten om de gaswinning af te bouwen en om de afhandeling
van schade en de versterking volledig in publieke handen te nemen. De mogelijkheid
voor publieke afhandeling van het schadeherstel is geregeld in de Tijdelijke wet Groningen
(TwG). Uw Kamer heeft voorafgaand aan deze brief, die ik mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stuur, het voorstel van wet tot «wijziging
van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie
Groningen» (hierna: wetsvoorstel Versterken) (Kamerstuk 35 603) ontvangen.1Met dit wetsvoorstel wordt ook de versterkingsoperatie definitief in publieke handen
genomen. Het wetsvoorstel beschrijft het proces op hoofdlijnen en verankert de rollen
en verantwoordelijkheden. In deze brief licht ik de elementen uit het wetsvoorstel
op hoofdlijnen toe. Daarnaast informeer ik u graag over de uitvoering die ik heb gegeven
aan verschillende moties en toezeggingen die zien op dit thema.
Wetsvoorstel Versterken
Het wetsvoorstel bevat de hoofdlijnen van de versterkingsprocedure, de rollen die
de betrokken partijen uitvoeren en de stappen die de eigenaar van het gebouw doorloopt
in het versterkingstraject. Met dit wetsvoorstel komen eigenaren en bewoners meer
centraal te staan in de versterkingsoperatie. Zij behouden controle over wat er wel
of niet met hun gebouw gebeurt. Ook biedt het wetsvoorstel laagdrempelige rechtsbescherming
aan eigenaren en belanghebbenden.
Het wetsvoorstel Versterken beschrijft een navolgbaar en transparant versterkingsproces
waarbij is ingezet op stroomlijning en versnelling om veilige gebouwen in Groningen
te bereiken. Het voorgestelde besluitvormingsproces is, mede naar aanleiding van het
advies van de Afdeling advisering van de Raad van State, vereenvoudigd ten opzichte
van de versie van het wetsvoorstel die in consultatie is gegaan. Het proces bestaat
nu uit één integraal versterkingsbesluit, dat in overleg met de eigenaar wordt genomen.
Tevens is ingezet op samenhang – waar mogelijk en nodig – met schadeherstel zodat
de eigenaar, die zowel met schade als versterken te maken heeft, voor een gecombineerde
aanpak kan kiezen. Het wetsvoorstel geeft eigenaren de keuze om de uitvoering van
de versterkingsmaatregelen in eigen beheer te nemen. In alle gevallen biedt de Nationaal
Coördinator Groningen (NCG) begeleiding en uitleg tijdens het traject. Het wetsvoorstel
biedt daarnaast bestuursrechtelijke rechtsbescherming aan de eigenaren.
Gedurende de zomerperiode hebben de Minister van BZK en ik met de bestuurders van
de regio Groningen gesproken over het wetsvoorstel, en dan met name over de versterkingsprocedure
en de geschikte rolverdeling tussen de partijen met het oog op de stroomlijning van
het versterkingsproces. Ook de maatschappelijke organisaties zijn geraadpleegd. Deze
gesprekken hebben geleid tot nieuwe inzichten met betrekking tot de inrichting van
een efficiënt versterkingstraject, hetgeen hieronder nader wordt toegelicht.
Routekaart voor de eigenaar
Voor bewoners moet te allen tijde duidelijk zijn waar zij staan in de versterkingsoperatie;
daartoe worden zij tijdens de versterkingsoperatie begeleid door een bewonersbegeleider
van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Uw Kamer heeft ons ook opgeroepen om
het proces voor de bewoner zo inzichtelijk mogelijk te maken. Ik heb u, samen met
de Minister van BZK, hierop toegezegd duidelijk te maken hoe de klantreis eruit ziet voor bewoners van Groningen die te maken krijgen met versterking van hun
gebouw. Ook heb ik u toegezegd dit voorafgaand aan de behandeling van het wetsvoorstel
Versterken te doen toekomen. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is
een «routekaart» opgenomen (zie hoofdstuk 8 in de toelichting).2 Deze routekaart beschrijft concreet de stappen in het versterkingsproces en geeft
bij elke stap aan wat daarbij van welke partij wordt gevraagd of verwacht. Deze routekaart
wordt ook digitaal beschikbaar gesteld op de website van de NCG en wordt door de bewonersbegeleider
besproken met de bewoners tijdens de gesprekken over de versterking. Hiermee wordt,
conform de motie Van der Lee, in één, ook digitaal toegankelijk, overzicht opgenomen
hoe de directe zeggenschap dan wel medezeggenschap van burgers en hun maatschappelijke
organisaties geborgd worden. Met bovengenoemde routekaart wordt duidelijk welke zeggenschap
eigenaren hebben ten aanzien van de versterking van hun gebouw, en wat bij de verschillende
stappen van de eigenaar wordt gevraagd en/of wat deze kan verwachten.3
Eigen regie
In het wetsvoorstel is een grondslag opgenomen waarmee geregeld wordt dat eigenaren
wier gebouw niet is opgenomen in het versterkingsprogramma van de NCG en die zich
niet veilig voelen, om een opname van hun gebouw kunnen verzoeken. Het is daarnaast
mogelijk dat eigenaren de versterkingsmaatregelen in eigen beheer uitvoeren. Hiertoe
kan de eigenaar wiens gebouw versterkt moet worden, aanspraak maken op vergoeding
van de versterkingsmaatregelen die hij of zij in eigen beheer laat uitvoeren. Een
eigenaar is echter niet verplicht tot het uitvoeren in eigen beheer. De eigenaar heeft
ook de mogelijkheid om aanspraak te maken op uitvoering van de versterkingsmaatregelen
«in natura». Hierbij laat de NCG de met de bewoner besproken versterkingsmaatregelen
door een aannemer uitvoeren. Daarmee heeft een eigenaar de keuze om eigen regie te
voeren over de versterking, of dit door de uitvoeringsorganisatie uit handen te laten
nemen. Met deze elementen zijn onderdelen uit het programma «Eigen Initiatief» opgenomen
in het wetsvoorstel.4
Overige punten in relatie tot het wetsvoorstel
Samenwerking Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en Instituut Mijnbouwschade Groningen
(IMG)
De NCG en de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (TCMG; voorloper van het
huidige IMG) hebben in september 2019 een samenwerkingsconvenant getekend. Het convenant
beschrijft op welke manieren door deze partijen kan worden samengewerkt in situaties
waarbij sprake is van samenloop van schade en versterken. Zo staat onder meer beschreven
dat bij gebouwen waarbij zich deze samenloop voordoet, de NCG en het IMG gezamenlijk
bekijken hoe één maatwerkoplossing kan worden geboden. Op deze manier kan worden geregeld
dat schade en versterken waar nodig en wenselijk in samenhang wordt opgepakt en dat
de bewoner één aanspreekpunt heeft.5 Omdat het Nationaal Programma Groningen een andere insteek heeft en een ander doel
dient, wordt dit programma niet bij deze samenhang betrokken.6
Hierbij merken wij op dat, zoals ik uw Kamer op 26 mei jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 767) heb geïnformeerd, uit een eerste onderzoek blijkt dat er slechts beperkt sprake
is van adressen waar een openstaande schademelding is en die tevens zijn opgenomen
in het versterkingsprogramma. Op die adressen in Groningen waar er sprake is van zowel
schadeafhandeling als de versterking van een woning, kan een gecombineerde aanpak
plaatsvinden, daar waar dat noodzakelijk is en gewenst door de eigenaar. Dit betreft
met name complexe dossiers. Er kunnen ook gevallen zijn waarbij de eigenaar niet voor
deze samenhang kiest, bijvoorbeeld omdat hij de desbetreffende schadevergoeding op
korte termijn wil ontvangen en niet wil wachten op de uitgewerkte versterkingsmaatregelen.
Het convenant bevat tevens de afspraak om op dossierniveau gegevens uit te wisselen
die nodig zijn om een integrale keuze van de eigenaar mogelijk te maken en om de taken
van beide instanties op elkaar af te stemmen.
Om de positie van bewoners voldoende te kunnen waarborgen, biedt het wetsvoorstel
de mogelijkheid om regels voor samenwerking in de toekomst wettelijk te verankeren.
Daarbij geldt dat de samenwerking er niet toe mag leiden dat de procedure als geheel
voor de bewoner langer duurt. Het IMG en de NCG werken aan de opzet van een gezamenlijke
externe evaluatie van het convenant. Uw Kamer wordt geïnformeerd over de uitkomsten
hiervan.
Nationale ombudsman en Onafhankelijk Raadsman
De afhandeling van schademeldingen en de versterking van gebouwen als gevolg van de
gaswinning uit het Groningenveld was, zoals vastgelegd in de Mijnbouwwet, een (private)
verantwoordelijkheid van de exploitant NAM. In 2013 is de Onafhankelijk Raadsman ingesteld
(Kamerstuk 33 529, nr. 21) om bewoners in het aardbevingsgebied bij te staan en te bemiddelen bij klachten
over de wijze van schadeafhandeling en versterking door de NAM. Hij vervult hierbij
tevens een signalerende rol voor knelpunten. Daarnaast heeft de Onafhankelijk Raadsman
de bevoegdheid om zaken aan te dragen bij de Commissie Bijzondere Situaties en is
hij adviserend lid van deze commissie.
De rol en de invulling daarvan door Onafhankelijk Raadsman Leendert Klaassen wordt
zeer gewaardeerd. Met de TwG heeft de overheid de schadeafhandeling overgenomen, en
met het wetsvoorstel Versterken wil zij dat ook voor de versterkingsoperatie doen.
De Nationale ombudsman is de onafhankelijke partij als het gaat om klachten over het
handelen van de overheid. De taak van de Raadsman op het publieke vlak zal langzaam
en in onderling overleg worden overgedragen aan de Ombudsman. Hierbij wordt nadrukkelijk
bezien dat de Groningers voldoende ingangen blijven behouden om hun signalen over
de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie te kunnen afgeven. Ik heb de Onafhankelijk
Raadsman en de Nationale ombudsman gevraagd om samen te kijken hoe de ondersteuning
door de Onafhankelijk Raadsman aan Groningers het beste kan, in aanloop naar en na
de inwerkingtreding van de TwG. Zij zijn hierover in overleg. Ik spreek hier binnenkort
over met de Ombudsman en de Raadsman. De Raadsman en de Ombudsman maken daarna hun
plan van aanpak af, waarna ik de hoofdlijnen hiervan met uw Kamer zal delen.7
Motie Mulder c.s. over nieuwe bouwnormen voor het versterken van gebouwen in Groningen
Met de motie van het lid Mulder c.s.8 is de regering verzocht om in overleg met de bouwsector te bekijken hoe rekening
gehouden kan worden met de voorbereidingen die de bouwsector moet treffen voor de
invoering van nieuwe bouwnormen. Tevens is verzocht te bekijken of uitzonderingen
of ruimte gecreëerd kunnen worden bij het instellen van nieuwe normen voor het versterken
van gebouwen. Het Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) brengt de wijzigingen van
de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) onder de aandacht van de mensen die er in de
praktijk mee werken. Hiertoe vinden een commentaarronde en toelichtende workshops
plaats, waaraan ook aannemers deel kunnen nemen. Daarnaast heeft de NCG regulier contact
met ingenieursbureaus over op welke wijze moet worden omgegaan met de huidige en toekomstige
beoordelingsmethoden. Wanneer een opdracht voor uitvoering van een beoordeling aan
een ingenieursbureau wordt gegeven, heeft de NCG contact met hen over de normen die
op dat moment van toepassing zijn. Standaard wordt in de contracten opgenomen dat
opnames of beoordelingen altijd tegen de dan geldende normen worden uitgevoerd.9
Motie Sienot c.s. over het overwegen van een aantal versnellingsmaatregelen
Met de motie Sienot c.s. is de regering onder andere verzocht om een aantal versnellingsmaatregelen
te overwegen en de Kamer te informeren over het mogelijk opnemen van deze maatregelen
in de versterkingsaanpak. De in de motie genoemde versnellingsopties zijn waar mogelijk
verwerkt in de versterkingsaanpak.10
Op 2 september jl. heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
met Bouwend Nederland een bouwakkoord gesloten.11 Met dit akkoord wordt de markt optimaal betrokken en wordt mogelijk gemaakt dat een
eigenaar zelf de regie neemt bij de uitvoering van het versterkingsbesluit, door zelf
een aannemer te kiezen en op te treden als diens opdrachtgever. Op een dergelijke
particuliere opdracht zijn de aanbestedingsregels niet van toepassing.
De doorzettingsmacht waar het Kamerlid Sienot om verzoekt bij de versterkingsopgave
wordt in het wetsvoorstel Versterken belegd bij de NCG. De NCG neemt het versterkingsbesluit
en neemt tevens de uitvoering daarvan ter hand. Het wetsvoorstel voorziet daarnaast
in de mogelijkheid om een versterkingsbesluit te nemen wanneer de belangen van derden
worden geschaad. Daarnaast is de bevoegdheid voor de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties opgenomen om een plicht aan de eigenaar op te leggen om de
uitvoering van bepaalde versterkingsmaatregelen te gedogen, wanneer dit noodzakelijk
is met het oog op belangen van derden.
Wat het verzoek om kennis te delen betreft, kan worden gemeld dat in het kader van
de bouwimpuls en de praktijkvariant de opgedane ervaringen tussen bouwers zijn uitgewisseld.
De uniformiteit in de versterkingsaanpak waar in de motie om wordt verzocht, wordt
door toepassing van de typologieaanpak in grote mate gerealiseerd. Hiermee kan veel
snelheid worden gemaakt. Wel blijft maatwerk bij de inpassing van maatregelen in een
huis noodzakelijk.
Daarnaast wordt, zoals in de motie wordt verzocht, gewerkt aan het vroegtijdig betrekken
van de bewoners in het bouwproces. Zo staat in de eerder genoemde routekaart beschreven
op welke manier bewoners vroeg in het proces worden geïnformeerd en uitgenodigd voor
overleg over hun versterkingsproces. De praktijkaanpak en de bouwimpuls zijn hier
voorbeelden van. Bij deze projecten betrekt de aannemer de bewoners in een zo vroeg
mogelijk stadium. Bij de praktijkaanpak is dit nog voordat de beoordeling heeft plaatsgevonden.
Advisering ten aanzien van de versterkingsoperatie
Het Adviescollege Veiligheid Groningen (hierna: ACVG) brengt op basis van zijn instellingsbesluit
vooraf advies uit over de veiligheidskaders. Daarnaast kan het ACVG de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en mij ook ongevraagd adviseren over het
vaststellen van beoordelingsmethoden. Het ACVG kan er tevens voor kiezen om parallel
aan het ontwikkelen van nieuwe methoden advies uit te brengen. Een voorbeeld hiervan
is de praktijkaanpak waarbij het ACVG de beoordelingsmethode gedurende de eerste fase
van de aanpak valideert. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan de motie van het
lid Van der Lee12.
Evaluatie van de Tijdelijke wet Groningen
De TwG regelt dat schademeldingen op een adequate en onafhankelijke manier worden
afgehandeld. Het doel van dit wetsvoorstel is daar een werkwijze voor de versterkingsoperatie
aan toe te voegen die leidt tot veilige gebouwen in Groningen. Om deze werkwijzen
te monitoren kent de TwG een bepaling die mij verplicht om binnen twee jaar na de
inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens elke drie jaar, verslag uit te brengen
over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk, evenals over
de noodzaak van het voortduren van de maatregelen waarin deze wet voorziet. Indien
uit deze verslagen en de bespreking daarvan met uw Kamer blijkt, dat maatregelen waarin
de wet voorziet, niet langer noodzakelijk zijn in het licht van de situatie in Groningen,
is het moment aan de orde om te bepalen wanneer de wet kan aflopen.13
Met dit wetsvoorstel presenteert het kabinet een doelgerichte publieke aanpak van
de versterking van gebouwen in de provincie Groningen, met een efficiënt besluitvormingsproces
en mogelijkheden voor uitvoering in eigen beheer, waarmee de inwoners van Groningen
met perspectief vooruit kunnen kijken naar veilige gebouwen. Conform de afspraak in
het regeerakkoord zal onder de regie van de NCG met een programmatische aanpak de
versterkingsopgave ter hand worden genomen, in samenspraak met de bewoners en in overleg
met de regio.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Indieners
-
Indiener
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat